Boekverslag : Thea Beckman - Wonderkinderen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1011 woorden.

Titel: Wonderkinderen

Schrijfster: Thea Beckman

Uitgever: Lemniscaat b.v te Rotterdam

Genre: school

Jaar van uitgave: 9e druk, 1991

162 blz.



Samenvatting

Tom en wijntje zitten vanaf het begin bij elkaar in de klas. Als ze naar de brugklas gaan zijn ze nog maar 10. Ze willen allebei naar het lyceum (gymnasium) maar Tom mag dat niet van zijn ouders, en moet naar de l.t.s. Wijntje en Tom verzinnen allerlei manieren, om zijn ouders om te praten zodat Tom toch nog naar het Lyceum mag. Maar dit lukt niet. Als ze al een tijdje op de brugklas zitten, mogen Tom en Wijntje elkaar niet meer zien, van de ouders van Tom. Tom kan er niet meer tegen en gaat in hongerstaking. Omdat hij al zoveel was afgevallen, moest hij naar het ziekenhuis en naar een psychiater. Nadat Tom met de psychiater had gepraat, en de psychiater met zijn ouders mocht hij toch nog naar het Lyceum.



Belangrijke personen

De hoofdpersonen zijn Tom en Wijntje. Tom komt uit een niet zo rijke familie. Tom heeft bruin haar en heeft een fantastisch karakter. Hij staat altijd klaar voor zijn vriendin. Tom is een jongetje die nog maar 10 jaar is, als hij naar de brugklas gaat. Hij krijgt problemen met zijn ouders, omdat hij erg graag naar het Lyceum wil, maar naar de l.t.s moet. Hij moet naar de l.t.s toe, omdat hij van zijn vader elektricien moet worden. Zijn vader is zelf ook elektricien. Tom is de beste vriend van Wijntje.

Wijntje is de dochter van een rijke familie. Ze is erg aardig en een beetje onzeker. Ze is ook niet zo groot en ze heeft bruin haar. Zij is ook nog maar 10 als ze naar de brugklas gaat. Ze wil graag samen met Tom maar die mag niet van zijn ouders. Ze helpt mee om hem alsnog op het Lyceum te krijgen. Wijntje is de beste vriendin van Tom.



De belangrijkste bijpersonen zijn: Bas Walma, Ruud, Willem van Geuningen, Coffeng, Boppa.

Bas Walma: Hij is de vader van Tom en verbiedt Tom naar het Lyceum te gaan. Van hem moet hij naar de l.t.s en elektricien worden, net als hij. Hij is snel kwaad en wil alleen inzien wat hij wil. Hij kijkt niet naar de keuzes van Tom. Hij heeft dus een egoïstisch karakter.



Ruud: Broer van Tom die ook elektricien moest worden van zijn vader maar hij wou het ook worden. Hij bemoeit zich niet met de keuze van zijn vader, maar die van Tom. Hij vind het maar dom dat hij zo’n studie wil zijn. Hij kan als elektricien net zo’n goede baan krijgen vind hij. Ook hij geeft niet om de keuzes van Tom.



Willem van Geuningen: Hij si de psycholoog van Tom die ervoor zorgt dat Tom als nog naar het Lyceum mag. Hij heeft een goed karakter met een goede aard. Hij ziet in dat Tom dood ongelukkig is op de l.t.s en daar dus niet thuis hoort.



Coffeng: De baas van hun basisschool. Hij heeft ook nog geprobeerd meneer Walma ervan te overtuigen, dat Tom ongelukkig zou zijn op de l.t.s. Omdat daar bijna alles met je handen is en Tom dat niet in zich heeft, maar wel een goed verstand heeft.



Het verhaal speelt zich af in Nederland. De echte plaats staat er niet in vermeld. Het speelt zich ook af in de huizen van Wijntje en Tom. Toen ze elkaar niet meer mochten zien van meneer Walma, spraken ze stiekem af in de bibliotheek.



Het verhaal speelde nog niet zo lang geleden af, want er word in het verhaal al gebruik gemaakt van kopieerapparaten, van de tv, van videoapparatuur, computers enz.

De verteltijd van het boek is 126 blz. De vertelde tijd is ong. 1 jaar want het boek begint met dat Tom en Wijntje naar de brugklas gaan en het boek eindigt als de grote vakantie weer is begonnen.

Het boek word niet in chronologische volgorde verteld maar door elkaar. Het boek begint namelijk dat Wijntje in het Lyceum loopt en daarna word pas verteld dat Tom niet heen mocht en het probleem met zijn ouders en zo.

Er is geen sprake van tijdversnelling.



Het begint aan het begin van de gebeurtenis. Dat Wijntje al op het Lyceum is en dat Tom niet mag en dat ze dan gaan proberen om zijn ouders over te halen. Wat aan het eind van het verhaal lukt.









Het belangrijkste probleem is dat Tom niet naar het Lyceum mag maar naar de l.t.s moet. Het boek heeft een goede afloop, want Tom mag uiteindelijk toch nog naar het Lyceum waar hij altijd al van droomde.

Het boek heeft een open einde want hij kan nu zelf bepalen hoe zijn toekomst word en zo gelukkig kan leven, zonder dat zijn vader er mee bemoeit.

Het verhaal kan realistisch zijn, want in het echt bestaan ook kinderen. En er bestaan ook ouders die de keuzes van hun kinderen uitmaken. Maar ik weet niet of dit een echt gebeurt verhaal is, het kan gerust zo zijn.



Het boek is geschreven vanuit het vertellersperspectief. Een persoon van buitenaf verteld het verhaal. De verteller beschrijft alle gebeurtenissen, gevoelens en gedachten. In het hele boek blijft het perspectief het zelfde.



Met de titel “Wonderkinderen” bedoelen ze Tom en Wijntje. Als kinderen verschrikkelijk goed en gemakkelijk kunnen leren, noemen ze deze ook wel wonderkinderen.



Het thema van het boek Wonderkinderen is “het belang van vriendschap”



Het boek was makkelijk te lezen en je kon je eigen er makkelijk in verdiepen. Je word makkelijk meegetrokken in de gebeurtenissen en als je eenmaal begonnen bent met lezen kun je haast niet meer stoppen zo’n mooi boek is het. Het boek is erg realistisch geschreven. Ik kan niet beoordelen of het echt waar gebeurt is. De opbouw van het boek is verrassend. Je kunt niet van te voren weten wat er gaat gebeuren. Kortom: het is een prachtig boek, die ik zeker aanraad aan mijn klasgenoten. Je kunt het gemakkelijk lezen want de opbouw van het boek is niet lastig maar wel erg verrassend.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen