Boekverslag : Herman Heijermans - Op Hoop Van Zegen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1937 woorden.

Bibliografie
Eerste druk: 1901

Genre: Het genre is natuurlijk een toneelstuk. Daarnaast kunnen we zeggen dat 'Op Hoop van Zegen' een sociaal-realistisch milieu- of tendensdrama, of ook wel statisch drama genoemd, is. Dit, omdat de situatie voor de vissers niet verandert.


Samenvatting
eerste bedrijf:
Kniertje, Cobus, Clementine, Daantje, Jelle en Barend zijn bij Kniertje thuis. Dan komt de reder Bos binnen, die Barend wil overhalen mee te gaan. Barend heeft een doodsangst voor de zee. Clementine, die hoort welk schip haar vader wil laten uitvaren, valt haar vader in de reden over wat hij over dat schip vanmorgen heeft gezegd. Woedend stuurt hij haar het huis uit. Barend weigert eerst mee t egaan, maar onder druk tekent hij toch. Op een gegeven moment komt Geert thuis, die een tijd in de bak haaft moeten zitten, omdat hij een meerdere had geslagen.

tweede bedrijf:
Kniertje is jarig. Men is vrolijk, maar men let niet op Simon, de dronken scheepstimmermansknecht die zegt dat de 'Op Hoop van Zegen' niet zeewaardig is. Als Geert socialistische liederen zingt, stuift reder Bos het huis binnen, waar hij ruzie krijgt met Geert. Uiteindelijk zet Geert Bos de deur uit. Bos verteld Kniertje dat ze geen baan meer heeft (ze mocht vroeger bij hem schoonmaken, omdat ze geen pensioen heeft). Barend, die van Simon hoort dat de 'Op Hoop van Zegen' niet zeewaardig is, weigert aan boor dte gaan, maar Bos laat hem door de politie halen. Het laatste wat Kniertje van Barend hoort, is dit; "Je ziet me nooit meer, nooit meer...".

derde bedrijf:
De 'Op Hoop van Zegen' is uitgevaren met alle bemanningsleden aan boord. Kniertje is ziek, en er komen enkele vissersvrouwen op bezoek. Buiten stormt het. Clementine en Kaps komen binnen om om wat soep en eieren te brengen. De vrouwen vertellen elkaar verhalen over de zee, ovder schepen die zijn vergaan bij stormen en mannen die zijn omgekomen.

vierde bedrijf:
Bos en zijn vrouw zitten op Bos' kantoor ruzie te maken over het plan een uurwerk te plaatsen in de klokketoren. Op het kantoor komen de vissersvrouwen informatie vragen over de 'Op Hoop van Zegen', die al erg lang op zee is. Ook Simon komt binnen. Dan gaat de telefoon; het is een telefoontje uit Nieuwediep, de 'Op Hoop van Zegen' is vergaan, het lijk van Barend is aangespoeld, en dekluik47 eveneens. Clementine beschuldigt haar vader; hij had geweten dat het schip niet zeewaardig was. Bos op zijn beurt beschuldigd de assurantie, die het schip hadden goedgekeurt. Er komt een heftige woordenwisseling tussen Jo en Bos. Bos valt Kniertje hierover weer lastig; het arme mens valt flauw. Nu draait Bos wat bij, en de redersvrouw zegt dat Kniertje wel weer mag komen poetsen.


Tijd & Ruimte
TIJD

Het verhaal speelt zich af rond de eeuwwisseling, toen het boek werd gedrukt. Dit is logisch, omdat Heijermans eigentijdse verhalen op het toneel wilde brengen. De schepen zijn nog oude vissersboten, de reders doen niet zo moeilijk over mensenlevens. Tegenwoordig kom je dit echt niet meer tegen.

Het verhaal is chronologisch verteld. Wel vinden er tijdssprongen plaats en een enkele terugblik.



RUIMTE

Het verhaal speelt zich af in een "Noordzee-vissersplaats". Deze plaats wordt nergens genoemd, of wordt er duidelijk gemaakt welke het zou kunnen zijn. Het is een 'gewone, simpele' vissersplaats, waar er zoveel van zijn. Het grootste gedeelte van het spel vindt plaats in het huis van Kniertje. Dit is de belangrijkste plaats. Dit huis komt in de eerste drie bedrijven voor. Het kantoor van de reder Bos wordt gebruikt tijdens het vierde bedrijf.

In het hele spel hangt er steeds een soort spanning; als Geert thuiskomt, als Kniertje er bij Barend op aandringt mee te gaan met de 'Op Hoop van Zegen', als Barend meegesleept wordt naar het schip, en als Jo, Clementine, Kniertje, Marietje en Cobus bij Kniertje thuis zijn. In dit laatste geval zijn de mannen al lange tijd op zee en stormt het heel hard:
"...Ziende dat Kniertje bidt, loopt ze handenwringend naar het raam, trekt het gordijn aarzelend op, staart door het glas. Dan, voorzichtig, opent zij een van de vensterdeuren. De wind buldert het gordijn omhoog - de lamp danst - ploft uit. Snel trekt zij het raam dicht.
KNIERTJE, driftig van angst: Da's toch gekkewerk! Blijf met je pote van 't raam!...
JO, kermend: O!O!O!...
KNIERTJE, hevig angstig:..."
De spanning wordt hier vooral opgewekt doordat er achter de naam van de persoon die iets zegt er cursief gedrukt achter te vertellen hoe die persoon dat zegt.


Personages
Kniertje is een vissersweduwe. Zij is de centrale figuur in het toneelstuk, al zou ik haar niet de hoofdpersoon noemen. Zij is gewoon noodzakelijk om de andere figuren met elkaar om te laten gaan. Kniertje heeft haar man verloren op zee en twee van haar zoons. Ze heeft nog twee zoon, nl. Geert, die een tijdje in de bak heeft gezeten omdat hij bij de marine een superieur had geslagen, maar er nu weer uit was, en Barend, die een enorme angst voor de zee heeft. Hij wordt door de politie naar het schip, dat volgens hem niet meer zeewaardig was, gesleept. Hij schreeuwt op het laatst tegen zijn moeder dat ze hem niet meer terug zal zien. Dit zal waar blijken te zijn. Kniertje werkt bij de familie Bos als schoonmaakster. Zonder deze baan zou ze niet genoeg geld hebben om te eten. Als Bos ruzie krijgt met Geert, mag ze niet meer komen schoonmaken, maar na het bericht over de ondergang van de 'Op Hoop van Zegen' mag ze weer wel komen.

Jo is de nicht van Kniertje, zij is verloofd met Geert. Zij komt veel op bezoek bij Kniertje. Cobus is de broer van Kniertje, hij zit in de diakonie, net zoals Daantje. Zij zijn twee oude mannen, die ook geregeld bij Kniertje op bezoek komen.

Marietje is de dochter van Simon. Simon is sinds zijn zoon is verdronken aan de drank. Hij heeft gezien dat de 'Op Hoop van Zegen' rot was, maar de reder wilde niet naar hem luisteren, later zegt hij omdat hij geen raad aanneemt van een dronkeman. Marietje is verloofd met Mees, die dus ook op de 'Op Hoop van Zegen meevaart.

Dan zijn er nog Jelle, de muzikant, die zo nu en dan langskomt en om wat geld vraagt, en de vissersweduwen Saart en Truus, die twee mannen heeft verloren en nu haar oudste zoontje verliest.

Als laatste is er de redersfamilie Bos. Clemens Bos is de reder, die de 'Op Hoop van Zegen' laat uitvaren. Hij heeft een vrouw Mathilde en een dochter Clementine. Deze laatste is ook veel bij Kniertje, waar ze ook in angst zit voor de levens van de mannen op zee. Ook neemt zij het haar vader kwalijk dat hij de 'Op Hoop van Zegen' naar de zee heeft gestuurd, terwijl hij wist dat die niet zeewaardig was. Bos heeft nog een boekhouder is dienst, namelijk Kaps.

Alle personen zijn flat-characters. De personen worden niet uitgebreid beschreven, en er vindt geen karakterontwikkeling plaats.


Thematiek
Het thema is de ellendige levensomstandigheden van een hele bevolkingsgroep en verdorvenheid van de maatschappij. Waarschijnlijk komt dit thema in meer van Heijermans' boeken voor, doordat hij zich fel heeft verzet tegen het kapitalisme, wat in dit boek wordt uitgedrukt in de reder Bos.

Het thema is goed verwerkt, uit de situaties zoals die worden geschetst bij Kniertje thuis blijkt dat ze het heel erg nauw heeft. Daarnaast heeft ze haar man en twee zonen verloren. Iedereen daar heeft familie verloren op zee. De verdorvenheid van de maatschappij komt goed tot uitdrukking doordat deze mensen als visserskind zijn geboren. Zij zullen de rest van hun leven visser blijven. Dit is de maatschappij. Deze dwingt de reder ook om te zijn zoals hij is; oude schepen de zee op sturen om toch nog wat geld te verdienen.


Boekbeschrijving & Titel
De titel, Op Hoop van Zegen, is ironisch, de vissersvrouwen en de reder hebben beide hoop; de vrouwen dat hun vaders, mannen en zonen veilig terugkomen, de reder dat zijn schip terugkomt met een hoop vis. Maar de zegen is er alleen voor de reder, voor de vissers is er ellende. Daarnaast verwijst de naam van het schip ook naar het risico dat elke vaart met zich meebrengt. De ondertitel, Spel van de zee in vier bedrijven, slaat ten eerste op het feit, dat het een toneelstuk is dat uit vier bedrijven bestaat. Daarnaast gaat het in toneelstuk om wat de zee doet, laat hij de vissers leven of slokt hij ze op. Dit is zijn spel.


Opbouw
Het toneelstuk is opgebouwd uit bedrijven. Deze worden alleen aangeduidt met een nummer. Daarna volgt er een beschrijving van hoe die ruimte eruit ziet. Er zijn vier bedrijven. Deze bedrijven zijn weer onderverdeeld in tonelen. Deze worden ook weer alleen met een nummer aangeduid. Daarna volgt er wie er allemaal op het toneel zijn. In het eerste bedrijf zijn er veertien tonelen, in het tweede bedrijf zijn er zeventien tonelen, in het derde bedrijf zijn er acht tonelen en in het vierde bedrijf zijn er eenentwintig tonelen.


Stijl
Het taalgebruik is duidelijk een dialect, alhoewel het meestal goed te begrijpen is. Natuurlijk is er een duidelijk anders taalgebruik, ten eerste omdat Herman eigentijdse verhalen op het toneel wilde brengen. In de tijd dat Heijermans dit schreef (rond 1900), was Nederland natuurlijk nog niet zo welvarend als nu. Zeker die oude vissersplaatsen hadden nog niet zoveel contact met de buitenwereld, waardoor er nog een duidelijk dialect heerste, wat Heijermans zeer duidelijk in zijn toneelstuk naar voren laat komen. Enkele voorbeelden:
...zes maande om me te betere bij vrete dat je niet slikke kan - roggemik, gort, erretesoep, rats... drie maande zakkies geplakt en as 'k kans zag van honger de zure rotte stijfsel gevrete...
...'k Wou da'k net als jij over alles kon prate... Nee- 't is me 'n angst. Met me eerste was 't 'n gruwel - met me tweede dat wete jullie...

Zo gaat dat het hele boek door.


Literatuur geschiedenis
Herman Heijermans werd in 1864 geboren. Hij doorliep de HBS en werd bakbediende. In 1886 begon hij een lompenhandel, en hij had in 1888 tot 1892 een handel in huishoudelijke artikelen. In 1892 werd hij toneelcriticus van 'De Telegraaf' en in 1895 werd hij lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij) en en werd hij journalist bij het 'Algemeen Handelsblad'. In 1897 richtte het socialistische tijdschrift 'De Jonge Gids' (dat hij zelf vier jaar lang vol schreef onder elf pseudoniemen) op.Hierna werd hij redacteur van 'De Nieuwe Tijd'. Van 1907 tot 1912 verbleef hij in Berlijn en hij werd de directeur/oprichter/regisseurvan de N.V. 'Toneelvereeniging'. Hij stierf in 1924.

Heijermans schreef naturalistische romans, o.a. Diamantstad (1904), over het leven der diamantwerkers in de Amsterdamse Jodenbuurt. Bovendien was hij heel erg goed in de korte verhalen. Ondertussen ontwikkelde hij zich tot een toneelschrijver. Dit is opvallend, omdat er na de 17e eeuw zo weinig van zijn geweest. Heijermans wilde het eigentijdse op het toneel brengen. Niet zoals het oudere drama, dat een ontwikkeling naar een eindpunt voert, geeft Heijermans uitbeeldingen van blijvende situaties. In het ontstaan en de bloei van dit 'statisch' drama is Heijermans ook internationaal heel belangrijk. Verschillende van zijn toneelstukken zijn: Ghetto (1899), Uitkomst (1907), De Wijze Kater (1917) en Ora et Labora (1902). Romans: Droomkoninkje (1924) en Vuurvlindertje (1925). Uit enkele van zijn toneelstukken en romans blijkt dat Heijermans realist en idealist is, nuchter en dromerig, scherp waarnemer en romantisch fantast, medelijdend en verontwaardigd, strijdvaardig en weemoedig, tragisch en humoristisch. In Op Hoop van Zegen valt de nadruk trouwens wel sterk op de realiteit en de ellende van het leven.

Tegen de maatschappelijke orde van zijn tijd, de kapitalistische, heeft Heijermans zich zijn hele leven fel verzet. Hij wilde met zijn werk de maatschappij beïnvloeden. Kunst was voor hem geen luxe, maar had volgens hem een sociale functie.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen