Boekverslag : W.f. Hermans - Au Pair
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1998 woorden.

Au Pair

W.F. Hermans



B1. Auteur: W.F. Hermans

Titel: Au Pair

Eerste druk: 1989

Plaats: Amsterdam

Uitgever: De Bezige Bij



B2. Op school hadden we een lijst gekregen met boeken, die we konden lezen.

Daarop stond o.a. Au Pair op. De titel sprak me wel aan. Dus ben ik het gaan opzoeken in de bibliotheek. Nadat ik het gevonden had, heb ik de achterkant gelezen.

Wat er stond geschreven klonk leuk.

Daarom ben ik het boek gaan lezen.



B3. Samenvatting

Paulina, afkomstig uit Vlissingen, wil in Parijs kunstgeschiedenis en Frans gaan studeren. Ze krijgt van haar vader een klein maandgeld en gaat als au pair werken om haar financiën aan te vullen. Nadat ze twee en een halve dag bij het welgestelde, maar bizarre echtpaar Pauchard en hun 13-jarige zoon Hughes is geweest, vertrekt ze vanwege de slechte behandeling. Van de vrouw achter de balie van het au pair-bureau krijgt ze het adres van de steenrijke gepensioneerde generaal De Lune. In het flatgebouw, waar de familie De Lune woont, krijgt ze een prachtige eigen kamer met badkamer, en ze wordt overladen met cadeaus. Ze voelt zich hierbij ietwat ongemakkelijk omdat haar taak niet duidelijk is. Het is niet toevallig dat ze juist hier terechtgekomen is. De dame van het bureau blijkt namelijk familie van de generaal te zijn. Zij had opdracht een meisje te zoeken die interesse voor kunst heeft. De generaal blijkt een bewonderaar van de uit Vlissingen afkomstige tekenaar Guys, en vertelt haar veel over hem.

In de loop van het verhaal maakt Paulina kennis met de overige familieleden van de generaal: zijn vrouw Germaine, zijn zoon Armand, diens vrouw Jacqueline en hun zoon Edouard, en Michel, de tweede zoon van de generaal. Uiteindelijk is het Edouard die als eerste het onderwerp aanroert, waarom zij, zoals later blijkt, Paulina ‘in dienst’ hebben genomen. Van generaal De Lune hoort ze dan de details van het verhaal: hij heeft tijdens de oorlog een koffer met geld en waardepapieren van een joodse buurman in bewaring gekregen, die met zijn vrouw naar Spanje wilde vluchten. De koffer is nooit opgehaald, de man en zijn vrouw zijn dood en de enige erfgenaam is een oud-SS’er. Als hij dit vertelt, krijgt de generaal een aanval en Paulina ziet hem daarna niet weer.

Bij een volgend gesprek met Eduoard over dit onderwerp, hoort Paulina van het plan het geld aan een joodse organisatie voor kinderbescherming in Israël te schenken. Hiervoor moet de koffer eerst naar Zwitserland worden gebracht, en daarna naar Israël worden doorgesluisd. Paulina biedt spontaan aan de koffer over de grens te willen brengen, maar heeft op hetzelfde moment het idee in een val getrapt te zijn. Alles wordt met behulp van een notaris voorbereid, maar op het laatste moment wordt het reisdoel Basel in Luxemburg gewijzigd. Paulina levert de koffer af bij de bank, maar hoort later van Michel, dat het geld toch aan de voormalige SS-er (een halfbroer van de vrouw) is gegeven omdat die een testament van de erflater bezat. Het andere verhaal zou alleen verzonnen zijn om de generaal te ontzien. Deze sterft enkele dagen later zonder de waarheid te kennen.

Paulina verlaat, na enkele incidenten met zowel Michel als Edouard, de flat van de familie, zoekt eigen woonruimte en wijdt zich verder aan haar studie.



B4. De gevoelens van de lezer.

Ik vond het heel gemeen van Edouard, dat hij Paulina dumpte, nadat ze die koffer met geld had afgeleverd.

Hij deed toen in één keer heel bot tegen haar.

Trouwens heel die familie, de generaal, Armand en Michel, leek op de eerste plaats heel aardig, net als Edouard. Maar ze waren het allemaal niet echt.

De generaal bespiedde Paulina door te kijken door doorkijkspiegels en Armand en Michel wisten van de plannen van dat koffertje met geld, maar zeiden van te voren niets tegen haar.

Ze hebben haar allemaal om de tuin geleid. En dat vind ik heel gemeen.

Ondanks dit alles is Paulina er sterker van geworden. Daar heb ik veel bewondering voor.



B5.1 De belangrijkste personen

5.1.1 Paulina, generaal de Lune, Armand de Lune, Michel de Lune, Edouard de Lune.

5.1.2 Paulina: beroep: au pair

hobby’s: kunst en Frans

gedachten: vanwege haar lengte angst om nooit een man te zullen vinden die

bij haar past

Generaal de Lune: beroep: gepensioneerd Franse officier

hobby’s: prenten van Constantin Guys

obsessie: de teruggave van het door hem beheerde geld

Armand de Lune: beroep: kantoorbaantje bij de elektriciteitsmaatschappij van

Frankrijk

hobby’s: dichten

obsessie: beroemd dichter worden

gedachten: vanwege het falen om een beroemd dichter te worden,

een negatief zelfbeeld

Michel de Lune: beroep: geen

hobby’s: muziek

obsessie: perfectie in zijn spel bereiken

gedachten: twijfelt voortdurend aan zichzelf

Edouard de Lune: beroep: econoom

obsessie: geld verdienen

gedachten: denkt minachtend over zijn familie



5.1.3 Paulina wordt als au pair in dienst genomen bij generaal de Lune. Armand is de oudste zoon van de generaal en Edouard is zijn zoon. Michel is de tweede zoon van de generaal.



5.1.4 Paulina: ze is negentien jaar en is één meter tweeënnegentig lang, waar ze soms moeite mee heeft. Ze heeft blond haar, blauwe ogen en een ‘Diana’-figuur, dat vele mannen hartkloppingen bezorgt, hoewel zij daarover haar twijfels heeft. Ze is dus erg onzeker over zichzelf. Ze is vriendelijk, leergierig en bezit een goede gespreksvaardigheid. Wel is ze wat naïef in het beoordelen van mensen en situaties, dat haar teleurstellingen oplevert. Maar zet zich daaroverheen en wordt steeds zelfverzekerder, ook betreft haar uiterlijk.

Generaal de Lune: hij is een Franse officier, strak maar wel hoffelijk. En hij kijkt graag naar blote vrouwen.

Armand de Lune: hij is een mislukte dichter, iemand die bedrogen is uitgekomen in de hoge verwachtingen die hij van zichzelf had. Hij heeft hierdoor een zeer negatief zelfbeeld gekregen en is aan de drank geraakt. Waardoor zijn zelfbeeld nog lager wordt.

Michel de Lune: hij is een pianist die streeft naar perfectie, die hij nooit bereikt. Hij is erg onzeker en hij heeft een sterke moederbinding.

Edouard de Lune: hij is gek op geld. Hij is doortrapt en ook nog eens grof.



5.1.5 Paulina: Maar, niet wetend of ze anders de kans liep zelfs boven Michel uit te steken, deed zij schoenen met platte hakken aan, van zwart lakleer met kokette strikjes op de wreef (Hfdst. 59, blz.287)

Dit stuk laat zien, dat ze veel moeite heeft met haar lengte.



Generaal de Lune: “Wat mijn dierbare gade wel weet”, zei hij en trok een la open,”is dat ik natuurlijk ook een heel aantal door Guys getekende vrouwen heb in mijn collectie. Ze doet maar alsof ze denkt dat ik daar geen belangstelling voor heb. Of ze was bang dat jij al iets wist van de slechte reputatie als tekenaar van vrouwen…” (Hfdst. 33, blz. 153/154)

In dit stuk laat de generaal aan Paulina blijken dat hij wel zeker belangstelling heeft voor blote vrouwen.



Armand de Lune: “...Raad eens welke dichter hij het meest bewonderde?” Armand zelf gaf het antwoord: “Sally Prudhomme.” Nam weer een slokje en trommelde met de vingers van zijn vrije hand op zijn knie. “Sally Prudhomme”, bevestigde Jacqueline, “dacht je dat ik het was vergeten? Sally Prudhomme. Kreeg de Nobelprijs in 1901. Dat was de allereerste Nobelprijs voor literatuur ooit uitgereikt, en meteen aan de slechtste schrijver die hem ooit gekregen heeft.”

“Exact”, zei Armand, “Ogen zonder tal hebben het ochtendrood gezien, ze slapen diep in het graf, en gaat de zon op. Deze regels zijn van Sally Prudhomme. François Coppée bewonderde ik ook.”

“François Coppée. Nog erger.”

“Klopt. Ik zal een dichter zijn en jij dicht. Dat schreef Coppée, lang geleden, geef ik toe…” (Hfdst. 27, blz. 104/105)

Uit dit stuk blijkt al dat Armand een slechte dichter is. Hij bewonderde namelijk twee slechte dichters.



Michel de Lune: Toen ze uit bed was gekomen, zag ze achter de kamerdeur een brief liggen. “Lieveling. Ik ben meteen naar Parijs teruggereden. Je kunt in het hotel blijven zo lang je wil. Ik hoop mama nog bij bewustzijn aan te treffen. Neem me niet kwalijk. Ik kon niet anders. Tot spoedig. Veracht mij niet. Michel.”

(Hfdst. 86, blz. 383)

Hieruit kan je halen dat hij een sterke moederbinding heeft. Hij verlaat Paulina, op wie hij gek is, om zijn moeder te bezoeken.



Edouard de Lune: “Ik ben nooit het vriendinnetje van een ander geweest.”

“Ook dat nog. Nou ja, maar aan maagden heb ik helemaal de pest.”

“Wat mankeert je? Wat heb ik je misdaan? Waarom zeg je zulke onzin tegen mij?”

“Grote god! Je belt me uit mijn bed om me iets te vertellen dat vanzelf spreekt. Ik heb er geen minuut aan getwijfeld dat het goed zou aflopen met die koffer, of dat jij niet heel precies zou doen wat je opgedragen was.”

“Ik heb het gedaan voor jou.”

“Voor mij? Pas maar op dat je kapitein dat niet hoort.”

“ik zeg je toch dat het uit is.”

“Allicht. Je hebt het uitgemaakt omdat zo’n kapitein geen rooie cent verdient, en ik wel. Ik moet de eerste vrouw nog tegen komen die dat niet weet.”

(Hfdst. 77, blz. 355)

Uit dit stukje dialoog tussen Paulina en Edouard zie je dat Edouard grof is en ook een beetje dat hij veel om zijn geld geeft.



5.1.6 Paulina is een karakter en de rest zijn typen.



5.2 De tijd

5.2.1 Het speelt zich af in 1984.

5.2.2 In zo verre, dat het verhaal zich afspeelt geruime tijd na de Tweede Wereldoorlog.

5.2.3 N.v.t.



5.3 De plaats

5.3.1 Het verhaal speelt zich helemaal af in Parijs, op de missie naar Luxemburg en enkele

dagen in Londen na.

5.3.2 Het geeft meer sfeer aan het verhaal. Het zou denk ik anders zijn geweest als Paulina

in Nederland was gebleven.

5.3.3 Grote stad, zeeklimaat

5.3.4 Ze vormen meer het decor dan het verhaal.



5.4 Vertelstandpunt

5.4.1 Het wordt verteld in de alwetende verteller.



5.5 De stijl

5.5.1 Hermans maakt gebruik van ironie, parodie en satire. Daarnaast beschrijft hij alles zeer nauwkeurig. En er zijn veel dialogen.



5.6 Thematiek

5.6.1 Het goede tegenover het kwade. Paulina stelt het goede voor en iedereen om haar heen het kwade.



5.7 Conclusie

5.7.1 Van de schrijver zou ik nog wel eens iets willen lezen. Zijn manier van schrijven beviel mij wel. Heel nauwkeurig geschreven, maar niet te nauwkeurig dat het saai wordt. Hoewel er wel enkele hoofdstukken bij zaten die wat langdradig waren. Ook waren er veel dialogen. Dat beviel mij ook. Een ander verhaal met hetzelfde thema zou ik ook niet erg vinden, zolang het maar origineel is. En met dit thema, denk ik, zal dat niet al te moeilijk moeten zijn.















Verwerkingsopdracht

A6. Spanning

1 punt



De eerste negentien hoofdstukken, waarin Paulina’s vertrek naar Parijs en haar verblijf bij de Pauchards worden beschreven, vormen een amusant en afwisselend verhaal, maar de spanning ontbreekt nog.

Die ontstaat pas geleidelijk na haar ontmoeting met de geheimzinnige heer in het twintigste hoofdstuk, die haar betere tijden belooft. Vanaf dat moment raakt zij verwikkeld in een steeds gecompliceerder netwerk van gebeurtenissen.

Door geen antwoorden op vragen te krijgen stijgt de spanning.

Zoals wie is nou de erfgenaam, wat is er met die persoon aan de hand. Dit denkt Paulina en de lezer als de oude generaal ziek wordt. De hele reis met het koffertje is spannend.

Je blijft je steeds afvragen of het goed komt, wordt ze gepakt en waarom achtervolgt dat mannetje haar?

En nadat die missie volbracht is, blijft het spannend.

Hoe zou het met Paulina en Edouard aflopen. Hier krijg je al snel antwoord op: niet.

Dan komt de volgende vraag: “Hoe loopt het af met Paulina en Michel? Zou het dan toch gebeuren?”

Maar nee. Dan komt er heel iets anders aan het licht.

Paulina komt erachter dat alles gepland was, het koffertje met geld en dat zij dus om de tuin was geleid.

Dan komt al snel de vraag “Hoe zal het nu verlopen met Paulina?”

En tot het einde blijf je met die vraag zitten.

Dus tot het einde blijft die spanning.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen