Boekverslag : Zilveren - Paleis Van Versailles Ingezonden Door: Poetic Lover
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 3130 woorden.

Paleis van Versailles


“Paper”





1. Inleiding





Het koninklijk paleis werd gebouwd in opdracht van de Zonnekoning Lodewijk XIV. Lodewijk wilde nergens anders wonen dan in Versailles, dus heeft hij aan de beste architecten ter wereld gevraagd om een ongelofelijk paleis voor hem te ontwerpen. De jonge Franse koning verlangt dat voor zijn koningspaleis alles zonder uitzondering uiterst prachtig en kostbaar is. Versailles moet alle antieke en moderne monumenten overtreffen door zijn omvang en zijn pracht.


De ontwerpen van artiesten zoals Bernini voor het paleis werden geweigerd.


De hoofdarchitecten waren Louis Levau en Jules Hardouin Mansart. Charles Le Brun had de leiding over de vele beeldhouwers, schilders, tapijtenwevers, enz. van 1661 tot 1690. André Le Nôtre legde gedurende diezelfde periode de gigantische tuinen aan. Het hof van Louis XIV installeerde zich er al in 1682. Het Paleis van Versailles is één van de grootste gebouwen ter wereld. In het voorplein van het paleis vind je een zeer belangrijke kenmerk van de barok: half cirkel met hoeken aan de rand. De populairste delen van het gebouw zijn de slaapkamer van de koning, de tuinen en de Spiegelzaal.


Het paleis werd in 1789 door het hof verlaten en het was later gedeeltelijk leeggeroofd.





2. Het Koninklijk Paleis





Paleis van Versailles is ook gekend als Château de Versailles. Het is gelegen in het westen van Versailles in Frankrijk. Het paleis, dat grotendeels tot stand kwam in de tweede helft van de zeventiende eeuw, namelijk in de jaren 1661-1690, is een zeer indrukwekkende, classicistische barokgebouw. Het paleis is zeer geredeneerd, er is niks toevalligs aan het gebouw. Heel het paleis is gebouwd rond de slaapkamer van Lodewijk XIV, die uitkijkt op het oosten. De omgeving van het paleis is moerassig. Vormgeving van het majestueuze kasteel is te danken aan de typische daken, de vele balkons, de zuilenrijen en de vele borstbeelden op plaatsen waar geen ramen zijn. Op de zuilen is een soort marmereffect bereikt door schilderwerk.





De oorspronkelijke kern van het paleis bestaat uit het jachtpaviljoen dat Lodewijk XIII liet bouwen in 1624 en liet uitbreiden tussen 1631 en 1634. Philiebert Le Roy heeft het bouwwerk uitgevoerd in natuur- en baksteen. Het heeft een plattegrond in de vorm van een hoefijzer dat de Marmeren Binnenhof omringt. Het wordt aan de vierde zijde afgesloten door een hoge arcade waarop zich een terras bevindt.


De daaropvolgende veranderingen zijn aangebracht in opdracht van Lodewijk XIV. De zonnekoning laat Levau vier paviljoens toevoegen aan de hoeken van het paleis. Er worden ook twee grote zijgebouwen toegevoegd die een nieuwe en grotere binnenplaats, de Koninklijke Binnenplaats begrenzen. Levau legt hiervoor een cirkelvormig open plein aan waarvan de steunmuren in twee obelisken eindigen.


Verdere uitbreidingen zijn gewenst wanneer Lodewijk besluit het hof en de regering naar Versailles te verplaatsen. Hardouin-Mansart brengt twee vleugels aan in de breedte en twee in de lengte.


Het gebouw telt 365 kamers: één voor elke dag van het jaar. Het heeft honderden kolossale en langwerpige ramen en deuren. De daken zijn donkerbruin/zwart. Het gebouw zelf is zandkleurig en daar rond heb je bebossing. De lange zuilen zorgen voor een verticaal effect.





De originele creatie van het paleis ontstaat doordat er terrassen aangelegd werden en ook doordat er afwisseling is in de patronen, die in de aanleg van bomen en bloemen zijn. De zijpaden en de door hun gekleurd grind opvallende lanen zijn merkwaardig. De gazons wisselen af met weerspiegelende watervlakten. Door de vele verheffingen in het landschap, lijkt het silhouet van de tuinen in beweging te zijn. De overgang tussen de gebouwen van het paleis en de natuur wordt gegeven door de terrassen.


Naast dit allemaal is er nog het water met de glinsterende lichteffecten, zijn fonteinen en de grote bassins waarin zich het paleis weerspiegelt. Niet minder indrukwekkend zijn de aan de andere kant van het paleis gelegen ingangen met brede lanen uit de richting van Sceaux, Parijs en Saint-Cloud. Ze komen samen op de ‘Place des Armes’ en leiden via de prachtige gouden traliepoort naar de ‘Court d’Honneur’.


Nog voor het paleis staan de majestueuze gebouwen van de koninklijke stallen. De stallen zijn aangelegd in de vorm van een hoefijzer. De Grote stallen en de Kleine Stallen zijn helemaal identiek, maar het onderscheid aan hun naam is puur hiërarchisch! In het eerste werden de strijdrossen en de rijpaarden ondergebracht en in het tweede de koetspaarden.





De tierlantijntjes getuigen van de pracht en praal uit vier eeuwen geleden. Er staat een standbeeld van een ruiter op een paard in het midden op het plein. Dit is Lodewijk XIV, de zonnekoning.


De twee lange hoofdgebouwen, waarop staat “…toutes les glories de la France” waren de ministeriële vleugels. Het paleis was ook een regeringscentrum.


Jules Hardouin-Mansart had vorm gegeven aan de kapel, de tuingevels en le Grand Trainon. Er is ook een Petit Trainon.





Direct na de ingang is er het benedenportaal van de Koninklijke Kapel, die rechts van de ingang ligt. Deze kapel werd ingericht ter ere van Louis Saint. Hij was een voorvader van de Lodewijken en dankt zijn naam aan het feit dat hij ooit via de Venetiërs van de koning van Constantinopel heilige relikwieën zoals de doornenkroon van Jezus ontving.





Je bereikt vanuit het voorportaal de zeventiende eeuwse zalen. Deze zalen geven op hun beurt een goede inleiding over de geschiedenis van het kasteel, vooral tijdens de tijd van Lodewijk XIV. Op de eerste verdieping staat de Herculeszaal in verbinding met het middengedeelte van het paleis. In de Herculeszaal staat een openhaard en is er een plafondschildering, die de vergoddelijking van Hercules uitbeeldt. Daar hangt ook de meesterwerk “De maaltijd van Simon”, die door de republiek Venetië geschonken werd aan de zonnekoning. Deze zaal werd ook gebruikt als bal- en audiëntiezaal.


Vanaf hier zijn er nog zeven kleine zalen. In de Zaal van de Overvloed, de eerste zaal, is er een plafondschildering de “Koninklijke Luister” van Houasse en aan de wand hangen schilderijen, die Lodewijk XIV zelf verzameld heeft.





De Venuszaal is het tweede staatsievertrek en hierin staat een beeld van de zonnekoning. Het heeft een marmeren achtergrond en de Griekse godin van de liefde, Venus is hier afgebeeld op het plafond. Ook liefdesparen uit de Oudheid ontbreken hier niet.


Hierna hebben we de Dianazaal. Diana was de godin van de nacht en ook de zus van Apollo, de god van de zon. Op het plafond is ze afgebeeld als leidster van de jacht en van de scheepvaart. Dit soort afbeeldingen komt ook voor op de bogen: Cyurs op zwijnenjacht, Caesar zendt kolonisten naar Carthago, Alexander op leeuwenjacht en Jason en de argonauten zijn ook te zien. In deze zaal staat ook een borstbeeld van Lodewijk XIV.





De volgende drie zalen staan in teken van de Romeinse goden Mars, Mercurius en Apollo. De Marszaal was bestemd voor de lijfwacht. Dit is te zien aan al de helmen en oorlogstrofeeën. Er staan er twee porfieren vazen, die dateren van het oud regime. De Mercuriuszaal was een pronkzaal. De wanden waren toen bedekt met brokaten en hier schuilde het met borduurwerk beklede hemelbed achter de zuilenbalustrade.


De Apollozaal was echt wel schitterend en was gewijd aan het symbool van de koning: de zon. In het midden van het plafond is Apollo te zien, rijdend in de zonnewagen. De koning hield zijn plechtige audiënties in deze troonzaal. Soms werd er ook muziek gemaakt, waarbij de koning niet op zijn (zilveren) troon (die bij het wandtapijt stond) zat, maar op de vloertegels ging zitten.


Hierna kom je in het meest befaamde gedeelte van het paleis. Eerst heb je de Zaal van de Oorlog, dan de Spiegelzaal en tenslotte de Zaal van de Vrede. De Zaal van de Oorlog, die door Hardouin-Mansart begonnen was, is een loflied op de militaire overwinningen die leiden tot de Vrede van Nijmegen. Het plafond toont een gewapende Frankrijk, op de bogen het geknielde Duitsland, het dreigende Spanje met leeuw en Holland achterstevoren op de leeuw van Vlaanderen. Ook in deze zaal tref je de duidelijke aanwezigheid van Lodewijk XIV. In de Zaal van de Vrede is Frankrijk te zien als vredestichter. Deze ruimte diende als speelzaal voor de koningin. De vrouw van Lodewijk XV liet daar elk zondag concerten geven.





De vertrekken van de koningin kunnen bereikt worden via de Zaal van de Vrede. Haar slaapkamer is direct na de speelzaal. In deze slaapkamer stierven twee koninginnen en twee troonopvolgers. Er werden negentien kinderen daar geboren.


De koningin hield haar audiëntie in de Zaal der Edelen. Het werd ook gebruikt als rouwkamer bij het overlijden van koninginnen, dauphins en de ouders van Lodewijk XV. Het diende vooral als ontvangstkamer voor visite.


De zaal van de lijfwacht van de koningin was eerst een kapel. Het plafond is door Noël Coypel beschilderd en ook de twee schilderijen die aan Jupiter gewijd zijn. Lodewijk XV hield hier ook rechtszittingen en bij het uitbreken van de Revolutie vond hier een bloedig gevecht plaats.





De Kroningszaal was eerst een kapel voor de armen want op Witte Donderdag werden dertien arme kinderen hier door de koning de voeten gewassen, te eten gegeven en van een beurs met dertien kroningen voorzien.


Louis-Philippe wilde deze zaal aan l’Empire wijden, daarom dat er drie grote stukken hangen: “De Slag bij Aboukir” in 1799, “De Eed van Trouw aan de keizer na de uitreiking van de vaandels op het Champ de Mars” in 1801 en “De kroning van Napoleon I” in aanwezigheid van de Paus en de Nôtre-Dame de Paris in 1804. Vandaar de naam de Kroningszaal.





De Zaal van 1792 verbindt het middengedeelte van het paleis met het zuidelijke deel. Bekende officieren en drieëndertig afbeeldingen zijn hier te zien.


In de eerste Anti-chambre dineerde de koning in het openbaar. Het tweede heet ook l’Oeil-de-Boeuf omwille van de ovale vorm van de vensters in de kroonlijst.





De Raadkamer bestond eerst uit twee delen, de werkkamer van de koning en de pruikenkamer. Lodewijk XV voegde ze samen en de architect Gabriël liet Rousseau prachtige panelen vervaardigen naast de weelderige schouw van roodbruin marmer met verguld bronzen ornamenten. In dit vertrek werden besluiten genomen die de geschiedenis en het lot van Frankrijk sterk beïnvloedden. Zo werd het besluit genomen om deel te nemen aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog in 1775, die Frankrijk enorm veel geld kostte.





Er zijn nog privé vertrekken, waar behalve biljarten ook de mooiste dingen uit de collecties van Lodewijk XIV bijeen gebracht werden.


De vertrekken van Madame de Maintenon ontbreken niet. Zij was eerst de maîtresse van Lodewijk XVI en later zijn vrouw.








· Slaapkamer van de koning


Het Vertrek des Konings vormde de centrale van het oude paleis en werd pas in 1701 als slaapkamer gebruikt. Het was toen zo ingericht opdat Frankrijk waakt over de slaap des konings. Hierin staat het majestueuze bed van Zijne Hoogheid. De versiering van de kamer weerspiegelt een belangrijke stilistische kenmerk. Het toont de overgang van de pronk van de barok naar de luchtiger ornamentiek van de achttiende eeuw. Dit gebeurt door de eenvoudige vergulde versiering op een witte achtergrond tegen het plafond en ook door de elegante panelen in wit en goud.


De nis met het bed is door een massief zilveren balustrade gescheiden van de rest van het vertrek. Het bed is omhangen met gordijnen van goud- en zilverbrokaat. De slaapkamer bevindt zich achter de Spiegelzaal. De familieleden en de hovelingen wachtten elke ochtend in de ‘Salon de l’Oeil-de-Boeuf’ om te worden binnengelaten.


Lodewijk XV had de schouw door twee leiblauw-marmeren schoorstenen laten vervangen.





· De Spiegelzaal


Hardouin-Mansart sluit het terras af met de Spiegelzaal die zich op de eerste verdieping, aan de tuinzijde bevindt. De beroemde ‘Galerie des Glaces’ vormde het decor voor schitterende feesten en plechtige ontvangsten. Eerst was het een terras, daarna een galerij en tenslotte deed het zijn naam eer aan. De Spiegelzaal is 73 meter lang en ze kreeg haar naam door de spiegels die op 17 arcaden, die tegenover de vensters staan, zijn aangebracht. Het vormt het hoogtepunt van het paleis. Muurpilaren uit roze marmer met vergulde, bronzen kapitelen, nissen met antieke beelden, geciseleerde trofeeën en bevallige vrouwelijke figuren uit verguld hout, die een hoorn des overvloeds met kandelabers uit bergkristal vasthouden, benadrukken op schitterende wijze de ruimte.


Le Nôtre, Le Brun en Mansart hebben hier een stukje bijzondere Frans bouwkunst gerealiseerd. Het harmonieuze geheel met de prachtige kroonluchters, diende als doorgang naar de mis.


Hier werden de gezanten ontvangen en er werden ook galabals hier gehouden bij huwelijken. Zelfs de Duitsers vonden het zo mooi dat ze deze zaal in 1871 uitkozen om hier het Duits Keizerrijk uit te roepen. Hier werd ook het Verdrag van Versailles getekend, waarmee een eind kwam aan de Eerste Wereld Oorlog.





· De tuinen


De koning wilde de tuinen een bijzondere vorm geven door hun uitgestrektheid, de kwaliteit van het werk en de afwisseling en zeldzaamheid van de planten. Sterk geurende plantensoorten, zoals sinaasappelbomen, citroenbomen en oleanderbomen waren zijn favoriet. Hij liet de geweldige “Orangerie” bouwen in het zonnigste deel van de tuinen om deze te beschermen. Er waren kisten waarin de palmen en citrusplanten groeiden. Ze werden vaak gecontroleerd en stonden ofwel buiten voor de zon ofwel binnen omwillen van de koude. De koning zelf liet zich informeren over de toestand van zijn aanplantingen en de groei van zijn sinaasappelen tijdens zijn veldtochten.


Het zicht van de tuinen wordt volmaakt door de bassins. Twee prachtige voorbeelden hiervan zijn het ‘Pièce d’Eau des Suisses’, een vijver door de Zwitserse Garde aangelegd en vooral het ‘Grand Canal’, een miniatuurzee waarop later een grote galei en een vloot van gondels roeiden, geschonken door de republiek van Venetië met Venetiaanse bemanning. Bij de bouw van het ‘Pièce d’Eau des Suisses’ verloren honderden mannen hun levens aan koorts.


De tuinen zijn het meesterwerk van André Le Nôtre en zijn aangelegd tussen 1616 en 1668.


Ze zijn een prachtig voorbeeld van de Franse tuinarchitectuur en dienden als model voor vele Europese paleizen. De architect, die zich liet inspireren door baroktuinen in Italië, creëerde een uitgestrekt en grandioos geheel, waarin ieder element in harmonie is met een strenge ruimtelijke ordening, die een perspectivisch en toneelmatig effect te weeg brengt.


Symmetrie en ordening bepalen de aanleg van de lanen, de bloembedden, de terrassen, de waterbassins en de fonteinen in een vorm die het landschap helemaal systematiseerd.


Voor het centrale gedeelte van het paleis strekt het terras zich uit tot waar de bassins zijn, die omgeven zijn door 24 bronzen beeldgroepen.





3. Lodewijk XIV, de meester van Versailles





Lodewijk was geboren op 5 september 1638 in het Koninklijk Paleis te Saint-Germain-en-Laye als zoon van Lodewijk XIII (1601-1643) en Anna van Oostenrijk (1601-1666). Hij werd koning op vijf jarig leeftijd toen zijn vader in 1643 overleed. Omdat hij zijn taken nog niet kon vervullen, nam zijn moeder ze over.


Frankrijk kende in die tijd een periode van opstand, meer bekend als Fronde. De adel zette de besturing door zonder veel op hem te letten.


Uiteindelijk voelde de jonge Lodewijk zich vernederd door arrogante adel en bedreigd door het volk van Parijs en zal dit nooit vergeten.





In 1660 trouwde Lodewijk XIV met Maria-Theresia van Spanje. Toen zijn peter en eerste minister, kardinaal Mazarin het volgend jaar omkwam, kondigde hij aan dat hij zelf wel zal besturen. Niemand geloofde hem!


Toch stond hij erop een dagelijkse vergadering bijeen te roepen waarbij hij grote edelen uitzonderde en enkel de ministers die hem een dienst schuldig waren erbij liet.





De eerste twintig jaar van zijn persoonlijke regime waren de meest schitterende van al. Samen met zijn minister Colbert zorgde hij voor administratieve en financiële hervormingen in het koninkrijk. Ook op het gebied van handel en industrie waren er hervormingen. Met de marquise de Louvois blies hij nieuw leven in het leger en behaalde militaire overwinningen.


De vorst moedigde ook een buitengewone opbloei van de cultuur aan: theater, muziek, architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en wetenschap.


Deze verworvenheden zullen op het plafond van de Spiegelzaal beschreven worden.





Het adembenemende kasteel van de jeugd van de koning werd de officiële verblijfplaats van het hof en de regering van Frankrijk op 6 mei 1682. Het paleis bood voldoende plaats aan voor de vorst, de adel en de hovelingen.


Onder de altijd wakende ogen van de koning, bedachten grote heren geen listen meer tegen de koning, maar waren ze klaar om te bevredigen en te dienen.


Niet enkel eigenschappen zoals intimidatie hielpen de majestueuze koning zijn beleid te voeren, maar ook zijn spionnen hielpen hem de zaken te controleren.


Als hij over jou zei ‘Hem ken ik niet’, dan was je voor eeuwig gedoemd!!!





Zoals Apollo bracht de krijgerkoning vrede, hij was meester en liefhebber van kunst en hij was in overvloed vrijgevig.





4. Conclusie





In het Paleis van Versailles liet de vorst de Franse adel onderbrengen en vermaken met muziek, dans en gokspelen. De koning was erg gesteld op uiterlijk vertoon, dus liet hij de adel op hoffeesten naar zijn voorbeeld in dure kleding verschijnen.





Lodewijk XIV wilde alle macht in handen hebben. Enkel hij en niemand anders bepaalde hoe het land geregeerd werd. Wel kreeg hij hulp van ministers en ambtenaren, maar uiteindelijk was hij dé baas! Deze vorm van regeren noemt men absolutisme en Lodewijk XIV was daarom een absolute vorst.


Hij dacht dat hij koning was omdat God het zo wilde. God had hem het recht gegeven om te regeren over Frankrijk en over de veroverde gebieden. Hij had het “droit devin” (goddelijke recht) om te regeren!!!





De absolute vorst had niet enkel veel invloed in Frankrijk, maar ook in de rest van Europa hield men hem dicht in de gaten. Hij beïnvloedde enorm de politiek, mode, muziek, kunst en architectuur.





Het magnefieke Paleis van Versailles met haar weelderige versieringen, ontelbare kamers en vensters, prachtige beelden en de mooie tuinen heeft van Lodewijk XIV een onvergetelijke koning gemaakt!!! Nu is het majestueus paleis een toeristische attractie.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen