Boekverslag : Herman Brusselmans - Zijn Er Kanalen In Aalst?
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2007 woorden.

Samenvatting

Dit boek beschrijft het jaar 1986 van Eduard Kronenburg die werkt op het ministerie van A&T in Brussel. Daar moet hij mensen bellen uit een lijst van 50.000 werklozen om te vragen of ze nog werkloos zijn. Hij belt echter niet veel mensen en als hij al mensen belt dan doet hij het niet serieus.

Eduard Kronenburg woont in het begin van zijn boek samen met zijn vrouw, Gloria, in Iddergem, in deel II van het boek (het boek is opgesplitst in 3 delen) verhuist hij naar Gent, en aan het einde van deel III staat Eduard Kronenburg op het punt om, nog steeds samen met zijn vrouw, naar Amsterdam te verhuizen.

Eduard Kronenburg wordt elke dag door zijn vrouw met de auto naar zijn werk gebracht. Zij rijdt dan door naar haar eigen werk. Eduard Kronenburg gaat niet met de trein omdat hij daar een hekel aan heeft.

Veel gebeurt er eigenlijk niet in deze roman. Eduard Kronenburg is verliefd op Mabiche, de vriendin van zijn beste vriend, en krijgt daar ook ongeveer een relatie mee, ondanks dat hij al getrouwd is. Zijn vrouw maakt het allemaal niet zoveel uit, wat ook hem verbaast.

Grappig vond ik dat Herman Brusselmans ook een rol speelt in zijn eigen verhaal, Eduard Kronenburg ontmoet hem als hij samen met wat collega’s op een terrasje zit. Eduard Kronenburg schijnt hem al langere tijd te kennen. En even later staat er ook tussen haakjes “Kronenburg had schrik dat hij Brusselmans weer zou ontmoeten, Brusselmans, de klootzak die Kronenburgs leven zo goed kende” (blz 139) Hier noemt Brusselmans zichzelf dus klootzak. Dit klootzak is echter niet het enige scheldwoord dat in dit boek voorkomt. Het taalgebruik is over het algemeen vrij grof. Het woord klote komt meerdere keren in het boek voor, en het gaat continu over neuken.

Eduard Kronenburg besluit in het derde deel dat hij stopt met zijn werk bij het ministerie van A&T en dat hij schrijver gaat worden. Als hij dit aan zijn vrienden vertelt willen ze het eerst niet geloven maar uiteindelijk dringt het toch tot hen door. Hij vertelt hen dat hij wil gaan schrijven over hen en over zijn dagelijks leven.



Literaire verdieping



Tijd & Ruimte

Dit boek is in chronologische volgorde geschreven. Er komen geen flashbacks of flashforwards in voor.

Het verhaal is onderverdeeld in 3 delen. In deel 1 woont Eduard Kronenburg in Iddergem. In deel 2 in Gent en in deel 3 staat hij op het punt te verhuizen naar Amsterdam.

Het verhaal speelt zich vooral af op het ministerie van A&T, waar Eduard Kronenburg veel gesprekken heeft op zijn kamer met zijn collega’s, mensen aan de telefoon of met zichzelf. En ook af en toe op de kamer van de directrice.

Verder speelt het verhaal zich vaak af op verschillende terrasjes in het centrum van Brussel, waar hij ook gesprekken had met zijn collega’s. Ook is hij een paar keer thuis, waar hij zich aan het bezatten is of met zijn vrouw aan het praten.

Ook speelt het verhaal zich af en toe af in de auto van Gloria. Een keer op een feest bij Splendine en een keer in een restaurant als hij aan het eten is met Mabiche.

Brusselmans heeft niet de moeite genomen de plaatsen zorgvuldig te beschrijven.



Vertelwijze

Dit verhaal is verteld in door een personale verteller.



Spanningsopbouw

Ondanks dat er niet echt iets spannends in dit verhaal gebeur zijn er wel enkele punten die in de ‘dramatic line’ voorkomen

We komen te weten dat Eduard Kronenburg op het ministerie van A&T te Brussel werkt, daar veel vrienden en vriendinnen heeft en dat hij samen met zijn vrouw in Iddergem woont.

We krijgen te horen dat Eduard Kronenburg een tijdje een vriendin heeft gehad (later krijgen we te horen dat er nog meer waren)

Nu blijkt dat Eduard Kronenburg Mabiche erg leuk vindt

Mabiche en Eduard Kronenburg krijgen een soort van relatie

Mabiche is gezien met een andere man een café

Mabiche gaat drie weken weg

Eduard Kronenburg probeert Mabiche te vergeten

En tenslotte gaan Mabiche en Eduard Kronenburg nog een keer uit eten



Thematiek en motieven

Het thema in “zijn er kanalen in Aalst?” is het leven van een man die eigenlijk niets op zijn werk doet en er buitenechtelijke relaties op na houdt. Een echt motief zit er volgens mij niet in dit boek. Misschien dat Eduard Kronenburg steeds weer verliefd wordt op Mabiche en vervolgens zichzelf gaat verwijten dat hij verliefd op haar is en haar probeert te vergeten.



Personages

Opvallend vind ik dat in deze roman van geen enkel persoon iets over het uiterlijk wordt gezegd, behalve dan een paar keer dat een vrouw zo mooi is. Eduard Kronenburg is de hoofdpersoon in dit boek. Hij werkt in het ministerie van A&T en moet daar heel de dag lang werkloze mensen opbellen om te vragen of ze nog werkloos zijn. Daar komt echter niet veel van te recht. Hij praat liever wat met zijn collega’s. In het begin van het boek lijkt hij redelijk tevreden met alles, maar dan komt hij er achter dat hij verliefd is op Mabiche en dan wordt het allemaal wat moeilijker. Aan het einde van het boek besluit hij zijn werk op te zeggen en schrijver te worden. Ik denk dat hij daarmee zijn huidige leven op wil geven en als het ware opnieuw wil beginnen.



Mabiche is de vrouw waar Eduard Kronenburg verliefd op wordt. Verder is ze de vriendin van Dolf, de beste vriend van Eduard Kronenburg. Mabiche is een vrouw die kennelijk veel van mannen houdt, en een vrouw waar veel mannen van houden, want naast Eduard Kronenburg en Dolf heeft ze ook nog een relatie met haar chauffeur. Op een gegeven moment weet ze zelf ook niet meer precies wat ze wil en gaat ze drie weken op vakantie. Tenslotte gaat ze nog een keer met Eduard Kronenburg uit eten.



Krank staat een beetje bekend als malloot, maar ondanks dat wordt ook hij wel gewaardeerd. Verder drinkt Krank altijd samen met Eduard Kronenburg Jupiler (=een soort bier)



Kamiel is ook een van Eduard Kronenburg collega’s hij komt Eduard elke dag een nieuwtje vertellen Valium is een ex-vriendin van Eduard Kronenburg en nog steeds een goede vriendin. Splendine is een andere collega waar Eduard Kronenburg vaak mee praat en soms wat mee gaat drinken. Het is ook op Splendine’s feest waar Eduard Kronenburg er achter komt dat hij op Mabiche verliefd is.



Dolf is de beste vriend van Eduard Kronenburg en in het begin van het verhaal de vriend van Mabiche. Ook als het uit is heeft hij met Eduard Kronenburg nog vele gesprekken over Mabiche. Dolf weet niet dat Eduard Kronenburg ook een relatie heeft gehad met Mabiche.



Gloria is de vrouw van Eduard Kronenburg. Zoals ze er in het boek uitziet is ze de perfecte vrouw. Ze heeft een goede baan, is mooi en altijd aardig voor Eduard Kronenburg. Als Eduard Kronenburg een nieuwe vriendin heeft wordt zij ook vriendin van haar en het maakt haar niets uit dat hij vreemdgaat.

Als Eduard Kronenburg problemen heeft probeert zij hem te helpen.



Titel

De titel luidt “Zijn er kanalen in Aalst?” er is geen ondertitel. De titel komt slechts twee keer terug in dit boek, op bladzijde 87/88 en op bladzijde 192 (is de laatste bladzijde)

Het stuk van bladzijde 87: “Nerveus bladerde hij door zijn dossier en vormde een telefoonnummer. Hij zei: ‘Goeiemiddag mevrouw, spreek ik wel degelijk met mevrouw Ramp, Charlotte, Putweg 3, 9300 Aalst?’

De vrouw bevestigde dit.

‘Uitstekend,’ zei Kronenburg, ‘welnu, zit U momenteel neer, mevrouw? Of hebt U anders een stoel in de buurt?’

In plaats van een dezer vragen, of beide, bevestigend respectievelijk ontkennend te beantwoorden, vroeg het mens paniekerig of er iets ergs gebeurd was, hieraan toevoegend: ‘Ik heb hem al zeker honderd keer gezegd dat hij te oud was om nog z’n rijbewijs te halen. En toch altijd maar rondtoeren! Hij is in het kanaal gereden hè?’ Ze begon te huilen

Zijn er kanalen in Aalst? Vroeg Eduard zich af.

Dit was de eerste keer dat de titel van het boek naar voren kwam. Eduard was met zijn werk bezig (het bellen van de 50.000 werklozen), maar begon meteen (zoals hij ook andere keren vaak deed) de mensen aan de andere kant van de lijn voor de gek te houden. En op de laatste bladzijde staat dan nog: ‘Gloria…’ vroeg hij ineens, nog niet slapend maar wel al bijna dromend, ‘Gloria, zijn er kanalen in Aalst?’ Ze schoot in de lach. ‘Kanalen in Aalst?’ zei ze, ‘ik zou het niet weten. Waarom?’ (…) ‘Als er geen kanalen in Aalst zijn, zal ik ze graven..’ Ik snap niet helemaal waarom Herman Brusselmans deze titel aan zijn boek heft gegeven, maar omdat het boek eigenlijk nergens over gaat is dit wel een mooie titel.



In dit boek staan 3 motto’s

1 My love there’s no today

Dit gaat er over dat hij op dat moment (aan het begin van het boek) geen liefde had.



2 Love’s just a door that’s locked and there’s no key

Hiermee bedoelt hij dat Mabiche onbereikbaar is voor hem



3 Heaven can wait, we’re only watchin’ the skies

Hopin’ for the best but expectin’ the worst.

Dit gaat over zijn schrijvers carrière.



Relaties

Relaties tussen tekst en auteur



Dit werk is gedeeltelijk autobiografisch aangezien Herman Brusselmans net als Eduard Kronenburg in 1986 van Iddergem naar Gent verhuisde en een vrouw had die Gloria heet. Dit lijkt mij geen toeval. Ook omdat Eduard Kronenburg in het boek besluit om schrijver te worden, al kwam dat idee bij Herman Brusselmans al eerder op.



Relaties tussen verschillende teksten

Volgens de recensies is dit boek helemaal in de stijl van Herman Brusselmans. Zo erg zelfs dat Henk Grunmeijer in de Gooi en Eemlander (zie bijlage) het zelfplagiaat noemt. Verder is “Zijn er kanalen in Aalst?” niet het enige boek van Herman Brusselmans waar Eduard Kronenburg de hoofdpersoon is.



Relatie tussen tekst en context

Ik heb geen relaties tussen tekst en context kunnen vinden.



De persoonlijke beoordeling

Het onderwerp



Dit boek heeft eigenlijk twee onderwerpen:

1-een man die op zijn werk eigenlijk helemaal niets uitvoert

2-een man en zijn liefdes leven

Het eerste onderwerp is voor mij redelijk herkenbaar omdat ik af en toe ook van die dagen heb dat ik gewoon niets doe, al lijkt dat voor sommige buitenstaanders wel.

Het tweede onderwerp was voor mij minder herkenbaar, maar ik kon me er wel in inleven. Het onderwerp van het boek sprak me wel aan, mede doordat het makkelijk las. Alles is dit boek werd een beetje oppervlakkig behandeld, maar dat maakt het ook wel leuk, want dan kun je, je fantasie nog iets laten doen. Ik ken geen films nog boeken die over het eerste onderwerp gaan, en over het tweede onderwerp gaan talloze boeken en films.



De gebeurtenissen

In dit boek lag de nadruk bij de gedachten van Eduard Kronenburg en er waren ook niet erg veel gebeurtenissen beschreven. Misschien gebeurde er wel iets te weinig in dit boek.

De gebeurtenissen waren allemaal geloofwaardig, maar saai. Er gebeurde niets heel ergs of zo. De afloop was tegelijkertijd een nieuw begin, maar ik vind het raar dat hij afstand neemt van Mabiche, want hij lijkt toch niet zonder haar te kunnen.



De opbouw

Het verhaal was eenvoudig opgebouwd in 3 delen, die ook duidelijk aangegeven waren. Het was daardoor ook eenvoudig te lezen. Er kwamen niet echt spannende delen in voor. Het einde vind ik goed. Het is namelijk lekker vaag, de vraag, zoals de rest van het boek, “zijn er kanalen in Aalst?” is niet beantwoord en ook weet je niet hoe hij als schrijver is of hoe het nu met Mabiche verder gaat.



Het taalgebruik

De zinsbouw is makkelijk en alles is duidelijk, maar niet gedetailleerd, beschreven. Het verhaal is bijna een en al dialoog, maar deze zijn wel duidelijk beschreven. Het taalgebruik was erg grof, bijna elke bladzijde zie je wel een keer: kut, klote, wijf, gezeik, godverdomme, bullshit of bakkes tegen. 
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen