Boekverslag : Frederik Van Eeden - Van De Koele Meren Des Doods
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1894 woorden.

Inhoud: Er worden veel gevoelens en emoties vertelt en daardoor leef je erg met Hetty, de hoofdpersoon mee.



Samenvatting:

Hedwig Marga de Fontayne wordt geboren op 18 maart 1856. Ze heeft 2 broers en 2 zussen. Ze wordt geboren in een rijk gezin. Ze woont in een mooi huis en ´s zomers gaan ze naar het landgoed Merwestee, daar beleeft ze de mooiste tijden van har leven.

In het huis is een marmeren hart en als Hedwig zich verdrietig voelt gaat ze daarop liggen. Hedwig had soms het idee dat ze meer van haar vader hield dan van haar moeder. Ze vond de geur van zijn kleren erg prettig.

Verjaardagen werden gevierd op Merwestee. Op de verjaardag van haar moeder bijt ze een keer in een boom, wat haar een raar gevoel gaf. Ze zou dit nooit vergeten.

In 1869 wordt Hedwig ziek, ze krijgt onderlijftyfus. Haar moeder kreeg het ook, en die overlijdt er aan in mei 1869. Vanaf dat moment spelen leven en dood een belangrijke rol in het leven van Hedwig.

Ze kon dagenlang bij het graf van haar moeder liggen huilen. Haar vader nam een juffrouw in huis om voor de kinderen te zorgen. Ze wilde Hedwig redden door hard tegen haar te zijn, maar dat werkte juist andersom.

De volgende zomer ging ze naar haar nicht Hella, toen ze terug kwam voelde ze zich al een stuk beter. Op een avond dat Hedwig weer naar een feest zou gaan, werd de hond ingespoten zodat hij uit zijn lijden zou worden verlost. De hond wilde dit niet en zocht troost bij Hedwig. De hond jankte en de juffrouw kwam binnen, ze dacht dat Hedwig de hond had geslagen, en sloeg toen Hedwig. Met een bloedneus ging ze naar haar kamertje. Ze zag toen het touw van het raampje en wist zeker dat ze dood wilde. Ze klom op een tafeltje, bond het touw om haar nek en schopte het tafeltje weg. Ze viel, maar het raampje brak. Dit was haar eerste zelfmoordpoging, november 1871.

Hedwig gaat de eerst volgende zomer weer naar Merwestee en ontmoet daar op het kerkhof Johan. Een jaar later werden ze verliefd op elkaar en op een morgen kuste zij elkaar. Dit maakte de dagen voor Hedwig lichter.

Die zomer ging ze ook weer naar nicht Hella. Na een paar dagen werd neef Henri verliefd op haar. Toen ze alleen waren kuste hij haar en gaf haar een gouden ringetje. Als ze dan meerderjarig was zouden ze gaan trouwen. Weer thuis schreef ze een briefje aan Henri waarin ze zei dat ze het ringetje niet kon blijven dragen.

Hedwig ging een dagboek bijhouden omdat haar vriendin Leonora dat ook deed. Ze schreef alleen maar goede dingen in het dagboek.

Hedwig was nu 17 en zag Johan op een feest. Die week zag ze hem nog 2 keer en vond dat hij er slecht uitzag. Ze vroeg wat er was en hij vertelde dat zijn zus erg ziek was. Hedwig ging een paar keer bij zijn zus op bezoek en was ook bij de dood van het meisje in april 1873.

Als Hedwig naar huis ging moest ze altijd door een steeg waar een kroeg zat. Op een keer kwam er iemand naar buiten toen ze langs liep, ze ging harder lopen, maar de voetstappen bleven haar achtervolgen. Toen ze thuis kwam begon ze te gillen, want de man probeerde met een sleutel de deur open te maken en toen herkenden ze pas haar vader.

Hedwig praatte veel met Johan, maar toch kwam het tot een breuk. Op een studentenfeest zag Hedwig jonge mannen die dronken waren. Ze kon dit niet aanzien en verlangde naar een koele, donkere dood, als verlossing.

In die dagen maakte ze ook kennis met Gerard, haar aanstaande man. Hij was een notariszoon.

Gerard zag Hedwig als zijn engel. Hedwig vond het fijn dat hij rein was, het onreine verafschuwde en nooit over het lijfelijke geslachtsleven praatte.

Ze verloofde zich en kochten samen een huis. Op een dag liepen ze door de stad en kwamen Johan tegen. Hedwig vertelde hem dat zij en Gerard verloofd waren. Een paar dagen later ontving ze een brief van Johan waarin stond dat ze een hoer was. Daarna kreeg ze nog 2 brieven van hem.

In een boekhandel zag Hedwig een tekening van Johan. Het was een tekening van een sfinx, waarin hij liet zien hoe hij over haar dacht.

In juni 1876 trouwde Hedwig. Van de feesten kon ze niet echt genieten, want er gebeurde niet wat ze zich van het huwelijk had voorgesteld.

In augustus 1876 wilde Johan nog een keer met haar spreken op de plak waar ze al eerder met elkaar hadden gesproken. Hij lag in het gras en ze dacht dat hij sliep. Op een gegeven moment zag ze een donkere plek die steeds groter werd, hij had zelfmoord gepleegt. In zijn handen had hij een blaadje waarop stond: “Nu heb je dan je zin”. Johan werd begraven op hetzelfde kerkhof als waar haar moeder lag.

Hedwig wilde nu ook zelfmoord plegen met een pistool, maar ze wist niet hoe ze aan een pistool moest komen. Gerard heeft het uiteindelijk uit haar hoofd gepraat.

Hedwig ging weer naar Merwestee. Ze ging daar haar buurvrouw, mevrouw Harmsen, helpen want die had pas een baby gekregen. Hedwig kwam tot de conclusie dat vrede in haarzelf zat.

In augustus 1877 ging ze zich steeds rotter voelen. Ze zocht dingen die haar kwelde. Gerard haalde de dokter maar die kon haar niet helpen. Toen ging ze naar een instituut waar ze koude stortbaden kreeg en een eiwitdieet. Ze knapt hiervan op maar naar een half jaar is ze weer terug bij af.

Ze komt dan bij een dokter die haar helpt met elektriciteit. Deze dokter kust haar, waardoor ze de behandeling nooit af maakt.

Hedwig gaat naar Leo, want haar man is dokter. Deze gaf als raad dat ze een lange tijd van haar man moest leven. Ze ging naar zee en Gerard zou elke zondag langs komen. Op een dag hoort ze pianospelen, het was Ritsaart die haar vroeger had geleerd om muziek te vertalen.

De eerste keer dat Gerard kwam, ontving ze hem hartelijk en vertelde van Ritsaart. Gerard herinnerde haar aan Johan en ze voelde zich direct weer ongelukkig. Ritsaart kwam weer en speelde piano voor haar. Hij wilde nooit meer weg bij Hedwig.

Ritsaart en gerard ontmoetten elkaar en konden het goed vinden. Hedwig ging weer naar huis en vertelde Gerard dat ze meer van ritsaart hield dan van hem.

Hedwig voelde zich ongelukkig, omdat ze Ritsaart niet meer zag. Ritsaart stuurde een briefje met de vraag of ze langs wilde komen. Hij woonde bij een vriend, Joob, die ernstig ziek was. Hedwig leerde hem kennen en hij vertelde haar hoe hij dacht over net leven en de dood.

Op een avond dacht Ritsaart dat hij haar mocht beminnen, wat niet zo was en ze wou geen vrienden meer zijn. Later maakte ze het weer goed. Gerard ging weg met zijn vader en Ritsaart kwam direct langs bij Hedwig. Ze wil een keus maken tussen Gerard en Ritsaart. Ze kiest voor Gerard. Hij zegt dat Ritsaart en zij best vrienden mogen blijven, maar zij kon dat niet aan.

Hedwig zei dat ze met Ritsaart was getrouwd. Gerard wou hem vermoorden, maar deed dit toch niet.

Hedwig ging naar boven om te baden. Gerard ging naar boven omdat hij niks hoorde en het licht was uit. Hij sloeg de ruit in en rook ontsnapt gas. Hij zag dat Hedwig ook had geprobeerd haar polsen door te snijden. Ritsaart stond voor de deur en kwam Gerard helpen. Gerard ging weg en vroeg of Ritsaart en Hedwig binnen 3 dagen konden vertrekken. Dit kon niet want Hedwig mocht niet reizen.

Dit was in september 1879.

Ritsaart en Hedwig vertrokken in oktober naar Engeland. Ritsaart moest daar spelen voor het koninklijk huis. Daar leerde Hedwig Lady Clara kennen. Ze vertelde haar verleden aan haar, omdat ze dacht dat ze haar kon vertrouwen. Hierdoor werden ze weggestuurd van het paleis.

Nu huurde ze een huisje aan de zuidkust. Hedwig was in verwachting. Doordat ze door haar zwangerschap steeds prikkelbaarder werd ging Ritsaart steeds minder van haar houden. Hij bleef ook steeds langer weg voor zijn werk.in maart 1880 werd Charlotte geboren, na 23 dagen overleed ze. Hedwig kreeg dromen over een man met 1 oog, maar wist niet wat dat betekende.

Hedwig ging op reis en deed het kind in een koffertje. Vanaf dat moment wordt ze gek. Ze gaat met een rijtuig naar het station van Londen en ziet daar een man met 1 oog. Ze gaat met hem mee en hij neemt haar mee naar een slechte buurt. De man is uit op het koffertje. Hij neemt haar mee op de boot naar Frankrijk. Hij koopt daar een ticket naar Parijs en gaat ervandoor met het koffertje. Hedwig neemt de trein naar Parijs en wordt daar opgewacht, want ze waren daar gewaarschuwd voor een geesteszieke.



Hedwig gaat naar een gesticht. Na 6 weken is ze beter, maar ze moet nog wel blijven. Ritsaart is op zoek naar haar, maar het spoor loopt dood.

Toen ze genezen was, ging ze bij de dokter wonen, maar dit duurde niet lang. De dokter gaf haar morfine en hieraan raakte ze verslaafd. De dokter zette haar uit huis en ze ging bij een magazijn wonen en werken. Hedwig probeerde af te kicken. Omdat ze de huur niet kon betalen werd ze op straat gezet. Ze gaat weer een dagboek bijhouden. Op een dag valt ze flauw en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Ze ontmoet daar zuster Paula, zij brengt Hedwig er weer bovenop door te vertellen over god en de dood. Dit is begin 1881.

In mei 1881 is Hedwig genezen en wil ze terug naar Nederland. Op het postkantoor ontmoet ze de neef van Johan, hij meent dat haar vader dood is. Ze schrijft een brief naar Gerard, omdat ze hem terug wilt en geld nodig heeft voor de reis. Hij stuurt een brief terug, waarin staat dat hij haar nooit meer wil zien en er zit een 1000,- bij.

Ze gaat terug naar Nederland en gaat bij de familie Harmsen wonen. Ze is daar gelukkig en de familie is ook blij met haar. Joob sterft 2 jaar naar haar terugkomst. In november 1888 overlijdt Hedwig. Ze wordt begraven bij haar moeder en vriendje Johan.



Schrijfstijl:

Vrij moeilijk, omdat het boek in 1900 is geschreven.



Ruimte: Nederland, Engeland en Frankrijk.



Personages:

Hedwig: een meisje dat dood wil en hoe ze de dood vindt. Je leert haar gevoelens heel goed kennen.

Johan: Hedwig´s beste vriendje op Merwestee. Hij hield veel van haar, maar gaat toch steeds meer wrok tegen haar koesteren.

Gerard: de eerste liefde van Hedwig, met hem trouwde ze.

Ritsaart: was pianist. Ze werd verliefd op hem en kreeg een kind van hem.

Moeder van Hedwig: was een zeer goed persoon. Ze overlijdt al in het begin van het boek.

Vader van Hedwig: hij is in het begin erg aardig, maar gaat Hedwig steeds meer pijn doen.

Zuster Paula: is een hele grote steun voor Hedwig als ze in het ziekenhuis ligt.



Vertelwijze: alles wordt vanuit Hedwig verteld en je leest ook stukjes uit haar dagboek.



Thema: hoe een vrouw geluk probeert te vinden in de dood.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen