![]() |
Boekverslag : Rudi Van Dantzig - Voor Een Verloren Soldaat
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1689 woorden. |
Rudi Dantzig - Voor een verloren soldaat Beoordeling Ornée & Vermeer Tekstbureau Boekbeschrijving: Auteur: Rudi van Dantzig Titel: Voor een verloren soldaat (Bulkboek) Druk: -- Uitgever boek: Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam Eerste druk boek: 1986 Aantal pag. boek: 225 Indeling: Verdeeld in drie grote hoofdstukken: ‘Hongerwinter’ ‘Bevrijding’ ‘Vrijheid, Blijheid’ Deze zijn elk weer onderverdeeld in respectievelijk 12, 14 en 5 hoofdstukken. Motto: ...dan vouwen zij de handen, de disgenoten in het huis. Van tafelrand tot tafelranden geschikt tot een onzichtbaar kruis. Ida G.M. Gerhardt Samenvatting: De 11-jarige Jeroen gaat samen met een aantal andere Amsterdamse kinderen naar het Friese platteland omdat daar meer te eten is. Zijn vader heeft bij Fokker gehoord, dat er een transport naartoe gaat en brengt Jeroen erheen. Zijn moeder is weg, op zoek naar voedsel. Voordat de vrachtwagen met kinderen vertrekt, moeten ze van de Duitsers wachten. Ze mogen niet voor het donker vertrekken. Ze wachten zeker een dag. In de vrachtauto zit ook een jongen die bij Jeroen in de straat woont: Jan. Ze hopen dat ze bij elkaar in de buurt komen te wonen. Bij de Afsluitdijk moeten ze wachten totdat het helemaal donker is. Als ze de Afsluitdijk overgaan, moet iedereen stil zijn en er mag geen licht gemaakt worden om niet gezien te worden door bommenwerpers. Jeroen komt bij een vissersfamilie in het dorpje Laaxum in huis. Jan komt bij een boer in Scharl in huis, een dorp niet ver weg. Alles in Friesland lijkt hetzelfde als in de buurt van Amsterdam, maar toch vindt hij alles zo vreemd hier: hij moet naar een Christelijke school, naar de kerk, bidden en danken voor en na het eten. Behalve Hait en Mem (de vader en moeder) zijn er zeven kinderen, waarvan er nog vijf thuis wonen. Op een dag gaan Jeroen, Jantsje, Meint en Pieke naar De Rode Klif, waar Jan op hen zit te wachten. Na het zwemmen sturen Jeroen en Jan de anderen weg en gaan in de zon liggen en denken aan thuis. Plotseling springt Jan op hem en wrijft wild tegen hem aan. Net zo snel springt hij weer van hem af en laat hem zijn erectie zien. Hij schrikt ervan. Hij heeft een vreemd gevoel van binnen. Als Jeroen op een zaterdag voor het eerst met het schip meegaat, wordt hij zo zeeziek dat hij moet braken. Enkele dagen later voelt hij hetzelfde vreemde gevoel als bij De Rode Klif. . Hij gaat vaak bij Jan in Scharl op bezoek. Als hij een keer bij Jan op bezoek is, ziet hij dat Jan een verband om zijn been heeft. Hij heeft zich gesneden en omdat de wond is gaan zweren, moet er verband omheen. Hij laat Jeroen de wond zien. Hij voelt weer dezelfde opwinding, maar nu is ze nog heviger. Hij zou zijn gezicht wel tussen de witte benen van Jan willen drukken en onder zijn witte ondergoed kussen en voelen. Hij bemerkt bij zichzelf zijn eerste erectie. Hij voelde het alsof er iets opensprong in zijn lichaam. Als ze op een ochtend op school zijn, horen ze van de meester dat er geen school is, omdat de brug over het kanaal is opgeblazen. Veel kinderen gaan kijken bij de brug, waar al veel mensen staan. Op sommige plaatsen wappert zelfs al de rood-wit-blauwe vlag. Mensen praten opgewonden, dat de Duitsers gevlucht zijn en dat de Amerikanen in de buurt zijn. Ze stellen zich de geallieerden voor als een enorm leger, maar bij de brug aangekomen, zijn er maar een paar Amerikaanse soldaten. Mem heeft hen verboden naar de brug te gaan omdat het ‘grotemensen-zaken’ zijn, maar ze gaan toch kijken. Op een dag zijn Jeroen, Jantsje en Pieke aan het kijken naar de zwemmende soldaten. Hij ziet dat ze naakt zwemmen en vindt dat ze eigenlijk niet mogen kijken, maar hij blijft toch staan. Er zijn veel kinderen die de hele dag de soldaten nalopen en kijken wat ze doen. Als Jeroen in een mensenmenigte om een legerauto staat, legt een soldaat een hand op zijn schouder en geeft hem een pakje kauwgum. De soldaat zet hem op de treeplank van de auto. De volgende dag komt hij de soldaat weer tegen. De soldaat nodigt hem uit een ritje te maken in zijn auto. Hij stelt zich voor als ‘Wolt’ en wil graag vrienden zijn. Onderweg begint de soldaat hem in zijn nek te kneden. Ze stoppen bij een huisje aan een zijweg. Achter het huisje begint de soldaat hem te zoenen. Jeroen is geschokt. De tong van de soldaat komt tussen zijn lippen. Als ze weer in de auto zitten begint hij te huilen. De soldaat lacht. Hij laat hem uitstappen op de plaats waar hij ook is ingestapt. Hij wil niet naar huis, want dan zou Mem ziet wat er gebeurd was. Hij proeft de smaak van de soldaat als hij slikt. Hij wil dat de smaak weg gaat. Thuis zitten ze nog aan tafel. Hait heeft van Jantsje gehoord, dat hij snoep van een soldaat heeft gekregen. Hij moet het delen met de rest. De volgende dag heeft hij koorts en moet hij in bed blijven. Hij droomt van de soldaat. Plotseling wil hij weten hoe de soldaat rook en zijn smaak in zijn mond proeven. De volgende dag hoeft hij van Mem niet naar de kerk. Hij doet zijn jas aan en gaat naar de haven. Op de dijk wacht Wolt op hem. Wolt wil weer seksueel contact, maar nu veel rustiger en nu laat Jeroen het toe. Als er twee soldaten aan komen, schrikt hij. Ze rennen elkaar achterna. Op het feest van de bevrijding, wanneer een stoet legervoertuigen door Warns gaat, gaat Jeroen naar de brug waar Wolt op hem wacht. De komende dagen ontmoeten ze elkaar verschillende keren zonder dat iemand het weet. Hij kijkt er iedere keer weer naar uit. Zijn verslagenheid is groot als hij hoort dat de soldaten weg zijn. Hij gaat kijken op de plaats waar de tenten stonden en schopt in de grond. Op een dag krijgt hij eindelijk een brief van zijn vader en moeder. Hij merkt dat hij direct denkt dat de brief niet van Wolt is. Hij verlangt er niet naar om naar huis terug te gaan. Als hij de brief heeft gelezen denkt hij: 'Is dat alles wat er is?' Als hij op een avond in zijn bedstee ligt, hoort hij Mem zeggen dat er twee vrouwen komen. Het blijkt zijn moeder te zijn samen met mevrouw Hogervorst, de moeder van Jan. Hij weet eigenlijk niet hoe hij moet reageren. Hij weet ook niet of hij wel mee terug moet of dat hij daar moet blijven. Misschien vindt Wolt hem niet meer als hij naar Amsterdam gaat. Zijn moeder blijft ook slapen. De volgende morgen lopen hij en zijn moeder naar Jan. Als ze weggaan, vindt Jeroen het moeilijk om afscheid te nemen. Hij geeft iedereen een hand en bij Mem krijgt hij een huilbui. Ze gaan met de fiets en met de boot terug naar Amsterdam. De volgende avond is hij alweer thuis. Het duurt enkele dagen voordat hij de straat op gaat. Op een dag moet hij van zijn ouders naar buiten. Hij voelt zich alsof iedereen weet dat hij verliefd is op een soldaat. De dagen daarna zoekt hij de hele stad af naar Wolt, maar hij kan hem niet vinden. Hij wil 'zijn' soldaat weer zien. Voor zijn twaalfde verjaardag krijgt hij een pak schriften, een gum en een puntenslijper. Hij vindt de cadeaus nogal kinderachtig. Ter gelegenheid van het vijfde lustrum van de bevrijding van Amsterdam heeft de gemeenteraad een aantal Canadese oud-soldaten uitgenodigd om de stad weer te zien. Hij denkt aan Wolt. Als hij ziet hoe er een tank voorbijrijdt, denkt hij aan vroeger, hoe hij bij Wolt in de auto zat. Titelverklaring: De ikfiguur heeft in de laatste oorlogsmaanden vriendschap gehad met een Amerikaanse soldaat. Die soldaat verdwijnt plotseling en hij heeft hem nooit meer gezien. De soldaat is 'verloren'. Motieven: Heimwee: Jeroen wacht dagen op een brief van thuis. Als hij er uiteindelijk één krijgt, weet hij eigenlijk niet wat hij ermee aan moet. Oorlog / bevrijding: het verhaal speelt in de laatste maanden van W.O. II., de hongerwinter. Vriendschap: Jeroen heeft in Friesland een vriendschap met een Amerikaanse soldaat, een homoseksueel. Hij is bang zijn vriendschap kwijt te raken. Hij is ook bevriend met Jan, maar deze vriendschap is veel minder diep. Thematiek: De 11-jarige ikfiguur / hoofdpersoon Jeroen gaat vlak voor de hongerwinter naar Friesland omdat daar meer voedsel is. In Friesland ontmoet hij een Amerikaanse soldaat waarmee hij een vriendschap opbouwt en meerdere malen seksueel contact heeft. Hij ontdekt bij zichzelf dat hij homoseksueel is. De soldaat is plotseling verdwenen. Jeroen onderneemt nog zoekpogingen als hij in Amsterdam is, maar hij heeft hem nooit meer gevonden. Personages: Jeroen: een 11-jarige jongen die aan het eind van W.O. II naar Friesland gaat. Hij komt bij een vissersfamilie in huis. Door zijn relatie met een homoseksuele Amerikaanse soldaat merkt hij dat hij zelf ook homoseksueel is. Wolt: (Walter P. Narbutus) Een homoseksuele Amerikaanse soldaat waar Jeroen vriendschap mee heeft. Hij is degene die elke keer het initiatief neemt tot seksueel contact. Hij ziet zijn vriendschap met Jeroen als tijdelijk. Jan: (Jan Hogervorst) Een jongen uit Jeroens straat. Hij gaat ook naar Friesland en woont niet ver bij Jeroen vandaan. Jeroen vindt dat hij zich steeds volwassener gedraagt naarmate ze langer in Friesland zijn. Jan werkt op de boerderij waar hij woont en voelt zich daar erg thuis. Hait: De vader waarbij hij in huis komt. Hij is visser van beroep. Mem: De moeder waarbij hij in huis komt. De kinderen: Jantsje, Popke, Diet, Trientsje, Meint, Harmen en Pieke. Meint is evenals Jeroen 11 jaar. Perspectief: Het verhaal is in het ikperspectief in de tegenwoordige tijd geschreven. De ikfiguur is Jeroen. Het is een belevend en vertellend ik: " "Laat me los!" roep ik in paniek en hoor nog dagen daarna beschaamd de klank van de schreeuwende woorden." (blz. 37 bulkboek) Tijd: Het verhaal speelt zich af in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog, in de Hongerwinter. Ruimte: Het verhaal speelt zich voor het allergrootste deel af op het platteland van Friesland. Beoordeling: Een verhaal dat werkelijk gebeurd kan zijn, gemakkelijk te lezen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |