Boekverslag : Willem Elsschot - Kaas
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1802 woorden.

Bibliografie
Antwerpen, 1933

Genre: Kaas is duidelijk een novelle. Niet alleen speelt het verhaal over een korte periode van ongeveer drie maanden, het boek telt maar 85 bladzijden. Een ander kenmerk voor de novelle is dat het verhaal begint op een voor Frans Laarmans cruciale periode, namelijk dat hij contact maakt met Van Schoonbeke, waardoor hij in de kaashandel gaat. Ook vindt er nauwelijks karakterontwikkeling plaats.

Het boek is opgebouwd uit hoofdstukken. Deze hebben alleen maar een nummer. Ook is er een inleiding, die ik niet goed begrijp. Daarachter komt nog een lijst met personages en een lijst met verhaalelementen.


Samenvatting
Frans Laarmans, een eenvoudige kantoorklerk, komt dronken thuis. Net als hij wil gaan slapen komt zijn zwager langs omdat zijn moeder op sterven ligt. Deze moeder sterft en op de begrafenis ontmoet Laarmans een vriend van zijn broer: Van Schoonbeke. Van Schoonbeke nodigt hem uit eens een avondje langs te komen bij een groep mensen waar hij zo nu en dan een avondje mee doorbrengt. Laarmans vindt de avonden in het begin een ramp, maar later went het wel. Dankzij deze Van Schoonbeke wordt Laarmans vertegenwoordiger van een grote kaasfirma. Laarmans zag dit zelf niet zo zitten, maar de gedachte dat anderen tegen hem op zouden kijken, haalde hem over. Laarmans moet een contract tekenen bij Hornstra, een Nederlandse kaashandelaar. Het is een goed betaalde baan. Dezelfde dag vindt zijn vrouw, Fine, al een fout in het contract: Hornstra kan hem ontslaan als hij daar zin in heeft. Laarmans wil ontslag nemen als klerk, maar daar is zijn vrouw op tegen. Zijn broer, een dokter, tekent een verklaring waarin staat dat Laarmans lijdt aan een "zenuwoverspanning". Zo heeft hij een aantal maanden verlof.

Hij is druk bezig met het behangen en inrichten van z'n werkkamer, en met het bedenken van een naam, wat uiteindelijk Gafpa wordt. Gafpa is een hele dure afkorting voor iets wat in feite niks is. Op een gegeven moment wordt er gebeld van het Blauwhoedenveem. Zijn dochter Ida neemt op, en vergeet wie er gebeld heeft. Dit is erg belangrijk, want die man heeft verteld waar de kaas ligt. Nu weet Laarmans niet waar zijn kazen zijn. Gelukkig wordt er later weer gebeld. De hoeveelheid kazen is vrij groot.

Laarmans zet een organisatie op van agenten, verspreid over België en het Groothertogdom Luxemburg. Alles is uiteindelijk tot in de puntjes verzorgd, het wachten is slechts op de bestellingen van de agenten. Hiervan hoort hij helemaal niets. Het blijkt dat een heleboel geen zin hebben om moeite te doen om kaas te verkopen. Zelf verkoopt hij er slechts een paar tegen kostprijs aan vrienden. Van zijn kantoor komen 4 collega's op "ziekenbezoek". Deze collega's brengen uit naam van het personeel een trictracspel met inscriptie. Dankzij Van Schoonbeke wordt Laarmans benoemd tot voorzitter van de Association Professionelle des Négociants en Fromage. Hij vindt het niet leuk, maar gaat toch mee naar het departement om de belangen van de kaasimporteurs te bepleiten. Door het saaie gezeur wordt hij boos, waardoor de directeur-generaal van het Departement van Handel meteen toezegde. Hornstra belt dat hij binnenkort langs zal komen om de verkochte kazen af te rekenen. Hij gaat nu zelf kaas verkopen, nadat hij eerst inlichtingen heeft ingewonnen bij Boorman, hoe zoiets moet. Zijn optreden als verkoper wordt een mislukking, terwijl zijn zoon Jan er wel in slaagt een kist kaas te verkopen. De mislukte poging als verkoper komt vooral door het feit dat hij een slecht zakenman is. Hij durft bv. geeneens een winkel in om kaas te verkopen. Als hij toch de winkel in gaat blijkt de eigenaar van de winkel een vroegere werknemer van Hornstra te zijn.

Notaris Van der Zijpen laat via zijn zoon weten wel mee te willen doen in de onderneming. Laarmans zegt dat hij erover na moet denken. Hij vindt dat hij veel te meegaand is geweest met Van Schoonbeke en dat hij nooit die functie had moeten aannemen. Als Hornstra arriveert, doet Laarmans niet open. Hij stuurt het geld van de verkochte en weggegeven kazen naar hem toe. Hij schrijft onder meer waar de overgebleven kaas ligt (in een patentkelder), en dat hij stopt met de kaashandel wegens gezondheidsredenen. Een paar dagen later komt er opeens een grote order binnen van een van zijn agenten. Laarmans stuurt het door aan Hornstra en doet er verder niks mee. Laarmans gaat weer werken als klerk bij de General Marine en het leven gaat weer zijn gewone gang.


Tijd & Ruimte
TIJD

Het verhaal speelt zich waarschijnlijk af rond 1933, het jaar dat Kaas werd uitgebracht, over een periode van ongeveer drie maanden. De telefoon doet net zijn intrede, alleen bedrijven hebben telefoon. Ook heeft Frans Laarmans geen auto, wat tegenwoordig haast iedereen heeft; hij moet per trein reizen. Er vinden eigenlijk geen flash-backs of grote tijdsprongen plaats. Het verhaal is chronologisch verteld.


RUIMTE

Het verhaal speelt zich grotendeels af in Antwerpen, in Laarmans' huis, bij Schoonbeke thuis, in de trein, een klein stukje in Amsterdam. Ook vinden er kleine passages plaats in het General Marine and Shipbuilding Compagny en in een kaaswinkel. Subjectieve ruimtes heb ik niet kunnen vinden. Dit komt doordat het verhaal in het ik-perspectief wordt verteld, daardoor worden de ruimtes niet echt beschreven.


Personages
Frans Laarmans. Hij is de hoofdpersoon van het verhaal. Werkt bij de General Marine and Shipbuilding Company. Hij is een gevoelsmens, zachtmoedig en verlegen, hoewel hij ook sarcastisch kan zijn om zijn ware gevoelens te verbergen. Op de sterfdag van zijn moeder lijkt hij grof en onverschillig, maar later denkt hij met liefde aan haar terug. Daar ontmoet hij Van Schoonbeke. Deze heeft een groep rijke vrienden, die een avond per week met elkaar praten. Frans, als kantoorklerk heeft niet veel te vertellen. Van Schoonbeke probeert daar verandering in te brengen door hem een vacature aan te bieden als kaasvertegenwoordiger voor België en Luxemburg. Bij van Schoonbeke's vrienden is hij "groothandelaar in voedingswaren". Voor de handel blijkt hij ongeschikt te zijn; niet berekenend, niet praktisch en niet doortastend. Hij is een round-character, aangezien hij een geestelijke ontwikkeling doormaakt. Zijn karakter wordt vrij gedetaileerd beschreven.

Fine Laarmans. Zij is een verstandige vrouw en een goede moeder, met een nuchtere kijk op dingen. Frans Laarmans wil het eerst eigenlijk niet onder ogen zien, maar hij leidt zijn bedrijfje samen met zijn vrouw. Later is hij daar wel blij over. Mevrouw Laarmans is een flat-character, zij maakt geen ontwikkeling mee en wordt ook niet gedetaileerd beschreven.

Van Schoonbeke. Hij is de vriend van de broer van Frans Laarmans, Karel. Hij is vermogend, beschikt over veel relaties. Hij neemt Frans Laarmans op als zijn protégé in zijn snobistische vriendenkring. Hij meent het goed met Frans, en bezorgt hem de baan van kaashandelaar en voorzitterschap van de Belgische Bond van Kaashandelaren. Van Schoonbeke is ook een flat-character.

Karel Laarmans. Is dokter en is een joviale man. Hij voelt zich verantwoordelijk voor zijn twaalf jaar jongere broer. Hij komt bijna elke dag even langs bij de familie Laarmans. Hij is in het begin vrij ge-interesseerd in de nieuwe baan van Frans Laarmans (hij heeft hem ook geholpen, door hem een certificaat te geven waardoor hij recht kreeg op drie maanden verlof wegens zenuwen). Ook hij is een flat-character.

Jan en Ida. De kinderen van Frans en Fine Laarmans. Deze spelen maar een geringe rol in het verhaal. Flat-character.

Verder spelen nog een kleine rol in het verhaal:
-Hornstra: kaashandelaar in Amsterdam
-de oude Piet: machinist bij General Marine and Shipbuilding Company
-Madame Peeters: buurvrouw van Laarmans, zij staat altijd voor het raam of in de deur.
-de jonge Van der Zijpen: wil zich associëren.


Thematiek
Het thema is de droom van een eenvoudige kantoorklerk die naam wil verwerven door in de kaashandel te gaan. Alleen zal dit geen succes blijken te zijn. Dit thema is goed in het verhaal verwerkt doordat men eigenlijk steeds duidelijk wordt gemaakt dat Frans Laarmans maar een eenvoudig man is. Voor zover ik weet heeft Elsschot dit thema niet in andere van zijn boeken verwerkt.


Boekbeschrijving & Titel
De titel is vrij duidelijk; Kaas. Alles in dit boek draait om de kaashandel. Frans Laarmans, een eenvoudige klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company. Door met welgestelde mensen om te gaan krijgt hij een baan aangeboden als vertegenwoordiger van een firma die handelt in kaas voor België en Luxemburg. Dit lijkt hem wel wat. De rest van het boek draait om deze kaas.

Er is geen ondertitel.


Stijl
Ik vind niet dat het taalgebruik veel anders was als wat we nu gebruiken. Dit vind ik bij nader inzien wel vreemd, want het boek komt uit 1933, toen men toch aardig andere spellingsregels had als nu. Daarbij speelt het verhaal zich grotendeels af in België, waar ook niets van te merken is, behalve dan dat Frans Laarmans in Antwerpen woont.


Literatuur geschiedenis
Willem Elsschot is het pseudoniem van Alfons de Ridder. Hij wordt op zeven mei 1882 in Antwerpen geboren. Op het atheneum krijgt hij Nederlandse les van Pol de Mont (een leidinggevende figuur in de literaire scène van 1880 en later). Op zestienjarige leeftijd wordt hij van school gestuurd wegens baldadig gedrag. In de periode hierop heeft hij talloze baantjes als loopjongen en slentert hij door de Antwerpse straten. In 1900 richt hij met een aantal medescholieren het tweemaandelijks tijdschrift Alvoorder op. In 1901 wordt hij vader. In 1904 haalt hij zijn diploma op de Antwerpse Handelsschool. Hij krijgt hierna verschillende baantjes, maar uiteindelijk krijgt hij een baan in Rotterdam, als chef-correspondent bij de firma Werf Gusto. Enkele maanden later trouwt hij. Na vier jaar keert hij terug naar Belgi, naar Brussel.

In 1913 verschijnt zijn eerste roman, Villa des roses. Net voor de intrede van het Duitse leger in augustus 1914 neemt hij met zijn vrouw en kinderen zijn toevlucht bij zijn ouders in Antwerpen. Tijdens de oorlog is hij secretaris van het Provinciaal Oogstbureel. In de oorlogsperiode worden er nog twee kinderen geboren. Na de oorlog gaat Alfons de Ridder opnieuw in het reclamevak en sticht de firma La Propagande Commerciale et De Ridder met kantoren in Antwerpen en later ook in Brussel. In 1921 verschijnen Een ontgoocheling en De verlossing. Lijmen, een novelle die zich volledig in de zakenwereld afspeelt wordt in 1924 gepubliceerd. Na een stilte van ongeveer tien jaar zet Willem Elsschot zich op aandringen van Jan Greshoff opnieuw aan het schrijven en in 1933 verschijnt de novelle Kaas. In 1934 worden Verzen van Vroeger en Tsjip gepubliceerd. Dan verschijnen er nog een aantal werken van hem, tot in 1946 Het dwaallicht, zijn laatste werk, wordt gepubliceerd. Van 1931 tot aan zijn dood op 31 mei 1960 was Alfons de Ridder werkzaam in zijn eigen commerciële uitgeverij. Hij kreeg verschillende prijzen, nl.:de Aanmoedigingsprijs van de provincie Brabant (1913), de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse provincies (1938), de Premie voor letterkunde van de provincie Antwerpen (1942), de Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza (1947), de Constantijn Huygensprijs (1951) en postuum de Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan (1960).


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen