Begingegevens
TITEL: Het behouden huis
SCHRIJVER: Willem Frederik Hermans
UITGEVERIJ: De Bezige Bij
PLAATS VAN UITGAVE: Amsterdam
JAAR VAN UITGAVE: 1951
TITELVERKLARING: De titel heeft te maken met het
verhaal uit de nationale geschiedenis "Overwintering op Nova Zembla".
Gestrande poolreizigers brengen in een onherbergzame omgeving de winter door in
"het behouden huis". Na de winter wordt dit huis door de overlevenden
afgebroken omdat zij het hout nodig hebben. In dit geval is dus niet het huis
"behouden" maar zijn de bewoners "behouden". (Vergelijk:
een luie stoel ‑niet de stoel is lui, maar degene die er in zit.) In dit
verhaal staat het huis ook in een barre omgeving (oorlog). Het huis wordt
uiteindelijk verwoest en de ik‑figuur blijft "behouden".
GENRE: Oorlogsroman
MOTTO: Geen
OMVANG: Het boek is niet ingedeeld in hoofdstukken of
delen en is 79 bladzijden dik.
UITERLIJK: Op de kaft staat in zwart‑wit een
foto van een huis. Ondanks het feit dat je de omgeving niet kunt zien, krijg je
het idee dat het alleen staat.
AUTEUR: Willem Frederik Hermans werd vooral bekend als
de auteur van een reeks romans en verhalen, waarin het leven zonder enige
illusie wordt beschreven. De personages in zijn veelgelezen boeken proberen wel
steeds een zekere ordening in de wereld aan te brengen, maar als het erop
aankomt wordt duidelijk dat alle beschaving alleen maar schijn is: een dun
laagje vernis dat op de oorspronkelijke chaos is aangebracht. Hermans heeft
fysische geografie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij
promoveerde daar en werd benoemd tot lector in Groningen.
Het hoogtepunt van zijn werk was de roman "De
donkere kamer van Damokles" (1958). Behalve romans die tot de beste uit
onze literatuur gerekend kunnen worden, schreef Hermans ook gedichten
entoneelstukken.
MIJN LECTUUR: Het is een van de weinige boeken die ik
van de periode 1945‑1960 heb kunnen vinden.
Het verhaal
OPENING: Het boek begint met de ik‑figuur die
samen met de andere geallieerden richting een heuvel lopen, daarachter bevinden
zich Duitsers. De ik‑figuur denkt na over zijn situatie en bij de heuvel
aangekomen hij een gesprek met een Spaanse partisaan die Frans spreekt. Dit is
de enige waarmee de ik‑figuur kan communiceren. De spanning is hier laag.
MOTORISCH ELEMENT: De duitsers beginnen nu
projectielen af te schieten, de spanning stijgt. De partisanen verspreiden zich
en de ik‑figuur komt bij een huis aan, waarin zich Duitsers bevinden. Er
wordt geschoten en de ik‑figuur schiet vier Duitsers dood. De vijfde mist
hij en hij rent ervandoor.
SPANNINGSVERLOOP: Hij komt in een dorp aan waar hij de
groep met partisanen waar hij bij hoorde terugvindt. De spanning is nu weer
laag.
Als de ik‑figuur wat water wil gaan drinken met
de andere partisanen wordt hij door de sergeant het dorp ingestuurd. Hij moet
zoeken naar boobytraps. Hij heeft het bevel niet helemaal begrepen en kwaad
omdat uitgerekend hij is weggestuurd loopt hij een woonhuis binnen. Hij gaat op
zoek naar de bewoners (de spanning stijgt iets), maar vindt deze niet.
Hij is smerig en besluit een bad te nemen. Na afloop
trekt hij kleren van de heer des huizes aan. Hij gaat op de bank liggen en valt
in slaap. Als hij wakker wordt gaat de deurbel. De spanning stijgt. Het blijken
Duitsers te zijn. Ze hebben het dorp overgenomen en willen in het huis
verblijven. De Duitsers denken dat de ik‑figuur de heer des huizes is. De
spanning daalt. Een tijdlang loopt alles gesmeerd, de ik‑figuur leeft het
leven dat hij wil leven en de Duitsers gedragen zich netjes, hij heeft er geen
last van.
Maar op een dag komen de echte bewoners terug. De
spanning stijgt. De bewoners vormen een bedreiging voor de ik‑figuur, hij
wil immers voor altijd in het huis blijven wonen. Bovendien kunnen de Duitsers
erachterkomen dat hij een soldaat is. Daarom vermoordt hij hen. Dan blijkt er
nog iemand in het huis te zijn. Het is een dove, bejaarde man. Als een Duitse
kolonel thuiskomt sluit de ik‑figuur de bejaarde man op in een kamer met
aquaria. De spanning is nog steeds hoog.
De kolonel vertelt de ik‑figuur dat allees is
afgelopen, de Duitsers hebben verloren. De ik‑figuur neemt de kolonel
gevangen en sluit hem, in afwachting van de partisanen op in de kelder. De ik‑figuur
gaat het dorp in en vindt daar de partisanen, ze gaan met hem mee naar het
huis.
HOOGTEPUNT: Bij het huis aangekomen wordt de kolonel,
die ondertussen zijn eigen polsen heeft doorgesneden maar nog wel leeft uit de
kelder gehaald en door de partisanen mishandeld. Verder beginnen de partisanen
met elkaar te vechten en vernielen en plunderen zij het huis. Ook de ik‑figuur
wordt in elkaar geslagen. Hierna daalt de spanning weer.
AFLOOP: Als de ik‑figuur bijkomt loopt hij naar
buiten. De bejaarde man, de bewoonster van het huis en de Duitse kolonel hangen
aan een boom, dood. Vervolgens gooit de ik‑figuur een granaat het huis
in. Hij loopt samen met de partisanen weg.
De analyse
PERSONEN:
De ik‑figuur: De hoofdfiguur van het verhaal.
Hij is soldaat. Hij voelt zich niet thuis in bij de groep partisanen, hij is
erg geïsoleerd. Hij wil het liefste weer een gewoon leven (in het behouden
huis). Over hemzelf (naam, leeftijd enz.) kom je weinig tot niets te weten. Het
is een karakter.
Yesero: Dit is niet de echte naam van de Spaanse,
Frans sprekende partisaan. Het is de enige partisaan waar de ik‑figuur
mee kan praten. Het is een type. Voor
de ik‑figuur het symbool voor de realiteit, waar hij niets mee te maken
wil hebben. Het zijn types.
RELATIES: De hierboven beschreven types hebben niet
echt een relatie met de ik‑figuur, want zoals al eerder vermeld was hij
erg geïsoleerd.
MILIEU: Het militaire milieu. (Eigenlijk is er niet
echt sprake van een milieu, aangezien de ik‑figuur zich erg afzonderd)
TIJD: De precieze tijd waarin het verhaal zich
afspeeld is niet helemaal duidelijk. Globaal kan gezegd worden: tegen het eind
van de Tweede Wereldoorlog. Het duurt enkele dagen.
RUIMTE: In een klein dorpje in Hongarije
PERSPECTIEF: Het verhaal wordt verteld door de ogen
van de ik‑figuur.
THEMATIEK: Het scheppen van een eigen realiteit
REALITEIT: Het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn
TAALGEBRUIK: Normaal
HUMOR: Er is geen tot weinig humor in het verhaal te
vinden
STRUCTUUR: Het verhaal wordt in chronologische
volgorde verteld
MOTIEVEN: Schijn en werkelijkheid
Literatuurmeter
ONDERWERP:
15 Het onderwerp, een soldaat die
het leven van een ander overneemt, wat wel redelijk origineel. Het was jammer
dat het boek te kort was om het goed uit te werken. Door dit onderwerp
verschillende deze roman van andere oorlogsromans. De nadruk lag wat minder op
de oorlog zelf.
VERTELSTIJL:
12 Het taalgebruik was normaal,
de opbouw was chronologisch en aan de vertelsstijl was niets bijzonders op te
merken. Wat dit punt betreft is het boek niet veel bijzonders. Het enige wat
opvallend is, is dat in dit verhaal de Duitsers zich netjes gedragen terwijl de
geallieerden het huis vernielen. In de meeste boeken wordt dit andersom
voorgesteld.
THEMA: 15 Het thema, schijn en werkelijkheid, is niet
erg origineel. In veel boek wordt dit thema, direct of indirect, in zekere mate
verwerkt. Hoe het thema hier is uitgewerkt vond ik wel leuk. Bovendien vindt ik
het goed dat de schrijver schijn en werkelijkheid ook met elkaar heeft laten
botsen (door de echte bewoners van het huis terug te laten komen).
PERSONEN:
15 Ik vindt het knap hoe de
schrijver met behulp van de types extra nadruk wist te leggen op het karakter.
Ik vond echter wel dat er nog een karakter (of een iets uitgebreider type) bij
had gemogen.
GEVOEL: 14 Het verhaal is voor mijn gevoel redelijk gaan
leven. Er werd in dit boek net iets minder beschreven als in het gemiddelde
boek.
Eindcijfer: 7,1
|