1. Inleiding





Ik heb het boek Zwarte sneeuw van Simone van der Vlucht gekozen, omdat ik al eerder een boek van haar heb gelezen voor mijn boekverslag. Dat ik vond een heel mooi boek. Toen heb ik gezien dat ze nog meer boeken heeft geschreven. Die ik ook wil lezen en deze is daar één van.





2. Informatie over de schrijfster



1. Hoe heet de schrijfster van jou boek? Simone van der Vlugt

2. Waar en wanneer is de schrijfster geboren? Ze is geboren op

15 december in 1966 in Hoorn.

3. Welke boeken heeft de schrijfster nog meer geschreven?

 De amulet (1995)

 Bloedgeld (1996)

 De guillotine (1999)

 Zwarte sneeuw (2000)

 Jehanne (2001)

 Schijndood (2002)

4. Heeft de schrijfster wel eens prijzen gewonnen? Ja.

1996 Eervolle vermelding Kinderjury De amulet

1997 Eervolle vermelding Jonge Jury De amulet

1998 Eervolle vermelding Jonge Jury Bloedgeld

2000 Eervolle vermelding Zoenjury De guillotine

2001 Eervolle vermelding Jonge Jury De guillotine

2001 1e Platz Moerzer Jugenbuch-Jury De guillotine

(Paris 1789, das zweite Leben der Baronesse Sandrine)

2001 Selectie Longlist Gouden Uil Zwarte sneeuw

5. Bij welke uitgeverij is het boek dat jij gelezen hebt uitgekomen? Lemniscaat





3. Samenvatting



Dit boek gaat over de familie mullenders. Ze zijn uit hun boerderijtje gezet, omdat ze de huur niet meer konden betalen. Ze gaan naar Kerkrade om daar in een kolenmijn te gaan werken. In de kolenmijn verdienen ze 20 stuivers (1 gulden) per dag per persoon. Sjeng heeft besloten dat ze met zijn 4e namelijk Sjeng, Volkert, Emma en Tom in de kolenmijn in gaan werken. In de mijn worden ze gesplitst Tom in zijn eentje en Sjeng, Volkert en Emma. Als ze 2 maanden in Kerkrade zijn bevalt Annekatrien van een jongentje :Elmer. De volgende dag komt de inspectie om te kijken of de regels voor de mijnen niet overtreden worden. Emma ziet Rudolf de zoon van hun oude landheer. Emma daagt hem uit om naar het gedeelte van de mijn te gaan waar nog word gewerkt. Rudolf gaat mee naar als ze weg willen gaan komt er een instorting en zitten ze opgesloten in een zijgang van de mijn. Als ze worden gered door een reddingsteam. Sjeng breekt daar bij zijn been als hij er een brokstuk op komt. Emma en Rudolf hebben 1 nacht en een halve dag opgesloten gezeten in de mijn. Emma moest na 2 dagen weer in de mijn om te gaan werken. Op zondag proberen Tom en Volkert kolen te stelen, omdat ze zo duur zijn dat ze die niet meer kunnen betalen. Als Emma en Mayke terug komen van de mis is er net een zak kolen afgeleverd. De familie Mullenders krijgt nu regelmatig spullen van Rudolf. Ook Annekatrien met Elmer gaat tijdelijk in de mijn werken, Sofie en Mayke moeten op de sintelberg kolen sorteren. Keube, de man die altijd aan het begin van de mijn lampen aan iedereen uitdeelt is overleden. Rudolf begint zich zorgen over Emma en haar gezondheid te maken. Hij probeert ander werk in een gezondere leefomgeving voor haar te vinden. Het is kermis in Kerkrade. Jef komt haar ophalen om met hem mee over de kermis te gaan. Hij koopt voor Emma een licht blauw sjaaltje die bij de kleur van haar ogen past volgens Jef. Als ze een tijdje hebben rondgelopen gaat Jef de kroeg in. Emma ziet haar vriendinnen staan en wilde daar heen gaan. Dan ziet Rudolf haar en neemt haar verder mee over de kermis. Rudolf zie een schiettent en schiet daar voor Emma een kantenmutsje en een pop voor één van haar zusjes.

Als ze die week daarop weer de mijn in moeten lijkt alles weer een gewone dag te worden maar na de eetpauze gebeurt er iets vreselijks. Een waterleiding in de mijn knapt. Al het water stroomt de mijn in. Er wordt alarm geslagen in de mijn. Alle mensen komen naar de hoofdgangen gerent. Iedereen wil de touwladder op om levend de mijn nog te kunnen verlaten. Als Emma en Jef bij de touwladder zijn staat het water bij Emma al tot boven haar heupen. Uit één van de zijgangen komen allemaal kinderen gerent (voor zo ver dat nog kan).De kinderen worden door de mensen opgetild en naar de touwladder gedragen. Emma ziet Tom nergens tussen lopen en wordt bang dat Tom al is verdronken. Als Emma en Jef de touwladder op willen klimmen zie Jef Tom en gaat naar hem toe om hem te redden. Als Emma door moet klimmen kijkt ze steeds naar beneden of ze Jef of Tom nog kan zien. Als ze boven is wordt ze door haar ouders om de nek gevlogen omdat ze dachten dat ze dood was. Heel veel mijnwerkers zijn bij de put blijven wachten of en noch familieleden levend of dood uit de put worden gehaald. Aan het eind van de avond komt het reddingsteam uit de put met alle lichamen die ze konden vinden. Als alle lichamen netjes in een rij zijn gelegd mogen de mensen langs lopen en kijken of er familie ligt. Als de familie Mullenders langs lopen zien ze Jef en er naarst Tom ze zijn allebei verdronken.

Rudolf heeft beter werk voor Emma gevonden bij familie Van Merckelbach in Maastricht. Ze moet om 6 uur opstaan om het vuur aan te steken, water te koken en veel meer van die kleine klusjes te doen. Volkert is ook in Maastricht en hij heeft Emma gevonden. Rudolf woont en werkt als fotograaf in Maastricht. Emma is gevraagt door Jean Pustjens om haar verhaal over de kolenmijn te vertelen. Doordat meneer Merckelbach heeft ontdekt dat Emma het verhaal heeft vertelt is ze ontslagen. Ze heeft nu een baantje bij de krant gekregen. Ze moet van Jean Pustjens naar de tentoonstelling van Rudolf. Emma verwacht als ze daar komt dat ze alleen maar rijke mensen zal zien. Als ze daar binnenkomt hangen er allen foto’s met kinderarbeid erop. Bij één foto blijft ze staan. Het is een foto van een meisje waarvan achter haar rug de sintelberg op doemt. Het meisje op de foto kent Emma. Het is haar zusje Sofie met ingetrokken schouders en een wollen lap om haar hoofd. als je in de ogen van Sofie kijkt zie je een lege blik. Emma denkt dat die blik voor heel Maastricht zichtbaar moet zijn.

4. Beantwoord vragen over boek



 De titel van dit boek is Zwarte sneeuw. Dit boek heeft deze titel gekregen omdat, toen het in dit boek winter was kreeg alle sneeuw een zwartachtige kleur. De sneeuw kreeg dat zwartige kleurtje omdat, in alle die huizen werden kolen gestookt. Ook in de fabriek. De lucht die uit de schoorsteen kwam bevatten noch van die kleine kolendeeltjes die de sneeuw dan zwart maakte.



 Dit verhaal speelt zich af in Zuid-Limburg in de plaatsen Slenaken, Schweiberg, Mechelen, Nijswiller, Simpelveld, Spekholzerheide, Kerkrade en Maastricht.



 Dit verhaal begint in 1845 en eindigt in 1848.



 Het verhaal speelt zich in ongeveer 2 jaar af.



 Het thema van dit boek is armoede.





De hoofdpersonen zijn:

Sjeng Mullenders:

 Hij moet kolen uithakken in de mijn.

 Hij had zijn been gebroken toen hij reddingswerker was.

 Hij is de vader van 6 kinderen.



Annekatrien Mullenders:

 Zij was zwanger (van Elmer).

 Zij werk in de mijn sinds Volkert en Emma weg zijn.

 Zij is de moeder van 6 kinderen.



Volkert Mullenders:

 Hij is 16 jaar.

 Hij werkte in de mijn om kolen uit te hakken.

 Hij zwerft rond in en om Maastricht.



Emma Mullenders:

 Zij is 14 jaar.

 Zij werkte in de mijn.

 Zij werkte bij familie Van Merckelbach als dienstbode.

 Zij werkt nu bij de drukkerij.



Tom Mullenders:

 Hij is 10 jaar.

 Hij werkte in de mijn.

 Hij is verdronken met ‘de komst van het water’.



Sofie Mullenders:

 Zij is 8 jaar.

 Zij werkt bij de mijn om kolen te sorteren op grote.

 Zij wilde met Emma mee voor ander werk.



Mayke Mullenders:

 Zij is 3 jaar.

 Zij werkt bij de mijn om kolen te sorteren op grote.



Elmer Mullenders:

 Hij is 0 jaar.

 Hij gaat elke dag met zijn moeder mee de mijn in.

• De Slavenring
• Guillotine
• Het Laatste Offer
• De Guillotine
• De Bastaard Van Brussel