Boekverslag : Jan Wolkers - Kort Amerikaans
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2605 woorden.

Kort Amerikaans



Bibliografische gegevens



Jan Wolkers, Kort Amerikaans

Amsterdam, 199244 (1962)

Motto: There is no trap so deadly as the trap you set for yourself

Opdracht: Voor Karina en Rosita



Samenvatting



Het is 1944 en de Tweede Wereldoorlog is dus aan de gang. De achttienjarige Eric en zijn vriend Peter moeten eigenlijk werken voor de Duitsers, maar ze zijn ondergedoken voor de arbeidsdienst in een niet bij naam genoemde stad.

Eric en Peter lopen door de stad. Eric gaat een postkantoor binnen om postzegels te kopen en Peter wacht buiten. Terwijl Eric postzegels koopt wordt Peter bij een razzia opgepakt door Duitse soldaten.

Eric geeft zich op voor de tekenacademie bij kunstschilder Van Grouw. Daar gaat hij elke middag schilderen. Voor de middag werkt hij bij jonkheer d’Ailleurs, waar hij lampenkappen

beschildert met zeventiende-eeuwse zeeslagen. Ook Elly, een blond joods meisje, werkt daar. Ook zij is ondergedoken.

Als Eric alleen op de academie is ontdekt hij een zolder. Op die zolder vindt hij een gipsen tors van de Griekse godin Venus. Hij voelt zich goed bij de tors, omdat die niks zegt van het litteken op zijn voorhoofd. Het gaat zelfs zover dat hij zich met de tors bevredigt.

Als Eric aan het schilderen is, staat ineens Van Grouw achter hem in een uniform van de WA, de weerafdeling van de N.S.B. Hier schrikt de ondergedoken Eric natuurlijk van, maar er is op dat moment niets aan de hand. Eric weet nu wel dat Van Grouw een N.S.B.’er is.

Op een avond gaat Peter zijn zeventienjarige vriendin Ans ophalen bij de boekhandel waar ze werkt. Ze gaan naar de zolder toe waar Eric onderduikt en gaan daar voor het eerst met elkaar naar bed. Ans wil dit eigenlijk niet, dat heeft vooral met haar streng Rooms-katholieke opvoeding te maken.

Als Eric aan het schilderen is op de academie maakt hij kennis met een man die zich De Spin noemt. Ook hij is een leerling op de academie. Ze spreken af dat Eric met De Spin mee naar huis gaat. Maar eerst moet Eric naar de tram om op zijn moeder te wachten, die iedere dag om halfvijf met de tram uit Oegstgeest een pannetje met eten komt brengen. Dit moet uiteraard niet te opvallend gebeuren, anders loopt Eric gevaar betrapt te worden. Zijn moeder vertelt hem dat zijn broer Frans ernstig ziek is. De Spin heeft op Eric staan wachten en samen lopen ze naar zijn huis toe. Eric ziet dat De Spin een N.S.B.-speldje heeft en weet dat hij ook hem, net als Van Grouw, niet te veel moet vertrouwen.

Bij het huis aangekomen, komt Eric erachter dat De Spin samenwoont met zijn dove moeder.

Verder is De Spin alleen, hij heeft geen vrouw en ook geen vrienden. De Spin heeft een kamertje waar het vrij rommelig en stoffig is.

Ans is bij de pastoor gaan biechten en heeft verteld dat ze met Eric naar bed is geweest en ze mag niet meer met hem omgaan. Eric wordt boos en dwingt haar tot seks. Vanaf dan is het uit tussen Eric en Ans.

Erics moeder komt weer een pannetje eten brengen en ze vertelt hem dat Frans difterie heeft en dat hij ondertussen al in het academisch ziekenhuis achter glas ligt. Waarschijnlijk haalt hij het niet. Eric gaat Frans opzoeken in het ziekenhuis en moet achter het glas blijven. Op dat moment gaat Frans dood, Eric heeft hem dus zien sterven.

Samen met zijn ouders, zijn zus Bettie, zijn tante Els en zijn oma gaat Eric naar zijn broer kijken, die ligt opgebaard in de rouwkamer. Het is een beetje een raar sfeertje.

Later ziet hij Van Grouw vertrekken uit angst voor de geallieerden. Wel mag Eric van hem in de academie gaan wonen. Bovendien krijgt hij een brief van hem, die hij aan De Spin moet geven. Als hij bij het huis van De Spin aanbelt, wordt er niet open gedaan. Eric gaat naar binnen en komt er tot zijn schrik achter dat De Spin zelfmoord gepleegd heeft. Beide N.S.B.’ers zijn dus weg.

Omdat Eric nu de hele dag op de academie aan het schilderen is, gaat hij niet meer werken bij d’Ailleurs. Hij gaat er heen om zijn ontslag in te dienen en vraagt aan Elly of ze bij hem komt wonen in de academie. Dat doet ze. Na een mislukte vrijpartij met Elly zoekt Eric de gipsen tors van Venus weer op en bevredigt zich ermee. Elly betrapt hem en ze is boos. Ze gooit de tors kapot. In een vlaag van waanzin wurgt hij haar. Ze is dood en hij verstopt haar in de kast.

Op bevrijdingsdag willen de bevrijders de academie binnen, omdat ze denken dat de N.S.B.’er Van Grouw er nog zit. Als Eric ze met een geweer door het raam bedreigt, wordt hij doodgeschoten.



Vertelinstantie



In dit verhaal is sprake van een personale vertelinstantie, want het zicht van de lezer blijft vooral beperkt tot wat de hoofdpersoon, Eric van Poelgeest, denkt, hoort, ziet enz. Het verhaal is ook geschreven in de derde persoon en als je die derde persoon vervangt door de eerste persoon, dan krijg je een geloofwaardig verhaal.

Citaten:

*p. 13: “’Bidt en werkt is ons devies,’ zei Eric met een wrange lach.”

*p. 23: “Ik zou mezelf verraden als ik erheen liep, dacht hij.”

*p. 104: “De tranen stroomden uit Erics ogen zonder dat hij huilde.”

In deze drie citaten gaat het vooral om wat Eric denkt en om zijn gevoelens. In alle drie de citaten kun je de derde persoon vervangen door de eerste.

Verder kan ik geen andere vertelinstanties vinden in dit verhaal. Misschien dat er af en toe een heel klein stukje een andere vertelinstantie heeft, bijv. een halve bladzijde. Maar dat is dan niet echt belangrijk en ook niet echt opvallend, want ik heb het niet kunnen vinden.

De personale vertelinstantie is dus de belangrijkste vertelinstantie in dit verhaal.



Personages



Eric van Poelgeest:


Hij is de hoofdpersoon in dit verhaal. Hij heeft een streng christelijke opvoeding gehad en nu hij niet bij zijn ouders woont, wil hij minder streng christelijk leven. Dus hij wil onder dat strenge uit en nu heeft hij de kans. Zie p. 13: “’Nu ik uit huis ben heb ik eindelijk de kans. Ze zijn gereformeerd thuis.’”

Verder interesseert kunst hem wel. Daarom geeft hij zich op voor de kunstacademie. Verder is het een beetje een doordouwer, iemand die een doel voor ogen heeft en er veel voor over heeft om dat doel te bereiken. Zie p. 78: “’Jij moet altijd je zin hebben. Je bent een echte dwingeland.’”

Bij Eric vindt geen echte karakterontwikkeling plaats, maar er worden toch wel een aantal karaktertrekken van hem beschreven en dat gebeurt gespreid door het hele verhaal heen.

Zeker tegenover de andere personages in dit verhaal, wordt Erics karakter vrij uitgebreid beschreven. Dus daarom is dit een round-character.

Eric is een jongen van achttien. P. 12: “’In oktober word ik negentien.’”

Hij heeft een litteken op zijn slaap. P. 165: “’Het staat interessant, een litteken op je gezicht.’” En p. 20: “Er viel licht door dat een blauwe vlek veroorzaakte op de linkerslaap van de schedel.”

Toen hij klein was moest hij van zijn ouders zijn haren kort dragen, want dat was goedkoper. Volgens Kort Amerikaans model heette dat. Door dit korte kapsel was zijn litteken in zijn jeugd goed zichtbaar. Nu is zijn haar langer. P. 72: “Mijn haar valt ook bijna tot in mijn ogen.” En is het litteken minder goed zichtbaar. Er wordt verder weinig over zijn uiterlijk verteld.





Van Grouw:

De kunstschilder, waarbij Eric zich opgeeft voor de tekenacademie. Over zijn karakter wordt zeer weinig verteld. Er vindt dus ook geen ontwikkeling in plaats. Dit is dus een flat-character.

Over zijn uiterlijk wordt ook vrijwel niks gezegd. Wel wordt er indirect verteld dat hij een N.S.B.’er is. P. 26: “Op een paar stappen van hem af stond Van Grouw in het officiersuniform van de WA.” De WA is de weerafdeling van de N.S.B., dus de conclusie mag duidelijk zijn.





Ans:

Het vriendinnetje van Eric, in eerste instantie. Ze is vrij kuis, dat komt vooral door haar streng Rooms-katholieke opvoeding. P. 12: “’Die kleedt zich niet uit waar anderen bij zijn.’”

En p. 75: “’Ja, ik ben gaan biechten,’ zei ze.”

Haar karakter wordt verder niet echt beschreven en er vinden geen veranderingen in haar karakter plaats, dus dit is een flat-character.

Ans is een meisje van zeventien. P. 15: “’Ze is pas zeventien.’”





Elly:

Zij werkt net als Eric op het atelier van jonkheer d’Ailleurs, die verder weinig in het verhaal voorkomt. Ze is een wat drukker iemand. Ze laat niet met zich sollen, een beetje een baasje.

Zoals op p. 15: “’Ja zeg, ik ga geen liefdeslessen geven,’ zei ze kattig.”

Ook haar karakter wordt verder niet echt beschreven en dus vinden er weer geen veranderingen plaats in haar karakter. Dus weer een flat-character.

Elly is een blond joods meisje. P. 15: “...een blond joods meisje dat aan een tekentafel voor het raam met haar rug naar hem toe zat.”





K. de Spin:

Hij is net als Eric ook een leerling op de tekenacademie. Het is een eenzame man. P. 62: “’Zevenendertig jaar eenzaamheid.’” Hij woont samen met zijn dove moeder in een huis. Hij heeft ook een beetje rare ideeën. Hij denkt bijvoorbeeld dat de kleuren alles op de aarde houden en niet de zwaartekracht. Dit staat op p. 69: “Zie je ... mompelde onverstaanbaar.”

Verder wordt zijn karakter niet beschreven en ook weer geen karakterveranderingen. Dus ook dit is een flat-character.

Hij is vijfenveertig jaar. P. 62: “’Ik ben nu vijfenveertig.’”

Hij is ook een beetje slordig en niet al te best verzorgd. P. 58: “Eric zag alleen de benen van de man in een slobberige bruine broek.”

De Spin heeft een gelig, doodshoofdachtig gezicht, dat niet benig is. Hij heeft een grote mond en draagt een bril. Dit staat op p. 59: “Het was ... heldere facetten.”

Net als Van Grouw is ook De Spin een N.S.B.’er. P. 62: “Toen De Spin uit een portiek kwam zag Eric pas het driehoekige N.S.B.-speldje dat hij op de revers van zijn jas had zitten.”

K. de Spin laat zich dus De Spin noemen. Je zou De Spin als een speaking name op kunnen vatten. Een speaking name is een naam die typerend is voor het karakter van een personage. De Spin is een naam die best typerend is voor het karakter van het personage K. de Spin. Een spin is een vrij eenzaam beestje met een (vooral voor anderen) vrij ingewikkeld web. Het personage K. de Spin is ook vrij eenzaam en heeft met zijn rare ideeën ook een vrij ingewikkelde manier van denken. Vooral voor anderen. Dus daarom zou je De Spin als een speaking name op kunnen vatten.





Tijd



Historishe tijd:


Het verhaal speelt zich af in 1944 en 1945. P. 61: “Toen plaatste hij het weer op de ezel en zette er in de rechteronderhoek met donkere verf op K. de Spin 1944.” En op p. 105: In de rechterbovenhoek zette hij zijn naam en de datum, 8 september 1944.”

Het eind van het verhaal speelt zich af rond bevrijdingsdag, dus daar kun je uit opmaken dat het verhaal zich ook in 1945 afspeelt. Het woord bevrijdingsdag wordt niet gebruikt, maar het wordt wel beschreven, zoals op p. 173: “Hij stond op en keek naar buiten. Van de huizen hingen vlaggen naar beneden. Door het gedreun van de klokken heen hoorde hij radio’s schetteren en een fanfare tussen de huizen opklinken. Het is voorbij, dacht hij.”

Bovendien kun je soms ook afleiden dat het verhaal zich in de oorlog afspeelt. P. 16: “’Hij stond op me te wachten voor het postkantoor toen er een razzia was.’”



Verteltijd en vertelde tijd:

De verteltijd is 174 pagina’s verdeeld in 21 naamloze hoofdstukken. Ik schat de vertelde tijd op ongeveer een jaar. Het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Dus ongeveer vanaf mei 1944 tot en met bevrijdingsdag, 5 mei 1945. Wanneer het verhaal precies begint is dus moeilijk te zeggen, wanneer het verhaal eindigt is duidelijk.



Terugverwijzing:

Op p. 167 praat Eric met Elly over zijn jeugd: “’Toen ik ... gauw dood.’” Dit gesprek gaat verder en vindt in z’n geheel plaats op p. 167-168. Dit is dus een terugverwijzing. Hij is niet van belang voor het verhaal. Zoals er in het hele verhaal geen terugverwijzingen zijn die belangrijk zijn voor het verhaal.

In het verhaal komen geen vooruitwijzingen voor en ook geen flash-backs.



Chronologie:

Omdat het verhaal zich ontwikkelt volgens de gewone tijdopvolging en geen flash-backs bevat, is het chronologisch.





Titelverklaring



Kort Amerikaans is een kapsel, waarbij je je haar heel kort draagt. Toen Eric klein was, moest hij van zijn ouders dat kapsel dragen, omdat het goedkoop was. Dit vond Eric verschrikkelijk, omdat het litteken op zijn slaap dan goed te zien was. Eric werd gepest met het litteken en dat wil hij nooit meer. Daarom draagt hij zijn haar nu ook langer en wil hij niet dat iemand zijn litteken ziet. Daarom gedraagt hij zich tegenover andere mensen soms een beetje vreemd. Vandaar de titel, omdat Erics kapsel toch een beetje van invloed is op zijn leven.





Motto



Het motto is: There is no trap so deadly as the trap you set for yourself. In het Nederlands betekent dat ongeveer: Er is geen val zo dodelijk als de val die je zet voor jezelf.

In dit verhaal wil dat zeggen dat Eric zijn eigen val zet, door met N.S.B’ers om te gaan en in een academie te gaan wonen van een N.S.B.’er. Uiteindelijk moet hij dit met de dood bekopen.



Motief



Leidmotief:


Het litteken van Eric op zijn slaap is een leidmotief. Het is een concreet element met een symbolische betekenis. Die symbolische betekenis is dat Eric leeft met een soort schaamte waar hij eigenlijk vanaf wil. Hij is bang dat mensen zijn litteken zien en gedraagt zich daarom soms ook een beetje raar. Steeds als iemand zijn litteken ontdekt, voelt Eric zich bang en onzeker en heeft hij het gevoel dat hij voor paal staat.





Verhaalmotief:

Een duidelijk verhaalmotief is oorlog. De Tweede Wereldoorlog is van grote invloed op het leven van de personages en dus op het verhaal. Zonder de oorlog zou Eric niet ondergedoken zijn in de stad en zou hij personen als Elly, Van Grouw, jonkheer d’Ailleurs en De Spin nooit ontmoet hebben. Daarom is oorlog een verhaalmotief.

Ook liefde is een verhaalmotief in dit verhaal. Eric vindt in eerste instantie liefde en ook seks bij zijn vriendin Ans. Als het definitief uit is met Ans, vindt Eric die liefde en seks vooral bij Elly. Dit is ook al een klein beetje het geval wanneer het nog niet uit is met Ans. Verder vindt hij ook liefde en seks bij een gipsen tors van Venus. Die liefde van de tors is natuurlijk door Eric zelf ingebeelde liefde. Liefde speelt een belangrijke rol in dit verhaal, omdat het behoorlijk wat aandacht krijgt. Bovendien is het een steun voor Eric in moeilijke tijden. Zoals in de periode rond de ziekte en dood van zijn broer. De oorlog zelf is natuurlijk ook geen makkelijke periode. Omdat liefde belangrijk is in dit verhaal, is het een verhaalmotief.





Thema



Het thema van dit verhaal is dat je misschien wel kan denken dat je mensen om je heen hebt waar je op kan rekenen, maar voor je het weet zijn ze weer uit je leven verdwenen.

Zo is dit ook bij Eric. Hij denkt zijn broer na de oorlog weer te kunnen ontmoeten, maar zijn broer sterft aan difterie. Ook Peter, waarmee hij het aardig kan vinden, verdwijnt plotseling uit Erics leven, omdat hij opgepakt wordt bij een razzia. En De Spin, bij wie hij wel eens om raad ging vragen als hij het moeilijk had, is plotseling weg. De Spin pleegt zelfmoord.

En dan nog jonkheer d’Ailleurs, die opgepakt wordt. En natuurlijk Elly, die hij hoogstpersoonlijk vermoordt, omdat ze de tors van Venus kapot heeft gegooid, nadat ze Eric met de tors betrapt heeft.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen