Boekverslag : Marga Minco - Het Bittere Kruid.
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1329 woorden.

1. De titel van het boek is: Het bittere kruid.

Het boek is geschreven door Marga Minco.

de eerste druk is uit 1957 de gelezen druk is uit 1975.



2. A. het boek heeft 95 bladzijden.

B. het is een roman.

C. psychologische oorlogsroman.



3. A. De schrijver staat buiten het boek.

B. Het verhaal is in de ikvorm geschreven.

C. De tijd verloopt chronologisch.

D. +- 5 jaar ( 1940 t/m einde van de oorlog).

E. Het verhaal is verdeeld in hoofdstukken met titel.

F. Het verhaal speelt zich af in Breda, Amersfoort, Amsterdam, Aalsmeer en Heemstede. het verhaal speelt zich af ten tijde van de WO 2.



4. A. Wat een joodsgezin over komt in de tweede wereldoorlog.

B. Vertellen wat er met een joodsgezin gebeurd is tijdens de WO 2.

C. Een van de hoofdstukjes is zo getiteld. en het komt uit exodus waarin verteld wordt over de instelling van het paasfeest voor de joden. Een van de voorschriften is daarbij dat er ongezuurde broden en bittere kruiden gegeten moeten worden. Dit doet terugdenken aan de bitterheid van de slavernij. De ondertitel luidt: een kleine kroniek. kronieken zijn twee boeken die de joodse historie vertellen in het oude testament.

D. Vertellen wat er gebeurd is met een joodsgezin.



5. A. De auteur is geboren in 1920 en is nog niet gestorven.

B. Marga Minco is zelf joods en heeft in de tweede wereldoorlog ondergedoken gezeten.



6. Als de Duitsers de stad Breda binnentrekken, wordt iedereen geƫvacueerd. Grote troepen mensen trekken zuidwaarts in de richting van de Belgische grens. Onder hen bevinden zich vader en moeder Minco en hun dochter, de ik-figuur. Hun twee andere kinderen, Dave en Bettie, zijn in Amsterdam. Na een paar dagen is alles rustig en gaan ze naar huis terug. Het leven hervat zijn normale loop, alsof er niets gebeurd is. Vader Minco, een vrome Jood, is een aartsoptimist en meent dat de Duitsers de Joden in Nederland netjes zullen behandelen.

Kort nadat ze de davidsster op de kleding hebben moeten naaien, worden vader Minco en Dave opgeroepen om voor arbeidsdienst gekeurd te worden. Beiden worden afgekeurd, de vader op grond van huiduitslag, de zoon doordat hij een drankje heeft ingenomen dat hem ziek maakt. In Amsterdam wordt Bettie tijdens een razzia opgepakt. Na een paar dagen ontvangen ze een kaart van haar, waarin zij schrijft, dat ze het goed maakt. Weer later vertelt Wout, een kennis in Amsterdam, hun dat Bettie is doorgestuurd naar een concentratiekamp. Ze zien haar niet meer terug. In tegenstelling tot veel andere Joden besluiten de Minco's niet onder te duiken, voornamelijk als gevolg van het optimisme van de vader. Ze ontvangen een oproep om zich te melden, maar een kennis zorgt ervoor dat ze niet behoeven te gaan. Wel moeten de ouders verhuizen naar het 'Judenviertel' in Amsterdam, waar de Duitsers een getto aan het inrichten zijn. De ik-figuur en Dave krijgen een doktersattest dat ze ziek zijn. Daarom lopen ze de hele dag in pyjama, zodat ze in bed kunnen springen zodra er gebeld wordt.



Op een dag gaat de ik-figuur haar ouders in Amsterdam opzoeken. Ze hebben daar kamers in een groot huis aan de Sarphatistraat. Met hun drieƫn wonen ze er enige tijd. Ze merken dat af en toe Joodse gezinnen verdwijnen: die duiken onder of worden opgepakt. Als er weer eens een razzia in de straa plaatsvindt, verbergen de Minco's zich in het Souterrain. Een keer wordt de ik-figuur op straat voor een ander aangezien en bijna meegenomen. Bij een andere gelegenheid weet zij tijdens een razzia nog net te ontsnappen. Een Joods bejaardentehuis, waarin ook haar tante Kaatje woont, wordt door de Duitsers leeggehaald. Intussen gaat het godsdienstige leven in de Joodse gemeenschap gewoon door. Dan komt het ogenblik waarop vader en moeder Minco worden opgehaald om gedeporteerd te worden. de ik-figuur weet te ontsnappen. Zij ziet haar ouders nooit meer terug en voelt zich schuldig dat zij op vrije voeten is.

Zij gaat naar het huis aan de Weteringschans waar haar broer Dave is ondergedoken. Lotte, de vrouw van Dave, bleekt haar haar en bezorgt haar een nieuw persoonsbewijs. Maar de hospita krijgt argwaan en ze moeten een ander onderkomen zoeken.

Dave, Lotte en de ik-figuur gaan naar Utrecht om onderdak te zoeken. Om zo min

mogelijk risico te lopen, kopen ze afzonderlijk een kaartje voor de trein.

Als de vertelster in de trein zit, komt Dave, zet zonder een woord te

zeggen een tas bij haar neer en verdwijnt weer. In Utrecht hoort ze dat

Dave en Lotte zijn opgepakt. Nu wil ze niet meer in Utrecht blijven. Ze

gaat terug naar Amsterdam, waar Wout ervoor zorgt dat ze kan onderduiken

bij een arm daglonersgezin op het platteland. Het geld dat Dave bij haar heeft achtergelaten raakt op. Ze kan niet langer bij het arme gezin blijven. Wout bezorgt haar een nieuw persoonsbewijs en een adres in Heemstede. Daar begint zij een nieuw leven onder een nieuwe naam. In de epiloog brengt de vertelster, enkele weken na de bevrijding, een bezoek aan haar oom in Zeist. Hoewel hij bericht heeft gekregen van het Rode Kruis dat zijn broer, haar vader dood is, blijft hij op zijn terugkomst hopen. Daarom loopt hij iedere dag naar de tramhalte om te kijken wie er uitstappen. Maar De ik-figuur weet dat haar familie nooit zal terugkomen, haar ouders niet, Dave niet en Lotte ook niet.



7. A. Ik had het boek al eens gelezen maar dat is ondertussen 3 jaar geleden. Je haalt er nu wel andere punten uit dan toen. je ziet meer diepgang. maar dat is ook wel dankzij de docent Nederlands die ik in de derde had. Hij gebruikte dit boek vaak als voorbeeld.

B. Door de docent Nederlands werden ze weer aangewakkerd om het boek nog eens te lezen.



8. A. iedere keer als Marga bijna opgepakt kon worden dan vond ik dat je heel goed kon meeleven, het was net of je zelf opgepakt kon worden.

B. de hoofdfiguur is: de ik-figuur. Deze moet voortdurend vluchten voor de Duitsers en haar familie wordt opgepakt door de Duitsers.

C. ik zou aan de ik-figuur de vraag willen stellen hoe het is om op deze manier zonder familie verder te leven.

D. Ik zou het boek "Ik" noemen, Want het hele boek staat in het teken van wat de hoofdpersoon voelt en doet.



9. Ik vond het onderwerp heel interessant. Ik had het boek al eens eerder gelezen, maar ik heb nog niet zoveel boeken van dit genre gelezen. Het onderwerp en de belevingswereld waren voor mij wel duidelijk om in te leven, maar gelukkig heb ik zo'n situatie nooit in het echt mee gemaakt. het onderwerp werd zeker niet oppervlakkig behandelt, het boek was er doordrongen van, dit vind ik niet er dat vind ik goed dat houdt het doel duidelijk.

er zaten hele heftige gebeurtenissen in, dat maakt het boek zeker niet saai maar levendig. de gevoelens van de ik-figuur zijn er op een sobere wijze in verwerkt, maar ze waren wel duidelijk. iedere keer proberen te ontsnappen aan de druk om opgepakt te kunnen worden is een moeilijke opgave. maar het in de hoofdpersoon gelukt. ik vond de gebeurtenissen zeer geloofwaardig.

De personen leken levensecht voor me, ik denk zeker dat dit soort verhalen in de periode waarin het verhaal zich afspeelt. Levensechte verhalen vind ik mooi om te lezen. ik kon me daardoor goed Ik leven in de hoofdpersoon. Ik herkende geen personen uit mijn eigen leefwereld.

omdat het chronologisch was, was het verhaal niet moeilijk te lezen. Ook werd dat wel goed op je tijdbegrip. Ik vond het boek geheel niet saai ook geen gedeeltes ervan.

de woordkeuze is niet moeilijk, dat maakt het verhaal ook beter te volgen. je kunt je goed een beeld vormen van hoe het er precies heeft uitgezien. ik had dit boek al een keer eerder gelezen, dus ik denk dat ik het nu wel vaak genoeg gelezen heb.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen