Boekverslag :  - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1690 woorden.

Hersenschimmen



BESCHRIJVING

Motivatie van de boekkeuze:

Toen ik aan het lezen van mijn boek wilde beginnen, vroeg ik aan mijn oma of ze nog boeken voor mij had. Die had ze wel: ze gaf mij onder meer het boek ‘Hersenschimmen’ mee.



Samenvatting:

Maarten Klein is een oude, gepensioneerde man van 71 jaar, die in Nederland geboren is, maar die met zijn vrouw Vera in een huisje aan de kust woont in Gloucester in Amerika. Hij heeft twee kinderen, Fred en Kitty, maar die wonen allebei ver weg en komen nooit bij hun ouders. Op een dag komt Maarten erachter dat hij minder besef heeft van tijd; hij staat voor het raam op de schoolkinderen te wachten, zoals hij dat iedere dag doet. Pas als zijn vrouw zegt dat het zondag is krijgt hij in de gaten dat hij dat was vergeten. Zo zijn er de dagen daarna nog een aantal voorvallen waarbij Maarten zich gedraagt alsof hij op een ander tijdstip iets doet, een keer zelfs denkt hij dat hij een vergadering heeft. Daarbij forceert hij de deur van een vakantiehuisje. Pas als hij de denkbeeldige aanwezigen heeft toegesproken, komt hij tot zichzelf en gaat terug naar huis. Op dat moment weet Maarten op bepaalde momenten nog waar hij mee bezig is, hij vraagt zich dan ook af wat er met hem gebeurt. Om Vera niet ongerust te maken praat hij er echter niet over met haar. Maar Maartens vergissingen worden steeds groter. Hij herkent op den duur niemand meer behalve Vera, die hij echter soms wel voor zijn moeder aanziet, en zijn hond Robert. Hij heeft ook niet meer in de gaten dat hij aan het aftakelen is. Zijn huisarts geeft Vera de tip om fotoboeken met Maarten door te nemen. Maar Maarten herkent alleen de oudste foto’s nog. Uiteindelijk besluit Vera om een verzorgster, Phil, in huis te nemen. Op een dag loopt Maarten weg, zonder dat Vera en Phil het merken. Hij verdwaalt, maar wordt herkend en teruggebracht door een vriend. Maarten denkt dat dit gebeurt in de Tweede Wereldoorlog en denkt dat ze net bevrijd zijn van de Duitsers. De volgende ochtend zit Maarten bij de open haard. Hij is foto’s uit het fotoboek aan het scheuren en ze aan het verbranden. Die middag nog komt er een ziekenwagen die Maarten naar een inrichting brengt.



Uitgewerkte persoonlijke reactie:

Ten eerste vind ik de titel erg goed gekozen. Het denken van Maarten wordt een steeds vager, schimmiger geheel, en de wereld waarin hij leeft bestaat voor hem bijna alleen nog uit zijn gedachten.

Het onderwerp van het boek is dementie. In eerste instantie had ik niet idee dat dit een erg aantrekkelijk onderwerp is. Want hoe kun je een mooi boek schrijven als iemand gedurende een verhaal alleen maar aftakelt? En toch vind ik het een mooi boek, omdat er heel echt in beschreven wordt wat iemand die aan het dementeren is doormaakt. Het boek is in het begin erg makkelijk om te lezen, maar doordat het boek wordt verteld uit de hoofdpersoon, Maarten Klein, wordt het wordt steeds moeilijker om het te volgen, want in het boek worden de gedachten van de hoofdpersoon beschreven, en deze worden steeds ordelozer. Op het eind van het boek worden veel zinnen niet eens afgemaakt en is het soms ook niet meer duidelijk waar Maarten nu precies aan denkt. Het taalgebruik van het boek is dus niet erg moeilijk, maar de manier waarop de zinnen op het eind geschreven zijn maakt het boek wel moeilijk om te lezen. De samenhang tussen de zinnen valt weg.

Het boek is ook erg indrukwekkend. Het komt op sommige momenten namelijk ook erg duidelijk naar voren dat Maarten degenen van wie hij houdt zonder het te weten of te bedoelen erg veel pijn doet. Het is dan ook niet zo dat Maarten de ‘held’ van het verhaal is. Sterker nog, het is zo dat Maarten eigenlijk de andere personen in het verhaal alleen maar pijn doet. Maar omdat dit onbewust gebeurt, voelt de lezer toch sympathie voor hem.

De belangrijkste gebeurtenis in het boek duurt eigenlijk ook het hele boek. Het is een proces waarin Maarten langzaam dement wordt. Dit proces wordt onderstreept door andere gebeurtenissen te beschrijven; de kenmerken van dement worden. Hij gaat dingen vergeten en raakt alle besef van tijd kwijt.



Eindoordeel:

Het is een mooi boek, dat diep op de details ingaat, waardoor de ernst van de situatie waarin de hoofdpersoon zich bevindt, extra onderstreept wordt. Het benadrukken van de details is niet vervelend, omdat de momenten waarop dit gebeurt over heel het boek verspreid zijn. Wel vervelend is het, vind ik, dat op het eind van het boek de zinnen niet meer samenhangen. De hoofdpersoon raakt geïsoleerd van de buitenwereld, en in zekere zin ook van de lezer, waardoor hij alleen nog maar, voor de lezer bijna onbegrijpelijke, discussies met zichzelf voert.



VERDIEPING

Verwachtingen:

Ik verwachtte van tevoren niet veel van het boek, omdat mijn vader tegen mij gezegd had dat J. Bernlef, de schrijver, van huis uit een dichter was, en poëzie vind ik vaak lang niet zo mooi als proza. Ook had Chrissie de avond voordat ik aan het boek begon gezegd dat ze het boek ook thuis had liggen, en dat er volgens haar geen doorkomen aan was. Maar deze verwachtingen zijn niet uitgekomen. Het is geen boek waar ik totaal door meegesleurd ben, maar het boek leest wel vrij gemakkelijk door.



Tijd:

De fabel is niet gelijk aan het sujet, want de tekst bevat een aantal flashbacks. Het verhaal is dus niet-chronologisch. De hoofdpersoon brengt deze gebeurtenissen uit zijn verleden ter sprake als hij in zijn fotoboek bladert. Hij herinnert zich een gebeurtenis bij een foto, en dan vertelt hij daar een verhaal bij. De foto’s waarbij Maarten vertelt zijn de foto’s die het langst geleden genomen zijn. Het effect dat dit op mij had, is dat nog sterker gewezen werd op het feit, dat demente mensen zich alleen de dingen herinneren die het langst geleden zijn.

Het verhaal is niet-continu verteld, omdat er in het verhaal een aantal keer een stuk overgeslagen wordt, bijvoorbeeld de nacht.

Het boek bevat wel flashbacks, maar er is er geen die belangrijker is dan een andere: ze hebben allemaal dezelfde funcie, namelijk het onderstrepen van de dementie. Wel valt het op dat er flashbacks in het boek voorkomen die eigenlijk helemaal geen flashbacks zijn: Maarten Klein herinnert zich dingen die in werkelijkheid helemaal niet gebeurd zijn. Vooruitwijzingen komen in het boek in het geheel niet voor. Het effect die deze flashbacks (bestaande en niet-bestaande) op mij hebben is hetzelfde als op de andere personen in boek: de dementie van hoofdpersoon Maarten wordt benadrukt.

De vertelde tijd is langer dan de verteltijd: het verhaal duurt één week. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken, en ieder hoofdstuk is een dag.

Het verhaal speelt ongeveer in de jaren ’70 of ’80, het precieze jaartal wordt niet gegeven; in het begin van het boek wordt gezegd: ‘toen mama in 1950 stierf’.









Personages:

Het is eigenlijk heel gek, maar de hoofdpersoon leer je niet zo goed kennen. Eigenlijk is het enige wat je van zijn innerlijk weet dat hij het erg vindt dat hij zo aftakelt. In het begin heeft hij dit namelijk heel goed in de gaten.

Vera, de vrouw van Maarten, is een zorgzame vrouw als het om Maarten gaat. Of dat ook zo is als het om andere personen gaat, komt niet in het boek naar voren. Ze leeft erg met hem mee en begrijpt hem. Ook helpt ze hem met dingen die hij niet zelf kan, is erg geduldig, en probeert tot het laatst toe tegen beter weten in om Maarten er weer bovenop te helpen.

Phil is de verzorgster die in huis wordt gehaald door Vera, om haar te helpen in de omgang met Maarten. Eigenlijk kreeg ik een beetje de indruk dat ze niet goed weet hoe ze met hem en zijn ziekte om moet gaan. Ze is wat onzeker, maar ze doet erg haar best om Vera en Maarten zo veel mogelijk te helpen.

Robert is de hond van Maarten. Maarten is erg aan zijn hond gehecht, en herkent hem tot het laatst toe. Het klinkt vreemd, maar in het boek komt naar voren dat Robert Maarten erg tot steun is.

De relatie van Maarten Klein tot de andere personages in het boek wordt steeds beperkter. Hij trekt zich steeds meer in zichzelf terug. In het begin blijft de relatie hetzelfde als dat deze was voor dat Maarten dement werd, maar in de loop van het boek zwakt deze relatie erg af.

Het wereldbeeld van de personages wordt niet bekend gemaakt in het boek. Het is dan ook niet relevant voor het verhaal. De personages in het verhaal zijn wel herkenbaar: het zou in het echt ook zo kunnen gaan.



Doel:

De hoofdpersoon wil erachter te komen wat er met hem gebeurt, en als hij dat weet wil hij er iets aan doen. Dit doel wordt echter vergeten door de dementie. Het wordt dus ook niet bereikt en zelfs als Maarten erachter gekomen was, zou hij er niets aan kunnen doen.



EVALUATIE

Ik vond het een erg indrukwekkend boek, vooral omdat het aftakelen van de hoofdpersoon zo goed is beschreven. Het werd duidelijk wat de hoofdpersoon doormaakte tijdens het dement worden, maar doordat de lezer niet vergeet wat de hoofdpersoon denkt, wordt het ook duidelijk wat zijn vrienden en familieleden doormaken. Moeilijk om het boek te lezen was het niet, alleen het einde was lastig. Het boek gaat erg diep op de details in, wat ik meestal vervelend vind aan een boek, maar hier is het noodzakelijk, want anders zou het boek in enkele bladzijden afgelopen zijn. Het beschrijven van die details is echter zo goed gedaan dat het helemaal niet vervelend is om ze te lezen.

Mijn mening over het boek ‘Hersenschimmen’ is na de verdiepingsopdracht niet veranderd. Het maken van het boekverslag is goed gegaan, omdat ik het kort na het lezen van het boek heb gedaan. Het maken van de verdieping was daarom ook niet moeilijker dan het maken van de beschrijving.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen