Boekverslag : Ferdinand Bordewijk - Karakter
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1669 woorden.

Titel

Karakter



Ondertitel

Roman van Zoon en Vader



Jaar van eerste publicatie

1938



Korte inhoud

Jacoba Katadreuffe was een jonge vrouw, en was dienstbode bij Dreverhaven. Dreverhaven was bezweken voor haar karakter en haar ogen. Het was een harde vrouw met vurige donkere ogen. Zij werd zwanger van hem, en ging vervolgens bij Dreverhaven weg. Hij wilde graag met haar trouwen en stuurde brieven met "wanneer trouwen we" erop. Ze deed de brieven altijd retour, en het ingesloten geld ook.

Er werd een jongen geboren die ze Jacob Willem had genoemd. Het was lichamelijk een zwak kind dat snel ziek werd. Samen met zijn moeder woonde hij in een van de armste wijken van Rotterdam. Toen hij een keer een jongen in z'n maag trapte, verhuisden ze naar een andere wijk.

Toen Katadreuffe (Jacob) de lagere school had afgemaakt, liet zijn moeder hem niet verder een ambacht leren. Hij moest zichzelf redden in de maatschappij. Hij schopte het niet ver tot z'n achttiende. Hij had allerlei soorten werk gehad, maar kon z'n draai niet vinden. Z'n moeder had zijn geld niet nodig. Ze verdiende geld met handwerken en als de tijden slecht werden had ze Jan Maan. Dat was een boekhouder en communist die constant achter meisjes aanliep. Met zijn laatste meisje ging het mis. Ze zouden gaan trouwen maar dat was toch niet doorgegaan. Katadreuffe raakte heel goed bevriend met hem. Jan Maan had ruzie met zijn ouders en kon daarom ook wonen bij Katadreuffe en zijn moeder.

De meeste vrije tijd van Katadreuffe werd besteed aan het lezen van boeken. Vooral las hij veel in het Duitse lexicon. Met een woordenboek kwam hij er aardig uit en zo leerde hij ook wat van de taal. Ook was hij bezig een sigarenwinkeltje in den Haag over te nemen. Hij leende daarvoor geld bij de Maatschappij voor Volkskrediet. Zijn sigarenzaakje bleek een miskoop, en hij ging failliet, maar zijn enige bezit waren een paar boeken. Daar kon volgens zijn curator mr. de Gankelaar geen faillissement op drijven. Zijn contact met de Gankelaar werd beter en hij vond dat Katadreuffe een kans moest krijgen. Hij werd aangenomen als typist op het kantoor van Sroomkoning. Hij had een hoog doel om zich te ontwikkelen en een hele hoge positie te krijgen in dat kantoor. Later werd nog een keer een faillissement aangevraagd voor hem. En hij was weer failliet. Z'n schulden moesten afbetaald worden door een deel van zijn salaris te laten inhouden.

Katadreuffe kon met zijn gewone salaris, elke maand zijn moeder een klein bedragje geven. Dat deed hij ook. Met de moeder van Katadreuffe ging het niet goed. Ze had de tering en moest ook veel hoestten. Ze had niet zo heel lang meer te leven. Katadreuffe wist ook al lang wie zijn vader was en waar hij woonde. Dreverhaven was een zeer beruchte deurwaarder. Hij was ook degene die zijn faillissement had aangevraagd. Katadreuffe vond hem een ploert en dat had hij ook tegen hem gezegd, maar Dreverhaven trok zich er niets van aan.

Katadreuffe had zichzelf al veel geleerd door lectuur en cursussen, maar het bleek dat er meer nodig was. Hij moest lessen gaan nemen. Hij sloot weer een lening af bij z'n vader. Het bleek dat hij een ongelooflijke talenknobbel had, en hij vorderde heel vlot.

De chef op het kantoor was Rentenstein. Hij had geld gestolen uit de kas en in plaats van hem, werd Katadreuffe chef. Hij was al hoger geklommen. Er was een secretaresse op het kantoor die in kwaliteiten iedereen achter zich liet. Juffrouw Te George heette ze. Ze had eens contact met Katadreuffe gehad, en ze waren min of meer verliefd op elkaar. Ze zeiden niets tegen elkaar en op een dag nam Lorna Te George ontslag vanwege haar verliefdheid.

Katadreuffe vorderde snel met zijn studie en hij was al snel geslaagd. Ook z'n volgende studie om advocaat te worden liep vlot. Toen hij op een dag met zijn moeder wandelde bij de haven, kwam hij Lorna tegen. Ze was al getrouwd. Hij besefte toen dat hij iets heel moois voorbij had laten gaan. Katadreuffe werd toegelaten tot advocaat. Zijn doel was bereikt maar hij zei dat het maar een begin was.

Katadreuffe had gebroken met zijn vader. Toen hij thuis was, was zijn moeder bij de bovenburen. Hij kijkt in de mand met de bollen wol, en ziet tussen die bollen een bankrekeningboekje. Daar staat al het geld in was hij aan z'n moeder had gegeven. Voorin staat dat het bedrag voor haar zoon is na haar dood. Katadreuffe vloekt en slaat de deur achter zich dicht.



Personen

De hoofdpersonen zijn Jacob Willem Katadreuffe en zijn vader A.B. Dreverhaven. Er is bij beide sprake van een round character.

J.W. Katadreuffe: een man die zich heel goed een doel kan stellen en die ook niet van dat doel afwijkt. Hij is zeer trots en neemt geen enkel geschenk aan. Hij is ook zeer eerlijk. Hij zal alles eerlijk doen en zeggen, ook al hangt alles er vanaf. Hij gaat op eigen kracht naar zijn doel. Jacob kan ook goed leren. Hij kan het niet uitstaan als iemand onterechte dingen doet, maar hij blijft bij zijn eerlijkheid. Hij wil iedereen in z'n omgeving ook beter maken, alhoewel hij vaak moet concluderen dat je zelf niemand kan veranderen, maar dat die persoon dat zelf moet doen.

A.B. Dreverhaven: een man van graniet. Hij is ijzersterk en gemeen. Hij is gierig en erg gesteld op macht en geld. Hij wil graag zijn zin doordrukken, en zal alle middelen inzetten. Hij heeft ook nergens spijt van, ook niet als hij op de oneerlijke, valse tour gaat. Het doel van zijn leven is hem onduidelijk, het is een soort zombie die gewoon het leven van anderen wil verpesten. Hij lijkt totaal niet op zijn zoon, in tegenstelling tot de moeder.



Tijd

Het is een chronologisch geschreven verhaal. Er is af en toe sprake van een tijdsverdichting, maar dan alleen op de onbelangrijke punten. Het verhaal speelt zich af van ongeveer 1915 tot twintig jaar verder.



Ruimte

Er is in dit verhaal sprake van een belangenruimte. Het is bijvoorbeeld belangrijk te weten dat ze in een arme buurt woonden. De kamer waarin Katadreuffe zat tijdens zijn werk was ook oud en armoedig.



Perspectief

Het perspectief is hier het personale verhaal.



Thema

Ik kies als thema: Het karakter van een persoon bepaald zijn hele leven.

Ik heb dit thema gekozen omdat je duidelijk kon zien hoe de verschillende karakters de levens gingen beheersen. Omdat Katadreuffe en zijn moeder ongeveer hetzelfde karakter hadden botste het, en was de relatie geen goede. Jan Maan was Jacob zijn vriend omdat ze verschillende karakters hadden, en zo nooit uitgepraat raakten. Dreverhaven had weer een karakter die problemen schepte. Het hele verhaal is zo mooi omdat iedereen een ander en apart karakter had.



Motieven

Een algemeen motief was in dit verhaal jaloezie. Katadreuffe was jaloers op bijvoorbeeld Rentenstein of Stroomkoning. Ook was hij jaloers op de man van Lorna.

Een verhaalmotief is hier geld. Geld heeft in dit verhaal een waarde. Jan Maan gaf er niets om, Katadreuffe wilde veel verdienen en voor Dreverhaven was het zijn leven. Jacoba wilde niets aannemen, en het ging hier ook vooral om geld.



Titelverklaring

De titel is karakter en die is te verklaren omdat het verhaal door karakter tot stand kwam. Het zijn allemaal uitzonderlijke karakters die van elkaar volledig wijken. De ondertitel is 'de roman van vader en zoon'. Die hangt daar samen mee. Omdat deze twee personen dat karakter hadden, is het verhaal tot stand gekomen.



Structuur

Het verhaal is onderverdeeld in hoofdstukken. Die hoofdstukken geven aan waar het er in het volgende stuk tekst over gaat en soms ook welken personen hier belangrijk zijn.



Stijl

Het verhaal is geschreven zodat het lekker loopt. Hij gebruikt korte zinnen en vooral vreemde namen. Er wordt uitgelegd hoe het eruitziet of wat er gebeurt. Het is heel mooi geschreven, maar is niet zozeer anders dan andere boeken.



Genre

Het genre is 'zakelijke proza'.



Auteur

Toen Ferdinand Bordewijk (1984 - 1965) als jong advocaat in een kantoor aan de Boompjes in Rotterdam ging werken, zal hij nauwelijks vermoed hebben dat dit huis ooit een belangrijke rol in een van zijn boeken zou spelen: het is in dit statige pand dat de hoofdpersoon in Bordewijks bekendste roman 'Karakter' voor het eerst zijn vader ontmoet en daarna met onverzettelijke wilskracht bouwt aan zijn carrière. Ook andere plaatsen uit Bordewijks leven zijn in zijn werk terug te vinden. Zo wordt het huis Singel 198 in Amsterdam, waar hij als kind gewoond heeft, beschreven in 'Keizerrijk', een van de verhalen in de bundel 'De wingerdrank', terwijl de Handelsschool aan het Van Alkemadeplein in Rotterdam, waar hij korte tijd als leraar werkte, hem inspireerde bij het schrijven van zijn onvergetelijke roman over een middelbare school, 'Bint'.

Ook al zijn er dus wel autobiografische elementen in het proza van deze Haagse schrijver aan te wijzen, toch hield Bordewijk zelf zijn leven zoveel mogelijk gescheiden van zijn literaire werk. Zoals blijkt uit zijn drie bundels 'Fantastische vertellingen', die in 1919, '23 en'24 verschenen, werd hij al vroeg door het griezelige en ook gruwelijke geboeid. In dit opzicht vertonen zijn verhalen, waarin de lezer soms het gevoel heeft in een vreemde droom verwikkeld te zijn, verwantschap met het werk van de negentiende-eeuwse Amerikaanse schrijver Edgar Allen Poe. Bordewijks 'Fantastische vertellingen' werden overigens in de tijd dat ze gepubliceerd werden, nauwelijks opgemerkt.



Waardeoordeel

Het was een mooi verhaal. Als je bijna aan het eind bent denk je dat alles goed afloopt, maar dat is niet helemaal waar. Het leest gemakkelijk en alles staat in precies de goede volgorde. Je krijgt een hele goede indruk van de personen die erin meespelen, en het is geen fantasieverhaal. Ik heb nog een uurtje nadat ik het uit had uitgebreid nagedacht over hoe het verdergaat. Dat kan je bij dit verhaal namelijk zelf invullen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen