Boekverslag : Eric Van Rijn - De Grond Waarop Ik Groeide
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1095 woorden.

Uitgever: Amsterdam Boek, met de toestemming van A.J.G. Strengholt's Boeken B.V., Bussum.



Plaats van de handeling: ( land, streek, lokaliteit, enz. ) De handeling speelt zich voornamelijk af op en rond de "Anna's Hoeve" in De Dubbele Buurt, een gehucht in Zuid - Holland. De personen gaan soms ook naar een nabijgelegen stadje, nooit met naam genoemd.



Sociaal milieu: ( arbeiders, boeren, burgers, enz. ) De roman is toegespitst op het harde boerenleven. Rijke, hardwerkende en soms ook vrekkige boeren leven in schijnbare harmonie met de kleine dagloners. De geestelijkheid en de gegoede burgerij komen eveneens aan bod.



Tijdperk: Het verhaal speelt zich af op het einde van vorige eeuw of in het begin van de huidige eeuw. Er is geen exacte verwijzing naar tijd.



Naam der voornaamste personages: ( hun functie, hun karakter, hun onderlinge relatie)

Thijs Dorpeling: Na zijn opgang als boer in de hem vijandig gezinde Dubbele Buurt keert het getij en treft het noodlot hem. Tijdens een ongekende droge zomer trekt een zwaar onweer over de buurt en legt zijn "Anna's Hoeve" in de as. Zijn vrouw, die in verwachting is van hun tiende kind, raakt hierbij zwaar gewond. Thijs ziet al deze gebeurtenissen als een straf van God, maar hij kent de reden niet. Hij moet echter leven en er zit daarom niets anders voor hem op dan als dagloner te gaan werken bij Bart Bulders, de rijke, vrekkige boer die op de hoeve "Hoop en Vrees" leeft. Diep in Thijs leeft en groeit echter zijn geschonden eerzucht. Moedig en verbeten vecht hij met zichzelf. En terwijl hij lichamelijk vervalt tot een schaduw van wat hij ooit was, groeit hij geestelijk tot op een hoogte die hem in staat stelt het leven aan te durven. Hij ziet ook in dat hij de werkelijkheid in eigen handen moet nemen en dat er van een straf Gods geen sprake is. Dit brengt een volslagen ommekeer in hem teweeg. Hierdoor wordt hij sterker en beter dan hij ooit tevoren was geweest. In hem rijst nu een stoutmoedig plan op: hij wil weer echt boer zijn, niet alleen in gedachten maar ook in de werkelijkheid. Het lot is hem gunstig gezind en na het overwinnen van vele moeilijkheden breekt voor hem de mooiste dag in zijn leven aan. Hij is weer boer op zijn nieuwe "Anna's Hoeve".





Anna Dorpeling: Na haar huwelijk met Thijs Dorpeling, een jongen van buiten de Bubbele Buurt, helpt zij mee aan de groei en bloei van de naar haar genoemde "Anna's Hoeve". Anna, een zeer godsvruchtige en godsvrezende vrouw, bereddert het huishouden met een moederlijke maar toch vaste hand. Zij is de steun en toeverlaat van haar echtgenoot. Na de brand komt zij in het ziekenhuis terecht. Zij verliest haar kindje en blijft volkomen apathisch achter. Haar echtgenoot die haar liefdevol blijft verzorgen, kent zij niet meer. Ten prooi aan godsdienstwaanzin komt zij te overlijden. Hier zal zich het keerpunt in het leven van Thijs situeren en komt hij uiteindelijk tot inzicht dat er geen sprake is van een straf van God.



Kees en Kaatje Dorpeling: Zij zijn de twee oudste kinderen van Thijs en Anna. Kaatje neemt in het verhaal de zorg voor de overige kinderen en vader op zich. Kees, die de karaktertrekken van Thijs vertoont, tracht zijn vader voor de geestelijke ondergang te behoeden. Wanneer hij bemerkt dat zijn vader regelmatig in aanraking komt met Hein de Heiden, bezorgt dit hem grote zorgen.





Hein De Raadt, bijgenaamd Hein de Heiden: Zonderlinge figuur die in de Bubbele Buurt is komen wonen. Niemand heeft hem ooit zien werken. Het enige wat de mensen opvalt is dat hij dagelijks dikke brieven verstuurt en nooit in de kerk komt. Dit laatste bezorgde hem de bijnaam "De Heiden". In de loop van het verhaal speelt hij de tegenpool van de geestelijkheid, doch dit enkel maar met woorden. God en gebod zijn aan hem niet besteed, maar naastenliefde en hulpvaardigheid zijn voor hem geen ijdele woorden. Wanneer na de brand de hele buurt zich verkneukelde over het ongeluk dat Thijs kwam te treffen en hier voordeel trachtte uit te slaan, is Hein De Heiden de enige die daadwerkelijk hulp en steun wenst te verlenen. Thijs aanvaardt deze hulp niet altijd, maar heeft geregeld gesprekken met hem die uiteindelijk zijn levensloop positief zullen beïnvloeden.





Pastoor De Vette is een gemoedelijk dorpspastoortje. Hij vervult nog zijn dagelijkse plichten: mis opdragen, huwelijken, begrafenissen,..., maar het echte herderlijke werk is aan hem niet meer besteed. Hij beseft dat de meeste mensen, mensen zijn en altijd zullen blijven met hun eigen gebreken. Uiterlijk vertoont hij nog medeleven te hebben met Thijs maar eigenlijk laat alles hem volledig koud.





Pater Groene komt jaarlijks preken en geld inzamelen voor de missies. Hij tracht Hein de Heiden te bekeren maar komt van een kale reis thuis. Zijn mislukking houdt hij verborgen.





Bart Bulders is de rijke, vrekkige boer van de hoeve "Hoop en Vrees". Op alle mogelijke manieren tracht hij voordeel te halen uit het ongeluk van Thijs. Hij koopt de vervallen molen waarin Thijs na de brand is gaan wonen en vraagt hiervoor huur. Hij neemt Thijs, gekend voor zijn werklust, in dienst als dagloner en laat niet na hem er op te wijzen hoe goed hij wel voor hem is. Hij koopt ook voor een appel en een ei de gronden waarop eens de "Anna's Hoeve" stond, evenals de hele veestapel van Thijs. Tenslotte laat hij niet na in het openbaar te verkondigen dat Thijs blij mag zijn door hem zo goed te worden geholpen. Op het einde van het verhaal verongelukt boer Bulders en valt zijn allergrootste droom in het water; een nieuwe hoeve te bouwen voor zijn oudste zoon op de gronden van de "Anna's Hoeve".





Freule Van Steen is de steenrijke president - commissaris van Het Centraal Bouwbedrijf N.V. Zij beschikt over een verwaarloosde lap grond in de Bubbele Buurt. Niemand heeft deze van haar kunnen kopen of zelfs pachten. Wanneer Thijs bij haar achter deze grond komt informeren en zij van zijn plannen hoort om daar opnieuw als boer te kunnen starten, herinnert zij zich opnieuw de verschrikkelijke brand. Zij besluit Thijs in het geheim te helpen. Op haar grond zal een nieuwe hoeve verrijzen. Wanneer Bulders verneemt dat de bouw van zijn hoeve voor zijn zoon wordt uitgesteld, daar de bouw op de grond van Freule Van Steen voorgaat, verongelukt hij op zijn terugkeer uit de stad. Freule Van Steen zorgt er nu voor dat Thijs ook de grond van zijn vorige hoeve terug kan bekomen. Hierop zal een nieuwe "Anna's Hoeve" gebouwd worden en de verwaarloosde lap grond zal later voor Kees Dorpeling zijn.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen