Boekverslag : Karel Glastra Van Loon - De Passievrucht
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2282 woorden.

Uitgever: L.J. Veen

Plaats van uitgave: Amsterdam

Jaar van uitgave: 1999, Negende druk

Aantal bladzijden: 237

Jaar van het de eerste uitgave: 1999

Genre: Psychologische roman





1. Biografie Karel Glaastra van Loon

Karel Glastra van Loon is geboren op 24 december 1962 in Amsterdam en komt uit een groot gezin. Als jongetje van negen wilde hij bioloog worden en begon hij een nooit voltooid boek over de edele kunst van het vissen. Op het Gymnasium (Bèta) raakte hij onder invloed van de dichter Paul van Ostijen en schreef hij radicaal-geëngageerde gedichten die nooit zijn gepubliceerd. Vanaf dat moment wilde hij niet langer bioloog worden, maar journalist. Na een jaar in de Verenigde Staten, waar hij op de Hastings Senior High School in Minnesota zat, werkte Karel Glastra van Loon achtereenvolgens bij de Sociale Dienst Amsterdam, als bureauredacteur bij Elsevier Science Publishers, was hij leerling-journalist bij Libelle, en algemeen verslaggever voor Nieuwe Revu. Als verslaggever maakte hij reizen naar onder meer China, Cuba, Tsjecho-Slowakije, Rusland, Armenië, Estland en Koeweit. In dezelfde periode werkte hij als vrijwilliger in Nicaragua bij een herbebossingproject.





2. Thema

Het onderwerp in het boek is: twijfel aan het vaderschap.

Het onderwerp is erg recent en komt dan ook in meerdere boeken naar voren, hoewel niet als hoofdthema. Een voorbeeld is ‘De ontdekking van de hemel’ van Mulisch.

Een dieper liggend thema zou het feit kunnen zijn dat wij, de mens, denken de werkelijkheid te kennen, maar dat die toch anders is; je moet niet te gauw denken dat je overtuigingen kloppen met de realiteit. Ik vind het interessante onderwerpen.


Samenvatting:

Armin Minderhout hoort, nadat hij en zijn vriendin Ellen een medisch onderzoek zijn ondergaan, dat hij al heel zijn leven onvruchtbaar is. Hij kan zijn oren niet geloven, hij heeft immers een zoon van dertien jaar oud, Bo. Toch blijkt hij aan het syndroom van Klinefelter te lijden, een aangeboren afwijking van de geslachtschromosomen waardoor zijn sperma geen zaadcellen bevat.

Armin is vastberaden de echte vader van Bo te achterhalen. Zijn toenmalige vriendin, Monica, kan hij het niet meer vragen, zij is reeds tien jaar dood, gestorven aan een hersenvliesontsteking. Allereerst verdenkt hij Robert, een ex-vriend van Monica. Hij blijkt het echter niet te zijn, hij weet niet eens dat Monica al tien jaar dood is.

Vervolgens worden de huisarts en Nico Neerinckx, een vroegere collega van Monica, verdacht. De eerste blijkt van niets te weten. De tweede daarentegen wordt wel erg verdacht als blijkt dat zijn oudste zoon ook Bo heet. Armin is er zeker van dat hij de dader is, maar zwijgt er verder tegen bijna iedereen over, behalve tegen Ellen en Dees, zijn beste vriend.

Als Armin en Bo samen een weekend op Ameland zijn, zegt Armin in een ruzie tegen Bo dat hij zijn vader niet is.

Vlak hierna sterft de vader van Armin. Als hij en Dees het huis ontruimen vindt Armin een briefje van Monica aan zijn vader. Er staat: ‘ik ben zwanger. Monica.’

Het is nu wel duidelijk wie de echte vader van Bo is. Thuisgekomen geeft Ellen hem een brief van Monica aan Bo. Hierin legt ze aan hem uit wie zijn vader is. Het blijkt nu dat Armin en Bo halfbroers zijn.

De tweede verhaallijn loopt tussen de eerste door. Deze vertelt het leven van Armin met Monica voor haar dood. Armin vertelt hoe ze hun zoontje Bo kregen en hem opvoedden. Ook vertelt hij van haar dood en de eerste weken daarna.


3. Vertelwijze

Dit verhaal heeft een ik-vertelsituatie.

Dit is erg onbetrouwbaar, omdat je alleen meeleeft vanuit de ogen van de ikfiguur en je leert alleen de gedachten, gevoelens en ideeën (innerlijk) van de ikfiguur kennen en niet van de andere personages. Dit is erg subjectief.

De functie van de ik-vertelsituatie is, dat het ook maar over één persoon gaat: de vader die erachter komt geen vader te zijn. Het onderwerp is ook (de twijfel aan) het vaderschap en dit kan alleen maar uiteengezet worden vanuit de ogen van de vader.



4. Titel, ondertitel, motto

De titel van het boek is ‘De passievrucht’. Er is geen ondertitel. De passievrucht wordt gebruikt in de betekenis van een baby, de vrucht die uit passie wordt geboren. Het is natuurlijk voor Armin heel moeilijk, of zelfs niet, te aanvaarden dat Monica met zijn vader met passie seks heeft gehad. Bo is in het boek, figuurlijk gesproken, de passievrucht. De titel wordt niet letterlijk in het boek vermeld. Het boek heeft verder geen motto.



Interpretatie van het motto:

From the start

Most every heart

That’s ever broken

Was because

There always was

A man to blame

Doly Parton (‘It Wasn’t God Who Made Honkytonk Angels’)



Dit motto zegt dat er altijd een man verantwoordelijk is geweest voor het breken van harten. In dit boek is dat de ‘dader’ geweest, die de biologische vader van Bo is. Deze ‘dader’ is dan ook een man. Hij heeft ervoor gezorgd dat het hart van Armin is gebroken. En zelfs dat van Ellen en van Bo.


5. Opbouw

Het verhaal begint midden in een handeling, Armin en Ellen gaan naar het ziekenhuis om de uitslag te horen van hun vruchtbaarheidsonderzoek. Pas later leert men de andere personages in het verhaal kennen.

Het verhaal is niet echt moeilijk opgebouwd, maar er komen wel veel tijdsprongen in voor. Hierdoor moet je jezelf af en toe wel terug in het verleden kunnen plaatsen.

De opbouw van het boek vond ik spannend, omdat je langzaam maar zeker steeds meer over de personen en hun relaties met elkaar te weten komt door de terugblikken die erin voorkomen.

De feiten die af en toe in het verhaal opdoken waren wel interessant, maar ik vond ze niet echt tussen het verhaal passen. Ze hadden wel met het verhaal te maken, ze gingen over het probleem dat in het boek centraal staat, vaderschap en twijfel aan het vaderschap.

Na de ontknoping, de oplossing voor het probleem wie de vader van Bo is, stopt het boek, net als bij een detective.

Het boek is, concreet, onder te verdelen in 239 bladzijden, die weer onder te verdelen zijn in 46 hoofdstukken. De hoofdstukken hebben geen titel.


6. Personages

De hoofdpersoon in het boek is Armin. Armin is in de dertig jaar. Hij is een round character omdat je veel over hem te weten komt. Van beroep is hij corrector bij een wetenschappelijke uitgeverij. Dit is van extra betekenis voor het verhaal: hij is een geboren rechtzetter, en uitgerekend die blijkt toegerust met een spelfout in zijn genen. Hij is tevens liefhebber van biochemische weetjes en feitjes. Hij is qua karakter erg wantrouwend, hij verdenkt iedereen er van de biologische vader van Bo te zijn, zelfs zijn eigen huisarts. Daarbij komt nog eens dat hij altijd de waarheid wil weten.



De bijpersonen zijn Bo, Monica, Ellen, Dees en de ouders van Monica en Armin zelf.

Bo is de vermeende zoon van Armin en Monica. Tot op het einde van het boek is het niet duidelijk wie de biologische vader van hem is. Hij is in het boek rond de dertien jaar oud. Er wordt meer over zijn leven verteld, over de tijd voor Monica’s dood, vanaf dat hij ongeveer drie jaar oud was.

Monica is de vroegere vriendin van Armin. Ze is gestorven aan een hersenvliesontsteking, in het boek toen jaar geleden. Hierdoor moet Armin voor Bo zorgen.

Ellen is de tegenwoordige vriendin van Armin. Ze is tevens een vroegere vriendin en collega van Monica. Zij heeft Armin uit zijn rouwperiode om Monica gehaald, een periode waarin hij veel dronk, en ’s nachts altijd op stap was. Zij en Armin voeden nu samen Bo op.

Dees is de beste vriend van Armin aan wie Armin zijn avonturen verteld die hij beleefd in de zoektocht naar de biologische vader van Bo. Dees is vastbesloten de evolutietheorie van Darwin omver te werpen, en houdt Armin op de hoogte van zijn kritiek op deze theorie.

De ouders van Armin en Monica komen minder vaak voor in het boek. Vooral de ouders van Monica komen weinig voor omdat Armin het niet zo opheeft met die mensen. Alleen de vader van Armin speelt een grotere rol in het boek omdat hij de biologische vader van Bo is, en omdat hij in de ogen van Armin een ‘alleskunner’ is, wat Armin zelf niet is, omdat hij zijn enige grote liefde heeft laten gaan.


7. Historische tijd

De tijd waarin het boek zich afspeelt is gewoon in de 19e eeuw, zo rond de tijd waarin wij leven.

Ik denk niet dat er in het boek meerdere verhaallagen voorkomen. De gebeurtenissenlaag zou de geschiedenis van de tijd voor Monica’s dood kunnen voorstellen.

Het verhaal begint midden in een handeling, in medias res. Je rijdt ineens mee met Armin en Ellen naar het ziekenhuis, om de uitslag te horen van hun vruchtbaarheidsonderzoek. De lezer wordt zeg maar meteen naar de belangrijkste gebeurtenis in het boek geleid.

Het verhaal heeft een gesloten einde, het raadsel wie de biologische vader van Bo is wordt op het einde opgelost.

Het verhaal speelt zich in de tegenwoordige en verleden tijd af. De verleden tijd verteld het verhaal van de relatie tussen Monica en Armin. De tegenwoordige tijd verteld de speurtocht van Armin naar de biologische vader van Bo.


8. Plaats en ruimte

De plaats waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt is Amsterdam. Armin woont namelijk met Ellen en Bo in deze stad. Hij heeft er ook gewoond met Monica, toen zij nog leefde. De ruimte is verder niet van veel betekenis voor het verhaal zelf. Armin struint in de periode na Monica’s dood wel veel door de straten van Amsterdam, wat overeen zou kunnen komen met de onrust die in hem woedt na de dood van Monica, maar ook nadat hij te horen heeft gekregen dat Bo niet zijn natuurlijke zoon is.


9. Tijdsduur

De vertelde tijd loopt ongeveer vanaf het begin van de relatie tussen Armin en Monica tot de ontdekking van de echte vader van Bo, ongeveer vijftien jaar. Namelijk van het moment dat Monika en Armin elkaar ontmoeten, tot het moment dat Bo, ‘hun’ zoon, 14 is.

De verteltijd is 239 bladzijden.


10. Tijdsvolgorde

Het verhaal wordt in grote lijn chronologisch verteld. De meeste gebeurtenissen in het boek volgen elkaar in tijdsvolgorde op. Wel doorbreekt de schrijver de chronologie heel regelmatig met flashbacks. Hierdoor lijkt het boek erg uit losse fragmenten te bestaan; dan weer in het verleden, dan terug naar het heden. Maar dit maakt het verhaal niet onduidelijk: de flashbacks zijn immers noodzakelijk omdat Armin terug naar het verleden moet om verder te kunnen leven in het heden. Bij elkaar worden er ongeveer vijftien jaar besproken: vanaf het moment waarop Monika en Armin elkaar leerden kennen tot op het moment waarop Bo veertien jaar oud is.

De flashbacks gaan helemaal terug naar de eerste ontmoeting tussen Armin en Monika, en vanaf daar verder - zodoende kom je veel over hun geschiedenis te weten. Een aantal flashbacks gaan ook over de ietwat vreemde opvoeding van Bo, vooral Armin is daar vrij makkelijk in geweest (Monika heeft slechts de drie jaren meegemaakt, waarna zij overleed).

Het tijdsperspectief is zowel ‘vision par derrière’ als ‘vision avec’. Het verhaal speelt zich namelijk af in het verleden, waarvan de lezer de afloop weet, Monica zal doodgaan, en het speelt zich af in het heden, waarvan men nog niet weet wat er in de toekomst zal gebeuren. Er bestaan hierdoor ook een vertellende ik en een belevende ik, deze wisselen elkaar af. Het tijdsperspectief is zowel ‘vision par derrière’ als ‘vision avec’. Het verhaal speelt zich namelijk af in het verleden, waarvan de lezer de afloop weet, Monica zal doodgaan, en het speelt zich af in het heden, waarvan men nog niet weet wat er in de toekomst zal gebeuren. Er bestaat hierdoor ook een vertellende ik en een belevende ik, deze wisselen elkaar af.


11. Perspectief

Het perspectief ligt bij Armin. Je leert de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon, Armin, goed kennen, het is dus personaal, je kruipt in het persoon.

Het perspectief is eenvoudig, je ziet de gebeurtenissen door de ogen van één persoon. Het effect is dat het verhaal wanhopiger wordt, de hoofdpersoon is namelijk wanhopig om de echte vader van Bo te vinden.


12. Idee

Er kunnen in het boek twee thema’s onderscheiden worden.

Het eerste, en meteen het belangrijkste, thema is twijfel aan het vaderschap. Dit thema komt het duidelijkste naar voren in het boek. Het hele verhaal draait om dit thema.

Het tweede, dieper liggende thema van het boek is het feit dat wij denken de werkelijkheid te kennen, maar dat die toch anders blijkt te zijn.


13. Achtergronden van het boek

Rogi Wieg: Het boek leest als een trein, is onderhoudend en spannend. Een uniek debuut.



Wim Vogel: De passievrucht overstijgt met gemak het niveau van de gemiddelde ‘whu dunnit’.

De vragen na het einde zijn de echte vragen. Dat Glastra van Loon die probeerde te beantwoorden, is al heel wat. (Haarlems Dagb 1lad 15-9-’99)


14. Verwerkingsopdracht

Ik heb voor de verwerkingsopdracht gekozen waarbij je drie nieuwe titels voor het boek moet verzinnen.

Ik heb de volgende titels verzonnen:

• Geboren bedrog

• Zo vader, zo zoon

• Verloren onschuld



Ik heb voor deze opdracht gekozen omdat in vele recensies, wordt gezegd dat de titel niet helemaal van toepassing is op het boek. Het klopt natuurlijk wel, maar het boek had een minder dubbelzinnige titel verdiend, vinden velen. Ik was het hier niet mee eens, ik vind de titel erg mooi gevonden. Maar mijn eigen titels vind ik ook wel leuk. Deze opdracht bracht me aan het denken over hoe titels worden gevonden voor boeken. Het was best moeilijk om goede titels te vinden, maar uiteindelijk is het me toch gelukt. Al zijn mijn titels ook best dubbelzinnig, maar daar hou ik juist van, dat vind ik het mooie eraan.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen