Boekverslag : Anke De Vries - Blauwe Plekken
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2196 woorden.

Titel: Blauwe Plekken



Titelverklaring: Judith wordt mishandelt door haar moeder. Daar krijgt ze blauwe plekken van. Als je de titel weet kun je eigenlijk al raden waar hjet over gaat.



Auteur: Anke de Vries



Informatie over de auteur: Anke de Vries is geboren op 5 december 1937. Ze woonde het grootste deel van haar jeugd op de Veluwe. Na de middelbare school in Ede ging ze reizen, onder andere in Griekenland en Frankrijk. In 1957 trouwde ze met een Fransman. Ze woonde met hem een aantal jaren in het buitenland, onder andere in Pakistan. Sinds 1963 wonen ze in Den Haag. Ze heeft een zoon en twee dochters.

Haar man stimuleerde haar om te gaan schrijven. Ze volgde een cursus creatief schrijven en in 1972 verscheen haar eerste boek ‘de vleugels van Wouter Pannekoek.’ Hiervan is onlangs nog een nieuwe druk verschenen. Anke de Vries is in de kinder- en jeugdliteratuur bepaald geen onbekende naam. Voor haar tweede boek 'Het geheim van Mories Besjoer' (1975 en eveneens onlangs herdrukt) ontving zij meteen een Zilveren Griffel, in 1977 gevolgd door een eervolle vermelding van de Europese Jeugdboekenprijs voor 'Belledonne kamer 16'. Twee keer werd zij bekroond door de Nederlandse Kinderjury, in beide gevallen voor een jeugdroman met een actueel thema. In 1991 was dat 'Kladwerk' en in 1993 ontving zij de prijs voor 'Blauwe plekken'



Anke de Vries is een veelzijdig auteur, die niet alleen boeken voor oudere kinderen maar ook voor kinderen vanaf een jaar of zes schrijft. Speciaal voor kinderen met leesmoeilijkheden schreef zij 'Een vijand als vriend' (1992) en 'Lucky, de wilde hond' (1993).



'Fausto Koppie', dat verscheen in een oplage van 252.000 exemplaren, dit is haar 33ste boek.



Waar Anke de Vries over schrijft:

Ze beschrijft het leven en de problemen van gewone kinderen en volwassenen. In haar boeken voor beginnende lezers lossen de kinderen hun problemen met veel fantasie op. Haar boeken voor kinderen van een jaar of 8 beschrijven de avonturen van kinderen en volwassenen in een stadsbuurt. De boeken voor wat oudere kinderen gaan over serieuze problemen als discriminatie, criminaliteit, mishandeling en vluchtelingen. De problemen worden over het algemeen door een groep kinderen samen opgelost. De boeken voor tieners hebben vaak detective-achtige elementen en spelen zich af in kleine dorpjes in Frankrijk. In deze boeken speelt het verleden (en de verwerking daarvan) een belangrijke rol.



Genre: mishandeling







Gebeurtenissen: Volgens haar moeder doet Judith een heleboel fout, terwijl Judith toch zo haar best doet om te helpen met de verzorging van haar kleine broertje en haar moeder niet in de weg loopt. Maar toch wordt haar moeder vaak driftig en slaat ze Judith. Judith weet niet waarom en even later heeft haar moeder er weer spijt van. Soms is het niet zo erg dat ze thuis moet blijven, omdat iedereen de blauwe plekken dan zou kunnen zien. Ze praat er niet over en niemand ontdekt wat er aan de hand is. Tot haar verbazing nodigt op een dag Michiel, een klasgenootje haar uit bij hem thuis. En Judith ontdekt dat het wel bestaat: een gezellig gezin. Als de meester vermoed dat Judith mishandeld wordt, besluit Judiths moeder weer te gaan verhuizen. Michiel die net van vakantie terugkomt, hoort van de buurvrouw dat Judith geslagen werd door haar moeder. Hij spoort haar op en geeft haar een teddybeer. De moeder van Judith snijdt in een woede-aanval de beer kapot. Judith besluit eindelijk hulp te gaan zoeken voor zichzelf. Ze vlucht weg en gaat bij Michiel wonen.



Dit verhaal kan best waargebeurd zijn ,omdat deze dingen heel aannemelijk zijn die ook weleens in het echt kunnen gebeuren. Moeder mishandeld haar kind. Er ontstaat een goede vriendschap tussen twee mensen (in dit beok Judith en Michiel). Het blijkt dat ze veel overeenkomsten hebben. Beide zijn vaak blijven zitten. En ook kunnen ze niet goed overweg met hun ouders.



Hoofdpersoon: Judith van Gelder, een meisje van ongeveer twaalf jaar, woont bij haar moeder samen met haar 2-jarige broertje Dennis. Haar vader heeft ze nooit gekend. Haar ouders scheidden toen ze een jaar was. Ze zit in groep 8, maar ze is vaak blijven zitten door de vele schoolwisselingen.



Judith is “Een stil meisje, smalletjes, ze hield zich nogal afzijdig” Thuis heeft ze het erg moeilijk. Haar moeder houdt niet van haar, alle liefde gaat naar haar jongere broertje. Ze kan niets goed doen.



Judith heeft weinig contact met haar klasgenootjes. Dit komt vooral doordat ze vaak door haar moeder geslagen wordt. Ze wil niet dat anderen haar blauwe plekken zien. Ze verbergt ze door truien te dragen met een col en lange mouwen. ‘s Nachts plast ze, uit angst, in haar bed. Ook dat verbergt ze voor haar moeder, bang om gestraft te worden.



Judiths moeder reageert alle problemen op Judith af. Vanaf het begin is Judith machteloos en bang voor haar moeder. Haar moeder is zo onberekenbaar dat Judith steeds op haar hoede moet zijn. Judith denkt dat ze geslagen wordt omdat ze iets verkeerd of onhandig aanpakt.





















Bijpersonen: Judiths moeder is een rot moeder! Zij mishandelt haar dochter geestelijk en lichamelijk. Als er maar even iets tegenzit, reageert zij dat op Judith af. Ze is buitengewoon gemeen en onberekenbaar. Het mishandelen gebeurt tijdens plotselinge woedeaanvallen. Op die momenten lijkt haar moeder geestelijk gestoord te zijn. Vaak heeft ze na afloop spijt en probeert ze het goed te maken doormiddel van cadeautjes, maar dat duurt nooit lang. Ze geeft Judith overal de schuld van. Ik dnek dat Judith’s moeder niet van Judith houdt, misschien haat ze Judith wel.



Michiel, haar klasgenootje en later ook beste vriend. Hij is geboren in Amerika en heeft dislectie. Ook hij is een paar keer blijven zitten vanwege zijn dislectie. Hij woont bij zijn tante in huis. Zijn tante heeft Judith altijd heel erg gemogen. Judith kwam vaak bij hen thuis in de pauze en ook na school, maar nooit bij Judith’s thuis want dat mocht niet van haar moeder. Ze vond het daar gewoon heel erg leuk. Ze vond ook dat daar zijn “ouders” anders met de kinderen om gingen. Judith en Michiel zijn ook veel het zelfde, omdat Michiel ook helemaal niet met zijn vader overweg kon, daarom is hij ook bij zijn tante gaan wonen. Daar heeft Michiel het heel erg naar zijn zin. Hij noemt zijn tante ook “mama”.



De meester, hij heeft Judith altijd gesteund hij vond het nooit erg als ze te laat was en ze kon altijd bij hem terecht, maar wist wel dat er iets goed mis was met haar. Maar Judith vertelde dat nooit aan hem, ze vertelde het aan niemand. De meester is op onderzoek gegaan, en is het uiteindelijk te weten gekomen wat er met haar was. Via de buurvrouw van Judith. Die zag altijd wanneer Judith thuiskwam, doordat zij altijd uit het raam stond te kijken. Deze buurvrouw hoorde ook altijd wanneer Judith en haar moeder ruzie hadden. Haar moeder schreeuwde zo hard en heel het huis bonkte als die 2 weer eens ruzie hadden.



Plaats: In de stad Den Haag speelt het verhaal zich af en na de verhuizing van Judith in Leiden. De flashback van Michiel speelt zich af in Washington, Amerika.



Vooral op school, bij Michiel en bij Judith thuis speelt het zich verhaal zich af.

Op school als ze les en als ze pauze’s hebben.

Als het bij Judith thuis afpeelt. De ruzie’s die ze met haar moeder heeft, als ze weer eens op haar kamer zit, omdat haar moeder of met een vriend thuiskomt of weer helemaal hysterisch is .

En bij Michiel als Judith daar gaat eten of na school komt spelen.



Tijd: De verteltijd van het verhaal is een schooljaar. Er staat niets in over de tijd waarin het zich afspeelt, maar ik denk dat het zich rond deze tijd afspeelt, omdat er voorwerpen van rond deze tijd worden gebruikt zoals: een tram, een trein, auto’s enz.



Perspectief: Je ziet het verhaal eigenlijk door niemands ogen het wordt verteld door iemand, niet door Judith of Michiel. Ik weet niet wie deze persoon is, dat wordt niet verteld in het boek. Het is daarom ook een hij/zij perspectief, want Judith, de moeder, Michiel, de meester enz. worden aangesproken met hij/zij.





Mijn mening over het boek: Ik vond het boek heel erg droevig, mooi en bijzonder verteld, alle details van het mishandelen door Judith’s moeder worden beschreven. Niet dat het leuk is om mishandeld te worden door je moeder, maar hoe dat beschreven werd met woorden die makkelijk te snappen waren.



Bijvoorbeeld. Judith komt thuis en doet in haar ogen niks verkeerd, maar haar moeder vindt van wel en slaat haar in haar gezicht, schopt haar tegen haar benen, stompt haar in haar buik en tot slot gooit ze haar op de grond. Ze rent hard naar haar kamer en durft niet meer naar beneden ook niet als ze heel erg nodig naar de wc moet. Dus wacht ze maar tot haar moeder weg is of op bed ligt.



Ze mag ook helemaal niks van haar moeder.

Bijvoorbeeld. Michiel wil graag langs Judith gaan, omdat ze al een week niet naar school is geweest. Judith mag niet open doen van haar moeder, omdat ze onder de blauwe plekken zit. Dus doet ze dat ook niet. Michiel belt vanuit een telefoonhokje naar Judith en ze neemt op. Hij vraagt waarom ze niet opendoet. Judith verzint een smoesje, dat ze niet open mag doen in verband met vreemde mensen.



In het boek zit ook veel spanning, want hoe komen Michiel en de meester achter de oorzaak van de blauwe plekken van Judith? Het is onbegrijpelijk dat dit waargebeurd is. Dat mensen dit hun kinderen kunnen aandoen.



Het was wel een makkelijk taalgebruik. Er staan niet te moeilijke woorden in. Het was goed leesbaar (je wilde telkens verder lezen, omdat je wilde weten wat er verder ging gebeuren). Ik vond het boek ook interressant, dat zoiets nog gebeurd in deze tijd.



Dit verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt. Door die spanning was het soms heel erg verrassend. Sommige stukjes zijn herkenbaar, andere niet. Het verhaal was eigenlijk heel zielig, het zette mij daarom wel aan het denken. Hoe ernstig kindermishandeling eigenlijk is en wat de gevolgen daarvan zijn. De gedachten en gevoelens worden ook in het boek beschreven. Je leeft je daardoor in het verhaal in. Ik zou best wel meer boeken over waargebeurde verhalen willen lezen. Ook van deze schrijfster.



Ook de vriendschap van Michiel en Judith wordt heel mooi beschreven. Bijvoorbeeld. Judith gaat naar Michiel, omdat hij ziek is. Ze heeft tegen de leraar gezegd dat ze zijn huiswerk wel meeneemt.



Ik leefde ook heel erg met Judih mee. Hoe ze daar op haar kamertje zit als haar moeder weer eens uit haar vel is geschoten.



















Extra Opdracht:



1. Judith heeft weer ruzie gehad met haar moeder. Ze is weer helemaal bont en blauw geslagen. Haar bloedneus was hevig en moeilijk te stelpen. Nu ze al een paar uur op haar kamer zit en toch best wel naar de wc moet loopt ze naar beneden en hoort de voordeur dichtslaan. Haar moeder heeft een cadeau voor haar meegebracht, omdat ze spijt heeft. Een mooie rode trui. Ze bedankt haar voor de mooie trui. De volgende dag als Judith op school komt ziet de leraar dat ze allemaal blauwe plekken heeft. Ze zegt dat ze van de trap is gevallen, maar dat was dus niet waar. Ze vertelt niks aan niemand ook niks aan Michiel.



2. Als ik Judith zou zijn zou ik de rode trui niet aanpakken, als mijn moeder me net geslagen heeft en ze heeft er spijt van (maar dat zegt ze iedere keer als ze haar geslagen heeft) dan zou ik die trui echt niet aannemen. Ze slaat je helemaal bont en blauw je gaat met dikke truien naar school en je voelt je heel erg onzeker. Ik zou mijn moeder dit heel erg kwalijk nemen. Ze vertelt niks, ook niks aan Michiel en/of de leraar. Ik zou iemand moeten hebben aan wie ik allles vertel, maar zij houdt het voor zich, zij probeert het zelf te vergeten, maar ze kan het niet. Je kunt ook niet blijven zeggen tegen de leraar dat je je gestoten hebt tegen de tafel, dat je aan het stoeien was met je broertje en dat je iets te wild deed en toen tegen de kast aan viel.



1. Uiteindelijk na een paar jaar komen Michiel en de leraar dat ze mishandeld wordt, maar ook via de buurvrouw die vanalles hoorde. Ze zijn dan al verhuisd naar een andere stad. De moeder van Judith kwam erachter dat ze een vriendschap had met Michiel. Uiteindelijk loopt ze weg en gaat ze bij Michiel wonen.



2. Dat weglopen had ik denk ik ook gedaan, maar dan al veel eerder. Dat is natuurlijk een hele moelijke beslissing. Ik zou eerst stiekem een plek gezocht hebben waar ik kon wonen, en vragen of ik daar terecht kan. Bijv. bij een goeie vriend of familie. Dan een brief naar mijn moederschrijven, dat ze toch weet dat ik goed terecht ben gekomen en dat ze zich geen zorgen hoeft te maken en niet hoeft te gaan zoeken waar ik ben.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen