Boekverslag : Jan Colson - Ik Ben Een Kain
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1139 woorden.

Algemene gegevens



Boek: Ik ben een Kaïn

Auteur: Jan Colson

Uitgeverij: Davidsfonds Leuven



1) Een interview met Jan Colson.



- Goeiedag meneer Colson.

- Goeiedag.

- Ik zou u graag enkele vragen willen stellen omtrent uw boek: ‘Ik ben een kaïn’. Wat is een Kaïn eigenlijk want ik denk niet dat iedereen dit woord begrijpt.

- Een Kaïn is iemand die zijn medemens doodt. Oorspronkelijk komt het woord uit een verhaaltje van Adam en Eva. Zij hadden vele zonen en dochters. De oudste zonen waren Kaïn en Abel. Abel was een zeer rechtvaardige persoon. Kaïns daden waren slecht; hij bedroog de mensen. Op een dag werpte Kaïn zich op zijn broeder en sloeg hem dood. God vervloekte hem. De rest van zijn leven heeft hij een rusteloos en ellendig leven geleid. Hij heeft zijn hele leven gevlucht. Ikzelf denk dat we eigenlijk allemaal kaïns zijn, want miljoenen broeders hebben miljoenen broeders gedood. Niet alleen tijdens de oorlog maar ook nu nog.

- Je begint ook meteen over de oorlog?

- Ja, dit is dan ook het hoofdthema van mijn boek.

- Waarom heb je precies dit thema gekozen? Over oorlog zijn toch al zoveel boeken en documentaires verschenen?

- Dat weet ik maar ik heb dit boek niet geschreven omdat ik gewoon een willekeurig onderwerp wil aansnijden. Neen, het boek is eigenlijk bedoeld als aanklacht tegen het extreem nationalisme en een smeekbede om nooit meer een oorlog te ontketenen. Ik wil ook een beetje in het reine komen met mezelf. Hetgeen ik daar gezien heb, wat er met joden gebeurde en hoe ze werden behandeld, is gewoonweg verschrikkelijk. Zoiets kun je niet vergeten.

- Kun je ons ook wat meer over je leven tijdens die periode vertellen?

- Toen de oorlog begon, was ik 22 jaar oud. Ik had toen nog nooit een meisje gehad. Ik werkte thuis samen met mijn moeder en vader op het land. Nadien is er veel veranderd. Toen de oorlog gedaan was, was ik opeens veel ouder geworden en… getekend. De levenslustige onbezorgdheid van de jeugd was weg uit mij want plots was ik een man geworden. Heinrich Moltz, over wie ik je ik straks wat meer vertel, heeft mijn hele leven veranderd. Mijn hart was vol haat. Haat omdat ik hem andere mensen had zien doden. Ik stond gewoon toe te kijken hoe hij met de kolf van zijn geweer een afgetakelde jood, die geen mens kwaad gedaan had, neersloeg. Wanneer je zo’n dingen ziet gebeuren, verandert je leven voorgoed. Ik had mensen andere mensen zien doden. Een oorlog is trouwens niets anders dan een massale slachtpartij. Het heeft me sterk aangegrepen toen, dat moorden en het is me heel lang bijgebleven. En ik heb gehaat met al de kracht die een mensenhart opbrengen kan. Ik heb blindelings haat gekoesterd tegen iedereen die een geweer droeg.

- Heeft het schrijven van dit boek je dan van een soort last bevrijd?

- Ja, het feit dat ik alles heb kunnen vertellen aan de buitenwereld is voor mij een enorme bevrijding geweest. Ook mijn vrouw begrijpt mij. Daarom ben ik blij dat ik deze roman heb kunnen schrijven. Daardoor heb ik een beetje kunnen vergeven wat er allemaal gebeurd is. De haat is uit mijn hart nu. Ik voel me jonger dan toen ik uit de oorlog stapte. Dit is ondertussen al bijna 36 jaar geleden.

- Wie is in feite die Heinrich Moltz nu?

- Oh, dit is een lang verhaal.

- Vertel eens.

- Heinrich was net zoals ik een Wehrmachtsoldaat. Dit is een soldaat die een groep joden moet bewaken en ervoor zorgen dat er niemand ontsnapt.

- Hij had de leiding over onze troep Wehrmachtsoldaten. Hij had geen greintje gevoel voor zijn medemensen. Toen hij na de oorlog thuiskwam, zag hij dat zijn vrouw Hilde, zijn dochter Inge en zijn zoon Adolf waren omgekomen. Hij reageerde niet. Hij ging gewoon verder, op zoek naar iemand anders. Het liet hem allemaal koud. Ook in Estorion, in Griekenland, waar wij ons kamp hadden tijdens de oorlog verkrachtte hij een onschuldig herdersmeisje. Daarna schoot hij een Griek dood, zomaar, zonder reden. Ik haat die vent! Na de oorlog ben ik hem in 1979 toevallig tegengekomen. Ik dacht dat hij dood was omdat ik zijn naam op een graf had zien staan, maar ik had me vergist. We hebben wat gepraat. Hij was een nietig mens geworden, oud en machteloos. Hij had echt berouw over z’n daden, zei hij, maar ik geloofde hem niet. De laatste 20 jaar had hij geprobeerd om via goeie werken zijn misdaden te kunnen vergeten. Het is hem nooit gelukt. Hij zei dat hij de zwaarste straf gekregen had: de oorlog overleven. God wist hoe hij een moordenaar moest straffen, de dood is de zachtste straf. De dag na mijn bezoek, op 8 juli heeft hij zich verhangen.

- Je beschrijft dus de hele tijd jezelf in je boek?

- Ja, zo kan ik me het best uitdrukken. Ik heb mezelf wel een andere naam gegeven, namelijk Frank, maar wat je voelt en denkt kan je het gemakkelijkst in de ik-persoon verwoorden.

- Meneer Colson, ik dank je voor dit interview en hoop dat je nog veel boeken zult schrijven waaruit we iets kunnen leren.

- Geen dank.



2). Littekens die blijven.



Gisterenmorgen omstreeks 8 uur heeft Henri Moltèse zich verhangen nadat zijn oorlogsmisdaden aan het licht kwamen. Hij was in feite de vroegere Wehrmachtsoldaat Heinrich Moltz. Zijn leven na de oorlog is een en al berouw geweest, een en al inzet voor de medemens. Hij noemde zich een Kaïn, daarom heet het vroegere domein ‘La Tancauté’ nu ‘Le domaine de Caïn’. Hij werd naar verluidt ontmaskerd door een zekere Frank S.. Frank was in het dorpje Estorion (Griekenland), waar ook Heinrich M. zijn kamp had, getuige van Heinrichs misdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze waren: het doodslaan van een jood, het neerschieten van een jonge Griek (Dominikos) en de verkrachting van een herdersmeisje. Frank S. zegt dat hij Heinrichs daden niet kan vergeten. ‘Het zijn littekens die voor altijd blijven, en die littekens kunnen voor mij nooit meer genezen’, zegt hij. Frank S. heeft naar het schijnt eergisteren nog een gesprek gehad met H. Hij zei dat hij berouw had over zijn daden en dat hij de ergste straf heeft gekregen die hij maar kon krijgen. Die was overleven. Geen mens kan nog een normaal leven leiden wanneer hij andere mensen vermoord heeft. ‘Ik ben een Kaïn en dit zal mij de rest van mijn dagen blijven achtervolgen’, zei Heinrich. Ondertussen zijn de feiten reeds 36 jaar geleden. De volgende dag heeft hij zich in zijn eigen huis verhangen. Het lijk werd pas gisterenavond gevonden. Vrienden of familieleden worden verzocht zich aan het stadhuis aan te melden of contact op te nemen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen