![]() |
Boekverslag : Psychologie/zedenleer/sociologie - Observeren Van Mensen
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 552 woorden. |
Atriad observatieopdracht Ik zit dus hier, in het Centraal Station van Antwerpen, om 20.30u op zondag 25 november. Ik wordt vergezeld door een 21 jarige vriend die mij komt helpen tijdens deze observatieopdracht. We zitten aan perron 6b en terwijl we beiden een beetje onwetend naar de mensen zitten te turen passeert een oude vrouw van rond de 65 die minachtend neerkijkt op ons beiden en ondertussen iets onduidelijks mompelt(verbaal signaal: mompelen), waarschijnlijk omdat we een sigaret roken. Nu ik neem aan dat zij een opvoedende rol wil spelen maar dit op een slechte manier uit. Verder zitten er hier enorm veel studenten, ja op zondagavond trekt iedereen naar zijn kot, dus dat is normaal. Ik zie een heer met mantelpak en aktetas rennen naar enkele perrons verder, om daar op het nippertje zijn trein te halen. Ik vraag mij af vanwaar hij kwam, wat hij moest doen, wat zijn bestemming was etc. Vervolgens merk ik een meisje op van rond de 25 die zich precies heel onwennig voelt. Ze is alleen en heeft twee -nogal grote- koffers bij zich. Ze stapt verlegen naar de conducteur en voert daar een korte conversatie mee, waarna ze zich duidelijk opgelucht omdraait en weer gaat zitten. Dit zie ik als een beroepsrol, de conducteur die een klant de gevraagde informatie geeft en zo dus verder helpt. Op het verste perron merk ik een “happy-family” op. Moderne ouders met welopgevoede kinderen die rustig hun bagage naar de trein slepen. Hier zie ik complementaire rollen in: je bent geen ouder zonder kind en omgekeerd, en je bent geen echtgenote zonder echtgenoot. Waarom zeg ik “happy-family”, wel die non-verbale signalen die ze uitstralen zijn ongelooflijk duidelijk. Alle vier hebben ze een gelukkige grijns op hun gezicht van “Wat is het leven toch mooi” en de kinderen huppelen vrolijk rond mama en papa met hun mini valiesjes. Mama en papa kijken elkaar af en toe aan van “Ik hou van je” en soms volgt er dan een zoen. Nu begin ik gewaar te worden dat het hier eigenlijke enorm koud is en dat nog meer mensen mijn mening delen. Een aantal zitten dicht bij elkaar, anderen laten duidelijk aan hun houding merken dat ze het koud hebben. Facultatief: Ik vraag aan een jongeheer van ongeveer 22 jaar waar ik mijn dringend wens om een toilet te vinden zou kunnen verwezenlijken, de jongen lacht heel vriendelijk en legt snel maar duidelijk uit waar ik de toiletten kan vinden. Ik bedank hem en haast me in die richting. Bij mij terugkomt lach ik vriendelijk naar dezelfde jongen en bedank hem nog eens waarbij hij begint te blozen. Mijn tweede ding was dat ik een welgemanierde heer uitkoos (ongeveer 40 jaar)en in zijn ogen bleef kijken gedurende 15 minuten. Eerst vond de man dit leuk, maar langzamerhand begon hij op zijn zitplaats te schuifelen en te frummelen met allerlei dingetjes. Om dan uiteindelijk maar van plaats te veranderen. Na ongeveer een uur zijn mijn kameraad en ik opgestapt en in een cafeetje een glas gaan drinken waarbij we commentaar deelden over de opdracht en soms ook uitbundig begonnen te lachten. Waar mensen die neerkeken op ons omdat we niet fluisterden, wat blijkbaar de bedoeling was daar, en waarschijnlijk ook omdat we weer als ‘jongeren’ een sigaret aan het roken waren. De jeugd van tegenwoordig heh! |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |