Boekverslag : J. Bernlef - Boy
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2135 woorden. |
Titel: Boy ( 2000) Auteur: J. Bernlef Samenvatting Wanneer de actrice Norma, ‘Polly’ Todd, wordt vermoord is dat voorpaginanieuws. William Stevens, ambitieus reporter van de locale krant Flatbush Chronicle is nieuwsgierig naar de toedracht van de moord, omdat hij altijd al een zwak voor de jonge actrice heeft gehad. De politie heeft de vermoedelijke dader al onmiddellijk op het oog, want toen Norma dood en naakt op haar bed werd gevonden, bleek er zich een doofstomme jongen in een kast van haar slaapkamer te bevinden. Waar hij vandaan kwam, wat zijn motief was, bleef onbekend. De jury in de rechtbank vond in zijn aanwezigheid op de plek des onheil voldoende reden hem als de dader te veroordelen. De jongen wordt tot de doodstraf veroordeeld. Als Wiliam zijn onderzoek begint, komt hij er al gauw achter dat de jongen bij hem in de buurt woonde en Boy werd genoemd. Boy woonde bij de pianiste van de bioscoop, Amy Faye, het is begin 1900 en films hadden nog geen geluid, dus werden ze ondersteund door muziek. Als William met haar gaat praten, komt hij erachter dat zij de jongen een tijdje geleden op het strand heeft aangetroffen. Ze had zelf geen man of kinderen, dus nam ze hem mee naar haar huis, dat vond ze wel gezellig. Ze noemde hem Boy. Amy kende Norma, omdat ze vroeger bij haar op school had gezeten, ze waren vriendinnen geworden. Toen Norma een keer bij Amy op bezoek kwam was Boy helemaal weg van haar, hij vond het blijkbaar zo bijzonder dat iemand die hij vaak op het filmdoek had gezien ook in het echt bestond, dat hij haar de hele tijd wilde aanraken. Toen Norma weer weg ging, vond hij dit verschrikkelijk. De volgende dag is hij bij Amy weggelopen en naar Norma gegaan. Norma vond het goed dat Boy een tijdje kwam logeren. Amy weet verder niets te vertellen over de moord. William is erg onder de indruk van Amy en wordt verliefd op haar, gelukkig zij ook op hem. Als hij van Amy de sleutel krijgt van het huis van Norma vindt hij een foto van een wat oudere man bij een vuurtoren. Van Flannery, de andere reporter en baas van de Flatbusch Chronicle, krijgt hij te horen dat het de vuurtoren van Montauk is. Ook komt hij erachter dat de man op de foto Bruce Wilder heet. William reist naar Montauk en krijgt Bruce te spreken. Bruce is aardig dronken als hij aan William vertelt dat Boy Norma niet heeft vermoord. Bruce ging veel met Norma om en op een dag ging hij met haar rijden in zijn cabriolet. Auto’s waren in die tijd nog zeer zeldzaam. Norma droeg een groene sjaal en opeens hoorde hij naast zich een gil. De sjaal was in het wiel van zijn auto geraakt en zo was ze gewurgd. Hij heeft haar toen naar haar huis gebracht en op het bed gelegd. Vervolgens heeft hij haar uitgekleed omdat hij haar nog een keer naakt wilde zien. William gaat naar huis en schrijft het hele verhaal in de krant, hij gaat er vanuit dat hij wel opslag zal krijgen door deze primeur. Helaas blijkt dat anders uit te pakken, niemand gelooft hem en ze vinden het een belachelijk verhaal. William wordt ontslagen. William gaat nog een keer naar Montauk, maar nu neemt hij Amy, die intussen zijn vriendin is geworden, mee. Samen slapen ze in een hotel dat wordt geleid door een bijna blinde man. William wil het verhaal van Bruce zwart op wit en hij wil dat Bruce een verklaring tekent. Bruce blijkt onvindbaar en later hoort hij dat Bruce is opgepakt. Het verhaal dat William in de krant had gezet, was toch waar, maar een andere krant gaat met de eer strijken. Boy blijkt dus onschuldig, maar daar heeft hij niets meer aan. Hij heeft zich opgehangen in zijn cel. Hij wist niet wat er met hem gebeurde en had geen plaatjes of iets anders om naar te kijken, Boy leefde eigenlijk voor beelden, dat was het enige wat tot hem doordrong. De rest begreep hij toch niet. Amy en William blijven in Montauk bij de steeds blinder wordende hoteleigenaar wonen. Amy is zwanger en gaat pianoles aan de kinderen in het dorp geven. William gaat op zoek naar een andere baan. Waarschijnlijk worden ze samen heel gelukkig. Personages William Stevens is de hoofdpersoon uit het boek, hij is een rond karakter. William heette eigenlijk Willem Steevens, zijn grootouders kwamen uit Holland en waren in Airegin, Minnesota, een boerderij begonnen. Williams vader had de boerderij overgenomen en trouwde met een Zweeds meisje van een naburige boerderij. Williams moeder heette Maj. Ze was spierwit als een albino en was jong overleden. William hield heel erg veel van zijn moeder, zij komt dan ook vaak terug in het verhaal, omdat hij vaak aan haar denkt. Op z’n zeventiende heeft William de boerderij verlaten, omdat hij genoeg had van de korenvelden. Hij trok naar New York en veranderde al snel zijn naam. William is een niet absurd knappe reporter van een lokale krant. Hij woont in een klein houten huisje, waar hij een kamer huurt. Hij had tot Amy nog nooit een vriendin gehad. Norma Tod of liever Polly, want zo luidde de koosnaam die het publiek haar had gegeven, was een knappe actrice met leuke krulletjes om haar hoofd en grote handen en voeten. Ze was vrij ondeugend en ging veel met mannen om. Eigenlijk wilde ze zelf ook liever een jongen zijn. Norma is in het hele boek al dood, maar het hele boek wel een centrale plaats in. Door gesprekken en herinneringen kom je veel over haar te weten. Zij is een vlak karakter. Amy Faye is een slanke jongedame die pianiste is, zij begeleidt de theatervoorstellingen in de bioscoop van het dorp. Het opvallendste aan haar uiterlijk is dat ze een grijs en een bruin oog heeft, waardoor het lijkt of ze loenst. Ze is zorgzaam en iets ouder dan William. Haar muzikale talent heeft ze van haar ouders geërfd. Zij is een rond karakter. Boy is een doofstomme jongen, die eigenlijk helemaal in z’n eigen wereldje leeft, niemand weet hoe hij echt heet of hoe oud hij is. Ze schatte hem rond de 15 jaar. Boy is vlak karakter. Flannery heette eigenlijk Flannery Duval, maar op die achternaam heerste een verbod. Hij had namelijk een hekel aan de Fransen en Frankrijk. Waarom is niet echt duidelijk, maar het had iets met de geschiedenis te maken. Hij is de andere reporter en baas van Flatbush Chronicle. Hij schrijft z’n hoofdartikelen altijd in de kroeg. Hij is ook vlak karakter. Ruimte Begin 1900 in Amerika. De elektriciteit begint langzamerhand de gas- en olielampen te vervangen. De fotografie krijgt concurrentie van de film. Maar hoog staat de cinematografie dan nog niet aangeschreven. De acteurs hebben nog de status van variétéartiest. Het verhaal speelt zich grotendeels af in Flatbush, een redelijk arm dorpje met vooral houten huisjes en veel emigranten die proberen hun agrarisch bestaan hier voort te zetten. Het verhaal speelt zich af van begin oktober tot midden december. Tijd Het verhaal is chronologisch verteld met af en toe een flashback, wanneer iemand terug denkt aan het verleden, of iets vertelt uit het verleden. De vertelde tijd van het hele verhaal is ongeveer twee en een halve maand. Perspectief en verteller Het verhaal is in Hij/zij perspectief verteld. Stijl Ik heb niet echt een aparte stijl kunnen ontdekken. Bernlef gebruikt niet echt veel moeilijke woorden, maar ook weer niet zo simpel als Ronald Giphart. Bernlef geeft wel mooie ruimtebeschrijvingen, maar nou ook weer niet filmisch. Eigenlijk kan ik weinig over de stijl zeggen. Titelverklaring De titel spreekt eigenlijk voor zich: Boy is de doofstomme jongen, over wie een groot deel van het verhaal gaat. Thema De dood: Polly wordt vermoord, dus die is dood en William heeft de dood van zijn moeder May nog altijd niet verwerkt, dit komt ook in het hele verhaal terug. De intensiteit van de waarneming, van het zintuiglijk bestaan: vooral als er een zintuig wegvalt. Dit komt heel vaak in het boek terug. Bijvoorbeeld bij Boy: hij is doofstom, maar ook bij de hoteleigenaar waar Amy en William gaan wonen, deze is blind. Dit thema komt ook in kleine dingen terug, William zit een aantal keer het zelfde stuk in de trein, vlak langs het spoor zijn huizen gebouwd, waar je dus, als je in de trein zit, naar binnen kunt kijken. William is erg geïnteresseerd in een bepaald huis, de man en vrouw met een rode jurk die er wonen, kent hij helemaal niet. Maar elke keer als hij in de trein zit, ziet hij deze mensen en bedenkt hoe hun leven zou kunnen zijn. Toevoeging neerlandicus: Dat accent op het zintuigelijke en het wegvallen van een bepaalde functie kom je in veel romans van Bernlef tegen. Bijvoorbeeld in de romans Hersenschimmen, Eclips en Morgen is het maandag. Zie ook de biografie van de auteur die hier (rechts) nog onder een aparte link is te vinden Over de schrijver J. Bernlef is het pseudoniem van Hendrik Jan Marsman, geboren in 1936 in het Noord-Hollandse Sint-Pancras en opgegroeid in Amsterdam en Haarlem. Na zijn H.B.S.-A is hij een half jaar student aan de politiek-sociale Faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Gelijktijdig werkt hij in een boekwinkel. Tijdens zijn militaire dienst debuteert hij met het korte verhaal Mijn zusje Olga. Tussen 1958 en 1960 reist hij heen en weer tussen Zweden en Nederland. Hij schrijft Stenen Spoelen en Kokkels, voor beide werken krijgt hij de Reina Prinsen Geerligsprijs (1959). Samen met G. Brands en K. Schippers richt hij het tijdschrift Barbarber op. Voor zijn dichtbundel Morene (1961) krijgt hij in 1962 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Vanaf 1970 is Bernlef betrokken bij het toneel en worden er enkele toneelstukken van hem opgevoerd (Sterf de moord 1973, In verwachting 1974). In 1977 is hij een van de oprichters van het tijdschrift Raster. Hij publiceert nog enige romans: Sneeuw (1973), Meeuwen (1975), De Man in het Midden (1976), Onder IJsbergen (1981) en Hersenschimmen (1984). Voor zijn totale oeuvre tot dan krijgt Bernlef in 1984 de Constantijn Huygensprijs. Hierna schrijft hij nog de volgende romans: Publiek geheim (1987) waar hij ook in 1987 de AKO literatuurprijs voor krijgt, Eclips (1993), Verloren zoon (1997) en Boy (2000). Van zijn romans zijn Hersenschimmen en Publiek geheim het bekendst geworden. Eindoordeel en Evaluatie Ik vond het een goed boek, het was spannend, interessant en het las lekker weg. De gebeurtenissen in het boek komen volgens mij niet echt in het dagelijks leven van toen voor. De beschrijving van de dorpen en mensen klopt wel met de tijd, maar het was mij allemaal iets te veel rozengeur en maneschijn. Polly was altijd al Williams idool en dus gaat hij op onderzoek uit. Dan blijkt de verdachte ook nog in zijn buurt te hebben gewoond. Als hij Bruce Wilder gaat ondervragen, is deze net dronken waardoor hij bekent. En als hij en zijn vriendin allebei ontslagen zijn, vinden ze meteen weer een nieuw mooi huis aan het strand waar ze mogen wonen. Ze hebben mij een beetje te veel geluk. Toch stoorde dit niet bij het lezen van het verhaal en was ik alleen maar blij voor de hoofdpersoon dat het zo goed ging. Het boek heeft me aan het denken gezet over het feit dat het rechtssysteem in die tijd, en waarschijnlijk nog steeds, totaal niet deugt. Het is een grote vriendjespolitiek waar de zwakkeren in de samenleving de dupe van worden. Boy kon zichzelf onmogelijk verdedigen, omdat hij niet eens wist wat er met hem gebeurde. Hij kreeg wel een advocaat aangewezen, maar dat was er gewoon eentje die het helemaal niet erg vond als hij verloor. Ik denk dat dat nu ook nog zo is, als je wat minder geld hebt, kun je geen eigen goede advocaat inhuren, waardoor de kans dat je het proces verliest een stuk groter wordt. Het verhaal was makkelijk te lezen omdat het grotendeels chronologisch werd verteld. Het boek heeft een gesloten einde en dat vind ik altijd wel fijn, bij een open einde heb ik elke keer het gevoel dat ik het boek niet heb uitgelezen. Ik vind het niet fijn mijn eigen einde te bedenken, als ik dat wil schrijf ik zelf wel een roman. Omdat Bernlef een aantal goede ruimte beschrijvingen gaf, kon je je ook heel goed inleven in die tijd. Ik heb ook wel wat geleerd uit het boek wat geschiedenis betreft. De meeste dingen wist ik al wel, maar ik was ze al half weer vergeten; ik denk niet dat ik het begin van de filmindustrie nu nog snel ga vergeten. Conclusie: Een goed, soms een heel klein beetje onrealistisch, mooi geschreven boek. Als ik er een cijfer aan moest geven had het van mij wel een 7.5 gekregen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |