Boekverslag : Jan Brokken - De Blinde Passagiers
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 8446 woorden. |
A: voorwerk: Titelbeschrijving: Auteur: Jan Brokken Boek: De blinde passagiers Uitgever/gelezen druk Atlas, Amsterdam/Antwerpen 1995, 1e druk Uiterlijke beschrijving: De blinde passagiers heeft 415 bladzijden. Het boek telt 3 delen. Het 1e deel is onderverdeeld in 9 hoofdstukken, het 2e deel is onderverdeeld in 8 hoofdstukken en het 3e deel is onderverdeeld in 8 hoofdstukken. Daarna is er nog een epiloog. Deze epiloog bevat ook nog 1 hoofdstuk. Het boek heeft geen motto’s. Op de omslag zie je, aan de voorkant, een groot vrachtschip in een haven liggen, met op de voorgrond een kade met daarop een paar mannen. Op de achterkant staat een foto van de auteur en een korte samenvatting van de inhoud. B: samenvatting: Deel 1: 1: Het ruim Twee jonge mannen uit Oost-Europa zijn als verstekeling in een trein naar de Rotterdamse haven gekomen. Ze zijn daar op zoek naar een schip dat naar Amerika vaart, zodat ze als verstekeling mee kunnen. Ze hebben zelfs al Amerikaanse namen aangenomen, ze noemen zich Humphrey en Buick. De twee klimmen aan boord van een schip. Ze vonden een plek waar ze allebei op hun zij konden liggen. Zodra het schip vertrok merkten ze dat ze op een verkeerde plaats lagen, het was er bloedheet, ze zaten te dicht bij de machinekamer. Ze zochten een andere plaats en vonden die tenslotte in het onderruim. Toen het schip een stuk gevaren had kwamen ze erachter dat ze vergeten waren water mee te nemen. Ze hadden wel voldoende drank meegenomen. Ook hadden ze biscuit, banaan en kiwi bij om te eten. De reis zo niet makkelijk worden, bleek al snel. Ze hadden veel last van de deining en ook van vlooien. Ze denken veel aan vroeger, aan Iri, een meisje met wie ze thuis veel optrokken. Ze dachten terug aan een zomerdag, waarop ze met Iri de stad uit ‘vluchtten’ om uit te rusten en te zonnen in de heuvels. Iri had hen ook op het idee gebracht een walkman mee te nemen. Daar hadden ze veel steun aan, want het was hun enige afleiding. Humphrey kwam er het eerst achter dat achterom kijken hen niet verder zou helpen. Toen ze uit hun ‘droom’ wakker werden voelden ze dat de deining weg was. Het schip lag stil. 2: De meester en de Maria Maurice Schotel was een restaurateur van schilderijen, hij was hard aan rust toe, vond hij zelf. Hij heeft toen besloten om op een schip mee te gaan. Hij was naar de Rotterdamse haven te gaan om te regelen dat hij mee kon op een schip. Hij kon mee op de Maria Reygersbergen. Maurice kon met het schip mee tot in Valparaíso aan de westkust van Zuid-Amerika. Vanaf daar zou hij met het vliegtuig terug moeten vliegen, want het schip zou in Valparaíso van bemanning wisselen. Het schip was al vertrokken, maar zou nog stoppen in Garonne in Frank-rijk. Maurice reed met de trein naar Garonne. Hij ging aan boord, en het schip vertrok nog dezelfde middag. De kapitein van het schip heette Bruining Smit. De kapitein stelde allerlei vragen aan Maurice, maar Maurice kon ze niet allemaal beantwoorden. Wel vertelde hij de kapitein dat hij naar de zee was gekomen om rust te hebben. Daarna liep hij nog wat rond op het schip, dat op een doolhof leek, en zag tot zijn verbazing een vrouw. 3: Buiten het Oosten en het Westen Buick en Humphrey waren blij, want het schip voer weer. Ze zochten een andere plek op, de oude was te vuil geworden. Ze konden nu wel op hun rug slapen, maar ze hadden nu wel last van ratten. Ze hadden geen water, daarom maakte Humphrey een plan om boven water te gaan halen. Buick was op het idee gekomen om weg te gaan, omdat hij een oproep had gekregen voor het leger. Weg betekende naar Amerika. Zonder Humphrey was Buick nooit weggegaan. Toen Humphrey lag te slapen ging Buick naar boven, water halen. Toen hij zich een beetje aan het wassen was hoorde hij voetstappen en zag daarna een man en een vrouw. Toen Buick weer beneden was gaf hij Humphrey, die nog sliep, wat water. 4: De vrouw van de roerganger Toen Maurice na de avondmaaltijd naar het dek ging zag hij daar dezelfde vrouw als de avond daarvoor. Ze heette Adriana en was de vrouw van de roerganger, Wimpie. Ze was meegekomen omdat er tegenwoordig iedere keer een vrouw van een bemanningslid mee mocht. Ze moest bij de bemanning eten en slapen, en niet bij de officieren, zoals Maurice. Dit bevalt haar slecht. Adriana was lerares Nederlands in Delft. Ze had Wimpie leren kennen kort na de breuk met haar vorige vriend. Ze vond Wimpie meteen apart. Maurice kende Wimpie van gezicht. Daarna vertelde Maurice over zichzelf, over zijn carrière als restaurateur, over het Ecole du Louvre in Parijs waar hij Judy ontmoette. Hij vertelde ook dat hij geen relatie heeft. Maurice bracht Adriana naar haar hut. 5: De Straat van de Nieuwe Wereld Humphrey kwam weer bij bewustzijn. In plaats van blij was hij boos omdat Buick alleen water was gaan halen. Humphrey ziet het allemaal sober in, want ze hebben geen afleiding meer nu de batterijen van de walkman op zijn. Buick verteld hem een verhaal over hoe het straks allemaal kan zijn in Los Angeles. Als Humphrey daarna in slaap valt gaat Buick weer naar boven. Ondertussen werd Humphrey wakker. Hij was boos op Buick omdat hij weer alleen naar boven was gegaan. Het wordt toch een beetje goed gemaakt omdat Buick 6 boterhammen bij heeft. Daarna verteld Buick dat hij vermoedt dat ze naar het zuiden varen in plaats van naar het westen. 6: Judy, Lippi en Fra Angelico Na het avondeten ging Maurice met de kapitein en Wimpie naar de brug om Madeira voorbij te zien glijden. Toen hij die avond in bed lag kwam Adriana hem uithoren, omdat ze eigenlijk nog niets van hem wist. Ze vroeg hem over de afkomst van zijn naam en zomaar ineens zei ze dat ze een lelijk lijf had. Hij voelde haar lichaam en opeens duwde ze hem weg, ze kon het nog niet. De volgende dag zit Maurice op de buitenbrug een boek te lezen en hij denkt dan terug aan Judy. Zij maakte hem wegwijs in Parijs en hij verbeterde haar Frans, want ze kwam uit New York. Ze gingen samenwonen. Na het stagejaar, dat ze zonder elkaar moesten redden, gingen ze samen naar Florence. Ze deden alles samen, daarom was het vertrek van Judy zo onverwacht. Ze kwam een toerist uit New York tegen, die ze daar ook al ontmoet had. Ze ging met Ted mee naar New York en trouwde 4 maanden later met hem. Maurice bleef toen niet lang meer in Italië. Hij wisselde een aantal keren van werkgever. En opeens ontmoette hij Judy weer, op een congres in Stuttgart. Ze had nu al 2 zonen. Maurice en Judy hadden een paar fijne dagen samen. Door de drukke agenda van Judy werden ze weer gescheiden. Twee jaar later begonnen Maurice zijn vingers te trillen en besloot hij te gaan varen. 7: Het kale eiland Buick en Humphrey waren naar boven gegaan omdat ze het in het ruim niet meer uit konden houden. Ze komen in een tropische regenbui terecht, ze wassen zich als onder een douche. Ze zijn toch weer naar het ruim teruggekeerd. Als ze weer naar boven gaan zien ze land. Buick wil zich aangeven. Humphrey wil dat niet en ze besluiten om zich aan te geven als het water weer op is. Humphrey merkte dat het schip stil lag en ze gingen naar boven kijken. Ze besloten om ‘s nachts van het schip te gaan en gingen dus nog even het ruim in. 8: De regen van Lagos De loods komt op het schip en het schip vaart de haven van Lagos binnen. Niemand mocht van boord. Drie uur later voer het schip de haven uit om 40 mijl uit de kust de nacht door te brengen. Zo konden er geen rovers op het schip komen. De volgende dag voer het schip de haven weer binnen. Dit keer mocht Maurice wel van boord. Net toen de taxi waarin Maurice zat weg wilde rijden, kwam Adriana aanrennen. Ze kwam bij Maurice in de taxi. In de taxi vroeg ze hem waarom hij restaurateur wilde worden. Hij vertelde haar dat hij onder de indruk raakte van een schilderij van Rubens en dat probeerde na te tekenen. Toen hem dat vrij aardig lukte probeerde hij ook andere schilderijen na te tekenen. Hij had daar zoveel plezier in dat hij zich na de middelbare school inschreef bij de academie. Maar na anderhalf jaar kwam er niets meer uit zijn vingers en probeerde hij een schilderij van zijn vader te restaureren. De taxi reed naar een hotel aan de rand van de stad. Ze vrijen er met elkaar, maar dan wordt Adriana ongesteld. Toen Maurice na het douchen op zijn horloge keek zag hij dat het te laat was om op tijd op het schip terug te zijn. Ze kwamen er om tien over half vier aan, in plaats van drie uur. De volgende morgen bracht de steward Maurice een briefje, waarop stond dat de kapitein hem wilde spreken. Maurice was bang voor een preek over zijn omgang met Adriana, maar de kapitein verteld hem, na een lang verhaal, dat er twee verstekelingen zijn gevonden. De kapitein vroeg Maurice of hij hen wilde ondervragen. Omdat hij geen zeeman is, zullen de verstekelingen hem misschien meer vertellen. Ze spraken af dat Maurice dit de volgende morgen zou proberen. 9: De magie van een naam Buick en Humphrey zaten allebei in een andere kamer op het schip, met hun arm vastgeboeid aan een verwarmingspijp. Nadat ze gevonden werden, waren ze blij. Maar toen ze boven kwamen verlangden ze terug naar het ruim, want ze werden ruw behandeld. Ze werden onder de douche gezet en met chloor gewassen. Daarna waren ze verhoord door de kapitein. Buick en Humphrey hadden niets gezegd en waren allebei naar een andere hut gebracht. Tweede deel 10: Tegen twee stromen in Adriana wilde van boord in Havanna of Curaçao. Ook vertelde ze Maurice dat ze met Wimpie had gebroken. Maurice weet niet of hij met Adriana het schip zal verlaten. ‘s Nachts staat hij op de brug met de eerste stuurman. Na het ontbijt gaat hij naar bed. Als hij ‘s middags wakker wordt komt Adriana even langs. Toen Adriana weg was bracht de bootsman de verstekelingen naar Maurice’ kamer. 11: Slavische preludes Maurice bood de verstekelingen een sigaret aan en nam er zelf ook een. Daarna vertelde hij over zichzelf, op aanraden van Adriana. En dan ineens vraagt hij zich af hoelang het geduurd had voordat zijn vader er weer bovenop was, na de oorlog in Indonesië. Toen Maurice ze nog een sigaret aanbood zei er eentje voor het eerst iets. Aan de uitspraak van het Engels hoorde Maurice dat ze uit Oost-Europa kwamen. Maurice gaf hen de walkman terug, er bleek muziek uit Rusland op te staan. Toen zei Maurice iets in het Russisch. Buick verteld dat hun vaders naar Polen werden gestuurd om een fabriek te runnen. Toen Maurice vertelde dat het schip naar Midden-Amerika voer kreeg Humphrey het te kwaad en zakte onderuit in zijn stoel. Dan laat Maurice de twee door de bootsman naar hun hutten brengen. Tijdens het eten bracht hij verslag uit aan Bruining Smit, de kapitein. Daarna keerde hij terug naar zijn hut waar hij Adriana aantrof. Hij vertelde haar wat er die middag gebeurd was. Daarna zoende hij haar, maar zij duwde hem weg. Toen de verstekelingen weer bij Maurice op de kamer kwamen, praatten ze in een taal waar Maurice niets van begreep. Na tien minuten vroeg Humphrey wat er met hen gaat gebeuren. Nadat de kapitein hun identiteit vastgesteld heeft neemt hij contact op met de reder, die op zijn beurt contact opneemt met Interpol. Interpol zoekt dan uit of ze strafbare feiten hebben gepleegd. Dan moeten ze de rest van de reis werken en in de eerstvolgende haven worden ze van boord gehaald en met het vliegtuig teruggevlogen naar Polen. Buick en Humphrey overleggen even. Dan zegt Humphrey dat ze meewerken onder drie voorwaarden. Ze worden in één hut ondergebracht, de handboeien moeten af en ze worden niet in Havana, maar in Willemstad aan de politie overgedragen. Na wat aandringen van Maurice ging Bruining Smit akkoord. Buick en Humphrey kregen een hut schuin tegenover die van Adriana. 12: Het zwarte schip Opeens doemt er uit de nevel een compleet zwart schip op, zonder naam, zonder vlag. Het schip bleef de Maria Reygersbergen volgen. De radio-officier zocht verschillende keren contact, maar er kwam geen antwoord. ‘s Avonds verdween het schip van de radar. De volgende morgen verscheen het schip opnieuw. De kapitein riep iedereen bij elkaar op de brug. Hij legt zijn plan uit om met de wind in de rug te gaan varen. Alleen dan is de Maria sneller dan het zwarte schip. Ze zullen wel een paar dagen later in Havana aankomen. De Maria veranderde van koers en de motoren liepen op volle toeren. ‘s Nachts verdween het schip van het radarscherm, nadat het een zeer grote achterstand had opgelopen. 13: Buitenstaanders onder elkaar Humphrey wilde met Adriana praten over Iri. Buick kwam bij Maurice praten over zijn moeder, Leningrad en Iri. Door Buick’s verhaal denkt Maurice terug aan vroeger. Maurice herkent zich in het verhaal omdat hij, toen hij jong was, zich ook niet thuis voelde, net als Buick. Maurice kreeg van de kapitein te horen dat er gejat werd op het schip. De kapitein verdenkt Humphrey, en Maurice waarschuwt Humphrey. 14: Lamento cubano De Maria Reygersbergen vaart onder begeleiding van een loods de haven van Havana binnen. Dit is eigenlijk tegen het handelsembargo in. Toch worden er zestig containers gelost. Het schip bleef drie dagen in Havana. Maurice en Adriana gaan ieder apart naar het Nacional hotel, zoals afgesproken. Ze nemen daar een kamer. Nadat ze de liefde hebben bedreven gingen ze de stad in. Alles is verwaarloosd. Op iedere hoek van de straat staat een groep mensen op vervoer te wachten. De volgende dag laten ze zich rondrijden in een taxi, toen besloten ze om een auto te huren en het eiland te verkennen. Overal staan lifters te wachten. Als ze na honderdvijftig kilometer de snelweg verlaten, vinden ze het erg associaal om geen lifters mee te nemen. Dus komen er twee mannen en een vrouw in de auto. De vrouw heet Gloria en de twee mannen zijn haar broers. Ze stonden al twee dagen op vervoer te wachten om hun zieke moeder te bezoeken. De benzine raakt op, ze kunnen nergens andere kopen zonder bonnen. Vijftien kilometer voor het dorp van de moeder van Gloria is de benzine op. Gloria en haar broers gaan lopend verder. Adriana was in slaap gevallen nadat ze een paar pilletjes ingenomen had. Terwijl Adriana slaapt brengt een motorrijder, die gestuurd is door Gloria, benzine. Ze reden terug naar de snelweg, waar ze bij een benzinepomp wachten tot die opengaat. 15: De odalisk Na zonsopgang vult de pompbediende de tank en vraagt daarna pas naar bonnen. Die heeft Maurice niet. Na betaald te hebben, reden ze naar Havana. Maurice probeert Adriana zo ver te krijgen dat ze haar pilletjes weggooit, dit lukt hem niet. Als ze weer terug zijn in het Narcional slapen ze de hele dag. ‘s Avonds gingen ze in andere taxi’s naar de boot terug. Op het schip zag Maurice Adriana niet meer. Van Buick hoort Maurice dat Adriana met Humphrey praat sinds het schip uit Havana is weggevaren. ‘s Avonds onder het eten beseft Maurice dat Adriana hem voor Humphrey heeft ingewisseld. Hij liep naar de hut van Adriana, daar was niemand. Daarna stak hij de gang over en keek in de hut van Buick en Humphrey. Hij zag Adriana, in een vreemde houding, praten met Humphrey. Toen Adriana haar hoofd omdraaide en Maurice zag zei ze dat hij daar weg moest gaan. Later op die dag komt Adriana een verklaring afleggen, maar dat hoeft voor Maurice niet meer, want het is over tussen hen. 16: De jacht met de mokerhamers Als het schip Curaçao in zicht krijgt worden de verstekelingen opgesloten. Omdat het schip de haven nog niet in mocht werd de magnetische afwijking van het kompas gecontroleerd. Als dat gebeurd is zijn de verstekelingen verdwenen. Maurice werd als eerste aangekeken, maar de kapitein geloofde hem toen hij zei dat hij het niet gedaan had. Daarna gingen acht mannen het ruim doorzoeken. Dit leverde niets op. Daarna gingen zeven mannen de ruimen in met hamers omdat Bruining Smit dreigde de verloven in te trekken. De mannen sloegen met de hamers tegen de containers. Buick en Humphrey kwamen nog steeds niet te voorschijn. Maurice verdenkt Adriana ervan dat ze hen vrij heeft gelaten, maar zegt niets tegen de kapitein. En ineens weet Maurice het, ze zitten niet in het ruim, maar in het vooronder. Toen het schip in de haven lag en de verstekelingen nog niet gevonden waren trok Bruining Smit de verloven in. Maar toen de bemanning dreigde het werk neer te leggen ging Bruining Smit toch overstag. 17: Koraal Specht Als de bemanning, nadat ze door de douane is geweest, een café binnengaat, zitten Buick en Humphrey daar aan de bar. Buick en Humphrey vertelden dat ze in een koelcel in het vooronder hadden gezeten, nadat ze uit hun hut waren ontsnapt. Ondertussen ging iemand naar het schip terug en vertelde dit aan Bruining Smit. Bruining Smit lichtte de politie in. De bar werd omsingeld en zodra Buick en Humphrey naar buiten kwamen werden ze gearresteerd. Maurice ging daarna ook naar die bar, toen alle mannen daar weg waren kwam er een hoer naar hem toe. Ze gingen boven dansen. Na de derde dans ging Maurice alleen naar een hotel, waar hij de nacht doorbracht. Hij dacht terug aan het verblijf op Cuba en aan Judy. Voordat hij teruggaat naar het schip laat hij zich naar de gevangenis brengen. Humphrey was duidelijk blij hem te zien, maar Buick was erg in de war. Derde deel 18: De lokroep van de tropen Als de Maria de haven uitvaart ziet Maurice een jongen met zijn vader aan wal schepen kijken. Maurice denkt terug aan de tijd dat hij met zijn vader in Rotterdam schepen ging kijken. Eigenlijk had Maurice drie vader: een die zei dat het bedtijd was, een die dominee was en een die met hem naar boten ging kijken. Kort na het vertrek uit Willemstad vertelde de kapitein dat de route gewijzigd was. De bemanning was hier niet blij mee, er veranderde al zo veel. De rederij is ook al niet zo’n gezond bedrijf meer. Toen het schip in de haven van Grenada lag werd Maurice over het eiland rondgeleid door een bewoner. De ouders van Maurice kregen voor de oorlog twee zoons in Indië, daarna zagen zijn moeder en twee broers hun vader niet meer voor drie jaar, omdat ze in verschillende kampen zaten. De jongens kenden dus hun vader niet meer na de oorlog. Maurice nam het gemis van een echte zoon weg bij zijn vader. 19: Het zwarte zwalpen na een storm Om een zeer zware storm te ontwijken voer de Maria een heel stuk om. Toch was Maurice ziek in bed blijven liggen. De zee was nog onrustig. Hij houdt zich vast aan het matras en rolt toch nog drie keer uit zijn bed. Dan denkt hij terug aan zijn vader die hij op een woensdag-middag bewusteloos onder de tafel had gevonden. Maurice ontdekte dat vader pillen slikte om normaal te kunnen leven. Vader kon niet meer slapen en zag beelden uit het verleden. Maurice zijn vader vertelde nu meer over vroeger. Over zijn studententijd en over de tijd dat hij in Indië was. Over de oorlog en de kampen. En hoe hij dominee was geworden. 20: Piano piano. Pianissimo De Maria moet eerst, tegen de stroom in, de Amazone op varen, voordat het schip in Belèm kwam. Het schip bleef er niet lang. De douane kwam om vier uur aan boord en het schip zou dezelfde avond nog vertrekken. Maurice ging toch de stad in. In de stad stonden overal douchehokjes, de stad was blijkbaar ingesteld op de hitte. Met vader ging het steeds slechter, hij slikte steeds meer pillen. Na een lange tijd ging Maurice, net als zijn broers vroeger, naar zijn moeder voor troost. Zij leerde hem ook pianospelen. Ze zei dan: “Piano piano, pianissimo.” Dat waren sleutelbegrippen voor haar. 21: De orde van de witte olifant Maurice praatte met de eerste stuurman over de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart. Het werd met de dag heter omdat een van de motoren een mankement vertoonde. Er waren ook veel meer brandoefeningen, daar was de bemanning niet blij mee. Om de stemming te verbeteren werd er een feestje in open lucht georganiseerd. Na de Steenbokskeerkring werd het snel koeler, de winterkleding werd al snel uit de kast gehaald. Toen kwam het schip in een hevige storm terecht. Deze storm kon niet ontweken worden, omdat anders de haven van Puerto Deseado niet bereikt kon worden. 22: Twee maal genade Maurice begon zijn vader te haten, want zijn moeder had hetzelfde meegemaakt, en zij was wel normaal, zij slikte geen pillen. Nel poseerde voor Maurice en hij schilderde haar vaak. Ze kregen een relatie. Zijn ouders keurden haar af. Ze was geen meisje voor hem. Na een jaar en zeven maanden verdween ze plotseling nadat ze het uit maakte. Toen Maurice zei dat hij naar de Academie wilde, barste er een ruzie los. Hij ging het huis uit en ging in Rotterdam wonen. Daarna was hij naar Parijs gegaan en had daar Judy ontmoet. 23: Dertigduizend dode pinguïns Maurice rook iets vreemds toen hij in Puerto Deseado was. Toen hij in een cafetaria zat vertelde een meisje hem dat een olieramp dertigduizend pinguïns had gedood. Daar kwam die stank vandaan. Maurice zijn vader zat in een bejaardentehuis, de laatste jaren van zijn leven, omdat hij niet kon verdragen dat zijn vrouw eerder was gestorven dan hij. Hij sprak bijna niet meer over de oorlog. De Maria vaart de haven uit en wachtte voor de Straat van Magallaes op de loods. ‘s Morgens kwam de loods aan boord. Het is toch nog donker, dus moeten ze extra goed oppassen. Het schip voer tussen de rotsen en klippen door en de Stille oceaan op. 24: Hij was een van ons De Maria Reygersbergen kon voor het weekeinde in Valparaíso bereikt hebben. Hier wordt de bemanning blij van, de mannen maken al plannen voor hun verlof. Alleen Wimpie blijft somber, hij moet terug naar Adriana. Om half twee ‘s nachts werd Maurice wakker van het alarm. Er was een motor in brand gevlogen. Iedereen moest in een overlevingspak bij de reddingsboten wachten. Er werden noodsignalen uitgezonden, maar er kwam geen antwoord. Het schip dreef naar een eiland toe. Bruining Smit kreeg een idee, waarmee ze misschien het eiland konden ontwijken. Het dekzeil werd aan de laadboom vastgebonden en de motorsloepen moesten tegen het schip duwen. Het plan slaagde. Nu probeerden ze de andere motor weer aan de praat te krijgen. Toen de kapitein iedereen bedankte voor de inzet, miste hij Wimpie. Wimpie werd gevonden, levend verbrand. Toen het schip de haven binnen gesleept was kreeg iedereen te horen dat het verkocht was. 25: Winterval op zee Bij het afscheid zei alleen de kapitein meer dan tabee of ajus. Hij vroeg of Maurice Buick en Humphrey had vrijgelaten. Maurice antwoordde daarop met een knik. Maurice bleef al enige in Valparaíso en zag de Maria in een ander schip veranderen. Vlak voor de dood van Maurice zijn vader waren ze nog een keer boten gaan kijken. Maar Maurice zijn vader vond de nieuwe schepen schoenendozen, lelijke bakken. En er kwam ook nog een klein, oud, mooi schip langs. Epiloog 26: De kan en de handen Maurice vloog via New York naar Amsterdam terug. Hij bracht een bezoek aan Judy, zij had weinig tijd voor hem. Ze praatten die middag en hij hielp haar met een Nederlands schilderij. Eenmaal thuis ging hij weer gewoon aan het werk. Hij belde Adriana op en begeleidde een transport gerestaureerde schilderijen naar Japan. Toen hij thuiskwam vond hij een brief van Buick bij de post. Buick vertelde in de brief wat er gebeurd was op hun terugreis naar Polen. Aan het eind schreef Grigori ( Buick ) dat hij nog terugdenkt aan de zachte handen van de vrouw die hem bevrijdde van de handboeien. Eigen mening: Ik heb voor deze boekbespreking ‘De blinde passagiers’ van Jan Brokken gelezen. Ik vind het een goed boek, mijn argumenten staan hieronder. Ik vond het boek goed, dat heb ik gemerkt aan meerdere dingen. Eén van de redenen is dat ik het boek snel uit heb gelezen, ook al is het een zeer dik boek. Verder gebeuren er allerlei dingen waar je absoluut niet van kunt vermoeden hoe ze aflopen. Kijk maar naar de achter-volging door het spookschip of de brand op het schip. Het boek is heel dik, te dik vind ik. Er zijn vierhonderd vijftien pagina’s en als je dan bekijkt hoeveel tijd er in het boek beschreven wordt ( ongeveer één maand ), dan weet je van tevoren al dat het een beetje langdradig moet zijn. Dit merk je ook in het boek, alles wordt uitgebreid beschreven en zeer goed uitgelegd. Soms wordt zelfs de tijd stil gezet om iets goed uit te kunnen leggen. Bijvoorbeeld bij de controle van de afwijking van het kompas, net voor Curaçao. Dan wordt er uitgelegd wat er gebeuren gaat en ook waarom. Ik vind het boek heel geloofwaardig, er gebeurt niets dat in de werkelijkheid niet zou kunnen. De dingen die gebeuren worden ook zo beschreven dat ze heel geloofwaardig overkomen. De vlucht van Buick en Humphrey bijvoorbeeld. Normaal zouden mensen niet zomaar in een ruim van een vrachtschip de Atlantische oceaan over proberen te steken. Maar dit wordt zo uitgelegd dat je in hun situatie precies hetzelfde zou doen. Rusland en ook vooral Polen worden zwart afgeschilderd, en ook de bewoners van Polen blijven niet gespaard. Buick en Humphrey werden door de Polen gepest, toen ze nog klein waren, omdat ze oorspronkelijk uit Rusland kwamen. De bouw van het verhaal zit niet moeilijk in elkaar. Wel zijn er, in het begin, twee verhaallijnen. Verder zijn er in het verhaal een aantal flashbacks. Maurice kijkt dan terug op zijn jeugd. Met zijn vader boten kijken en zijn studententijd met Judy. Toch kun je alles goed uit elkaar houden omdat de verhaallijnen wisselen bij ieder nieuw hoofdstuk. De flashbacks staan wel gewoon tussen het verhaal, maar die kun je ook makkelijk herkennen omdat die op een andere manier geschreven zijn. Het taalgebruik is ook niet moeilijk. De moeilijkere woorden, en dat zijn in het boek vooral de termen uit de scheepvaart, worden duidelijk uitgelegd door de schrijver. De makkelijke bouw en de makkelijke woorden zorgen ervoor dat je het boek lekker vlot kunt lezen, wat toch wel belangrijk is bij zo’n dik boek, vind ik. Als dat niet het geval zou zijn is er geen doorkomen aan. Dan kun je elk woord op gaan zoeken in het woordenboek en dat blijft het lezen ook niet meer leuk. De personages in het boek doen gewone dingen. Ze handelen normaal, Maurice bijvoorbeeld. Hij reageert misschien een beetje heftig als hij ontdekt dat Adriana pillen gebruikt. Maar dat kun je later begrijpen, omdat je dan verteld wordt dat de vader van Maurice ook pillen gebruikte om zijn verleden weg te stoppen. Ook al doen de personen iets dat niet normaal lijkt wordt het zo uitgelegd door de schrijver dat je het normaal gaat vinden of in ieder geval minder abnormaal. Neem nou bijvoorbeeld de jacht met de mokerhamers door het ruim. In eerste instantie denk je dan: “Wat gaan ze nu weer doen?” Maar later wordt er uitgelegd dat ze van plan zijn om de verstekelingen uit het ruim te jagen met het lawaai dat de hamers maken als je er mee tegen de containers slaat. En dan denk je, zo’n gek idee was het eigenlijk nog niet. Je kunt aan mijn argumenten zien dat ik het boek zeer de moeite waard vind. Ik raad het boek dan ook zeker aan, aan iedereen die het niet erg vind om een dik boek te lezen, want 415 pagina’s lees je niet zomaar eventjes. C: Analyse Titelverklaring: Zelfbedrog maakt Maurice een ‘blinde passagier’. Maar de titel staat in het meervoud; ook de andere passagiers zijn op de vlucht en zien hun vlucht mislukken. Voor Humphrey en Buick, die eigenlijk Vladimir en Grigori heten, is er sprake van het najagen van een droom. Amerika is voor hen het beloofde land waar alle stardom (status van een ster) samenkomt op Wilshire Boulevard en waar de mooiste auto’s van de wereld rijden: Buicks bijvoorbeeld. Niet voor niets heeft Grigori deze naam gekozen. Onduidelijk is waarvoor Adriana precies op de vlucht is. In ieder geval ook voor haar verleden, net als de vader van Maurice. En net als hij gebruikt zij daarvoor pillen. Maar ook zij eindigt tenslotte op de plaats waar ze ooit vertrok. Van de ‘blinde passagiers’ komt zij er in zekere zin het slechtste van af, zij houdt niets meer over. Maurice kan na thuiskomst tenminste weer werken, en de Polen, althans Buick, hebben een nieuwe droom.( bron: Eerste druk 1995 ) Genre en Subgenre: Het genre van het boek is roman, dit kun je duidelijk zien omdat er in dit boek heel veel gevoelens staan beschreven. Je kunt verder verschillende subgenres aanwijzen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat het boek een ouderwetse vertellersroman is, omdat het boek heel veel pagina’s telt, wel 415. De verteller neemt ruimschoots de tijd voor beschrijvingen: van de avonturen die zijn personages beleven, buitenlandse havens, steden en de overpeinzingen van de belangrijkste verhaalfiguren. Ook kun je zeggen dat het een reisroman is: het verhaal is immers een reisverslag. ( bron: Eerste druk 1995 ) Mottoverklaring: Er zijn geen motto’s. Idee: Jan Brokken wil met zijn boeken een nieuwe wereld en een nieuwe werkelijkheid creëren, ook al keurt hij deze werkelijkheid niet af. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Thema: Het verhaal in De blinde passagiers ziet thematisch niet ingewikkeld in elkaar. Alle personages proberen los te komen van hun verleden. Het lukt ze niet. De lange zeereis brengt het verleden alleen maar heviger terug. Door de alwetende verteller worden alle parallellen en mogelijke diepere gedachten expliciet gemaakt. Het verleden dat in de weg blijft zitten is de rode draad in de roman. ( bron: prisma uittrekselboek 5 1994-1996 ) Motieven: - De Maria Reygersbergen: op dit schip speelt bijna het hele verhaal zich af. Dit is het schip dat Maurice, Adriana, Buick en Humphrey wegbrengt van hun verleden. - Het verleden: alle passagiers proberen los te komen van het verleden. Maurice, Adriana, Buick en Humphrey. Maurice probeert zijn verleden te ontvluchten door de bootreis te maken. Hij wil vooral het schoppen van zijn bewusteloze vader ontlopen. Iedereen die Maurice wat beter kent, Adriana en Judy, houdt hem voor dat hij zijn verleden verdringt. Buick en Humphrey jagen eigenlijk meer een droom na. Ze willen naar het beloofde land, Amerika. Adriana is ook op de vlucht, waarschijnlijk voor haar verleden, zij gebruikt hier pillen voor. - De angst: Van niet weten wat er gaat gebeuren. Buick en Humphrey weten niet wat er gaat gebeuren, als ze in het ruim zijn. Later weten ze niet wat er gaat gebeuren als ze opgesloten zitten op het schip. Verder komen ze toch iets te weten als ze met Maurice praten. Daarna komen ze in de gevangenis op Curaçao en weten ze weer niet wat er gaat gebeuren met hen als ze in Polen terug zijn. Maar ook Maurice heeft angst, in zijn relatie met Adriana. Zeker als hij er achter komt dat ze pillen gebruikt, net als zijn vader. Zijn angst komt ook omdat Adriana hem de ene keer afwijst en de andere keer juist weer aanhaalt. Thematiek: Als je kijkt naar het thema en de motieven zie je dat het bij allebei om het verleden draait. Dat is ook een heel belangrijk aspect van het boek. Het boek gaat ook over het verleden, het verleden van Maurice ( en zijn vader ) en van Buick en Humphrey. Maar ook het verleden van Adriana komt voor een klein deel aan bod door haar relatie met Maurice. Ze vertelt dan over haar verleden met Wimpie. Wimpie vaart ook mee op het schip, maar dan als bemanningslid. Volgorde van de gebeurtenissen: De bouw van het boek is niet helemaal aaneengesloten, maar je kunt ook niet spreken van een fragmentarische opbouw. Er zijn in het begin twee verhaallijnen, die later in het boek samengaan in één verhaallijn. In het begin speelt de ene verhaallijn zich op de dekken van het schip af, de andere verhaallijn speelt zich in het ruim af. In de verhaallijn in het ruim gebeurt niet veel bijzonders. In de verhaallijn van Maurice daarentegen, gebeurt veel meer. Maurice kijkt wel een aantal keren terug. Naar de keren dat hij met zijn vader in de haven van Rotterdam schepen ging kijken. Ook kijkt hij terug naar de tijd dat hij ontdekte dat zijn vader pillen gebruikte. Dit komt omdat hij vermoed en later weet dat Adriana ook pillen gebruikt om haar verleden weg te stoppen. Samenhang: In het boek hangt bijna alles met elkaar samen. Maurice is de hoofdpersoon in de ene verhaallijn. Alles wat er in het boek gebeurd heeft op een of andere manier met Maurice te maken. Buick en Humphrey, die de hoofdpersonen zijn van de andere verhaallijn, worden door Maurice ondervraagt. Adriana heeft een relatie met Maurice, net als Judy. De vader van Maurice is natuurlijk familie, maar wordt in het boek gehaald omdat het schepen kijken voor Maurice een belangrijke gebeurtenis was in het verleden van Maurice. Maar ook wordt de vader het boek binnengehaald omdat hij pillen gebruikte, net als Adriana. Verhaallijn: Het boek heeft in het begin twee verhaallijnen. De ene verhaallijn gaat over Maurice en wat hij meemaakt op het schip. De andere verhaallijn gaat over Buick en Humphrey, deze verhaallijn speelt zich voor het grootste gedeelte af in het ruim van het schip. De twee verhaallijnen gaan later samen, dit gebeurt op het moment dat Buick en Humphrey ontdekt worden. Vanaf dat moment wordt alles verteld door het oogpunt van Maurice. Spanning: Het boek bevat een aardig portie spanning, die spanning wordt veroorzaakt doordat je niet weet wat er gebeuren gaat. Met Buick en Humphrey ( in het ruim, maar ook op Curaçao als ze gepakt zijn ), met Maurice ( in zijn relatie met Adriana ) en met het schip ( als het zwarte schip de Maria achtervolgt en als er een motor in brand vliegt ). Al deze gebeurtenissen hebben een eigen climaxmoment en het zijn dus allemaal kleine spanningsbogen. Begin en einde van het verhaal: Het verhaal begint midden in de handeling, Buick en Humphrey zijn al met de trein onderweg naar Rotterdam om vanaf daar met een schip naar Amerika te varen. Je komt pas later te weten wie ze zijn en waarom ze vluchten uit Polen ( je komt ook pas later te weten dat ze uit Polen vluchten ). Het verhaal heeft een gesloten einde, Maurice kan weer aan het werk gaan, want zijn vingers trillen niet meer, zoals voor de reis. Ook is de Maria Reygersbergen in een ander schip verandert, nadat het verkocht is. Het verhaal is echt afgesloten. Personages: Maurice Schotel is de hoofdpersoon in het boek, alles in het boek draait om hem. Andere belangrijke personen zijn Buick en Humphrey, de verstekelingen. Ze hebben een band met Maurice omdat hij hen ondervraagt. Vooral de band met Buick is goed, hij praat veel met Maurice. Adriana is ook een belangrijk persoon in het boek omdat ze een relatie krijgt met Maurice. Ze beleeft veel met hem in Lagos en Havanna, op het schip proberen ze hun relatie geheim te houden, omdat de man van Adriana ook meevaart als bemanningslid. Andere personen die vaak in het boek voorkomen zijn de kapitein, de eerste stuurman, Wimpie ( de man van Adriana ), de vader van Maurice. Deze personen zijn flat characters, ze veranderen niet in het boek. De kapitein is een beetje afstandelijk tegenover Maurice. De eerste stuurman legt Maurice veel uit over de scheepvaart en verteld hem verhalen. Wimpie is altijd dronken omdat hij ruzie heeft met Adriana. De vader van Maurice de persoon met wie Maurice schepen ging kijken in Rotterdam, ook slikt hij pillen om zijn verleden te verdringen, hier heeft Maurice het moeilijk mee, vooral als hij erachter komt dat Adriana om dezelfde reden pillen slikt. Verder komen er nog meer personen in het boek voor, maar die zijn eigenlijk niet van belang. Dit zijn personen zoals hotelmanagers en de mensen die Maurice en Adriana rondleiden in de vreemde landen. Periode waarin het verhaal zich afspeelt: Het verhaal speelt zich waarschijnlijk in de jaren tachtig af. Ten eerste kun je zien dat het deze eeuw moet zijn omdat er auto’s en stoomschepen zijn. Verder merk je dat het later in deze eeuw moet zijn omdat de rederijen uit Rotterdam bijna allemaal failliet zijn gegaan en de schepen staan ingeschreven in de zogenaamde ‘goedkope’ landen. Vertelde tijd ( verhaaltijd ): De bootreis duurt ongeveer een maand. Brokken neemt uitgebreid de tijd om kleine details over het leven aan boord breed uit te meten. Via Sorgdrager, de eerste stuurman die altijd leuke zeemansverhalen heeft, en op de momenten dat de verteller ons allerlei geografische en etnografische bijzonderheden meedeelt, wordt de tijd regelmatig stilgezet. Zelfs tijdens de brand op het schip gaat niets snel. De bemanning moet een hele nacht wachten totdat de kapitein een overigens zeer effectief overlevingsplan heeft uitgedokterd. ( bron: Prisma uittrekselboek ) Verteltijd: Het boek heeft 415 bladzijden en als we uitgaan van een gemiddelde leessnelheid van veertig bladzijden per uur is de verteltijd ongeveer tien en een half uur. De verhouding tussen verteltijd en verhaaltijd: De verteltijd ( 10½ uur ) is korter dan de verhaaltijd ( 1 maand ). Dit zorgt ervoor dat je een soort samenvatting te lezen krijgt van wat er allemaal gebeurd is in die maand op de boot. Het verhaal wordt dus panoramisch verteld. Tijdsvolgorde: Het verhaal is niet-chronologisch verteld omdat er verschillende terugblikken in zitten. Maurice kijkt terug op zijn verleden. Naar zijn studententijd met Judy in Frankrijk en Italië, ook naar het congres in Duitsland. Verder kijkt Maurice terug naar het boten kijken met zijn vader in de haven van Rotterdam. Er zijn dus veel terugblikken, daardoor kun je zeggen dat dit verhaal niet-chronologisch verteld is. Tijdsperspectief: De verteller beschrijft achteraf wat er gebeurd is. Hij kende de afloop al voordat hij alles begon te vertellen. Zo’n perspectief wordt ook wel een vision par derrière genoemd. Perspectief en vertelsituatie: Er is sprake van een personale vertelsituatie. Het perspectief ligt grotendeels bij Maurice. Maar af en toe ook bij Buick en Humphrey. Het effect hiervan is dat je een objectievere kijk krijgt op het hele verhaal, omdat je de gedachten van meerdere personen te weten komt. Ruimte: De Maria Reygersbergen bepaalt voor een groot deel de ruimte waarin de handeling zich afspeelt. De beperkte ruimte beïnvloedt ook de manier waarop de personages met elkaar omgaan. De bemanning , een passagier, een echtgenote en twee verstekelingen leven op elkaars lip en dienen rekening met elkaar te houden. Je bent niet zo een-twee-drie van boord, zegt de reder al in het begin van het boek. De plekken waar de personages verblijven, worden zeer gedetailleerd beschreven. Slechts op een paar momenten is de gehele bemanning bij elkaar in één ruimte. Dat is als er gevaar dreigt ( het zwarte schip ) of als er onheilstijdingen te brengen zijn, zoals bij de verkoop van het schip. Verder bij het feest dat ter gelegenheid van de laatste reis van de olieman gegeven wordt en bij de herdenking van Wimpie. Die besloten ruimte van het schip contrasteert met de grote afstanden die met dit schip worden afgelegd. Ook dat beïnvloedt de handeling. De nadering van het land betekent behalve het doorbreken van een zekere monotonie ook mogelijk gevaar. Bij de haven van Lagos is iedereen zenuwachtig in verband met het gevaar beroofd te worden. Ook op zee worden kleine afwijkingen van het voorspelbare niet op prijs gesteld. Als er midden op de oceaan geen enkel ander schip te bekennen is behalve het zwarte schip, dat zich verdacht gedraagt, dan drukt dat een zware stempel op het leven aan boord. Als de routine te lang heeft geduurd, verandert de functie van naderend land. Bij de nadering van Cuba is de bemanning al dagen van tevoren opgewonden omdat zij even van boord mogen. En al lang voor het bereiken van de laatste haven spreken de bemanningsleden met elkaar over de uitstapjes naar de Ardennen of naar een pretpark die zij met hun gezin zullen maken. In hoeverre de lange landschappelijke en haast toeristische beschrijvingen van diverse oorden nog functioneel zijn voor het verhaal is zeer de vraag. ( bron: Prisma Uittrekselboek ) Taalgebruik en stijl: Het taalgebruik in het boek is eenvoudig. Er staan geen moeilijke woorden of zinsconstructies in. Wel staan er af en toe scheepstermen in, maar de betekenis van die woorden kun je afleiden aan de rest van de zin of alinea. Er staan veel beschrijvingen in het boek. Vooral van ruimten. Er wordt altijd duidelijk beschreven hoe iets er uit ziet en zelfs ooit beschreven hoe iets ruikt. ( De geur die door het raam naar binnen komt in de hotelkamer in Lagos ). Deze beschrijvingen zorgen er voor dat alles heel precies lijkt. Je weet altijd waar je je bevindt en hoe het er daar uitziet. Achtergrond van de schrijver: Biografische gegevens: Johannes Cornelis Brokken werd op 10 juni 1949 te Leiden geboren, enkele maanden nadat zijn ouders uit ( voormalig ) Nederlands-Indië waren gerepatrieerd. Hij was de derde zoon in het gezin. Zijn jeugd bracht hij door in Rhoon, op het Zuidhollandse eiland IJsselmonde, waar zijn vader Nederland Hervormd predikant was. Op zijn zestiende jaar raakte hij - inmiddels in een geloofscrisis verwikkeld - onder de indruk van het werk van een Zweedse cineast Ingmar Bergman, een domineeszoon net als hijzelf, in wie hij veel van zichzelf herkende. Later wilde hij het liefst naar de Filmacedemie in Amsterdam, maar hoe kunstminnend zijn ouders ook mochten zijn, een dergelijke studie weigerden zij financieel te ondersteunen. In plaats daarvan ging hij in 1967 naar de School voor Journalistiek in Utrecht. Na deze opleiding afgemaakt te hebben, studeerde hij vervolgens enige jaren politieke wetenschappen in Bordeaux. Terug in Nederland vestigde hij zich in Amsterdam en trad hij in 1972 als journalist in dienst bij het dagblad Trouw; in 1975 stapte hij over naar de Haagse Post. Voor dit weekblad maakte hij onder andere portretten van tal van Nederlandse en buitenlandse schrijvers en musici. Na reeds eerder enkele verhalen in Maatstaf gepubliceerd te hebben, maakte hij zijn echte literaire debuut in 1984 met de roman “De provincie”. In 1986 verliet hij de journalistiek om zich fulltime aan de literatuur te wijden. Voor de verhalenbundel “De zee van vroeger” ontving hij in 1988 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Jan Brokken is gehuwd met een Française, die onder meer herscholingscursussen gegeven heeft aan docenten in Burkina Faso. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Beeld van het schrijverschap: Thematiek: Het verlangen zich los te maken van het bekrompen en neerdrukkende milieu waarin iemand als kind is opgegroeid; daarmee valt de thematiek van het nog kleine oeuvre van Jan Brokken voorlopig het best te karakteriseren. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Stijl: Brokken formuleert alles sober, ook in later werk is zijn taalgebruik zeer helder en beeldend. Met vrij eenvoudige zinnen en korte, soms spitse dialogen weet hij vaak uitstekend de juiste sfeer te tekenen, karakters raak te typeren en scènes neer te zetten. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Techniek: Brokken hanteert een staalkaart van procédés om binnen een verhaalheden flarden van het verleden op te roepen. De rondgang langs de omvangrijke bibliotheek wordt keer op keer soepel afgewisseld door dialogen tussen vader en zoon, flashbacks en mijmeringen van de ik-figuur. Omdat aan bijna elke boektitel wel een anekdote vast zit, wordt vaders bibliotheek aldus tot het logboek van imaginaire reizen, de neerslag van een leven. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Ontwikkeling: Een interessant aspect dat zich langzamerhand in het oeuvre van Jan Brokken begint te manifesteren, is het toenemende engagement met de wereld om hem heen. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Kunstopvatting: De manier waarop Brokken het nieuwe of andere leven, het leven in een nieuwe werkelijkheid en een nieuwe wereld, gestalte wil geven, is het gewoonweg erover vertellen. Zijn literatuur bestaat enkel bij de garantie van zijn vertelkunst. Het is daarbij allerminst toevallig dat ook verschillende verhaalfiguren zelf verhalen vertellen en met hun kleine geschiedenissen eveneens het type van de echte verteller representeren, waarmee ze in miniatuur een afspiegeling zijn van hun geestelijk vader. Gedreven, spanning en een strakke compositie zijn enkele sleutel-begrippen in de opvattingen van deze auteur. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Relatie leven - werk: Op grond van deze literatuuropvatting is het duidelijk dat Brokken niet te boek kan staan als een autobiografisch schrijver. Aan de basis van elk verhaal staat steeds voor honderd procent zijn verbeelding. Dit neemt echter niet weg dat er in zijn oeuvre wel degelijk autobiografische sporen terug te vinden zijn, vooral in de decors. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) De plaats in traditie en verwantschap: Wat de eigentijdse Nederlandse literatuur betreft: vanwege zijn voorliefde voor het vertellen van een goed verhaal lijkt Brokken aardig te kunnen gedijen in het gezelschap van de anekdotische schrijvers uit de jaren zeventig. Omdat hij echter meer beoogt dan het louter beschrijven van de werkelijkheid, is een dergelijke plaatsbepaling toch niet terecht. Gelet op zijn journalistieke achtergrond en zijn reislust is hij welbeschouwd meer op zijn plaats naast schrijvers als Cees Nooteboom en Adriaan van Dis. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Kritiek en publieke belangstelling: De literatuurkritiek reageerde op het werk van Brokken voorlopig gematigd positief. Men is in het algemeen van oordeel dat zijn verhalen en romans zeer onderhoudend en goed leesbaar zijn. Waardering geniet in het bijzonder de knappe wijze waarop Brokken binnen het grotere kader van zijn roman of verhaal schijnbaar vloeiend diverse andere anekdoten en vertellingen tot een coherent en verbeeldingrijk netwerk ineen weet te vlechten. Anderzijds verwijt men hem echter soms ook onnodig pretentieus vertoon, effectbejag en een te ver gaande geconstrueerdheid. Uitgebreidere aandacht voor zijn werk dan in de vorm van een aantal recensies en enkele interviews is er verder tot nog toe niet geweest. Afgezien van de eerste herdrukken die zijn romans en verhalenbundel beleefden, de literaire onderscheiding voor De zee van vroeger met de Van der Hoogtprijs en de grote belangstelling binnen de kleine kring van uitgevers en collega-auteurs, is het oeuvre van Jan Brokken nog betrekkelijk weinig opgemerkt ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Achtergrond van het boek: Het verband tussen het gelezen boek en andere boeken van de schrijver: Het verlangen zich los te maken van het bekrompen en neerdrukkende milieu waarin iemand als kind is opgegroeid; daarmee valt de thematiek van het nog kleine oeuvre van Jan Brokken voorlopig het best te vergelijken. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ). Dit geldt ook voor ‘De blinde passagiers’. Maurice gaat ook op de vlucht voor zijn verleden. Hij wil een beetje van zijn verleden vergeten en van zijn trillende vingers af komen door een bootreis te maken. Ook Adriana en de vader van Maurice zijn op de vlucht voor hun verleden. Zij doen dit met pillen. Buick en Humphrey zijn ook op de vlucht voor hun verleden. Zij wilden weg uit Polen en gingen als verstekelingen mee op een vrachtschip. Het verband tussen het gelezen boek en andere boeken /schrijvers uit dezelfde stroming: Groten uit de negentiende - eeuwse Russische literatuur als Tolstoj, Dostojevski en Gogol hebben voor Brokken in dit opzicht een voorbeeldfunctie gehad, evenals het werk van García Marquez. Van deze auteurs heeft hij geleerd dat de achtergronden nimmer verwaarloosd mogen worden, maar juist zeer goed gedocumenteerd en minstens zo goed beschreven moeten worden. Wat de eigentijdse Nederlandse literatuur betreft: vanwege zijn voorliefde voor het vertellen van een goed verhaal lijkt Brokken aardig te kunnen gedijen in het gezelschap van de anekdotische schrijvers uit de jaren zeventig. Omdat hij echter meer beoogt dan het louter beschrijven, is een dergelijke plaatsbepaling toch niet terecht. Gelet op zijn journalistieke achtergrond en zijn reislust is hij welbeschouwd meer op zijn plaats naast schrijvers als Cees Nooteboom en Adriaan van Dis. ( bron: Kritisch literatuur lexicon ) Het verband tussen het gelezen boek en de tijd/plaats van ontstaan: Er zijn niet echt veel dingen in het boek te ontdekken die aangeven in welke tijd het is ontstaan. Wel zijn er tijdsaanwijzingen die aangeven dat het verhaal zich afspeelt in de laatste helft van deze eeuw. In het boek zijn wel een aantal dingen die ook in het leven van Brokken gebeurd zijn. Voorbeelden hiervan zijn: de ouders van Brokken hebben ook in Nederlands-Indië gewoond, net als de ouders van Maurice, de vader van Brokken is ook predikant, net als de vader van Maurice en ze hebben allebei in Frankrijk gestudeerd. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |