Boekverslag : Christia Laird - De Schaduw Van De Muur'
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3510 woorden.

Samenvatting 'De schaduw van de muur' geschreven door Christia Laird

Hoofdstuk 1

Misha was onderweg naar het weeshuis van dokter Korczak. Hij was bij zijn moeder op bezoek geweest die in een ander deel van het getto in Warschau woonde. Ineens hoorde hij het bekende geluid van marcherende voeten. Snel drukte hij zich tegen de muur en bleef in de schaduw wachten. Het waren vier SS-ers en twee Poolse politiemannen. Ze stopten voor een huis. De Poolse politiemannen liepen het huis binnen en kwamen even later weer naar buiten. Ze sleurden bakker Bergson en zijn zoon mee. De twee mannen werden met hun neus tegen de buitenmuur van het getto gezet en ze moesten de handen omhoog doen. Hun kleren werden doorzocht door de Poolse politiemannen en dan kregen die het bevel van de SS-ers dat ze aan de kant moesten gaan. Een geweersalvo klonk en voor Misha zich realiseerde wat er gebeurde zakten de bakker en zijn zoon in elkaar. De marcherende voeten gingen weer weg... Snel ging Misha naar het weeshuis, helemaal geschokt.

Hoofdstuk 2

Misha was laat thuis gekomen van zijn bezoek aan zijn moeder. Hij liep naar de grote slaapzaal op de eerste verdieping. Daar sliep zijn zusje Rachel. Ze was nog wakker en wilde meteen weten waarom hij zo laat thuis was. Misha zei maar snel dat er niks bijzonders was. Misha las zijn zusje nog een verhaal voor en ging daarna naar zijn eigen slaapzaal. Viktor vroeg of het hem ook nog gelukt was om de twee leren riemen van Misha's vader te ruilen. Nee, Misha schudde zijn hoofd. De contactpersoon buiten het getto was niet komen opdagen.

Hoofdstuk 3

Op een sabbat ergens in april was Misha weer bij zijn moeder. Mevrouw Edelman voelde zich weer wat beter en zo konden ze aan tafel eten. Dokter Korczak bracht Rachel en de kleine Eli (Elena) ook nog. Terwijl de kinderen bij de buren speelden, hadden dokter Korczak en mevrouw Edelman een gesprek over het smokkelen van Misha en over hoe het met de mensen in het getto zou aflopen. Mevrouw Edelman geloofde niet dat de joodse mensen vermoord zouden worden in een kamp. De dokter probeerde haar een beetje gerust te stellen, maar zelf vertrouwde hij de zaak nog niet half.

Hoofdstuk 4

Misha ruilde allemaal waardevolle bezittingen tegen voedsel voor zijn moeder. De plaats waar hij dat deed was de muur van het kerkhof. Het was daar betrekkelijk veilig om te smokkelen, omdat je je daar achter veel karren en grafstenen kon verbergen. Maar degene aan de andere kant van de muur met wie hij ruilde was niet meer komen opdagen. En toch moest Misha voedsel voor zijn moeder hebben en dus buiten het getto een nieuwe contactpersoon zoeken. En dat was zéér gevaarlijk als je gesnapt werd. Door de poort glippen was ook niet niks. Misha had wel ervaring, omdat hij dat wel eens eerder had gedaan. Samen met Viktor ging hij naar de poort om te kijken of je er makkelijk kon ontsnappen. Een SS-er bij de poort trok het gehoorapparaat van het hoofd van een oude man. Hij smeet het op de grond en verbrijzelde het onder zijn hak. Ook gooiden twee SS-ers een glanzende appel over terwijl er magere jongetjes de appel probeerde te pakken. Dat lukte niet en de SS-ers hadden de grootste pret. Ze staakten met hun spel toen de deuren van de poort open gingen en ze joegen de jongetjes met hun geweerkolven weg. Ook joodse politiemannen deden mee! Misha en Viktor hadden genoeg gezien. Ze draaiden zich om en liepen terug naar het weeshuis. Het wrede spelletje met de appels begon weer... Viktor kende de moeder van één van de joodse wachtposten, die moeder was heel aardig. Hij dacht dat die wachtpost hen wel kon helpen om door de poort te komen. Misha geloofde er niets van. Die man had immers toch zelf om het hardst mee gedaan met het spelletje met de appels?

Hoofdstuk 5

De geschiedenisles drong niet echt tot Misha door. Hij dacht na over Viktors plan.

Na het middageten ging Misha naar zijn slaapzaal op de derde verdieping. Het was zijn taak om de inzendingen voor de wekelijkse opstelwedstrijd na te kijken. Viktor kwam zijn excuses aanbieden omdat hij gisteravond had gevraagd of Misha nu niet meer durfde. Toen Viktor hem hielp met de opstellen vroeg Misha of ze het morgen zouden proberen om door de poort naar buiten te gaan. Viktor wou dat maar al te graag.

De volgende dag liepen Misha en Viktor door de straten naar de poort. Dezelfde politiemannen stonden weer op wacht. De werkploeg werd gecontroleerd en op dat moment liep Viktor naar zijn "kennis". De politieman luisterde naar hem en toen... klonk er een brul. Viktor had een trap gekregen van de politieman en lag nu op op straat. De bril van Viktor lag een eindje verderop en toen Misha die wilde pakken hield de politieman zijn voet boven de bril. Toen Misha hem vroeg of hij alstublieft de bril weer mocht trok de politieman de voet weer in. Toen Misha weer overeind kwam gaf de vent hem een keiharde trap tegen zijn rechterdij. De twee jongens liepen zo kalm mogelijk weer weg. Viktor ondekte dat er een barst in het glas zat. De dokter kwam hen tegen en wou weten waarom ze er zo bij liepen. Eerst verzonnen ze een smoes, maar dat hielp niet. Viktor stamelde wat, maar dokter Korczak duwde hen allebei een pak in de handen. In het ene pak zaten twee hammen van elk drie kilo!

Hoofdstuk 6

's Middags vroeg de dokter of Misha even mee kon komen naar zijn kamer. Hij onderzocht Misha's been en hij wou weten wat er 's ochtends gebeurd was. Toen hadden ze een gesprek over het smokkelen en de dokter vertelde dat alle smokkelaars buiten het getto, ook kinderen, ter plaatse dood zouden worden geschoten als ze betrapt werden.

Die middag ging Misha naar zijn moeder paar plakken ham. Eigenlijk wou zijn moeder het niet aannemen, maar Misha zei dat ze het wel móest aannemen, want anders zou de dokter zich beledigd voelen. Voor zijn moeder maakte Misha een lekker "feestmaal" klaar en toen hij weer weg ging kwam mevrouw Stein, de buurvrouw, op hem af. Ze bood aan dat ze de lakens van zijn moeder wel wou wassen. Dat was een grote opluchting voor hem. Mevrouw Edelman was er zelf véél te zwak voor.

Hoofdstuk 7

Viktor en Misha maakten plannen om buiten het getto te komen. Misha besloot alleen te gaan, want Viktors bril was gaan splinteren rond de barst en de dokter vond dat hij hem dan maar beter niet op kon doen. En zonder bril zag Viktor niks.

Misha kon zo door de poort in de Twardastraat naar buiten glippen, want de politiemannen hadden het te druk met de vrachtauto waarop de mensen van de werkploeg zaten. Bijna vergat hij zijn gele armband af te doen die betekende dat je joods was. Hij liep naar de straat waar vroegere vrienden van hem woonden die hem wel zouden helpen. Alleen was er één probleem. De deuren dicht getimmerd, ze woonden er niet meer... Dus ging hij maar zitten bedelen naast andere kinderen. Toen hij al paar mooie appels had, kwamen er oudere jongens aan. Die eisten de appels op. De jongste kinderen gaven het gehoorzaam, de oudere jongens gaven maar een deel. Toen Misha aan de beurt was herkende de jongen hem en Misha de jongen ook. Hij was altijd al een leider geweest bij het treiteren en pesten van joden. Misha liet de appels vallen en ging er snel van door. De jongens renden hem achterna. In een steegje verstopte Misha zich achter een paar grote vuilnisemmers. De jongens renden aan hem voorbij, maar voor de zekerheid bleef hij daar nog drie uur (!!) zitten. Bij een groentenwinkel ruilde hij nog groente en fruit tegen de zilveren manchetknopen van zijn vader. Achteraf kreeg hij daar spijt van, omdat hij er niet zoveel voor had gekregen. Op een klok zag hij dat het nog maar net twee uur was geweest. Hij had nog vier uur voor de boeg voordat hij met de werkploeg weer mee naar binnen kon.

Hoofdstuk 8

Misha wist niet wat hij nu nog moest doen. Ineens kwam het in hem op dat hij nog een Jan kende met zijn vader. Jan had vroeger bij zijn vader gewerkt. Vaag wist hij zich te herinneren waar ze woonden. Maar hij had het goed. Hij moest paar keer kloppen voordat er open gedaan werd door de vader van Jan. De oude man herkende hem meteen. Misha stapte naar binnen en de man schoof snel de grendels voor de deur. Misha werd meegenomen naar de keuken en vertelde hoe het bij hun ging. Toen hij naar Jan vroeg vertelde de oude man dat ze hem meegenomen hebben naar Duitsland. Misha kreeg avondeten en voor het eerst sinds tijden had Misha weer eens een volle maag. Na de maaltijd moest hij weer weg, want hij moest wel voor zes uur terug zijn bij de poort als hij nog naar binnen wilde met de werkploeg. Ze namen afscheid en Misha liep naar de poort. Toen de vrachtauto's eraan kwamen snelde Misha op de voorste af. Hij stak zijn hand uit en werd door bereidwillige handen omhoog getrokken. Gelukkig werd de tweede vrachtauto gecontroleerd en niet de eerste. Ze werden uitgeladen en Misha was veilig door de poort gekomen. Hij keek nog een keer om en zag toen dat een kleine smokkelaar van een jaar of zeven gesnapt werd en dat de politiemannen hem zijn sinaasappels afpakte. Ze joegen hem weg en ze sloegen hem met hun geweerkolven. Het bloed stroomde over zijn gezicht...

Hoofdstuk 9

Er was niemand in het weeshuis te vinden toen Misha binnenkwam. De kinderen waren aan het oefenen voor de voorstelling die over een tijdje gehouden zou worden. Ze hoopten zo een beetje geld te krijgen. Even later kwam Viktor al op hem afrennen. Meteen moest Misha natuurlijk vertellen hoe het was gegaan, daar kwam hij niet onderuit.

Misha had weer een probleem. Zijn moeder had waarschijnlijk niet lang meer te leven en daarom wilde Misha aan de ene kant het liefst zijn laatste bezittingen ruilen om haar laatste weken toch nog zo prettig mogelijk te maken. Maar aan de andere kant wilde hij niet weg zijn als ze stierf of haar ongerust maken door buiten het getto te zijn. Maar toen gebeurde er iets anders. Elena zou buiten het getto worden gesmokkeld en opgroeien bij een niet-joodse Poolse familie. Misha en Sabina zouden Elena naar de Kozlasteeg brengen. Daar stonden huizen die met hun "kont" in de Kozlasteeg stonden en met hun "hoofd" buiten het getto reikten. Voor de ramen van die huizen zaten tralies die het smokkelen moesten voorkomen. Want in de Kozlasteeg werd heel veel gesmokkeld, ook overdag. Bij één van de ramen van een huis zouden de tralies verwijderd worden. Die mensen zouden een bak aan een touw naar beneden laten zakken en daar zouden ze de kleine Eli inleggen. Die mensen zouden er dan voor zorgen dat Elena bij die niet-joodse Poolse familie kwam.

Hoofdstuk 10

Op woensdag 10 juni zou Eli weg gebracht worden. Mevrouw Stefa was al allerlei kleertjes voor haar aan het inpakken. Maandag waren Rachel, Misha en Eli bij hun moeder op bezoek geweest. Mevrouw Edelman had zich met moeite in kunnen houden, om maar niet te huilen. Haar moeder had Eli een medaillon omgedaan met daarin twee foto's; één van hun overleden vader en één van haarzelf. Zelfs toen ze weggingen huilde moeder niet.

Woensdagochtend om half elf vertrokken Sabina en Misha. Het was de bedoeling dat om half twaalf Elena omhoog werd getakeld. Toen ze na een lange wandeltocht bij de steeg aankwamen moest Zelig de Klauw zijn geld hebben. Als je hem geen geld gaf kwam je de steeg niet in en dan werd je tegen de grond geslagen met zijn "klauw". Gelukkig wist de dokter dat Zelig de Klauw er stond en had de twee kinderen vijftig zloty meegegeven. In de steeg was het een drukte van belang. Allemaal mensen die iets probeerden te ruilen. Sabina en Misha gingen maar wachten voor het huis waar Eli omhoog getakeld zou worden. En na een tijdje wachten gingen de tralies voor het raam weg en er kwam een bak naar beneden. De kinderen zagen alleen twee handen en een schim. In paar seconden was de bak beneden en snel werd Elena er met haar bagage ingelegd. Eli werd omhoog getrokken, de tralies gingen weer voor het raam en het raam ging weer dicht. Ineens gingen alle mensen gewoon staan praten en de tafeltjes met etenswaar werden snel naar binnen gebracht. Misha meende dat hij het gevreesde woord 'Gestapo' hoorde fluisteren en hij trok Sabina een portiek binnen tegenover "hun" huis. Na een tijdje wachten gebeurde er niks, vals alarm. Ze gingen de steeg weer uit. De dokter wachtte voor het distributiekantoor en liep met hen mee naar het weeshuis.

Hoofdstuk 11

De dokter vond dat het niet meer vertrouwd was voor Misha als hij naar zijn moeder ging. Hij was dan lang onderweg en op straat werd het steeds gevaarlijker. De dokter vond een andere woning in de Panskastraat voor moeder Edelman. Stash en Sami maakten een fietstaxi waarin moeder vervoerd kon worden. Eigenlijk was het heel gevaarlijk om met een fietstaxi te rijden. De vijand wou nog weleens zo'n fietstaxi met opzet omver rijden. Toen ze moeder op gingen halen wilde Misha haar van de trap tillen. Maar mevrouw Edelman moest en zou het huis lopend verlaten. De buren namen afscheid en zwaaiden hen uit. Toen ze op weg waren zagen ze dat een andere fietstaxi vlak voor hun omver was gereden door een pantserwagen met vier SS-ers erin. De jonge man die op de fietstaxi had gezeten lag klem onder de fiets. Snel schoot Stash een andere straat in. Terwijl ze daar wachten hoorden ze twee pistoolschoten. De man was dood. De pantserwagen reed verder en Stash ook. Leon Bauer, van wie de kamer was waar mevrouw Edelman kwam wonen, verwelkomde hun hartelijk.

Paar dagen later was mevrouw Edelman jarig. Rachel had geraniums gestekt voor moeder en Misha had tekeningen gemaakt van Rachel en Eli. Sami, Viktor en Genia gingen ook mee. Genia droeg de tekeningen. Er rende een straatrover voorbij die de tekeningen stal. Sami en Misha renden er achter aan, maar het was tevergeefs. Moeder vond het wel jammer, maar ze zei dat het om het idee gaat en niet om het cadeau.

Hoofdstuk 12

Als je veertien werd was het de gewoonte in het weeshuis dat je werk ging zoeken of dat je bij familie zou gaan wonen. Misha werd binnenkort veertien en hij wist niemand waar hij bij zou kunnen wonen. Van dokter Korczak hoefde hij niet weg, maar hij wou het wel. Hij kwam weleens bij Leon en daar ontmoette hij ook andere mannen die samen tegen de vijand wouden vechtten. Toen mevrouw Edelman in coma raakte, was Leon het die dat vertellen kwam. Misha en Rachel gingen naar haar toe, maar ze reageerde niet op hen. Ze maakte enkel een rochelend geluid. Hulpeloos keek Misha de dokter aan, maar die kon niks doen. En toen Misha weer naar het bed keek hield het rochelende geluid op. Ook hun moeder was nu dood.

De wachtposten bij het kerkhof werden omgekocht en zo konden Misha en Rachel hun moeder toch nog een behoorlijke begrafenis geven. Leon was ook op de begrafenis en op de terugweg zei hij dat hun huis altijd open was voor Misha. Misha dacht dat hij dan misschien wel bij Leon kon gaan wonen, maar hij wou Rachel niet in de steek laten. Een week nadat Leon aangeboden had om bij hen te komen wonen ging hij naar Leon toe. Toen hij voor de deur stond hoorde hij de leden van de verzetsploeg praten over dat hij wel of niet te jong zou zijn voor het werk. Misha snapte er weinig van, maar hij begreep dat ze hem ergens voor nodig hadden maar dat Leon hem te jong vond. Snel en een beetje angstig liep hij weer naar beneden.

Hoofdstuk 13

Het was zaterdag, de dag van de voorstelling. Ook Leon zou komen. Misha hoopte hem nog te kunnen spreken over wat hij gehoord had. En dat lukte. Na de voorstelling schoot Misha Leon aan. Leon werd niet boos dat Misha gehoord had waar ze het over hadden. Ze hoopten dat Misha koerier voor hen wilde worden. Dan moest hij boodschappen naar andere delen van het land brengen, dus het getto uit wat Misha al gedacht had. Misha mocht Rachel niet meenemen naar de boerderij waar hij opgeleid zal worden en waar een veilig onderkomen is voor de koeriers. Omdat ze te jong was en er joods uit zag. Misha zag er niet joods uit en dat had dus een voordeel. Hij werd uitgenodigd voor de bijeenkomst die overmorgen werd gehouden.

Misha's besluit stond vast. Hij werd koerier. Alleen wist hij niet hoe hij het Rachel moest vertellen. Op de bijeenkomst wordt hem verteld hoe alles z'n werk gaat. Tosiah is een vrouw die ook koerierster is voor de ondergrondse. Zij legt hem het meeste uit. Misha vroeg of hij over twee dagen terug mocht komen. Rachel had koorts en hij wilde nog even bij haar zijn. De anderen vonden het goed.

Hoofdstuk 14

Op de 64e verjaardag van dokter Korczak, op woensdag 22 juli, werden overal aanplakbiljetten opgehangen in het getto. Er stond op dat 'alle joden die woonachtig waren in Warschau, onafhankelijk van hun leeftijd of geslacht, op gezag van de autoriteiten voor hervestiging naar het oosten overgebracht zouden worden'. De verzamelplaats van de joden die op transport zouden worden gesteld was het ziekenhuis. De zieke kinderen werden naar het weeshuis overgebracht. Daarom besloot Misha bij Leon te gaan wonen. Dokter Korczak had de ruimte nodig. Misha kwam nog wel bijna elke dag in het weeshuis om te helpen. Eén van Misha's eerste taken voor de jeugdbeweging was aanplakbiljetten ophangen waar op stond dat 'herversting in het oosten' kamp Treblinka betekende. En Treblinka betekende de dood. Veel mensen geloofden het niet, omdat de Duitsers hen brood en jam gaven als lokaas. Op straat werd het te gevaarlijk, omdat er veel razzia's werden gehouden. Ze namen iedereen mee, ook een voorbijganger. Misha bleef 's nachts samen met Joseph, die ook bij de jongerenbeweging zat, op hoofdkwartier. Misha moest nog steeds buiten het getto komen. Paar andere leden van jeugdbeweging de DROR waren doodgeschoten toen ze het getto via de groententuin wilden verlaten. Nu was die weg dus onveilig. En de enige weg die nog een beetje betrouwbaar was was...het riool! Misha kreeg het benauwd toen hij het hoorde. Zijn vriend die ook Michal heette zat ooit eens in de kelder van zijn huis tijdens bombardementen opgesloten. Zo is die Michal levend begraven. Sindsdien is Misha er vreselijk bang voor om opgesloten te zijn. Gelukkig zijn er paar goede gidsen, o.a. Adziu die ook in het weeshuis woonde, die Misha wel door het riool konden leiden. Toen gebeurde er iets waardoor Misha besloot om toch door het riool te gaan. Op 6 augustus was er weer eens een razzia. Misha begon het al gewoon te vinden en ging door met stencils sorteren. Toen riep iemand dat dokter Korczak en de kinderen er ook bijliepen. En ja, Misha zag de dokter lopen met alle andere kinderen uit het weeshuis. De dokter voorop, mevrouw Stefa achteraan. Musik droeg fier de vlag van het weeshuis en Misha hoopte vurig dat Rachel er niet bij was. Maar ze liep er natuurlijk wel bij, helemaal achteraan.

Hoofdstuk 15

Adziu kon hem nu niet meer door het riool leiden, tenminste, dat dacht Misha. Aan het begin van de avond kwam Adziu de kamer van het hoofdkwartier van de DROR binnenlopen. Hij was de enige van alle kinderen die ontsnapt was. Die avond om tien uur spraken ze af bij een portiek voor de put van het riool waar ze doorheen zouden gaan. De tocht zou ongeveer twintig minuten duren. Voordat Leon hem naar de portiek zou brengen kwamen de leden van de DROR afscheid nemen. Bij de portiek namen ze ook afscheid en bedankte Misha Leon voor alles wat hij voor hem gedaan had. Op het teken van Adziu gingen ze de put in. De trap was vreselijk glibberig en in het riool stonk het zo erg dat ze paar keer moesten stoppen, omdat Misha moest overgeven. Ze moesten zelfs tot hun borst door het gore water waden! Na een tijd te hebben gelopen door die vreselijke onderwereld trok Adziu Misha uit de stroom en duwde hem tegen de muur. Misha klom weer een glibberige trap op en opende heel voorzichtig het deksel, hij klom de straat op en Adziu schoof het deksel weer terug. Misha liep naar de afgesproken plaats naast de spoorweg en daar kwam iemand te voorschijn. De gedaante zei fluisterde het woord 'weeshuis'. Opgelucht liep Misha de vreemdeling tegemoet.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen