1. Naamkaartje.
- Auteur: Ed Franck.
- Titel: De hemel bestaat, uit vijf letters.
- Uitgeverij: uitgeverij CLAVIS, Hasselt 1993.
Het boek is niet vertaald en niet bekroond.
2. Bespreking van de inhoud.
2.1. Korte inhoud volgens de ABDES-structuur
Aanvang
Wie? Karel is een zeventienjarige jongen die sinds kort bij zijn oma woont.
Waar? Het verhaal speelt zich in België of Nederland af.
Wanneer? ER wordt nergens specifiek een jaartal vermeld, maar het speelt zich in onze tijd af.
Neven figuren? Karels moeder Ellen en oma Maartje. Met zijn moeder kan hij heel goed opschieten, maar met Maartje loopt het soms nogal stroef. Ook is er Sandra, een goede vriendin van Karen waar hij alles kan tegen zeggen.
Breuk Probleem
Karels moeder Ellen ligt al vijf maanden in een diepe coma en sinds kort is hij bij zijn oma Maartje ingetrokken. Maar stilaan begint Karel te beseffen dat hij zijn moeder totaal niet kent.
Dynamiek Oplossing
Karel probeert koortsachtig herinneringen op te graven. Na een lange zoektocht kan hij de puzzelstukjes in elkaar schuiven. Hij ontdekt dat zijn moeder als kind erg ongelukkig was door haar vader.
Evenwicht
Nu heeft hij het gevoel dat hij zijn moeder eindelijk begrijpt en dat hij zichzelf ook voor een stuk gevonden heeft.
Slot
In het boek wordt niet gezegd of Ellen zal ontwaken. Maar op het einde zegt Karel: “Nu is de mist in mijn hoofd eindelijk opgetrokken….
2.2. Thema.
Men kent niemand heel goed. Als je nagaat zie je dat er onbekende dingen zijn. En als je daarachter zoekt, ontdek je soms de meest verrassende zaken. Hier in dit boek gaat een jongen op zoek naar dat onbekende verleden van zijn moeder.
2.3. Betekenis van de titel.
Op een bepaald moment komt een pastoor de kamer van Ellen binnen. Hij begint te vertellen over de bijbel en zegt dat de hemel bestaat. Daarop antwoordt Karel: “Ja, uit vijf letters.” Hij weet dit omdat zijn moeders naam uit vijf letters bestaat.
2.4. Personages.
Personage | Uiterlijk | Innerlijk (karaktereigenschappen) |
Ellen | - p31 r10: Vroeger liet ze haar glanzende roodblonde haar meestal loshangen.
- p39 r10: Ze is nog steeds heel knap, vindt hij.
| - p12 r20: “Als kind was ze een beetje vreemd,” vond Maartje.
- p40 r24: “Ellen wilde niet horen van een huwelijksreportage, zelfs niet van een officieel portret.Eigenzinnig, wat wil je.
- p113 r1: Ze was echt geen futloos, triest mens.
- Fantasierijk.
- Een erg gesloten persoon.
- Vergelijkbaar met een hamster: met die toffe ZAP-(Zeer Aparte Prulletjes)la die ze had.
|
Karel | - p41 r8: “Zijn haarlijn loopt precies zoals bij mij,”zegt hij. (=>over zijn vader)
- p89 r2:Maartje heeft ogen als de zijne. Of andersom. Met een gevoel van spijt beseft hij dat hij liever de ogen van zijn moeder zou hebben.
- Blond, bruin haar en donkere wenkbrauwen.
- Bruine ogen.
| - p94 r20: “Heerlijke oude gentlemen” zegt ze. (=> dit zegt Sandra)
- p42 r22: “Ik denk dat je meer van mij hebt. Dat zei ze.” (=>wat Ellen ooit zei)
- p130 r22: Toen dacht hij terug aan iets wat zijn moeder ooit tegen hem had gezegd: ‘Je moet goed beseffen dat dit je enige leven is, je krijgt geen tweede kans.’ (=>hij blijft nooit bij de pakken neerzitten)
- Moedig en laat in de liefde.
|
Karel evolueert in de loop van het verhaal: In het begin is hij heel onzeker. Naar het einde toe, als hij weet wat er aan de hand is met zijn moeder,verandert zijn reactie. Nu begrijpt hij tenminste het verleden van zijn moeder. Ook begrijpt hij nu waarom ze raar reageerde op bepaalde situaties. |
Maartje | - p5 r20: Zelfs haar ogen zijn donkerbruin,met beige splintertjes.
- p12 r23-29: Ze is rijzig en mager, wat gebogen in de schouders. Haar gezicht heeft evenveel kleine kreukeltjes als de mouwen van haar blouse. De huid van haar handen heeft de kleur van de paarsig schemerende aders aangenomen. Haar huid heeft tenminste de tijd ge- kregen om zich aan te passen, denkt hij.
| - p8 r24:Ze is bezorgd over mij, denkt Karel.
- Heel vlot.
|
3. Beoordeling van de vormelementen.
3.1. Taal en stijl.
De korte verhaaltjes die Ellen als kind schreef hebben veel beeldspraak en een knappe woordkeuze. Hier volgen er enkelen:
p96 p33 p101 p73-74
p24-25 p23-24 p124
Dit is zijn enkele voorbeelden van knappe sfeerscheppende beschrijvingen en een knappe woordkeuze:
p103 p130-131 p101-102
p101 p21 p69 p99-100
Dit is zijn voorbeelden van beeldspraak en een knappe woordkeuze:
p68
3.2. Opbouw van het verhaal.
Het verhaal kwam heel traag op gang. Het duurde een hele tijd voor we wisten wat er eigenlijk aan de hand was met Ellen. Maar het verhaal bleef ons heel de tijd boeien. Het boek biedt een goede afwisseling van beschrijvingen, dialogen, actie en overdenkingen. Soms zitten er wel veel overdenkingen in, maar dit stoort niet. Er zitten heel veel kleine flash-backs in van de tijd dat zijn moeder nog niet in coma lag. Het hoogtepunt van het boek is als Karel te weten komt wat er in het verleden gebeurd is met zijn moeder. Je kan de personages bijna dagelijks volgen, alhoewel er soms grotere delen zijn uitgelaten. Het wordt heel de tijd vanuit Karel zijn standpunt bekeken.
4. Algemene persoonlijke beoordeling.
Evelien: IK vind het boek redelijk goed en Ed Franck heeft een goede woordkeuze gemaakt. Het boek leest vlot en gemakkelijk. Ik zou er nog wel boeken van willen lezen omwille van de goede woordkeuzes.
Anke: Ik vind het boek goed. Het was niet zeer goed, maar zeker niet slecht. Van sommige delen heb ik echt ‘gesnoept’. Eens ik begon, las ik goed door. Het was dan ook een makkelijk boek. Ik vont het boeiend te lezen hoe een jongen reageert wanneer zijn moeder onbereikbaar is! Ik zou van Ed Kranck misschien nog wel een boek lezen als ze er een aanraden.
Miriam: Ik vind het een heel goed boek. Ed Franck maakte gebruik van hele mooie woorden en beschrijvingen. Maar de tijdsverschillen maakten het soms nogal ingewikkeld, hierdoor moest ik er steeds met mijn gedachten bijblijven of ik raakte de draad kwijt. Ik denk dat ik nog wel andere boeken van dezelfde schrijver zal lezen, want dit boek was alleszins heel aangrijpend.
|