Simon Vestdijk, Pastorale 1943
Pastorale 1943
van Simon Vestdijk
A. Samenvatting van de inhoud
Het verhaal begint bij een gesprek tussen de heer Schultz en de heer van Bunnik.
(De film echter begint op een terras tijdens een gesprek tussen de heer Van Dale en
Marianne Lenstra, die zichzelf ook wel Mies Evertse noemt.)
Schultz heeft een schuilhok in zijn huis. Tijdens het gesprek komt de heer van Dale
binnenvallen. Hij was mishandeld door de Duitsers, omdat hij verdacht was van een overval
op het distributiekantoor, die gepleegd is door de heer Mertens en andere heren. Mertens
moet een onderduikadres en Schultz zorgt daarvoor, nl op boerderij de Hoenderik van boer
Bovenkamp.
Ook ondergedoken zijn de heren Arie Cohen Kaz, Jaap Griekspoor, Van Waveren en Jan in
t Veld. Deze laatste heeft een relatie met de dochter van boer Bovenkamp, Marie
Bovenkamp.
Wanneer Marie op een dag kersen verkoopt aan de straatkant bij de boerderij fietst de
NSBer Kees Poerstamper langs. Na een tweede ontmoeting tussen de twee, spreken ze op
een avond af. Ze praten over Hitler, en hoe Kees als NSBer eigenlijk niet voor de
Duitsers is. Marie wordt gerust gesteld en ze vrijen die nacht. Marie laat Jan in t
Veld hierna links liggen.
Na een paar weken blijkt Marie zwanger te zijn van Kees. Boer Bovenkamp vindt dat Marie
nu maar met die Kees moet trouwen. De vader van Kees lijkt dit maar niks en vindt dat zijn
zoon maar een tijdje moet verdwijnen: Kees gaat naar het Oostfront voor de S.S. Oude heer
Poerstamper die dit helemaal niet leuk vindt doet nog een verwoede poging het kind van
Marie met een medicijn in haar koffie te vermoorden, maar deze mislukt.
Schultz ontmoet een dame, Mies Evertse, die naar een onderduikadres vraagt. Ze spreken
af en Van Dale gaat ook naar het café om de dame te bekijken. Hij is immers verraden door
een dame, maar omdat door de martelingen zijn bril kapot is gemaakt kan hij haar niet
herkennen.
Door de vele plagerijen jegens Marie door de onderduikers (door haar relatie met de
NSBer) besluit Marie de onderduikers aan te geven aan de oude Poerstamper (die ook
NSBer is). Poerstamper echter durft de informatie over de onderduikers niet aan de
Duitsers toe te spelen, want wanneer Marie zou vertellen dat hij hen veraden had was hij
zeer zeker in gevaar.
Cohen en Jan in t Veld gaan een weekendje naar Amsterdam. Cohen vermaakt zich
daar zeer, maar Jan is ongelukkig. Hij wil nooit meer onderduiken en haat de Hoenderik
(mede dankzij de affaire met Marie). Hij wil in dienst in Duitsland, maar omdat hij eerst
ondergedoken zat om de dienst te ontlopen zou hij nu in een strafkamp komen. Als hij
echter de onderduikers op de Hoenderik aan zou geven, zou hij eerder beloond dan gestraft
worden. Hij besluit dit te doen.
Kort na de terugkomst van Cohen op de Hoenderik komen de Duitsers naar de boerderij en
de onderduikers worden meegenomen en de boerderij in brand gestoken. Marie gilt nog de
naam van (de onschuldige) Poerstamper.
Hierdoor meent Schultz de dader Poerstamper ( wat niet waar is) te moeten wreken voor
zijn ondergedoken vriend Mertens. Samen met de heer Eskens, Ballegooyen en Hammer (andere
vrienden van Mertens) maakt hij een plan Poerstamper te vermoorden wanneer deze zijn
NSB-krantje rondbrengt.
Na een mislukte poging lukt het de, als Duitsers-verklede, mannen Poerstamper te
vervoeren naar het bos. Omdat er mensen in de buurt zijn duurt het allemaal nog al lang en
wordt de oude Poerstamper twee maal in zijn buik geschoten. Hij is echter niet dood en
wordt naar het ziekenhuis vervoerd. Schultz en aanhang vluchten weg. (In de film was te
zien dat voor deze actie 4 gijzelaars geëisd werden, die hiervoor gefusilleerd werden.)
Verkleed als Duitsers gaan de mannen het ziekenhuis in waar Poerstamper ligt en Schultz
vermoordt hem met een geweer.
Ondertussen wordt een collega van Schultz, Mien Algera, opgepakt door de Sicherpolizei.
Mien echter was al die tijd genegeerd door haar collegas op school, omdat zij een
relatie had met een Duitser (de heer Braun). Nu blijkt echter dat zij een Engelse spion
was die d.m.v. haar relatie met Braun informatie in wilde winnen.
Mies Evertse komt op bezoek bij Schultz en de aantrekkingskracht tussen de twee is
groot. Echter verklaart Schultz impotent te zijn zo lang de oorlog duurt.
Teleurgesteld en boos gaat Mies weg en speelt deze opmerking en andere opmerkingen van
Schultz, nl dat Hitler volgens Schultz zelf niets van nationaal-socialisme af zou weten en
dat hij er niet trots op is in "die rottaal" (hij bedoelt hiermee de Duitse
taal) les te geven, door aan de Duitsers.
Een paar dagen later wordt Schultz opgepakt en naar de Scheveningse gevangenis
gebracht, zelf de reden niet wetend, maar hij verwacht voor de moord op Poerstamper.
Hiervoor zou hij gefusilleerd moet worden. Zijn verblijf in de cel samen met de heren Wim
Uden, Jan Buning en Cor Westhof valt hem enigszins nog mee. (In de film echter heeft hij
maarn 1 celgenoot.)
Na enige weken wordt Schultz naar het binnenhof gebracht waar hij te horen krijgt dat
hij is verraden door Mien Algera, maar dat hij lang genoeg heeft vastgezeten voor zijn
misdaden.
Hier ontmoet hij zijn broer August Schultz die een hoge functie bekleedt bij de S.S. nl
die van Untersturmführer. August weet al dat de Duitsers de oorlog zullen verliezen.
Ze nemen afscheid.
B. Verhaalanalyse
1. De titel. Letterlijk staat er in mijn woordenboek: Geschrift of muziekstuk die het
landleven als thema heeft. In dit boek speelt het landleven van het jaar 1943 een grote
rol. Pastorale is liefelijk bedoeld. De titel moet dus ironisch opgevat worden.
2. Het soort boek kan je beschrijven als oorlogsverhaal, roman en het behoort tot de
literatuur.
3. De Personages.
De hoofdpersoon is Johan Schultz, of ook wel Schults (om het Nederlandser te maken).
Zijn leeftijd is 29 jaar. Zijn karakter kan je omschrijven als een rustige,
intelligente man. Een intellectueel, die staat voor zijn mening en niet gauw bang is en
veel over heeft voor zijn vrienden. Hij is leraar Duits op een middelbare school. Hij is
wonende in Doornwijk. Hij heeft een broer, August, en een paar goede vrienden. Cohen is
zijn grootste vriend.
Een verandering in de loop van het verhaal is wel duidelijk, nl: In het begin van het
verhaal was hij een rustige man, die heel voorzichtig was met de onderduikers en illegale
zaken. Later echter pleegt hij een moord.
Zijn ideeën zijn duidelijk: Hij is tegen de oorlog met de Duitsers en alles wat daar
bij hoort, jodenvervolging bijvoorbeeld. Voor hem is het moeilijk de Duitsers echt te
haten, omdat hij er zelf eigenlijk ook eens
Een belangrijke bijfiguur, zoniet hoofdpersonage is de oude Henri Poerstamper.
Hij is een wat oudere man, zo rond de 50, 60 jaar. Hij is een landverrader, een
NSBer. Hij kan moeilijk tegen de oorlog. Hij is gauw bang (hij durfde bijvoorbeeld
de onderduikers niet te verraden) en heeft veel last van diarree.
Hij is drogist en heeft een vrouw en twee zonen. Hij zag er niet slecht uit.
De enige verandering die ik kan vinden in de loop van het verhaal is dat de man eerst
leefde en later dood was (vermoord).
Nog een belangrijk bijfiguur is Arie Cohen Kaz.
Hij is een jood en een echte Amsterdammer. Hij heeft veel gevoel voor humor en is
evenals Schultz een intellectueel. Hij is leraar Duits en de beste vriend van Schultz,
maar de meeste mensen zien hem enkel als jood en vinden hem minderwaardig.
Na het oppakken van hem door de Duitsers is hij waarschijnlijk naar een werk- of
vernietigingskamp gebracht.
Bijfiguur Jan in t Veld.
Hij is een Nederlandse jongen, maar met Indisch uiterlijk. Hij was het vriendje van
Marie. Hij is een echte rokkenjager. Hij houdt absoluut niet van onderduiken en heeft de
onderduikers aan de Duitsers verraden.
Bijfiguur Marie Bovenkamp:
Ze is een nogal dom boerenmeisje en is gek op jongens. Ze is zeer impulsief en houdt
niet van onderduikers en zeker niet van joden.
Bijfiguur Mies Evertse.
Ze is een Gestapo-agente die zich voordoet als iemand die onderduikadressen nodig
heeft. Zij verraadt Schultz.
4. Tijd.
Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog in het jaar 1943. Het hele jaar
1943 verstrijkt. Het is chronologisch verteld, maar er is vaak gebruik gemaakt van
flashbacks om voorgaande gebeurtenissen, bijvoorbeeld het verhaal van de overval van het
distributiekantoor, midden in het verhaal te vertellen. Er zijn echter weinig groter
sprongen in de tijd.
5. Vertelsituatie
De vertelsituatieis een alwetende vertelsituatie. Het wordt echter weleens verteld door
de ogen Schultz.
6. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een Nederlands provincieplaatsje, genaamd Doornwijk.
Andere locaties zijn de Hoenderik, Amsterdam, de woning van Schultz en de HBS waar hij
lesgeeft en de gevangenis in Scheveningen (het oranjehotel).
7. Opbouw
Het verhaal begint middenin de handelingen; er is geen inleiding. Het begin is nl het
gesprek tussen Schultz en de heer van Bunnink.
De hoodlijn in het verhaal is het wel en wee van de onderduikers en als gevolg hierop
de moord op Poerstamper. De ondergeschikte verhaallijn is de relatie die Schultz heeft met
Mies Evertsen, waardoor hij in de gevangenis belandt. Eigenlijk wordt deze verhaallijn op
het einde van het boek de hoofdlijn. Nog een ondergeschikte verhaallijn is die van Mien
Algera, die eerst genegeerd wordt door haar collegas, maar toch een Engelse spion
bleek te zijn en dus absoluut geen landverrader.
De spanningsbogen zijn bijvoorbeeld de moordaanslagen op Poerstamper en het oppakken
van de onderduikers.
Het boek telt 30 hoofdstukken met ieder een titel.
8. De bedoeling
De bedoeling van de roman is niet alleen het amuseren van de lezer, maar ook het
informeren van de lezer over het verzet van de Nederlanders tegen de Duitsers in de Tweede
Wereldoorlog.
9. Taal
De gebruikte taal is over het algemeen niet erg moeilijk. Het enige moeilijke in de
roman zou het gebruik zijn van oud-Nederlandse woorden. Onduidelijk was wel het gebruik
van de Duitse taal, door bijvoorbeeld de heer Braun. Er is veel gebruik gemaakt van
dialogen.
C. Mijn mening:
Ik vind het boek over het algemeen erg saai en langdradig. De gebeurtenissen in het
verhaal kunnen op zich best spannend zijn, maar het is op een ontzettend saaie manier
geschreven. Om een voorbeeld te noemen: de overval op het distributiekantoor wordt als een
flashback verteld waardoor er absoluut niet spannend is. Hierdoor is het boek moeizaam te
lezen, terwijl de gebruikte taal op zich niet moeilijk is. Wel had de schrijver even de
moeite moeten nemen de grote Duitse dialogen die aanwezig waren te vertalen naar het
Nederlandds. Dit had voor mij veel ergenis bespaard. Over de opbouw van het verhaal ben ik
redelijk tevreden, alleen worden er te vaak op de verkeerde momenten flashbacks geplaatst.
Het onderwerp de Tweede Wereldoorlog is mij niet zo geliefd, maar er bestaan ook mooie
oorlogsverhalen.
Ik vind het alles bij elkaar geen goed boek en mijn cijfer voor dit boek zou op een
schaal van 1 tot 10 het cijfer 4 worden.
|