Boekverslag : Thea Beckman - Kruistocht In Spijkerbroek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 887 woorden.

Titel

Kruistocht in spijkerbroek



Auteur

Thea Beckman



Uitgever

Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam



Jaar van uitgave

1973



Structuur

Het boek bestaat uit 23 hoofdstukken, deze hebben een titel en zijn genummerd.



Genre

Geschiedenisverhaal / avonturenverhaal.



Verklaring titel

Dolf werd teruggeflitst in de tijd en kwam terecht in een kinderkruistocht; hij liep hierin mee in zijn spijkerbroek.



Belangrijkste persoon

Dolf (Rudolf) Wega, in het verhaal Rudolf van Amstelveen. Hij is lang en blond, heeft blauwe ogen en is vreemd voor de kinderen uit de kruistocht. Hij is ondernemend, emotioneel en dapper.'



Plaats

Het verhaal speelt zich af in Duitsland, Italie en Sicilie, en een stukje in het lab waar de tijdmachine staat.



Tijd

Het verhaal speelt zich af in de Middeleeuwen en een klein stuk in de 20ste eeuw.



Fragment dat aansprak

Als ze in het land van Graaf Romhild komen worden 50 kinderen gevangen genomen. Dolf maakt buskruit van zwavel, vogelpoep en houtskool. De kinderen verkleden zich als demonen en duiveltjes door hoorntjes op te zetten en hun lijven te beschilderen. De burchtbewoners zijn zeer gelovig en laten de kinderen direct gaan.



Slot van het boek vind ik leuk, omdat de kinderen veilig worden ondergebracht en Dolf terugkeert naar de 20ste eeuw. Het is dus geen open einde.



Mening over het boek

Ik vind het ontroerend en echt.

Ontroerend als je leest hoe kinderen lijden op hun weg naar Jeruzalem en wat ze daar voor over hebben, alles lijkt heel echt, je kunt je goed invoelen in de kinderen wat ze meemaken. Zoiets kan in de Middeleeuwen echt zijn gebeurd.



Thea Beckman

Andere boeken van deze auteur: Geef me de ruimte; Het rad van fortuin; triomf van de verscheurde aarde.

Dit boek heeft een prijs gekregen, de Gouden Griffel en een Europese Prijs, in 1974 en 1976.



Inhoud van het boek

Op zekere dag mocht Rudolf naar het lab waar dokter Simiak een materietransmitter heeft staan. Hij was alleen op proefdieren getest, maar doordat Rudolf bleef aandrinken mocht hij gaan; maar hij moest dan wel om half vijf op precies dezelfde plek staan.



Dolf strandt.

Rudolf dacht dat hij in 1212 in het Franse stadje Montgivray zou stranden. Als hij strandt, ziet hij een jonge man in gevaar, hij werd aangevallen door twee rovers. De jongeman zwaaide met een enorme knuppel. Dolf redt hem en begint met hem te praten. Hij ontdekt dat hij in Spiers is gestrand en dat de jonge man Leonardo heet. Dolf ziet op zijn horloge dat het tijd is en gaat naar de plek - maar er gebeurt niks. Er komt een kinderkruistocht aan en Dolf en Leonardo sluiten zich aan.



Het noodweer.

Als ze bij Spiers aankomen, mogen ze de stad niet in. Nicolaas de leider van de kinderkruistocht vervloekt de graaf. Die nacht barst het noodweer los en de inwoners van de stad denken dat ze door God gestraft worden. Ze brengen de kinderen voedsel en kleding.



Zwijnenjacht.

Rudolf is intussen een van de leiders van de kinderkruistocht. Hij heeft allemaal groepen gemaakt met een eigen taak. Zo moet de jachtploeg voor eten zorgen. Ze gaan op zwijnenjacht maar dit gaat verkeerd, een aantal kinderen raakt gewond.



De scharlaken dood.

Onderweg krijgen ze veel problemen, zo ook de scharlaken dood. Dit is een ziekte waaraan veel kinderen sterven. Na deze gebeurtenis wordt Dolf beschuldigd als ketter, maar na een proces wordt dit weer recht getrokken.



In de Karwendel.

In de Karwendel (gebergte) worden de kinderen aangevallen door wilde dieren. Ze konden gemakkelijk toeslaan doordat alle wachters sliepen na de zware tocht door de Karwendel.



De kinderroof.

Na een geweldig zware toch door de Karwendel komen ze terecht in het land van Graaf Romhild. Deze wil als tol 50 kinderen hebben. Hij neemt ze en zet ze in zijn burcht aan het werk. Rudolf maakt buskruit en de anderen verkleden zich als demonen; ze gaan richting burcht. De bewoners schrikken en laten de kinderen direct met de 'demonen' meegaan.



De Alpen.

De tocht door de Alpen is zwaar en hard. De kinderen krijgen last van beren, regen en kou. In de Polvlakte raken ze slaags met boze boeren, 500 kinderen sneuvelen.



Carolus.

Carolus is een van de leiders van de knokploeg en hem was beloofd koning van Jeruzalem te mogen worden. De kinderen hebben veel ontzag voor hem. Maar hij sterft en dat is voor veel kinderen een grote teleurstelling, vooral voor Dolf. Nu wordt Dolf het koningschap van Jeruzalem beloofd.



Genua.

Ze komen in Genua aan met 7000 kinderen. In Genua zal de zee splijten en zullen ze zo naar Jeruzalem kunnen lopen, zo is hen voorgehouden. Maar monniken hebben het plan gemaakt hen als slaven naar Afrika te brengen. Een monnik krijgt berouw en vertelt het plan aan Dolf. Zo kan Dolf de kinderen redden van het leven als slaaf.



De keuze: doorgaan of omkeren…

Nicolaas heeft de kinderen bedrogen. Nu staan ze voor de keuze: doorgaan of omkeren. De meesten kiezen voor doorgaan. Onderweg blijven veel kinderen achter in steden om daar te blijven werken. Onderweg worden ze geteisterd door malaria. Er blijven 150 kinderen over die streven naar het einddoel: Jeruzalem.



In Koninkrijk SiciliëBR> Ze komen aan in Bari. Dolf krijgt post uit de toekomst en de andere kinderen gaan met de boot naar Venetië. Dolf blijft achter en wordt teruggeflitst door de materietransmitter…
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen