Boekverslag : Cor Bruijn - De Strandjutter
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1839 woorden.

Verantwoording

Ik wilde graag een werkstuk maken over een boek dat ik nog nooit had gelezen. Toen bedacht ik, dat er een tijdje geleden een verfilming van het boek "Sil de strandjutter" op de televisie was geweest. Er stond toen een korte omschrijving van die film in de gids. Dat leek me wel wat, dus heb ik dat boek bij de bibliotheek gehaald.

Ik heb het gelezen en vond het een heel mooi boek. Dus ben ik aan dit werkstuk begonnen over het boek "Sil de strandjutter" en de schrijver, Cor Bruijn.

Inleiding

Voordat ik met dit werkstuk begon, wist ik niet eens wie het boek "Sil de Strandjutter" geschreven had. Terwijl ik dit werkstuk maakte, ben ik een heleboel over Cor Bruijn te weten te komen.

Zoals:

Hij was onderwijzer van beroep

Hij was getrouwd met Maartje de Vries

en nog veel meer.

Ik vond het erg interessant om dit werkstuk te maken, en ik hoop dat u het boeiend vindt.

Over de schrijver: Cor Bruijn

Cornelis Pieter Bruijn werd op 17 mei 1883 te Wormerveer geboren, als eerste in het gezin van Hendrik en Catharina Bruijn. Vader Hendrik nam in 1885 een kruidenierszaak over, waarin Cor en zijn twee jaar jongere broertje Piet al jong mee moesten helpen. Toen Cor ongeveer 13 jaar oud was, ging hij naar de normaalschool in Haarlem. Drie jaar later verliet hij die en mocht voor onderwijzer gaan studeren aan de Rijkskweekschool in Haarlem. In 1903 haalde hij zijn diploma en ging op zoek naar een baan. Hij kreeg al gauw een tijdelijke baan bij de Openbare Lagere School in Sloten. Na nog enkele tijdelijke banen kreeg hij in 1905 een vaste betrekking bij de Openbare Lagere School in Sloten, als meester van de 2e en de 5e klas. Na 8 maanden werd hij echter ( op eigen verzoek ) eervol ontslagen.

Hij besloot te stoppen met lesgeven en Literaire Kunst te gaan studeren aan de Humanitaire school, samen met enkele vrienden. Op 21 augustus 1906 behaalde hij zijn diploma, en mocht les gaan geven op die school.

Tijdens de kweekschooltijd verbleef Cor ook een tijdje bij de familie De Vries in de Coornhertstraat. Bij dat gezin hoorde ook Maartje, die 5 jaar jonger was dan Cor. Voor haar had Cor meer dan gewone belangstelling…

Op 18 september 1907 trouwde hij met Maartje de Vries, die toen 19 jaar oud was.

Samen gingen ze in Laren wonen. Na in nog 8 andere huizen te hebben gewoond, trokken ze in 1921 met hun 4 dochters in een huis in Hilversum. Inmiddels was er weer een baby op komst, of beter gezegd twee baby's! En …ja hoor: het werden weer twee meisjes!

Cor was inmiddels weer aan het schrijven geslagen. Hij had in 1915/16 het boek

"Keteltje in de Lorzie" geschreven.

Op verzoek van de uitgeverij schreef hij in 1921 het vervolg daarop:

"Keteltje in het veerhuis". Deze boeken waren een groot succes.

Begin 1929 begon Cor aan het derde deel van de Keteltje-serie: "Keteltjes Thuisvaart".

Na dit succes bleven er boeken van Cor verschijnen, variërend van toneelstukken tot sprookjesboeken.

In het voorjaar van 1929 werd aan Cor gevraagd, of hij een vervolgverhaal wilde schrijven voor de "Zaanlander", een plaatselijk dagblad. Dat leek hem wel wat, dus schreef hij het boek "Muziekmeester Adriaan", dat speelt in de Zaanstreek.

In oktober 1931 werd het eerste boek aan Cor overhandigd.

In het najaar van 1931 werd hem gevraagd of hij mee wilde werken aan het Boekenweekgeschenk 1932, samen met 32 andere schrijvers en dichters. Ieder moest in zijn verhaal 5 vragen beantwoorden, en de bijdrage van Cor was getiteld "In de perikelen".

In december 1939, nadat het vorige boek "Sijtje" af was, besloot Cor een roman te schrijven die op Terschelling speelt.

Dit was namelijk de jaarlijks terugkerende vakantiebestemming van de familie Bruijn.

In april 1940 was het boek "Sil de Strandjutter" klaar.

Toen begin december 1940 het boek werd uitgegeven, was het succes enorm!

Het boek is inmiddels vertaald in het Deens, Duits, Fins, Frans, Italiaans, Noors en Zweeds, en vele malen herdrukt.

( de eerste druk door uitgeverij Callenbach te Nijkerk )

In 1966 en 1973 is het bewerkt voor toneel. In 1976 voor televisie, voor de NCRV.

De titelrol werd gespeeld door de Belgische acteur Jan Decleir, Lobke werd gespeeld door Monique van de Ven.

Intussen was Maartje in 1960 op ruim 70-jarige leeftijd overleden.

Cor schreef nog steeds boeken en ook gedichten, het laatste boek in 1972.

Op 16 november 1978 stierf Cor Bruijn op ruim 95-jarige leeftijd.

Korte bibliografie:

1917 Langs den Waterkant

1922 Keteltje in de Lorzie

1922 Keteltje in het veerhuis

1928 Rinke Luit, de vroolijke veerman

1930 Keteltjes Thuisvaart

1931 Muziekmeester Adriaan

1932 Teun Dammers, de boer van "Landzicht"

1936 De dijken breken

1940 Greetje en Groetje

1940 Sijtje

1940 Sil de Strandjutter

1943 Strijd om de "Eenhoorn"

1943 Arjen

1943 Kinderen van het eiland

1948 Wendelmoet

1951 De zwerftocht van Egge Jan Korse

1953 Vlucht naar het eiland

1955 Lasse Länta

1955 Odysseus, de grote zwerver

1956 Jason en het Gulden Vlies

1958 Het witte rendier

1961 De vuistslag

1967 De zwarte madonna

1973 De triomf van Roel de Knoet

1979 De marskramer en andere verhalen

Inhoud van het boek: "Sil de Strandjutter"

Sil Droeviger woont op Terschelling en is van beroep strandjutter. In een regenachtige nacht wordt hij uit bed geroepen: er is een schip vastgelopen op de klippen. Het is een Zweedse brik.

Met paard en wagen trekt Sil er op uit. Als hij op het strand aankomt, proberen de bemanningsleden van het schip zich te redden in de reddingsboot. Maar de sloep slaat om en de bemanningsleden verdrinken. Sil waagt zijn leven om ze te redden en het lukt hem de sloep het strand op te trekken. Er liggen een vrouw en een meisje van een jaar of twee in. De vrouw is al dood, maar het meisje leeft nog. Sil neemt haar mee naar huis, en samen met zijn vrouw Jaakje voedt hij haar op. Ze noemen het kind Lobke, naar de moeder van Jaakje.

Eerst praat ze alleen maar een raar taaltje, dat waarschijnlijk Zweeds is.

Maar na een tijdje onderscheidt je haar niet meer van een echt Terschellinger kind.

Zo groeit ze op tussen de twee zoons van Sil: Jelle en Wietse.

Totdat Wietse, als hij een jaar of zestien is, ruzie met z'n vader krijgt. Hij gaat er vandoor en gaat samen met de beurtschipper Anders ( die in hetzelfde dorp woont ) met een vrachtboot op reis.

Maar Sil blijft eigenwijs en stuurt Wietse geen brieven. Wietse blijft weg en Jelle moet Sil nu zo veel mogelijk helpen.

Ondertussen zit Jelle ook achter de meisjes aan ( hij is inmiddels een jaar of achttien ).

Hij kiest voor Maam, de dochter van de buren. Tenminste, dat denkt iedereen.

Als er een dag niet veel werk te doen is en het prachtig weer is, gaat hij met Lobke, paard en wagen de Boschplaat op. Ze rijden over het strand en komen bij het drenkelingenhuisje uit.

Dan bemerkt Jelle dat het vloed wordt! Ze kunnen niet meer terug, maar Lobke trekt haar bovenrokken uit en probeert samen met Jelle, in alleen haar onderrok thuis te komen. Als ze echter net halverwege zijn, verstuikt Lobke haar enkel en kan niet verder rennen. Jelle beveelt haar, haar armen om hem heen te slaan en zo gaan ze verder. Jelle zoent haar "om haar warm te houden". Dit ziet Sil en hij is heel boos. Hij verwijt Jelle van alles, maar bedenkt dan dat hij Jelle eigenlijk dankbaar moet zijn, omdat die Lobke gered heeft. Hij is wat aardiger tegen Jelle en samen zorgen ze voor de boerderij. Maar Jelle ontloopt Sil nog steeds.

Na dit avontuur samen met Lobke, probeert hij 's nachts haar slaapkamer binnen te komen.

Vader Sil betrapt hem, en beveelt hem in het hooi te gaan slapen. Als Lobke 's avonds laat thuis komt, sleept Jelle haar mee naar de stal en kan met zijn vingers niet van haar afblijven. Lobke gaat gillen, en dat hoort Sil. Hij krijgt enorme ruzie met Jelle en stuurt hem weg. Diezelfde nacht hoort Sil dat er weer een schip vastgelopen is. Sil trekt er op uit. Als hij op het strand aankomt, is er iemand bezig de drenkelingen te redden. Als Sil nog eens goed kijkt, ziet hij dat het Jelle is!

Het lijkt goed te gaan, maar opeens valt Jelle van zijn paard en verdwijnt onder water. Zijn lichaam spoelt iets later aan…..

Verslagen komt Sil even later thuis. Hij verft alles zwart en is niet vrolijk meer.

Hij kan het werk ook niet meer alleen aan. Zo sukkelen ze door.

Maar dan, als Lobke een boodschap heeft gedaan, ziet ze twee personen aankomen. Het zijn zeelui, aan de manier van lopen te zien. Dan opeens ziet Lobke het: die ene is Wietse!

Dolblij neemt ze hem mee naar huis, waar hij huilend verwelkomd wordt.

Wietse heeft al gehoord dat Jelle dood is, en belooft niet meer naar zee te gaan.

Sil wordt weer vrolijker en Wietse helpt hem flink.

Totdat Lobke van iemand hoort, dat Maam in verwachting is en dat ze zegt dat het kind van Jelle is. Wietse heeft het ook al gehoord, en besluit er wat aan te gaan doen.

Hij gaat met de ouders van Maam praten, maar die mopperen alleen maar over Jelle.

Dan roept hij ook Maam erbij. Hij stelt haar voor, dat ze maar met hem moet trouwen, zodat het toch een kind van een Droeviger wordt.

Dan barst Maam in snikken uit, en stamelt dat het kind niet van Jelle is maar van Auke, de vriend van Jelle. Auke is zeeman en wordt naar huis geroepen, zodat hij met Maam kan trouwen.

Wietse gaat opgelucht weer naar huis. Dan beseft Wietse pas, dat hij al die tijd al van Lobke hield. Ook Lobke beseft dit en ze besluiten ( tot grote tevredenheid van Sil en Jaakje ) te trouwen….

Titelverklaring

De hoofdpersoon in dit boek is de ( met zijn gezin ) op Terschelling wonende Sil Droeviger. Zijn beroep is strandjutter: het meenemen van aangespoelde spullen, van een schip afkomstig. De titel "Sil de Strandjutter" is dus gemakkelijk te verklaren: het 'beroep' van Sil is strandjutter.

Mijn waardering

Ik vind het een mooi boek, omdat het heel spannend is. Het eerste hoofdstuk is het spannendst, want dan probeert Sil de drenkelingen te redden. Het is ook een verhaal dat heel goed echt gebeurd kan zijn, dat vind ik ook erg goed. Want dan kun je je beter inleven in het verhaal. Er staan geen vloeken in. Dat vindt ik heel goed, want de schrijver had het zichzelf er makkelijker door kunnen maken. Er staat nu bijv. dat Sil ontzettend boos is. Dit kun je natuurlijk beter uitdrukken met een paar vloeken. Het verhaal verplaatst zich nogal eens, zodat je er met je gedachten goed bij moet blijven om het te kunnen volgen. Maar zo blijft het verhaal spannend.

Ook erg goed vind ik, dat het niet helemaal goed afloopt ( dood van Jelle ), want anders zou je je niet in het verhaal kunnen inleven: in werkelijkheid gaat ook niet alles goed. Er is een goed afgerond einde aan het verhaal, zodat je echt weet: hier is het afgelopen.

Alles bij elkaar vind ik het een heel mooi en goed boek. En ik raadt iedereen die het nog niet gelezen heeft dan ook aan, het eens te lezen. Het is de moeite waard !!





Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen