Boekverslag : Thea Beckman - De Gouden Dolk
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1372 woorden. |
Auteur Thea Beckman. Titel de Gouden Dolk. Uitgever Lemniscaat. Jaar 1998, dit is de 12e druk en de 1e druk was in 1982. Genre(s) Avontuur, omdat de hoofdpersoon heel veel beleeft. Historie, het speelt af in het verleden. Gebeurtenissen Op een dag, moest Jiri medicijnen voor zijn oude opa gaan halen bij vrouw Chantal, die hem echter niets kan geven, omdat zijn opa oud is en niet ziek. Daarvoor moest hij door de woeste gronden, waar hij een ruiter vond die gewond is. Hij hielp hem naar vrouw Chantal en kreeg van hem te horen dat Edessa heroverd was door de Turken. Op kerstmis 1145 verklaarde koning Louis VII zich bereid een 2e kruistocht te organiseren. In alle dorpen werden oproepen voorgelezen om naar Vézelay te gaan waar Bernard, abt van Clairvaux, in naam van paus Eugenius III zal prediken. Jiri, zijn familie en zijn oom en zijn zonen gingen er ook heen met een wagen van hun oom de zaterdag voor Pasen. Daar aangekomen riep iemand zijn naam. Het was vrouw Chantal. Ze zei hem dat hij een gouden dolk zou krijgen en dat hij de naam Nour-ed-Din moest onthouden. De volgende dag ging Bernard van Clairvaux preken. Hij zei dat alle heidenen afgemaakt moesten worden en een v.d. leiders was Nour-ed-Din! Als eerste nam de koning een kruis (lapje stof met een kruis erop) aan en meteen erna koningin, wat de abt niet leuk vond. Toen was het volk aan de beurt en Jiri raapte het kruis op die hij op de grond zag liggen. ‘s Maandag gingen ze terug naar huis en het duurde nog tot de lente voordat er actie werd ondernomen. Iedereen die mee wilde moest een kruis op zijn kleding hebben gespeld. Omdat de smid maar 1 zoon kon missen ging Aycan niet mee en moest hij zijn kruis aan Arnold geven. De koning v. Duitsland, Koenraad II, dacht dat iedereen hem wilde bedriegen en was de Fransen voor. Dus moest iedereen zo snel mogelijk gaan deelnemen aan de kruistocht. Op een dag ziet Jiri een gestrande bagagewagen, die deel uitmaakte van de koninklijke wagens. Daar ontmoette Jiri Oda. Bijna alles werd overgeladen in hun wagen. Na een paar dagen zag Jiri Aycan! Hij vond dat Aycan thuis moest blijven, maar Aycan zei dat hij met de pelgrims is meegegaan. Een aantal dagen later kreeg Jiri een brief van Oda, waar ze een afspraakje met hem wil onder een olijfboom. Weken later ontmoette Jiri Tómas, een hongerige Griekse jongen. Hij hielp hen met hout zoeken en kreeg een beetje eten. Eindelijk kwamen ze in Constantinopel aan. Wat een geweldige stad was dat! Ze mochten echter niet in de stad komen. In de herfst gingen ze door naar Anatolië. In dat land maakte ze vele rampen mee, bijv. een overstroming. Ze gingen erna de Pisidische bergen op en de koningin moest eerder naar boven gaan, om een kamp op te zetten. Daar aangekomen konden ze geen kamp opzetten, maar verderop wel. De koningin wees Jiri aan om de achterblijvers te zeggen dat ze verderop hun kamp zouden opzetten en Jiri keerde meteen terug. Daar zag hij nog een ramp! De achterhoede werd aangevallen door Saracenen. Na de aanval gingen ze meteen weg. Het leger had vele verliezen en Jiri zocht meteen naar Oda. Hij vond haar, maar haar moeder was dood en hij hielp haar haar moeder te begraven met stenen. Op zoek naar stenen zag hij opeens het lichaam van Tómas. Hij was dood! Het leger ging langzaam weer de berg op, maar daar aangekomen zagen ze geen kamp. Het kamp lag verderop. De koning gaf de graaf van Maurienne, die met de koningin was meegegaan meteen de schuld. De koningin zei dat ze iemand had gestuurd om de achterblijvers te waarschuwen. En dat was hem! De jongen die op dat moment de berg opreed. Oda zei dat Jiri de hele dag bij haar was. Zo kreeg Jiri niet de schuld. Aycan zei dagen later tegen Jiri dat hij moslim zou worden. Jiri vond dat niet leuk. Toen ze eindelijk een stad zaten te belegeren, kreeg de stad hulp van Nour-ed-Din. Jiri en Arnold werden op een dag gevangen genomen door knechten van Nour-ed-Din. Toen ze ondervraagd werden, vertelde Jiri alles en Arnold niets. Ze kregen echter hun vrijheid terug. Dit kwam omdat Aycan een knecht was van Nour-ed-Din en hen vrijgekocht heeft. Uiteindelijk gaf men op en keerde terug naar huis per boot. De boot waar Jiri en Arnold (en Oda en de koningin) werd gekaapt door Grieken, zonder dat de andere boten het wisten. Gelukkig werd de boot “teruggekaapt” en konden ze naar huis gaan. Thuis aangekomen, was alles veranderd. Jiri en Arnold voelden zich niet thuis in hun dorp, maar wel in de woeste gronden. Op een dag ontdekte Jiri daar een eeuwenoude grafkamer. Hij en Arnold vonden daar een gouden dolk. De voorspelling was dus toch uitgekomen! Ze gingen toen naar Parijs. Hoofdperso(o)n(en) George Rambor, wordt Jiri genoemd. Kan het met iedereen goed vinden, behalve met zijn broer. Zijn vader is een wapensmid en dus heeft hij van jongs af aan geleerd om hard te werken. Hem is voorspeld dat hij een gouden dolk in handen zou krijgen. Hij denkt dat het de Gouden Dolk is die Nour-ed-Din in zijn bezit heeft. Hij leert onderweg een beetje Grieks en wordt verliefd op Oda. Hij maakt dus een ontwikkeling mee. Belangrijkste bijperso(o)n(en): Aycan, broer van Jiri. Jiri kan hem niet uitstaan, omdat hij denkt dat zijn broer iets gestolen heeft als Aycan zegt dat hij iets “gevonden” heeft. Jiri heeft vaak ruzie met hem en Aycan bekeert zich tot de islam. Hij maakt dus een ontwikkeling mee. Arnold, neef van Jiri en de oudste zoon van het dorpshoofd van het dorp waar hij en Jiri wonen. Trekt veel met Jiri op tijdens de kruistocht, is een aardige vent, maar maakt geen ontwikkeling door. Oda, vriendin van Jiri en een dienares van koningin Eleonore – de echtgenote van koning Louis die er bovendien op aandrong dat de kruistocht snel moest komen. Maakt een ontwikkeling door, ze wordt verliefd op Jiri. Ze is een beetje brutaal en ze is knap. Thomás, een Griekse jongen die een vriend van Jiri wordt onderweg, hij leert wat Frans spreken en leert Jiri een beetje Grieks spreken. Hij is aardig, want hij helpt Jiri met van alles. Hij maakt geen ontwikkeling door en hij leert Frans praten. Vrouw Chantal, een waarzegster, voorspelt dat Jiri een gouden dolk in zijn handen zou krijgen. Ze is een aardige vrouw die geen ontwikkeling doormaakt, maar wel in de toekomst kan kijken en ze is een kruidenvrouwtje. Belangrijkste plaatsen Dorp waar Jiri woont (vooral in het begin en einde), Vézelay (Hoofdstuk 3, blz. 23 heeft de titel: “De eed te Vézelay.”), deze twee liggen in Frankrij, Anatolië (Hoofdstuk 13, blz. 123 heeft de titel: “De hel van Anatolië”), Anatolië en Constantinopel. Tijd Middeleeuwen, toen waren er nog kruistochten. Op blz. 44 staat: in het jaar 1147. Verteltijd: ± 2 uur. Vertelde tijd: ± 3½ jaar. Er zitten tijdversnellingen in het boek. Bijvoorbeeld: hoofdstuk 3 begint met: “Enkele weken later” en op blz. 44 is ook een tijdversnelling (en dan, op een stralende lenteochtend, in het jaar 1147). Het boek is volgens mij niet chronisch geschreven, omdat er flashbacks inzitten (op blz. 8, als er verteld wordt over de grootvader van Jiri) en er zitten ook flash forwards in (als vrouw Chantal ziet dat Jiri een gouden dolk in zijn hand heeft en het hem vertelt, op blz.25). Belangrijkste probleem Jiri wil de Gouden Dolk die Nour-ed-Din heeft in beslag krijgen. Het boek heeft een goede afloop, omdat Jiri het overleeft. Het boek heeft een gesloten einde, omdat het belangrijkste probleem is opgelost (Jiri krijgt uiteindelijk een gouden dolk in handen). Het boek is niet realistisch, omdat iemand na vele rampen nog levend terugkeert haast onmogelijk is en nu zou het zeker niet meer gebeuren. Perspectief Het boek is geschreven in een neutrale perspectief dat niet wisselt. Titel De Gouden Dolk is het wapen dat Jiri in bezit wil krijgen, wat niet lukt. Uiteindelijk vindt hij een gouden dolk in een eeuwenoude grafkamer. Zonder de Gouden Dolk zou Jiri nooit met de kruistocht zijn meegegaan. Thema De zinloosheid van het kruistochten. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |