Boekverslag : Boudewijn Buch - De Kleine Blonde Dood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2214 woorden. |
Titel De kleine blonde dood Titelverklaring In het verhaal sterft een klein, blond jongetje. Hij heet Micky en is de zoon van Boudewijn. Motto Er is niet echt een enkel motto aan te wijzen, wel staan er een groot aantal citaten van beroemde personen die bij het boek passen. Schrijver Boudewijn Büch Verteltijd Ongeveer 5 uur Vertelde tijd Het verhaal speelt zich af tussen 1950 en 1970. De vertelde tijd is ongeveer twintig jaar: van Boudewijns jeugd tot aan zijn 25e jaar. Aantal bladzijden 133 bladzijden. Genre Psychologische roman Personages Boudewijn: Boudewijn is de hoofdpersoon. We maken hem mee als klein jongetje en als volwassen vader. In zijn jeugd is Boudewijn een rustig jongetje die, evenals de rest van het gezin, lijdt onder de tirannie van zijn vader. Als hij tien jaar is, wordt hij opgenomen in het gekkenhuis in Brabant. Ondanks alles houdt hij van zijn vader. Boudewijn voelt zich onzeker over zijn capaciteiten als opvoeder. Hij gedraagt zich vaak onverantwoordelijk. Desondanks neemt hij later het moedige besluit om Micky in huis te halen en uiteindelijk diens leven te beëindigen. Boudewijn is een rond karakter. Vader Büch: Boudewijns vader heeft WO II overleefd en voelt zich schuldig, omdat zijn broers en zussen niet meer leven. Hij tiranniseert zijn gezin en mensen uit zijn directe omgeving. Zijn militaristische gedrag leidt tot een scheiding van zijn vrouw. Hij hertrouwt enkele malen, maar uiteindelijk pleegt hij toch zelfmoord. Eigenlijk is vader Büch een bijfiguur, maar we leren hem heel goed kennen. Hij is dus ook een rond karakter. Moeder Büch: De moeder van Boudewijn lijdt eveneens onder het gedrag van haar man. Ze probeert steeds de zaak te sussen, maar uiteindelijk wordt het huwelijk toch beëindigd. Moeder Büch is een vlak karakter, omdat ze niet zo uitgebreid beschreven wordt. Mieke: Boudewijn heeft een relatie met deze veertien jaar oudere vrouw. Ze krijgen samen een zoon, maar door haar drankprobleem kan ze hem niet zelf opvoeden. Zelfs als Micky is overleden komt ze niet naar zijn crematie. Mieke is een vlak karakter, want we leren haar niet echt goed kennen. Micky: Micky wordt geboren uit de relatie tussen Boudewijn en Mieke. Hij is een levendige en enthousiaste jongen en, evenals zijn vader, fan van Mick Jagger. Hij overlijdt op jeugdige leeftijd. Micky is een vlak karakter. Samenvatting In dit boek wisselen twee verschillende verhalen zich steeds af. Het ene verhaal gaat over de tijd dat Boudewijn nog een jongen was en het andere gaat over de tijd dat hij volwassen is en een kind heeft. Op een dag ging Boudewijn op schoolreisje met zijn klas. Ze zouden naar een speeltuin gaan in Nijmegen en daar ook een stukje over de grens gaan, maar omdat de vader van Boudewijn oorlogstrauma's heeft mag Boudewijn van zijn vader absoluut niet in Duitsland komen. Als de klas bij de grens is, vraagt de meester om niet te ver te gaan. Terwijl de andere kinderen in Duitsland waren, bleven Boudewijn en de meester staan wachten. Als Boudewijn een mooie vlinder ziet vliegen holt hij erachter aan om hem te vangen voor zijn vader, die vlinders verzamelt. Als hij hem heeft gevangen komt hij erachter dat hij verdwaalt is en misschien wel in Duitsland is. Na een kwartier lopen kwam er een jeep aan met daarin twee Duitse mannen in groene pakken. Die brachten hem naar zijn klas. Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn avontuur in Duitsland begon zijn vader hem te slaan en hij maakte de vlinder kapot. Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn vrouw of zijn kinderen als die het over de oorlog of over Duitsland hadden. De ouders van Boudewijn vonden dat Boudewijn gek werd van de problemen thuis. Dus stopten ze hem in een gekkenhuis in Brabant. Boudewijn had het er niet naar zijn zin en hij kreeg krankzinnige ideeën als het plegen van zelfmoord. Hij kreeg ook last van buikkrampen. Als hij weer thuis komt gaat hij met zijn moeder naar arts. Die concludeert dat hij direct behandeld moet worden, omdat hij buikvliesontsteking heeft. In de ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis raakt hij in een coma. Een paar weken later toen hij wakker werd kreeg hij van zijn vader mooie cadeaus, waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd hij met open armen ontvangen op zijn lagere school. Jaren later als zijn vader en moeder allang gescheiden zijn, krijgt hij een kopie van een rouwkaart thuis gestuurd. Op de omslag stond: Je vader is overleden. Boudewijns moeder had dit geschreven. De dood van zijn vader greep hem erg aan, ondanks dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes. Deze brief vind Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem had aangedaan. Later krijgt hij te horen dat de brief geschreven is vlak voor zijn zelfmoord. Boudewijn had de brief verbrand. Voordat zijn vader stierf, heeft Boudewijn hem en zijn vijfde vrouw, de achttienjarige Deense Astrid Nisgren, nog één keer bezocht. Boudewijn wilde geld voor zijn studie van zijn vader en vertelt dat een vrouw van hem in verwachting is en dat hij homoseksueel is. Astrid sloeg hem en zijn vader werd lijkbleek. Als hij weggaat krijgt hij vijfentwintig gulden van zijn vader. De vrouw die van Boudewijn in verwachting was heet Mieke. Ze was vroeger lerares van Boudewijn. Omdat ze alcoholverslaafd is, is Boudewijn samen met hun zoon Micky bij haar weggegaan. Boudewijn ging samenwonen met Fleurette en haar dochter. Boudewijn had tijdens zijn relatie met Mieke ook een relatie met Fleurette. Vlak voordat Boudewijn met twee vrienden naar Parijs zou gaan, besloot Fleurette hem te verlaten. Boudewijn vond een huis voor Micky bij Gerda, de beste vriendin van Mieke. Als Boudewijn op tweede kerstdag terug komt en Micky op gaat halen treft hij Gerda huilend aan en ze vertelt dat Micky bij Mieke was geweest en dat Micky daar van de trap was afgevallen en dat hij klinisch dood is. Boudwijn besluit samen met de dokter Micky's kunstmatige leventje stop te zetten. Toen was de kleine blonde dood, op zes jarige leeftijd. Hij stierf zes maanden nadat z'n opa was overleden. Tijd Heden en verleden lopen door elkaar heen. Het ene hoofdstuk gaat over de tijd dat Boudewijn nog een kind was en het andere gaat over de tijd dat hij zelf een zoon, Micky, heeft. Het verhaal speelt zich af tussen de jaren '50 en '70. Het verhaal is niet chronologisch en word afgewisseld met flashbacks. Het verhaal is geschreven in de verleden tijd. De vertelde tijd is ongeveer twintig jaar: van Boudewijns jeugd tot aan zijn 25e jaar. Ruimte Het verhaal speelt zich af in Boudewijns woonplaats Wassenaar, de inrichting in Brabant en het ziekenhuis waar Micky wordt behandeld. Perspectief Ik-perspectief waarbij Boudewijn zelf de ikpersoon is. Thema en motieven Wat veel voorkomt in het boek is de dood. Dit is het hoofdthema in De kleine blonde dood. Het overlijden van vader Büch en zoontje Micky speelt een grote rol in het leven van Boudewijn. De motieven die hierbij horen zijn: - oorlogstrauma's (van Boudewijns vader die de oorlog heeft meegemaakt). - zelfmoord (Boudewijn wilde zelfmoord plegen in de inrichting waar hij zat). - alcoholverslaving (Mieke is alcoholverslaafd). - homoseksualiteit (Boudewijn komt er achter dat hij homoseksueel is). De kunstenaar en zijn kunsthistorische achtergronden Boudewijn Maria Ignatius Büch wordt op 14 december 1948 geboren in Den Haag en groeit met zijn ouders en vijf broers op in Wassenaar. Boudewijn heeft een erg moeilijke jeugd en wordt onhandelbaar. Op elfjarige leeftijd wordt hij naar een psychiatrische inrichting in Brabant gestuurd. Hij ondervindt veel problemen van het slechte huwelijk van zijn ouders. Zijn vader heeft grote trauma's overgehouden aan de oorlog. Als hij in 1960 weer thuiskomt, zijn zij gescheiden. Vader Büch pleegt na enkele mislukte pogingen uiteindelijk zelfmoord. Dit alles, de dood van zijn zoon, de oorlogstrauma's en de zelfmoord van zijn vader etc., komt allemaal terug in De kleine blonde dood. Na een onafgeronde gymnasiumopleiding studeert Boudewijn Duits en Nederlands in Leiden. Hij schrijft gedichten, romans, reisverslagen en essays. In 1976 debuteert hij met de gedichtenbundel Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. In 1981 begint hij proza te schrijven en komt De blauwe salon uit. Hij krijgt landelijke bekendheid met zijn reisverslagen. Daarnaast is hij een bekend criticus, schrijft hij columns en presenteert hij zijn eigen televisieprogramma. Bekende motieven in zijn werk zijn de vroege dood van zijn zoontje, homoseksualiteit en psychiatrie. Ook is hij een grote fan van Mick Jagger. Zijn werk De kleine blonde dood (1985) wordt in 1993 succesvol verfilmd, met Antonie Kamerling in de hoofdrol. Ander werk van Büch is onder andere Dood kind (1982), Literaire omreizen: een idioticon (1983), Weerzien, een verhaal (1984), Blauw: een reisverhaal (1987), Brieven aan Mick Jagger (1988, in 1998 uitgegeven onder de titel Voorgoed verliefd) en De hel (1994). De kijker Ik vond het een heel goed boek, het is een leuk onderwerp en ik vind dat het verhaal goed is uitgewerkt. Het is makkelijk te lezen en er zitten weinig moeilijke stukken in. Je moet wel goed je aandacht bij het boek houden, omdat het totaal niet chronologisch is opgebouwd. Twee verschillende verhalen wisselen zich constant af. Ook komen ere veel flashbacks in het verhaal voor. Ook bij het grote publiek is het boek zeer goed bevallen. De verkoopcijfers waren en zijn erg hoog en het boek moest al enkele keren herdrukt worden. In de media krijgen Büchs boeken echter weinig steun. Zelden tonen de recensenten waardering voor zijn werk. Büch zelf denkt dat het komt door zijn grote bekendheid van onder andere tv-programma's. Mensen denken dan al gauw dat hij oppervlakkig wek levert. Ook de waarderingen van zijn vorige werk werkten negatief voor de beoordeling van deze roman. Omdat het boek al gedeeltelijk eerder was verschenen als Een kleine blonde dood (1982), verweten vele recensenten Büch het constant herhalen van hetzelfde verhaal. Zo zegt Matthijse van de Haagse Courant: "Er is geen schrijver aan het woord, die aan een bepaalde tragische ervaring uitdrukking geeft. In de boeken van Boudewijn Büch is een kletsmajoor aan het woord. Zo iemand, die in de kroeg altijd weer hetzelfde verhaal vertelt, maar altijd anders." Ook Willem Kuipers van de Volkskrant struikelde hierover: "Een licht bezwaar bij deze opzet is dat lezers van Büch nogal wat herhalingen voorgeschoteld krijgen. Ook over die vader van Büch, onder andere in Weerzien, al het een en ander verteld." Ondanks al deze negatieve geluiden waren er ook wel positieve dingen te noemen. Zo sprak dezelfde Matthijse over: "prachtig, dramatisch en zelfs authentieke proza" en "beeldende scènes in een met sentimentaliteit en symbolisch gekruid realisme dat me aan het werk van Jan Wolkers doet herinneren; en dat bewonder ik zeer." Wat de recensenten van Boudewijn Büch vinden zal hem een zorg zijn, als het grote publiek zijn boeken maar leest en hij kan doen waar hij zin in heeft. Hij heeft het nodig zijn ervaringen van zich af te schrijven en ik vind dat je daar niet negatief over hoeft te doen, dan stop je toch na één werk van Büch gelezen te hebben? Creatieve opdracht Beste Alex, Gisteren zijn we met de bus op schoolreisje naar Nijmegen geweest. We gingen naar de speeltuin en zouden misschien ook nog even in Duitsland mogen. Ik mocht dat niet van papa. Hij zit altijd te zeuren over de oorlog enzo. We gingen dus naar de grens en alle kinderen gingen Duitsland in om een souvenir te zoeken, maar ik moest bij de meester blijven omdat papa dat had gezegd. Toen zag ik opeens een Landkaartje, dat is een hele zeldzame vlinder die niet meer in het westen van Nederland voorkom. Ik dacht dat vader die wel graag zou willen hebben en dus probeerde ik hem met mijn blote handen te vangen. De vlinder vloog steeds verder en ik ging er achteraan. Steeds kreeg ik hem net niet te pakken, maar toen had ik hem ineens gevangen. Ik had hem in een doosje met watten gedaan en keek om me heen. Ik wist niet meer waar ik was en dacht dat ik misschien wel in Duitsland zou zijn. Ik was verdwaald. Toen kwam er plotseling een jeep aangereden met Duitsers in groene pakken. Omdat mijn vader thuis wel eens Duits sprak, kon ik de soldaten uitleggen dat ik op schoolreis was. Ze brachten me terug naar de klas. De meester was een beetje boos, maar de andere kinderen vonden het heel stoer dat ik zo'n avontuur had beleefd en ze bleven me De hele busreis vragen stellen. Toen ik weer thuis kwam liet ik vader de vlinder zien. Hij vond hem heel mooi, maar toen ik vertelde dat ik hem in Duitsland had gevangen sloeg hij me en vertrapte hij de vlinder. Ik vind vader helemaal niet meer aardig en zou het liefst uit huis gaan. Ik word helemaal gek van hem en zijn gezeur over de oorlog. Nou, ik hoop dat je me snel weer schrijft. Doei, Boudewijn |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |