![]() |
Boekverslag : Hendrik Conscience - De Loteling
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 666 woorden. |
Titel De loteling Auteur Hendrik Conscience De schrijver richt zich tot de lezer: Hij is ziek geweest en leefde 3 maanden op de heide om op te knappen. Daar heeft hij het verhaal vandaan. Samenvatting Begin Het is lente, in twee hutjes vlakbij het Zoerselbos, ergens tussen St. Antonis en Magerhal in de Kempen, wonen twee gezinnen: * een weduwe met haar dochter Trien, en hun bezit is een koe * een weduwe, haar oude vader en 2 zoons (Jan en Pauwke), zij bezitten een os en wat meer land. Jan en Trien hebben een hechte band wat betreft vriendschap en liefde. In maart 1883 moet Jan naar de militaire loting, Jan trekt met wat vrienden naar Brecht om te horen of hij het leger in moet. De hele families staat langs de weg waarlangs de mannen komen te wachten samen met alle andere mensen die de loting afwachten. Als de stoet aankomt is nog geen onderscheid te zien tussen de juichende mannen en de rest, maar al snel ziet Trien Jan: Jan is in het lot gevallen. Hij heeft nog 1 jaar thuis. 1 jaar later. Trien begeleid Jan naar het dorp en onderweg beloven ze op elkaar eeuwige trouw. Jan vertrekt met vrienden, die ook ingeloot zijn richting Venlo. 6 Maanden later Trien gaat een brief aan Jan schrijven. Ze heeft papier en inkt gekocht, en samen met de families schrijft zij een brief aan Jan, maar als deze net af is gooit Pauwke het potje inkt eroverheen, en Trien moet nieuw papier halen. Onderweg komt ze de bode tegen, die een brief voor haar heeft van Jan. Karel heeft de brief voor Jan geschreven, want Jan heeft een ooginfectie opgelopen en er is een kans dat hij voorgoed blind is. In de envelop zit nog een brief alleen voor Trien. Daarin schrijft Jan de waarheid: hij is voorgoed blind, zijn ogen zijn al uitgezworen. Trien besluit om meteen richting Venlo te vertrekken. 4 dagen later Trien komt bij de stadspoort aan in Venlo, waar ze aanwijzingen krijgt hoe ze bij Jans legioen moet komen. Ze moet eerst wachten in de Herberg, daar raakt ze aan de praat met een aardige soldaat die dezelfde taal spreekt als zij. Hij heet Sus Caers, zijn vader is een bekende van de familie, hij weet waar ze Jan kan vinden. Ondertussen zijn de andere soldaten jaloers geworden op de vriendschap die re is ontstaan tussen de twee. 1 soldaat wordt handtastelijk, maar Sus haalt uit en Trien ook: er ontstaat een gevecht. Sus wordt uitgedaagd voor een duel. Sus wijst Trien de ziekenzaal. Daar houdt Kobe van Tistje de wacht. Alleen mag niemand bij de zieken komen; Kobe laat Trien stiekem binnen, maar de sergeant betrapt haar; Trien smeekt hem om vergiffenis, maar ze moet weg. Terwijl ze eruit wordt gezet komt ze de vrouw van het hoofd van de infirmerie tegen, zij heeft medelijden en zorgt ervoor dat Jan een verlofpas krijgt en Trien iets te eten. Jan mag mee naar huis. Samen lopen ze terug;Jan vindt dat Trien een andere man moet zoeken, want hij zal toch blind blijven, maar Trien denkt er niet over De volgende dag vertelt Trien over een droom die ze had: Jan kon weer zien. Als de een beek zijn doorgestoken, maakt Trien de ogen van Jan schoon, en Jan dacht dat hij weer wat kon zien door zijn linkeroog. Samen gaan ze zitten dagdromen over hun toekomst samen. De stemming is weer terneergeslagen, Jan kan niets meer zien, uitgeput gaan ze aan de rand van een tuin zitten om bij te komen;Jan valt flauw, toevallig heeft de eigenaar van het huis alles gehoord, hij is chirurgijn-majoor geweest in Spanje. Hij helpt Jan erboven op, en denkt Jans linkeroog misschien nog te kunnen redden. Hij redt het oog en brengt hen naar huis. De schrijver van het verhaal schuilde op de heide toen het regende bij Jan en Trien, en toen vertelden zij hem dit verhaal. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |