Boekverslag : Simon Vestdijk - De Koperen Tuin
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 776 woorden.

Boekbespreking : “De koperen tuin” (Simon Vestdijk)





Leven van de auteur:





Simon Vestdijk (1898-1971) is geboren in Harlingen. Zijn vader was gymnastiekleraar en hij studeerde na de HBS medicijnen in Amsterdam. Hij was een tijdlang waarnemend arts en scheepsarts. Vanaf 1932 was hij uitsluitend literator en vestigde hij zich in Doorn (1939). Hij verbleef in 1942 als gijzelaar in o.a. Sint-Michielsgestel en Scheveningen. Hij had een romance met Henriëtte van Eyk (1943). Hij woonde (tot 1965) samen met zijn ex-hospita Ans Koster trouwt in 1965 met Adriana C. M. van der Hoeven. Zij kregen 2 kinderen (Dirk-Simon en Annemieke). Hij was een groot muziekkenner, was zeer belezen en geïnteresseerd in o.a. psychologie en het werk van Dostojevski en F. Kafka. Vestdijk werkte mee aan vele literaire tijdschriften en kranten (o.a. 'Forum' en 'Groot Nederland'). Hij kreeg diverse prijzen, o.a. de P.C. Hoofdprijs (1950), de C. Huygensprijs (1955) en de Prijs der Nederlandse letteren (1971). Hij werd in 1964 eredoctor in de letteren (RU Groningen). Vestdijk werd beinvloed door o.a. M. Proust, J. Joyce, F. Dostoievski, R,. M. Rilke, F. Kafka, F. Nietzsche, M. Heidegger en J. P. Sartre en beïnvloedde zelf o.a. H. Haasse, W. Brakman, D. Meijsing en M. 't Hart. Vestdijk, van wie A. Roland Holst zei dat hij sneller schreef dan God kon lezen.








Werk van de auteur:





Hij schreef: 'Anton Wachter'-reeks (8 delen, w.o. 'Terug tot lna Damman', 1934) en 'Kind tussen vier vrouwen' (1972, postuum); half-autobiografische romans. o.a. 'De koperen tuin' (1950); 'De dokter en het lichte meisje' (1951); contemporaine of psychologische romans: o.a. 'Pastorale 1943' (1949); 'De ziener' (1959); historische romans: o.a. 'lerse nachten' (1946); 'De vuuraanbidders' (1947), 'De held van Temesa' (1962); - fantastische romans: o.a. 'De kenner en de levenden' (1949); 'Bericht uit het hiernamaals' (1964). Nog enkele romans: 'De zwarte ruiter' (1940); 'De redding van Fré Bolderhey' (1948); 'Ivoren wachters' (1951); 'Het glinsterend pantser' (1956); 'Het verboden bacchanaal' (1969). Poëzie: 'Verzamelde gedichten' (3 delen, 1972). Studies en essays: o.a. 'Albert Verwey en de idee' (1940); 'De Pooise ruiter' (1946); 'De toekomst der religie' (1947); 'De glanzende kiemcel' (1950); 'Muziek in blik' (1960); 'Het wezen van de angst' (bedoeld als dissertatie, 1969). In 1972 werd de Vestdijkkring opgericht met het tijdschrift 'Vestdijkkroniek'.














Motieven:





- muziek (m.n. pianospel, de opera 'Carmen' van Bizet en de muziek van P. Wagner) (hoofdstuk 5: p.114-130)en lichamelijke reacties erop (Nol)(p.22-23)


- fatale liefde: Trix pleegt zelfmoord (p.244: afscheidsbrief Trix)


- moederbinding (Nol) (p.26)


- alcoholisme (Henri Cuperus, Nol) (Henri Cuperus sterft aan Delirium Tremens)


- zelfmoord (Trix) (p.244: afscheidsbrief)


- schuldgevoel en wanhoop/ Nol bedrinkt zich na dood moeder (p. 183-208)


- standenverschil: bijvoorbeeld tussen moeder en Ciperus (p.60)


- paradijselijke tuin: vele beschrijvingen (p. 14-26)








Thema:





- Conflict tussen verstand en gevoel








Tijd:





-Vertelde tijd: ± 18 jaar (van het 5e tot 23e levensjaar van de ik-figuur).


-Verteltijd: 272 bladzijden in 20 hoofdstukken.


-Tijdsverloop: chronologisch met prospectieve (men voorspelt dat Nol ongelukkig zal worden als hij met Trix zou beginnen (p.203))en retrospectieve elementen (men verwijst steeds terug naar de opvoering van Carmen (p.214)) met hier en daar een tijdssprong.


-Periode: begin 20ste eeuw: er is sprake van de opmars van de elekticiteit








Ruimte:





-Het stadje W. (= Weulnerdam = Leeuwarden) met o.a. de Tuin.


-Elk ruimtelijk aspect wordt tot in het fijnste detail beschreven(bijv. eerste passage in Tuin, zie p 16-17).


-De ruimtebeschrijving is zeer belangrijk om zich te kunnen inleven en om zich een beeld te kunnen vormen van de uitzichten van de tuin.











Personages:





-Nol Rieske (de ik-figuur): hij is muzikaal, fantasierijk, rationeel en emotioneel. Hij wordt aanvankelijk getiranniseerd door zijn broer Chris (die later advocaat wordt). Zijn moeder is knap en charmant; ze speelt verdienstelijk piano. Zijn vader is rechter en is van Duitse afkomst. Zijn personage evolueert van een braaf jongetje naar een dronkaard. Je weet heel veel over hem, zijn karakter kan je makkelijk afleiden uit de tekst.


-Trix Cuperus: zij speelt een belangrijke rol in zijn leven. Ze is een lang, bleek, trots meisje, dat gepest wordt met de drankzucht van haar vader, de geniale dirigent/musicus Henri Cuperus. Ze heeft diverse verhoudingen (met Mr. Vellinga, een 27-jarige ex-voetballer, ex-advocaat en hoofdredacteur van een plaatselijk blad; met de rijke bankier Caspers; met Sjoerd Stienstra en met Dijkhuizen). Ze maakt een einde aan haar leven door zich met arsenicum te vergiftigen. Zij heeft een redelijk statisch karakter in het verhaal. Toch weet je veel over haar karakter


-Henri Cuperus: hij is een miskend musicus, onverbeterlijk dronkaard. Hij heeft ook een statisch karakter.








Vertelsperspectief:





De lezer ziet het gebeuren door de ogen van de ik-verteller (Nol Rieske), die zich ook regelmatig tot de lezer richt.








Waardeoordeel:





Het boek bevat te veel gedetailleerde en oninteressante beschrijvingen, waardoor het op sommige momenten heel langdradig en saai leek.








Bronnen:


Het internet via www.ilse.nl


Het boek “De koperen tuin”

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen