Boekverslag : Christelijk Uitgedrukt - Jezus Christus
Ingezonden Door: Satansangel
Cat
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 1219 woorden. |
A. KORTS MOGELIJKE GELOOFSBELIJDENIS: JEZUS CHRISTUS. Als men het over het Christendom heeft, is één van de meest gebruikte begrippen ongetwijfeld Jezus Christus. Deze figuur staat immers centraal in het christelijk geloof waarnaar alle andere christelijke geloofsuitdrukkingen impliciet verwijzen. Wat men meestal niet weet is dat het op zich een gelovige uitdrukking is. In feite duidt het woordenpaar op het geloof dat Jezus de Christus is. In de geloofsbeleidenis die men citeert in een klassieke eucharistiedienst verwoordt de gelovige de meest belangrijke geloofsartikelen volgens de katholieke Kerk, te beginnen met : "Ik geloof in God de Almachtige Vader schepper van hemel en aarde van al wat zichtbaar en onzichtbaar is ...". Als we willen doordringen tot de eigenlijke kern van het geloof drukt men dit het best uit door te zeggen: "Jezus Christus". Deze uitdrukking is m.a.w. de kortst mogelijke geloofsbelijdenis. Vanuit eerste opzicht lijkt dit waarschijnlijk een futiliteit. Nochtans is het erg verwarrend als bv. in een dagblad Jezus en Christus door elkaar worden gebruikt. De woorden Jezus en Christus zijn niet verwisselbaar. Jezus duidt op de historische figuur van twee millenia geleden, Christus op het geloof in zijn persoon. De vraag wordt dan natuurlijk wat kan je zeggen over de eerst genoemde en wat er valt te zeggen over de laatst genoemde. B. EERSTE EN TWEEDE TAAL: OBJECTIEF EN SUBJECTIEF. Om dit beter uit te leggen maken we gebruik van de theorie dat er twee soorten taalgebruik zijn: de eerste of de wetenschappelijke taal, en de tweede taal die staat voor de religieuze taal. De eerste taal is objectief omdat het voor iedereen hetzelfde is. De tweede taal daarintegen is subjectief omdat het religieuze woorde ook, zelfs in grote mate, op het subject of de persoon slaat die ervan gebruik maakt. C. VOLWAARDIG (CHRISTELIJK UITGEDRUKT) GELOOF: "JEZUS CHRISTUS". Als we dit toepassen op het begrippenpaar Jezus Christus is enerzijds Jezus eerst taal die slaat op de historische figuur genaamd Jezus. Om het neutrale karakter van deze jezusfiguur te beklemtonen, a.h.v. gezuiverd van gelovige inhouden, gebruikt men ook wel eens de naam Jezus van Nazareth. Deze man die een tweeduizendtal jaar geleden geleefd heeft in het stadje Nazareth, kunnen we wetenschappelijk bestuderen, gebruik makende van bv. ethnologie, geschiedenis, archeologie, sociologie, vergelijkende godsdienstwetenschappen, enz. het is een studie die men bezwaarlijk in twijfel kan trekken; het is datgene wat en weet. Het geeft immers zaken te kennen die wetenschappelijk zijn. Anderzijds is het woord Christus bij uitstek tweede taal. 'Christus' is een zeer subjectief geladen begrip. Het is de meest geijkte geloofstitel die men toekent aan de Jezeusfiguur om zijn 'God-zijn' uit te drukken. Andere geloofstitels zijn messias, Heer, mensenzoon, Zoon, Redder maar ook Waarheid, Leegte, Leven, ( ) enz. De persoon die van dit begrip gebruik maakt om uitdrukking te geven aan zijn geloof, drukt hierbij iets van het wezen van zichzelf uit, waarbij hij dit geloof tevens verbindt met de jezusfiguur. Het geloof in de waarde van het leven krijgt aldus in de geloofsuitdrukking 'Jezus Christus' vorm. Persoonlijk gezien kan men 'Christus' per definitie in twijfel trekken want het is alsdusdanig een uitdrukking van het geloof. Men kan niet zeggen: "Christus bestaat niet". Wel kan men zeggen: "Ik kan mijn geloof niet terugvinden in de wijze waarop Jezus heeft geleefd". Wat overigens praktisch nooit het geval is, wel dat men zichzelf niet kan scharen achter de behoudsgezinde standpunten van de kerkelijke overheid inzake abortus, voorhuwlijkse betrekkingen, homoseksualiteit en dergelijke. Moeilijker is het deze zgn. kerkelijk standpunten te bekritiseren en zeggen dat men gelooft in de bijbelse figuur Jezus. Van een volwaardig geloof kunnen we dus spreken als men in staat is eerste en tweede taal, meer bepaald Jezus en Christus te integreren wat niet betekent vereenzelvigen maar wel verenigen; d.i. het betrekken van het eigen geloof op de historische figuur Jezus. Om deze gelooofsintegratie beter te begrijpen is het verhelderend hierbij het begrip geloofsassimilatie te betrekken. D. GELOOFSASSIMILATIE ALS EEN MYTHESERING VAN JEZUS. Geloofsassimilatie komt erop neer dat de gelovige de historische jezusfiguur volledig aanpast (om niet te zeggen vervalst) aan de geloofswens. Als men Jezus met Christus vereenzelvigt of gelijkstelt dan vervaagt of beter verdwijnt Jezus volkomen. Wat Jezus van Nazareth ooit gedaan heeft, zou dan niet ter zake worden beschouwd en uiteindelijk ook van geen belang. Als men aan geloofsassimilatie doet, is het werkelijk van geen belang of Jezus aan het kruis zou zijn gestorven of niet, of hij lief heeft gehad of gehaat, enz. Op die wijze mythiseert men Jezus of herleidt men Jezus tot een mythe. Wanneer men zegt dat of Jezus nu ooit bestaan zou hebben of niet, mensen nu eenmaal geloven en dit toeschrijven aan een idee als 'Christus', kan men zichzelf niet christelijk noemen, eerder gelovig in de ruime zin van het woord (wat niet wegneemt dat ook christenen zichzelf zoekende kunnen typeren). Geloven staat vanuit christelijk perspectief nooit voor het gevonden hebben of het weten wel voor vertrouwen en zich toevertrouwen (al was het maar omdat men niet anders kan) met als leiddraad de wijze waarop Jezus heeft geleefd. Om te verduidelijken wat men met Jezus als mythe bedoelt, maken we een vergelijking met andere bijbelse personages. Vaak is het immers zo dat men in een godsdienst een fictief figuur gebruikt als symboolfunctie om een bepaalde menselijke bestaanservaring aan toe te dichten. Zo wordt de adamfiguur verbonden met schuld en dood; Noach met falen, vergiffenis en hoop; Mozes met de levensrichtlijnen; David met de almacht en wijsheid, enz. Zouden we kunnen stellen dat Jezus net als deze overige bijbelse figuren staatvoor een aantal waarden maar in feite als historisch figuur nooit hebben bestaan? In deze zin zou godsdienst dan het gevoel van vele mensen zich door de kerk beetgenomen te voelen, bevestigen. Godsdienst meer bepaald de Bijbel zou dan misleidend te werk gaan door fictieve figuren en gebeurtenissen uit te geven voor echt gebeurd. Meer bepaald zou Jezus dan staan voor de tweede Adam die tegenover de dood het eeuwig leven stelt, zoals trouwens Paulus in zijn brief aan de Korinhiërs ook letterlijk schrijft (1Kor.15,22). Is Jezus als Christus slechts de verpersoonlijking van het goede; Jezus als (verzonnen) persoon die staat voor het goede? We kunnen immers pogen Jezus van Nazareth met zijn voeten op de grond te zetten, gebruik makende van enkele wetenschappen. Alvast kunnen we hier zeggen dat hoe verder men teruggaat in de geschiedenis hoe minder men belang hechtte aan de historische enkeling. Hoe ouder de figuren die in de Bijbel worden vermeld hoe anoniemer deze zijn voor ons zijn en opgaan in de gemeenschap waarvan ze deel uitmaakten en voorspreker zijn. Als we bijbelse figuren naamloos noemen bedoelen we eigenlijk dat ze slechts een naam hebben en als naam staan voor de overtuigingen van een volk. Zoals al eerder gezegd is het correct te stellen dat ook in de Bijbel vaak een gezagsfiguur als autoriteit gebruikt werd om bepaalde menselijke kwaliteiten aan toe te dichten. De hamvraag is dan in welke mate diet wat Jezus betreft ook het geval is en tevens of dit gegeven de Bijel minder geloofwaardig of leugenachtig maakt. We kunnen ons de vraag stellen of Jezus op zich toegankelijk is losvan zijn 'Christus-zijn'. En indien dit dan ook werkelijk het geval is, of deze Jezus, geneutraliseerd van geloof waartoe hij anderen heeft uitgenodigd, dan wel iets te bieden heeft. Ons geloof in Jezus en in Christus laat ons ongetwijfeld iets verliezen maar hopelijk ook iets winnen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |