Boekverslag : Willem Elsschot - Villa Des Roses
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1564 woorden.


Roman, ?e druk, Querido, Amsterdam, 1995, 1e druk jaar: 1913, 163 blz., 7,22,40

Vraag 1: Noteer, nog voor je het boek gaat lezen, de verwachting die je nu over dit boek hebt:


De titel sprak mij niet echt aan, maar ik had gehoord dat het boek wel de moeite waard was om te lezen.

Vraag 2: Ik vind dit verhaal:


Saai

Vraag 7: Nodigt dit verhaal/boek jou tot nadenken uit? Waarover? Kun je aangeven hoe dat komt?


Ik word niet echt tot nadenken uitgenodigd dor dit boek, maar dat wordt ik door bijna geen enkel verhaal. Ik lees meestal gewoon een boek, en dan is het klaar.

Vraag 20: Geef in maximaal 15 zinnen en in chronologische volgorde het verhaal weer:


In het begin van het verhaal worden alle personages voorgesteld, daarna begint het verhaal. Wanneer Louise haar intrek neemt in het pension Villa des Roses in Parijs, lopen alle mannen achter haar aan. Grünewald maakt de meeste kans. Brizard pleegt zelfmoord en zijn lichaam wordt op de kamer van madame Gendron gelegd, omdat ze het toch niet zal merken. Louise en Grünewald houden om beurten de wacht. Later maken ze meerdere wandelingen en er ontspringt een liefde tussen hen. Louise twijfelt over de toekomst, waardoor ze papieren met inktvlekken naar een waarzegger stuurt (negatief resultaat), en ten slotte een brief aan Grünewald schrijft waarin ze om duidelijkheid vraagt. Hij zegt haar echt om haar te geven. Tijdens een feestmaaltijd ter ere van de naamdag van madame Dumoulin wordt madame Gendron voor gek gezet, nadat ze erop betrapt is sinaasappelen te stelen. Ze heeft niet door dat het een grap was en loopt boos weg. Die avond wordt duidelijk dat meneer Martin naar Amerika is vertrokken en zijn vrouw en diens moeder achter heeft gelaten, die vervolgens op straat worden gezet omdat de rekening nooit is betaald. Ze mogen echter blijven tot er een nieuwe gast is. Madame Gendron neemt wraak en gooit het aapje Chico, het lievelingsdier van madame Brulot, in het vuur. Louise blijkt zwanger te zijn van Grünewald en na een mislukte poging met een apothekersdrankje, pleegt ze door een kuur abortus. De eigenaar van Villa des Roses overlijdt en het huis moet worden gesloopt voor de wegenaanleg. Grünewald helpt mevrouw Wimhurst, wanneer het pension haar niet bevalt, aan een nieuw pension, en hij gaat met haar mee omdat hij haar de moeite waard vindt. Tegen Louise zegt hij dat hij naar tijdelijk naar Duitsland gaat. Louise schrijft brief na brief, maar krijgt nooit antwoord. Intussen vertrekken alle kostgangers van het pension. Louise schrijft haar laatste brief en vertrekt naar haar geboortedorp.

Vraag 22: Welk vertelstandpunt/vertelperspectief wordt er gehanteerd? Met welk doel?


Het perspectief is auctoriaal. Het auctoriale vertelperspectief is al in het begin te herkennen aan de beschrijvingen. In de eerste vier hoofdstukken worden enkel beschrijvingen gegeven van de personages en van het pension zelf. Later geeft de verteller af en toe commentaar op de gebeurtenissen. Bovendien wisselt hij telkens van de persoon van wie hij de handelingen beschrijft. De verteller neemt niet deel aan de gebeurtenissen.

Ik weet niet echt waarom de schrijver dit perspectief heeft gebruikt.

Vraag 31 B: Schrijf een korte biografie van de schrijver. Gebruik alleen de gegevens die voor het door jouw gelezen boek van belang zijn:


Willem Elsschot is geboren in Antwerpen op 7 mei 1882. Zijn echte naam is Erven Alfons Josef De Ridder. Hij heeft zijn schuilnaam te danken aan ‘Het Elsschot’ een moerassig gebied waar zijn moeder vandaan kwam. Hij was de voorlaatste van negen kinderen. Zijn vader was bakker in Antwerpen.

Na zijn studie ging hij naar Parijs, en werd daar secretaris van een Argentijnse zakenman. Deze ervaringen hebben geleid tot Elsschot’s debuut: Villa des Roses. Het kenmerkende van dit boek is de scherpzinnige observatie van de figuren en hun karakter.



Villa des Roses kreeg heel veel lovende kritiek. Andere boeken kregen daarin tegen minder publiciteit, maar Villa des Roses werd door August Vermeylen zelfs beschreven als een meester werk. Elsschot werd zelfs door Jan Greshoff de eerste wereldburger in de Vlaamse letterkunde genoemd.

Vraag 40: Zoek minimaal 2 volwaardige recensies over het door jou gelezen boek. Schrijf een eigen beredenerend commentaar bij die recensies in de vorm van een betoog:


Ik vind dat deze recensie niet echt alles over het boek verteld. Hij verteld alleen wat kleine voorbeelden uit het begin van het boek, waardoor je niet echt een overzicht krijgt van hoe het boek nou werkelijk in elkaar zit. Verder heeft hij een onduidelijk stukje tekst erbij toegevoegd, waar ook wel iets meer uitleg bij hoort.

Vraag 45: Na het lezen van het verhaal vind ik dit boek… Leg uit waarom dit voor jou zo is:


Saai, omdat het mij niet zo aanspreekt. De spanning in dit boek is er niet. Ik hou van wat spanning in een boek, en dat vond ik hier niet echt aanwezig.

Vraag 46: Neem de zin over en vul aan: Ik begrijp dit verhaal… Leg uit waarom dit voor jou zo is:


Nog niet goed, omdat er van alles door elkaar gebeurt is het verhaal niet echt overzichtelijk.

Vraag 47: Kijk nog eens naar opdracht 2. Ben je geneigd na het maken van dit leesverslag een andere menig te geven? Zo ja: welke? Zo nee: waarom niet:


Ja. Het was niet helemaal wat ik me had voorgesteld, het was een beetje een saai boek. Geen echte actie.

Het verhaal spreekt me niet echt aan.

Recensie’s:


Het einde van de eeuw sluipt nader en daarmee lijkt onze behoefte aan beoordelend terugblikken toe te nemen. Tot het jaar 2000 zetten wij u de canon volgens Het Parool voor, honderd liefdesverklaringen aan de mooiste boeken van de eeuw.

Het minste dat je van Willem Elsschot kunt zeggen is dat sommige van zijn zinnen kleine ontploffingen in je hoofd veroorzaken. De eerste pagina's van Villa des Roses hebben een hoge dichtheid aan zulke zinnen. Die pagina's knetteren en vonken, alsof de lezer niet genoeg zou hebben aan een goede, nuchtere introductie van het kleine Parijse pension van het echtpaar Brulot, waar Elsschot de mensheid in heeft samengedreven.

We komen aanstonds bij de kippen. Eerst laat Elsschot zien dat de tuin van Villa des Roses, waar rozen noch andere bloemen bloeien, nauwelijks zon heeft wegens de reusachtige schaduwen van de naburige huizen. 'Alleen het gras had het onder die omstandigheden weten uit te houden, het gras dat weliger tiert naar gelang men er minder naar omkijkt en dat een vriend is van vergeten stenen en bouwvallen in wording.'

In verband daarmee laat mevrouw Brulot dertig kippen in die tuin rondscharrelen. 'En alsof Parijs niet bestond en de zon in hun rijk niet onderging, legden die beestjes daar waarachtig eieren, welke door mevrouw in de stad verkocht werden à 20 centimes per stuk.' Hoezo verkopen als je een pension drijft?

Ah, meteen uitleg: 'Voor het garnizoen kocht zij er dan Italiaanse voor de helft van die prijs, legde die 's morgens hier en daar in de tuin te vinden, waarna zij overdag in triomf naar de keuken werden gebracht. Werd er dan ook al eens geklaagd over vleesschotels of koffie, omtrent de eieren waren alle dames en heren het eens: de weerga ervan was kort en goed in de hele stad niet te vinden.'

Je hebt nauwelijks de gelegenheid naar adem te happen als je leest van de zon die in het rijk van die kippen niet ondergaat, want je wordt vlak daarna meegesleept door die vraag naar het waarom van de eierenverkoop.

Dit proza werd geschreven in 1910. De schittering ervan verflauwt niet. Zie ook dat zinnetje over de Noorse gast Aasgaard: 'De heer Aasgaard had blond haar, een blonde snor en blauwe ogen, dat wel erg ordinair is voor een Noor.'

Elsschot heeft een bijzondere kijk op de mensheid. Hij beschrijft hun slechtheid zonder ophef of commentaar. Hetzelfde geldt voor de menselijke geneigdheid zich te laten bedonderen. Hij schrijft met een geheimzinnige mengeling van geamuseerdheid, bitterheid, leedvermaak en mededogen.

Lachen moet je om die eieren en om de leden van de Servische Legatie die naar Parijs waren gezonden 'om daar een grondige studie te maken van het nieuwste op het gebied van brandweer en onderricht aan achterlijke kinderen'. Deze heren, die verbleven in het kosthuis Sweet Home in dezelfde buurt als Villa des Roses, betaalden hun rekeningen niet. 'Tot er op zekere dag een Brusselaar in Sweet Home afstapte, die, toen hij de heren met elkaar hoorde praten, in hen vier stadgenoten herkende.' Deze heren woonden vervolgens vijf maanden in Villa des Roses, hen aangewezen door de eigenaresse van Sweet Home.

Huiveren moet je als Elsschot de vernedering van de demente mevrouw Gendron beschrijft, die altijd iets wegneemt en onder veel gelach aan tafel betrapt wordt op het stelen van sinaasappels. De zogenaamd verontwaardigde heer Brulot neemt daar echt de tijd voor.

Het hardst treft je het lot van Louise, kamermeisje in de Villa. De Duitser Grünewald verleidt haar en ze weet dat ze niets van hem te verwachten heeft en toch verwacht ze het. Grünewald verlaat het pension om 'naar Breslau' terug te keren, terwijl hij in werkelijkheid een ander Parijs' pension heeft betrokken, in het kielzog van een knappe Amerikaanse dame. Louise overweegt zelfs naar het verre Breslau te reizen (viermaal overstappen), maar zij heeft het geld er niet voor.

Zij keert terug naar haar dorp, diepbedroefd. En dat is het onsentimentele einde. 'Zij keek de weg op en zag de bakkerswinkel en de witte letters boven de deur van het postkantoor. Het was wel degelijk haar dorp.' Dat slotzinnetje is weer zo'n kleine ontploffing.



Uit Het Parool, door BOB FROMMÉ



http://boekrecensies.parool.nl/recensie?text=Villa%20%20Roses&FDOC=0&SORT=presence&BN_NUGI=%2A&REC=5a0b321aa3e7-9021496798




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen