Boekverslag : J. Bernlef - Eclips
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1990 woorden.

J. Bernlef (Marsman) - Eclips

Beoordeling door Ornée & Vermeer Tekstbureau



Eerste druk: 1993.

Titelverklaring

Eclips: de (gedeeltelijke) verduistering van een hemellichaam. Ook Kees werd gedeeltelijk verduisterd. De helft van zijn brein was verduisterd. Dat is waarschijnlijk de reden dat Bernlef voor deze titel gekozen heeft.

Biografie auteur...

J. Bernlef, pseudoniem van Hendrik Jan Marsman.

Bernlef is een schrijver die geobsedeerd is door de mechanismen van herinneren en vergeten. Hij is enorm geïnteresseerd in de werking van het menselijk brein. Voor Eclips schreef hij 'Hersenschimmen', een verhaal over het verloren gaan van herinneringen.

Samenvatting

Hoofdstuk 1. Iemand rijdt langs een rivier en raakt van de weg in de vaart. De man verliest controle over de hele linkerkant van zijn lichaam en geest. Hij is dus erg verward. Hij loopt door een wijk in aanbouw naar een volkstuintjescomplex. Daar vindt hij een radio en als hij daarnaar luistert, voelt hij zijn linkerkant weer. Hij herinnert zich ook zijn naam weer; Kees.

Dan wordt hij door een man uit het huisje gezet. Hij gaat lopen. In een snackbar komt hij een zwerfster tegen, die Toos heet. Zij geeft hem wat te eten en neemt hem mee naar een slaapplaats. De hele nacht voelt hij zijn linkerkant.

De volgende ochtend verlaat Toos Kees op de vuilstort om iets te gaan verkopen in de stad. Kees krijgt door dat hij alle kennis nog heeft, maar dat hij niet weet hoe hij die moet bereiken, hij mist de brug.

Hoofdstuk 2. Kees blijft alleen achter op de vuilstort. Hij ziet twee mannen die nummerplaten wegstoppen tussen het vuil. Ze nemen hem mee naar hun caravan. Het zijn broers, Karel en Cor. Kees heeft nog steeds problemen met de linkerkant van zijn gezichtsveld, maar de rest wordt steeds beter. De linkerkant van zijn lichaam is weer aanwezig tot boven de knie.

Kees kan wel schrijven, maar niet lezen. Hij kan niet vloeiend spreken, maar wel spreekwoorden goed uitspreken.

Op een avond nemen de broers hem mee op een klus. Hij moet op de uitkijk staan. Als hij naar de sterren kijkt, herinnert hij zich zijn naam; Kees Zomer.

Als hij het aan Karel vertelt, wordt hij uit de laadbak gegooid. Hij is bewusteloos.

Hoofdstuk 3. Kees wordt wakker onder een zeil. Hij herinnert zich de naam van zijn zoon: Wouter. Zijn lichaam functioneert weer normaal. Hij herinnert zich ook de man die hem gevonden heeft. De radio is weg. Als hij een ouderwetse plee ziet, roept dat herinneringen op uit zijn jeugd (boerderij van zijn oom). Dan gaat hij liggen slapen in het gras.

IJe, de man die hem gevonden heeft, en Kees gaan op voedsel uit. Ze vinden een vogelkooi en ruilen die voor voedsel.

Als Kees een boek ziet, bedenkt hij dat hij veel met boeken te maken had.Later stelt IJe een vraag aan hem, en hij kan een zinnig antwoord geven.

De volgende dag gingen ze douchen op het kerkhof. Als Kees de naam Kees op een zerk ziet staan rent hij weg.

Hoofdstuk 4. Dan ziet hij een vrouw een huis binnengaan, die hem doet denken aan de dienstmeid van de dokter vroeger. Hij loopt de tuin in. Aan de overkant van de sloot ziet hij zijn oude school en hij ontdekt dat hij ook weer kan lezen. Hij herkent verschillende winkels in het dorp. Dan gaat hij naar de winkel die vroeger van zijn vader was en vertelt de eigenaar doodleuk dat het zijn winkel niet is.

De vrouw van de eigenaar zegt dat hij verkeerd is en dat hij verder moet zoeken. Kees rent het dorp uit. Hij wil niet omkijken.

Hoofdstuk 5. Hij beseft dat je eigenlijk alleen veilig bent in een omgeving waar alle sporen van het verleden zij uitgewist. Hij zegt hardop dat hij een fiets gaat pakken, en dat doet hij dan ook. Hij fietst in de richting van Bergen, omdat hij denkt dat het echt bergen zijn.

Hij loopt daar een boekwinkel binnen. De eigenaar herkent hem, omdat Kees bij een uitgeverij werkt. Ook hier gaat Kees weer weg, ditmaal in de richting van Bergen Aan Zee.

Dan beseft hij dat het geen echte bergen zijn, en loopt het strand op. Daar krijgt hij ruzie met jongens. Door het schelden kan hij ineens weer normaal praten.

Hij neemt een bad in zee en wast zijn kleren. Hij herinnert zich de naam van zijn vrouw: Marion. Hij herinnert zich ook het ongeluk weer. Hij was op weg naar een vriend die 70 werd. Tussen het ongeluk en nu herinnert hij zich niets meer. Hij besluit de volgende dag zijn vrouw te bellen.

Hoofdstuk 6.'s Morgens loopt hij naar Bergen Aan Zee. Als hij bij een strandtent even uitrust, vraagt een politieagent hem of hij Kees Zomer is. Hij antwoordt en gaat met ze mee. Op het bureau krijgt hij eten en wordt hij ondervraagd. Zijn vrouw is al gebeld.

De politie wil weten waar de auto is. Kees weet het niet. Kees probeert weer een beetje up to date te komen door de t.v.-gids te lezen.

Hoofdstuk 7. Marion haalt hem op en zegt dat ze heel blij is dat hij weer terug is. Hij zegt dat hij ook heel blij is. Volgens Kees sleept muziek je overal doorheen. Als ze terug rijden verbaast Kees zich erover dat alles vol met tekst staat.

Hij vertelt Marion dat hij niets meer weet, omdat er een link miste in zijn hoofd. Dat probeert hij ook aan zijn zoon duidelijk te maken. Dan valt hij in slaap...



Perspectief

In dit boek vertelt Kees Zomer zijn verhaal. Het is dus een ikverteller.

Ruimte

Dit verhaal speelt zich af in Nederland, in Noord-Holland. De omgeving is in zoverre van belang voor het verhaal dat Kees een ongeluk krijgt door de omgeving, en dat hij in de omgeving allerlei dingen herkent en op die manier weer terugkomt in de werkelijkheid.

Personages

In dit boek komen nogal wat mensen voor, die iets met Kees te maken hebben. Om te beginnen hebben we natuurlijk Kees zelf, hij is de hoofdpersoon uit dit boek. Hij verliest door een ongeluk de helft van zijn geest en daalt een tijdje verdwaald rond.

Toos is een zwerfster die hem te eten geeft na zijn ongeluk, en die hem weer een beetje op de goede weg zet.

Karel en Cor zijn twee broers die zich met minder frisse zaken bezighouden. Zij vangen Kees een tijdje op en ontdoen zich uiteindelijk van hem.

IJe. Als de twee broers Kees uit de auto hebben gegooid, wordt hij gevonden door IJe. Bij IJe ziet hij veel dingen die hem aan vroeger doen denken, en hij wordt weer een stuk beter.

Boekhandelaar uit Bergen. Hij is degene die Kees herkent, als hij zijn boekwinkel binnenstapt. Hij waarschuwt ook de politie.

Marion is de vrouw van Kees. Zij heeft hem natuurlijk verschrikkelijk gemist en haalt hem op van het politie bureau.

Wouter is de zoon van Kees. Ook hij was heel ongerust. Kees had ook herinneringen aan Wouter, toen hij de kluts kwijt was.

Thema

Het thema van dit boek is de menselijke geest, en dan vooral het opbouwen van alle kennis en gegevens die hierin opgeslagen zitten.



Motieven

Als motief heeft Bernlef hier het heropbouwen van het geheugen genomen. Dit in tegenstelling tot 'Hersenschimmen', waar het juist ging om de afbraak van het geheugen.

Taalgebruik

Het taalgebruik is gewoon ABN. Er worden verder geen gekke dingen met de taal gedaan, behalve dan het vreemde praten van Kees. Dit wordt volgens de schrijver veroorzaakt door het ongeluk.

Tijd

Het verhaal speelt zich in de recente geschiedenis af. Het zal eind jaren tachtig, begin jaren negentig geweest zijn.

Eigen mening

Ik vind dit een leuk boek. Het leest gemakkelijk weg en is goed te begrijpen. Er worden geen ingewikkelde situaties beschreven, die je drie keer moet overlezen om ze te begrijpen. Ook is het niet zo'n klef boek waar iedere gebeurtenis enorm wordt uitgekauwd.

Het boek is precies goed, no nonsence, straight to the point.



Recensie 'Eclips'

Een schrijver heeft in principe geen andere instrumenten dan zijn taal. Als je deze weg haalt, dan is de schrijver eigenlijk ook weg, want, wat is een schrijver, als hij niets heeft om mee te schrijven?

Taal is ook onherroepelijk verbonden met denken, met het brein, en J. Bernlef is de schrijver die daardoor geobsedeerd wordt. Hij heeft al heel wat boeken geschreven over het menselijk brein en de functies daarvan. Denk bijvoorbeeld aan zijn bekendste roman 'Hersenschimmen', maar ook aan boeken als 'Vallende Ster' en 'Sneeuw'.

In tegenstelling tot 'Hersenschimmen', waar hij het wegvallen van het geheugen beschrijft, beschrijft Bernlef in zijn roman 'Eclips' het terugkeren van het geheugen, wat weer een heel nieuw inzicht geeft in het thema.

Van Bernlef zijn we wel gewend dat hij zijn boeken zeer realistisch beschrijft, alles wat hij beschrijft zou je voor je kunnen zien, zoals de polderweg waar de hoofdpersoon van de weg raakt, maar ook de personen die Kees Zomer op zijn tocht tegenkomt kun je je heel goed voorstellen.

Toch is het nog maar de vraag of het Bernlef wel om het realisme te doen is, je zou kunnen denken dat hij het realisme alleen gebruikt als medium om bij een heel ander iets te komen. In dit boek zie je bijvoorbeeld het zeer realistische auto-ongeluk van de hoofdpersoon, als oorzaak van de blokkade in zijn hoofd, het eigenlijke hoofdonderwerp in het boek.

Zo'n zelfde situatie zie je in Bernlefs beroemdste boek, 'Hersenschimmen', waar ook het begin gebruikt wordt als opstapje naar de eigenlijke inhoud van het boek.

Het vreemde aan dit boek is dat je niet precies weet wat er aan de hand is met Kees. Je weet dat zijn linkerkant niet meer functioneert, in geen enkele manier, maar je weet niet of dat veroorzaakt is door een beroerte, of door een hersenbloeding o.i.d., zijn kwaal wordt niet benoemd, maar alle aandacht gaat uit naar de situatie waarin hij terechtgekomen is. Hij heeft geen geheugen meer en hij kan ook niet meer praten, omdat hij geen macht over de woorden meer heeft. Hij zwerft maar een beetje rond door de vreemde wereld, vol met randfiguren, die zich aan de samenleving onttrokken hebben. De essentie van dit boek is de volgende: wat gebeurt er met een mens als hij of zij de linkerkant van geest en lichaam verliest? Hoe ziet de wereld eruit? Wat zegt hij, wat weet hij en wat herinnert hij zich nog? Bernlef beschrijft ook dit allemaal in de ikvorm en dat geeft er een bijzonder realistisch tintje aan.

Door het contact met deze figuren zie je heel duidelijk dat Bernlef ook kritiek op de maatschappij wil leveren, omdat hij vindt dat de maatschappij vervuilt en verloedert. Al de randfiguren die Kees tegenkomt, denken op deze manier en uitten dat ook. Kees voelt zich na zijn avontuur niet helemaal meer thuis in de moderne maatschappij. Hij mist de samenhang van zaken in de maatschappij. Echter, dit alles is niet veel meer dan een gevolg van waar het in deze roman allemaal om gaat. Bernlef probeert in deze roman het bestaan zonder de gebruikelijke categorieën van plaats en tijd en herinnering, van taal en communicatie te beschrijven, en dat lukt hem aardig. Hij beschrijft goed hoe Kees zich moet behelpen in zijn nieuwe manier van leven.

Dit beschrijven doet hij voornamelijk door het steeds opnieuw terugkerende elektrospel, waarbij je gewoonlijk door met een draadje het goede antwoord bij de vraag te verbinden een contact maakt, maar dit is nu juist wat Kees niet meer kan. Kees wordt hierdoor ook erg gefrustreerd.

Met deze roman is Bernlef er wederom in geslaagd om de betogende stijl, waarin de teksten over dit onderwerp meestal worden geschreven, te omzeilen en er zelfs een verhalende stijl van te maken. Hij weet de lezer te boeien door de blokkade in het brein van Kees langzaam, stukje bij beetje, op te lossen, en Kees ondertussen in een wereld te laten verblijven die voor de meesten vreemd is, omdat hij aan de andere kant van de maatschappij staat. De figuren die daar leven kun je je echter wel weer levendig voor de geest halen.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen