Boekverslag : Remco Campert - Het Leven Is Vurrukkulluk
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1864 woorden.

Titel

Het leven is vurrukkulluk



Eerste druk

1961



Indeling

Verdeeld in zeventien hoofdstukken



Motto

"Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen, Geenszins om liefde, maar om de sublieme Momenten en het sentiment daartussen"

M. NIJHOFF: HET TUINFEEST



Verhaal

De jongenmannen Mees en Boelie wandelen op zondagmorgen door een park in Amsterdam, waar Mees het (bijna) zestienjarige schoolmeisje Panda oppikt. Met z'n drieën slenteren ze wat rond, kijken naar de eenden en kopen een ijsje. Een nieuwsgierige grijsaard volgt hen naar een uitspanning, waar ze gaan zitten om een biertje te drinken. Panda gaat naar de retirade, waar ze een woordenwisseling heeft met Rosa Overbeek, de oude dame die daar toezicht houdt. Intussen gaat de grijsaard, ondanks zijn smalende opmerkingen aan het adres van de moderne jeugd, bij Mees en Boelie zitten. Het drietal besluiten om naar het huis van Mees te gaan, dat vlak bij het park ligt, en de grijsaard wil hen ook daarheen volgen. Toen sloegen ze hem eensgezind neer. Terwijl hij bewusteloos in het gras ligt, berooft Panda hem van de 200 gulden die hij in zijn schoenen verborgen had.



Thuis aangekomen, maakt Mees aanstalten om Panda, die er bepaald niet vies van is, te versieren. Om van Boelie af te komen, herinnert hij hem aan een afspraak die Boelie in Hotel Asiatique met een journalist heeft. Nauwelijks is Boelie vertrokken, of Mees en Panda gaan uitgebreid met elkaar naar bed.



In het volgende hoofdstuk krijgen we een terugblik op de eenzame jeugd van Mees. Het gaat over zijn ervaringen als jazzpianist in kroegen en zijn mislukte pogingen om een liefdesrelatie op te bouwen.



Boelie wordt ondertussen geïnterviewd door de journalist Ernst-Jan Zoon, die Boelie na afloop vertelt dat hij zijn vrouw Etta, ervan verdenkt een minnaar te hebben. Hij vraagt Boelie uit te zoeken of zijn vermoeden juist is. Samen gaan ze naar het huis van Ernst-Jan en Etta, waar Ernst-Jan naar een uitzending van een voetbalwedstrijd gaat luisteren, terwijl Boelie Etta gezelschap houdt in de tuin. Voornamelijk om een eind te maken aan zijn innerlijke onzekerheid, besluit Boelie te proberen Etta te verleiden. Samen gaan ze het huis van de buren in, die een autoritje aan het maken zijn, maar ze worden verrast door hun onverwachte thuiskomst.



Intussen is de grijsaard in het park bijgekomen en merkt dat hij tot zijn schrik zijn geld kwijt is. Tjeerd Overbeek, die alles gezien heeft, biedt de oude man aan de drie jongelui op te sporen. Eerst wantrouwt de grijsaard hem, maar tenslotte neemt hij Tjeerds aanbod aan. Tjeerd neemt de grijsaard, die Kees blijkt te heten, mee naar zijn oudtante Rosa Overbeek, de juffrouw van de retirade, die mogelijk goede adviezen kan geven over de te volgen gedragslijn.



De grijsaard ontdekt dat Rosa een schoolvriendinnetje van hem is geweest. Tjeerd ziet dat hij overbodig is geworden, omdat de twee oude mensen helemaal in elkaar opgaan en de grijsaard geen belangstelling meer heeft voor het verloren geld. Mees en Panda besluiten een feest te geven van het geld waarvan ze de grijsaard beroofd hebben. Met dat doel gaan ze naar de drankwinkel van de louche Jens, die ook op zondag bereid is zaken te doen.



Terwijl 's avonds het feest in het huis van Mees en Boelie in volle gang is, de muziek dendert en glaswerk sneuvelt, komt Tjeerd Overbeek aanlopen en blijft voor het hek staan, niet goed wetend wat te beginnen. Tegen zijn zin in, wordt hij door een dronken feestganger naar binnen geloodst. Etta, die stomdronken is, maakt een scène met haar man en laat zich door Boelie naar een bed op de zolderkamer leiden. Panda wordt door Jens in zijn auto naar huis gebracht. Mees kijkt toe hoe een jongen, een paraplu als valscherm gebruikend, uit het zolderraam de tuin in springt en statig naar beneden zweeft. Op dat moment voelt Mees een ongekend gevoel van geluk door zijn lichaam stromen.



Breekpunt

Het breekpunt van dit verhaal is het moment waarop het feest is. Alles en iedereen is hier bij elkaar, en iedereen is gelukkig. Vooral Mees.



Dieptepunt

Kees wordt berooft van zijn 200 gulden die hij in z'n schoenen bewaart.



Hoogtepunt

Het moment dat Mees panda heeft veroverd (wanneer ze dus samen naar bed zijn geweest).



Geleding

Het verhaal is opgebouwd uit 17 genummerde hoofdstukken, waarin het verloop van één zomerse zondag in Amsterdam wordt beschreven. De eerste 5 hoofdstukken gaan over Panda, Boelie en Mees. Hierna splitst het zich op in "aparte verhalen". In het laatste hoofdstuk komt alles weer bij elkaar.



Slot

Dit boek heeft een zeer open einde. Het boek beschrijft namelijk maar één dag, uit het leven van diverse mensen. De lezer weet niet hoe het nou verder zal gaan met de personages. Dit boek heeft niet echt een "plot" met een begin, middenstuk en een slot.



Thema

Het leven van jonge mensen uit de jaren vijftig. Het boek laat zien hoe het leven van vier jonge mensen eruit ziet. Het leven stelt zonder drugs en seks niets meer voor, drugs en seks versterken de fantasie. In dit boek zie je dat er meerder liefdesrelaties ontstaan, maar dit is niet echt liefde, het gaat weer om de seks. Algemene Motieven

Liefde (Mees versiert Panda)

Overspel (Etta gaat vreemd met Boelie)

Seks (Mees gaat met Panda naar bed)

Milieuverschil (het verschil met de achterburen van Etta, waar alles ordelijk is)



Verhaalmotieven

Het park (hier speelt zich veel af)

Het huis van Mees en Boelie (hier wordt o.a. het feest gehouden)

Marihuana (dit wordt op meerdere manieren opgeschreven)



Titelverklaring

De titel is de eerste zin van het boek en komt nog een aantal keren terug in het boek. Hoewel de titel 'Het leven is vurrukkulluk' luidt, vinden de personen dat lang niet het hele boek (dat wil zeggen één dag) door. Het leven bestaat voornamelijk uit 'one-night-stands' en iedereen is doodsbang om voor altijd aan de ander vast te zitten. Iedereen probeert zo te leven dat lijkt dat het verrukkelijk is.



Motto verklaring

Dit boek beschrijft de sfeer en omgeving van een lange dag. Iedereen rommelt maar een beetje aan, en men vrijt alleen maar om de seks. Dat komt ook heel duidelijk uit het motto " Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen,

Geenszins om liefde,

maar om de sublieme Momenten en het sentiment daartussen "




Vertelstandpunt

In de hele roman is een alleswetende verteller aanwezig, die zich soms direct tot de lezer wendt ("Laten we intussen de prenten en kaarten die de wanden bekleedden eens bekijken").

Het is bijna allemaal in hij-perspectief geschreven, alleen bij de flashbacks van Mees wordt er even een Ik-perspectief gebruikt.



De tijd

Het verhaal is chronologisch verteld en speelt zich af in de jaren 50. Af en toe komt er een flashback in voor. Het boek beschrijft één dag: een Zondag van 's morgens tot 's nachts. De hoofdstukken 7, 8 en 11 zijn flashbacks die het verleden van Mees (hfdst. 7 & 8) en Etta Zoon (hfdst. 11) behandelen.



Ruimte

Het boek speelt zich af in één stad, op verschillende locaties, nl. het park, het openbaar toilet, het huis van Mees en Boelie, het huis van Etta en Ernst-Jan, het huis van de buren van Etta en Ernst-Jan en de drankwinkel van Jens.



Verhaalfiguren

Round Characters:

Mees, een 25-jarige Jazz pianist. Hij woonde met zijn moeder aan een gracht. Later heeft hij bij zijn grootmoeder en oom gewoond. De tweede vrouw van zijn vader bracht hem naar de bus. Ze gaf hem een brief en 'Mens Erger Je Niet' mee. Toen hij ouder was, was hij bijna nooit in zijn eigen 'voor duur geld gehuurde kamer'. Hij speelde toentertijd als pianist in Billy's Bar. Hij had toen een verhouding met de vrouw van een vriend van hem. Hij had nooit veel succes bij vrouwen. De meeste vrouwen gingen weg.

Etta, de dochter van een rijke bankier. Hij was er op tegen dat Etta met de journalist Ernst-Jan zou trouwen, maar ze trouwden toch. Later heeft ze spijt ervan. Zij vergezelde haar vader naar de feestjes die ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders geven. Haar moeder was aan de drank. Toen Etta een keer met haar vader bij een feest bij de buren, een minister, was, stond haar moeder op het balkon en gooide een whisky glas naar beneden.



Flat Characters

Boelie: een vriend van Mees, die ook bij Mees in huis woont. Hij is dichter. Hij is vaak onzeker over hoe hij dingen zal aanpakken, zodat hij vaak in onvrede is met zichzelf.

Panda: een 15-jarig meisje dat Mees en Boelie ontmoeten tijdens een wandeling het stadspark. Beide mannen zijn op slag verliefd op haar, maar zij voelt meer voor Mees. Zij heeft een geheel eigen kijk op het leven. Ze vindt o.a. dat je je ouders niet teveel moet helpen, omdat ze anders gaan ze op je rekenen.

Tjeerd Overbeek, het neefje van Mevr. Rosa Overbeek. Wil graag mensen helpen, maar is 'bang' voor leeftijdgenoten (hij loopt weg als hij tegen iemand aanloopt of als er een groep jongeren aankomt lopen.

Rosa Overbeek: de tante van Tjeerd Overbeek. Zij houdt toezicht op een openbaar toilet. Panda krijgt ruzie met haar als ze het niet eens is met de inrichting van het vertrek. Zij is een oud schoolvriendinnetje van Kees, de grijsaard. Ze is erg gelukkig als Tjeerd met de oude man komt.

Kees (de grijsaard): en oude man die 's morgens met Mees, Boelie en Panda mee wilde lopen. De drie jongelui waren daar niet van gediend, sloegen hem neer en beroofden hem van 200 gulden. Tjeerd Overbeek, die dit zag, wil de man helpen. Eerst wil Kees niet, maar later geeft hij toe. Als Tjeerd met hem naar zijn tante Rosa gaat, blijken de twee oude schoolvrienden te zijn en vergeten ze alles en iedereen om hen heen.



Auteur/literatuurgeschiedenis

Auteur

Remco Campert, zoon van de dichter en prozaschrijver Jan Campert en de actrice Joeckie Broedelet, was redacteur en medeoprichter van enkele literaire tijdschriften. Als een dichter debuteerde hij in 1951 met de bundel Vogels vliegen toch. Zijn eerste roman, Het leven is vurrukkulluk, verscheen in 1961. Latere romans zijn Liefdes schijnbewegingen (1963), Het ganstermeisje (1966 verfilmd door Frans weisz) en Tjeempie! (1968). Tussendoor publiceerde Campert verhalen, gedichten en kinderboeken. Zijn cursiefjes en columns zijn onder andere verzameld in de bundels Tot ziens(1986) en Het bijzettafeltje (1993). In 1985 schreef hij het boekenweekgeschenk Somberman's actie. In 1990 verschenen zowel de verhalenbundel Graag gedaan, als de vertelling Gouden dagen.



Stroming en Genre

Het verhaal is een experimentele roman; een soort strip in woorden, de eerste Nederlandse pop-roman: figuratief, realistisch, zich afspelend in een steedse atmosfeer en volkomen ontraditioneel.

Als dichter hoort Campert bij de Vijftigers, en gaat dan ook in de jaren zestig zijn eigen gang. Engagement, sarcastische humor en het beeldend element nemen een belangrijke plaats in.

Ook in zijn romans komen deze kenmerken naar voren.



Kenmerkend taalgebruik

Er zaten grappige elementen in het boek. Namelijk, dat Tjeerd heel erg stijf praat, zoals in boeken, terwijl Panda juist heel erg normaal praat, en alles is opgeschreven zoals men het ook uitspreekt. Enkele voorbeelden: vurrukkulluk (=titel), tsjoe-win-k'um (=engels voor kauwgum), 'kep zin in nijslolly (=ik heb zin in een ijslolly), Slip-Slup. Slep-slap. Sliep-Sloep. (=ijslolly eten), Marry-you-Anna (=marihuana), giegullun, Marie-Johanna.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen