Boekverslag : Adriaan Van Dis - Een Barbaar In China
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1677 woorden.

Een barbaar in China

Adriaan van Dis



Beschrijvingsopdracht.



Titelbeschrijving.



Adriaan van Dis, Een barbaar in China, Amsterdam 1988 (1e druk 1987)



Motivatie van de boekkeuze.



Edward had aan u gevraagd, wat voor hem wel een leuk boek kon zijn om te lezen. Toen kwam u met Een barbaar in China op te proppen. Daarna hebben we meteen in de bibliotheek gekeken of het boek er was en zodoende dat boek genomen.



Korte samenvatting.



Het boek is geschreven in de ik vorm, maar aangezien het niet specifiek vermeld staat dat de ikpersoon de schrijver is (zoals bij een autobiografie) weten we niet hoe de hoofdpersoon heet. Hij doet ons denken aan Adriaan van Dis. Het boek is een reisverslag dus er zijn niet specifiek belangrijke gebeurtenissen, de schrijver geeft verslag van de indrukken die het land op hem maakt. In plaats van dat hij meer over China te weten kwam zijn er alleen maar meer vragen bij gekomen. Hij raakte wel eens gedeprimeerd over de grijsheid, de bureaucratie en de hypocratie van de Chinezen.

“Je verliest wel eens je geduld in dit land van telraamschuivers, boninvullers en sipkijkers.”

De hoofdpersoon verkende China aan de hand van de oude zijderoute. Omdat het zo´n enorm land is, moest hij toch een soort plan maken, om niet doelloos door het land te dwalen. En op deze manier kreeg hij allerlei verschillende soorten China te zien. De oude Romeinen haalden via deze route hun zijde uit China. Hij beschrijft de route aan de hand van etappes :

de routes zijn:

- Van Xian naar Lanzhou

- Van Lanzhou naar Turpan

- Van Kashgar naar khunjerab

- Van Khunjerab naar Karimabad

Het boek speelt zich in de moderne tijd af, want er zijn auto´s treinen, vliegtuigen etc.



Verdiepingsopdracht.



Welke verwachtingen had je voor je het boek ging lezen?

We dachten dat het een boek zou zijn waarin de Chinese cultuur een beetje op hak wordt genomen. De recensies achterop maakten een goede indruk.



Beschrijf het verschil tussen fabel en sujet in het boek je gelezen heb?

Aangezien het een verslag is van een reis, vertelt hij hoe de reis is verlopen van begin tot eind. Er bestaat dus geen verschil tussen fabel en sujet.



Wat is de functie van het verschil tussen fabel en sujet in het boek dat je gelezen hebt?

Doordat er geen verschil is tussen fabel en sujet komt het heel realistisch over. Alsof je zelf de zijderoute meeliep. We hoeven hem nu nooit meer te lopen.



Beschrijf de volgorde van de gebeurtenissen (chronologisch of niet chronologisch)?

Aangezien in het verhaal de fabel en het sujet gelijk zijn is het verhaal per definitie chronologisch. Alle gebeurtenissen zijn weergegeven in de volgorde waarin ze in de tijd hebben plaats gevonden.



Wijs de belangrijkste flashbacks , terugverwijzingen en vooruitwijzingen.

Als er binnen het verhaalverloop een langere passage is die speelt in het verleden, dan spreken we van een flashback, een aparte handeling gesitueerd in het verleden. In het boek komen geen langer passage die gespeeld hebben in het verleden voor. Wel geeft hij historische feitjes maar die hebben niks met de verhaallijn te maken. Er zitten ook geen terugverwijzingen en vooruitwijzingen in het verhaal.

Wat is de functie en wat is het effect op jou als lezer van de belangrijkste flashbacks, terugverwijzingen en vooruitwijzingen?

Omdat het verhaal heel feitelijk en van dag tot dag beschrijvend, zijn er geen flashbacks, terugverwijzingen en vooruitwijzingen om het tijdsverloop te verstoren. Dit maakt een heel realistische indruk op de lezer.



Hoe is de verhouding tussen de vertelde tijd en de verteltijd?

Wij deden er drie uur over om het boek te lezen (verteltijd) en de ikpersoon was ongeveer 7 weken onderweg (vertelde tijd). Dus 1 uur lezen komt overeen met 392 uur reizen.



In welk historische tijd speelt het verhaal.

“ Ik koos de weg van de monniken, dat kon nu weer, want sinds 1 mei 1986 is het Chinese deel van de zijderoute weer voor vreemde reizigers opengesteld.”

Hieruit blijkt duidelijk dat het verhaal zich tegen het einde van de twintigste eeuw afspeelt.



Geef een karakterisering (innerlijk en uiterlijk) van de belangrijkste personages.

Innerlijk van de ikpersoon. Hij is erg geduldig en in alles geïnteresseerd. Wat andere

mensen in dat land als toerist niet gedaan zouden krijgen, lukt hem wel. Zoals een broek

kopen in dat winkeltje. De verkoopster zegt steeds “mei you”, dat betekent: kan niet. Uiteindelijk springt hij over de toonbank en grist de broek van de plank af en neemt hem toch mee. Hij past zich goed aan, behalve aan de rusttijd die de bewoners nemen, hij loopt dan

wat rond. Maar hij blijft zich steeds verbazen andere levensstijl en instelling die er door het communisme nog inzit. Als we ervan uitgaan dat het Adriaan van Dis is dan ziet hij er zo uit:









Adriaan van Dis



Beschrijf de relaties tussen de belangrijkste personages.

De ikpersoon ontmoet wel veel mensen maar die zijn niet van groot belang voor het verhaal want hij reist altijd meteen weer door. Ze hebben geen blijvende invloed op hem.

Beschrijf de rollen die de personages spelen.

Omdat het een waar gebeurd verhaal is worden er geen rollen gespeeld. Alle menselijke emoties en handelingen hebben echt plaatsgevonden.

Beschrijf of de hoofdpersoon zijn doel bereikt.

Het doel van de hoofdpersoon is meer te weten te komen over de gewoontes in China. Maar bij elk antwoord komen er tien nieuwe vragen bij. Hij is er dus niks mee opgeschoten, in feite is hij er zelfs op achteruit gegaan.

Geef beargumenteerd aan of de belangrijkste personages karakters of typen zijn.

Zoals de mensen worden beschreven die hij tegenkomt, dan zou je denken dat het types zijn. Hij gaat op vrijwel geen enkele persoon veel dieper in dan spleetogen en zwart haar. Als we ervan uit gaan dat Adriaan van Dis niet de hoofdpersoon is, dan dienen deze personages om zijn verhaal gelovenwaardig te maken. Als hij de reis echt gemaakt heeft, dan klopt het ook wel dat hij niet erg diep in gaat op de karakters van de personages, want hij blijft overal ook maar heel eventjes en heeft geen tijd om mensen echt beter te leren kennen.

Beschrijf het wereldbeeld van de belangrijkste personages.

Hij ziet China als een ontwikkelingsland maar hij relativeert het wel. Hij ziet de Chinezen in het licht van hun verleden. Vroeger was China een van de ontwikkeldste landen van de wereld en daardoor doen ze nu niks meer.

Beschrijf in hoeverre de personages herkenbaar zijn en jij met de personages met de personages kan identificeren.

Omdat het non-fictie is, komen de personages sowieso levend over. Je kunt je heel goed voorstellen dat je gek wordt van de laksheid en de hypocratie van de Chinezen. Bijvoorbeeld iedereen is gelijk maar de buitenlanders betalen het vijfvoudige of dat als je een broek wilt kopen je de verkoopster moet overtuigen van het nut van die actie.

Evaluatie.

Wat is je beargumenteerd eindoordeel van dit boek?

Wij vonden het een grappig boek. Hij beschrijf het reizen in China geloofwaardig en op zo´n manier dat je meteen wist dat je nooit naar China wil. De racistische opmerkingen vielen wel mee. Hij beschreef de Chinezen voor ons Europeanen op een humoristische manier. Zijn heldere kijk op het leven in China zorgde voor veel amusement. Zijn schrijfstijl las zeer gemakkelijk, waardoor het een leuk was om dit boek te lezen. Doordat het lijkt alsof het non-fictie is lijkt her alsof je het zelf meegemaakt hebt en dat geeft een voldoening van reizen door China in je luie bed. Het boek kwam zo over dat we nu al weten dat we nooit door China willen reizen op die manier. Het enige dat een beetje tegenviel aan dit boek is dat de afloop van tevoren al bekend is en dat de lezer nergens echt in spanning wordt gehouden. Het plot ontbreekt.



































Citaten van Lars van Middendorp

4B



1)

“Je verliest weleens je geduld in dit land van telraamschuivers, boninvullers en sipkijkers. Want lachen doen ze nooit, de mannen en de vrouwen achter balie of loket. Ze kijken alsof er meteen na hun geboorte iemand op hun neus is gaan staan en er sinds die misstap geen lach meer van af kan. Ze schudden “nee” als je “ja” wilt zien, zetteen je in de rij, laten je drie keer terugkomen en als je je vernedert, door begrip te tonen voor de dwaaste bureaucratie, door te grijnzen terwijl je liever de hand die het stempel weigert wil afbijten, pas dan komt de glimlach, maar dan sijpelt het bloed al uit je onderlip.”



Dit citaat omdat ik me het zo goed kan voorstellen dat bij een opgefokte westerling het bloed onder de nagels vandaan loopt omdat het niet opschiet. Zeker in het buitenland zal dit gebeuren omdat ze daar denken dat ze de tijd hebben, hier zeuren wij als de trein 5 minuten te laat komt, daar maakt het ze niet uit als een bus 4 uur te laat komt. Ze zijn daar veel rustiger, kan soms best lastig zijn voor westerlingen.





2)

“Ik fluisterde mijn Mantra-‘Glimlach en blijf kalm’- maar toen ik geen kaartje kon tonen, kreeg ook ik een klap in mijn gezicht en werd ik met andere zwartrijders in een hok geduwd. De bewaaksters scholden mij uit, ik had alleen maar een bewijsje dat ik betaald had voor een gids in Jiuquan. Maar zij schreeuwden slechts ‘Jiayuquan…’. Daar zat ik alsof ik het nog niet wist. Waar was mijn overzeese Chinese! Kom reik me je rode wanten En ze kwam en verklaarde en glimlachte en ik betaalde mijn boete van één gulden twintig en ik was vrij.”



Dit citaat heb ik gekozen omdat ik het apart vond dat meeliften zo hard word aangepakt. Je word gewoon in je gezicht geslagen als je niet kan betalen en je hoeft dan maar een gulden twintig als boete te betalen. In Nederland is dat heel anders. Als je hier geslagen word krijg je nog geld toe. Hier wordt ook een stuk minder gecontroleerd en als er gecontroleerd word hoef je alleen heet kaartje maar te betalen.







Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen