Boekverslag : Marga Minco - Het Bittere Kruid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4635 woorden.

Titel

“Het bittere kruid”.



Auteur

Marga Minco.



Uitgave/druk:

Het boek is voor het eerst verschenen in mei 1957 bij uitgeverij Bert Bakker. Ik heb de dertigste druk gelezen uit 1985.



Op de voorkant staat geen tekening of foto. Op de achterkant wel, een foto van Marga die gemaakt is door Hans Vermeulen.

Jan Vermeulen en Marlous Bervoets hebben de boekomslag gemaakt.



Motto

Het motto zoals voor in het boek beschreven:

Er rijdt door mijn hoofd een trein

vol joden, ik leg het verleden

als een wissel om…



De trein vol joden verwijst uiteraard naar het afvoeren van de joden naar de concentratiekampen. Een manier om dit te verwerken, is het schrijven van gedichten en verhalen. Zo kun je met het verleden leren leven.



Informatie de relatie tussen het werk en het leven van de auteur

Marga werd geboren in 1920 op 31 maart, in de Brabantse plaats Ginneken. Haar werd de naam Sara Minco gegeven.

Haar vader was een vertegenwoordiger en afkomstig uit een orthodox-joods gezin. Haar moeder kwam uit Groningen en was veel liberaler. Sara, die snel de roepnaam Selma kreeg, was de jongste van de drie kinderen. Het was een hecht gezinnetje, waarin de artistieke dingen erg werden gestimuleerd. Zo speelde vader Minco toneel, Dave, haar broer, deed aan cabaret en speelde in de schoolband, en haar één jaar oudere zus tenslotte, schilderde.

Toen Selma klaar was met school kreeg zij een baan bij de Bredasche Courant, waar zij letterlijk naar alle fronten is uitgezonden, van branden tot lezingen over de natuur en toneel.

Tijdens een toneelvoorstelling heeft zij haar latere echtgenoot ontmoet: Bert Voeten. Hij werkte bij de concurrent: dagblad van Noord-Brabant. Nadat de oorlog was uitgebroken, verloor Minco vrijwel direct haar baan, omdat het verboden werd joods personeel te hebben. Ze verbleef in het begin van de oorlog in Assen, Delft en Amsterdam. Ze werd ziek. Ze leed aan een lichte vorm van tbc en kwam terecht in een ziekenhuis in Utrecht en later in een sanatorium in Amersfoort. Na haar genezing, in de laatste maanden 1942, keerde zij naar haar ouders in Amsterdam die daar in een Judenviertel waren ondergebracht. In april 1943 stonden plotseling Duitsers voor de deur. Zij namen vader en moeder Minco mee; Selma wist te vluchten via de achterdeur.



De rest van de oorlog verbleef ze op onderduikadressen en kreeg ze schuilnamen. Eén daarvan was Margaretha (Marga), waar zij zo aan gehecht is geraakt dat ze zo is blijven heten.

Na de oorlog had ze het erg zwaar. Marga bleek samen met een broer van haar vader de enige overlevende te zijn van de familie. Verder werd ze niet binnengelaten bij het gezin waar haar ouders destijds hun bezittingen hadden ondergebracht.

Na een verblijf in Frankrijk in 1947 schreef Minco tussen 1950 en 1954 verhalen voor het satirisch tijdschrift Mandril, het Haarlems Dagblad en Het Parool. In 1956 werd haar tweede dochter, Jessica geboren.

In 1985 kwam Minco in het nieuws doordat zij bezwaar maakte tegen de wijze waarop "Het bittere kruid" was verfilmd. Zij heeft een proces aangespannen en kreeg het recht voorafgaand aan de film een verklaring op te nemen waarin zij afstand neemt van het product van de regisseur.

Na de dood van haar echtgenoot in 1992 ging zij bij haar dochter wonen, in Amsterdam.

Ze stopte toen ook met haar lezingen op scholen over haar werk en ervaringen: 'ik vind dat ik genoeg gedaan heb.'

In vrijwel alle boeken van Marga komt de periode 1940-1945 terug. Zelf geeft ze als verklaring ervoor: 'ik kom altijd weer op die periode '40-'45 terug, ik wil het vaak niet, maar die jaren hebben mij het hevigst aangegrepen.'



Andere boeken die Marga geschreven heeft:



- Het adres (1957)

- Moderne joodse verhalen (bloemlezing 1964)

- Een leeg huis (1966)

- Terugkeer (1968)

- De dag dat mijn zuster trouwde (1970)

- Je mag van geluk spreken (1975)

- De val (1983)

- Verzamelde verhalen (1982)

- Kijk ‘ns in de la ( kinderboek 1963)



Genre

De Tweede Wereldoorlog en de gevaren van joodse onderduikers vormen het hoofdbestanddeel van Het bittere kruid. Het bittere kruid is een psychologische oorlogsroman. Het boek heeft ook een historische en realistische aard omdat het boek over vroeger in de Tweede Wereldoorlog gaat. Het verhaal is realistisch omdat Marga in het boek al haar familie kwijt raakt en dat kan ook echt gebeuren in oorlogen. Het is psychologisch omdat Marga er nog moeite mee heeft omdat ze al haar familie is kwijtgeraakt.



Thema

Het leven van Joden in W.O.II.

De problemen en angsten die de joden in de Tweede wereldoorlog hebben gehad en hoe lang deze tijd nog zal nawerken in de periode die er na komt. Marga mag zich dan wel goed hebben gered uit de oorlog, ondanks de spanning en de angst die ze heeft gehad en de gevaarlijke momenten dat ze bijna werd opgepakt, is de titel niet voor niks ”Het Bittere Kruid”. De dingen die ze heeft meegemaakt in de oorlog zullen nog lang een rol blijven spelen in haar leven. Ze zou nog lang pijn en verdriet kennen in haar leven, omdat ze eigenlijk zonder reden haar hele familie is kwijtgeraakt in de oorlog.





Andere thema’s:



Angst: doordat er altijd een kans is dat je er alleen voor komt te staan of dat je zelf wordt opgepakt. Angst om berooft te worden van je vrijheid.



Steun: ondanks dat de joden veel familieleden, vrienden en kennissen hebben verloren, zijn er toch mensen geweest die ze in het geheim hebben gesteund. Omgekeerd zijn er ook mensen geweest die de joden hebben verraden.

Vluchten: de joden werden gedwongen om te vluchten en onder te duiken op die manier kun je veel mensen verliezen waar je van houdt.



Jodenvervolging: joden worden tijdens razzia’s opgepakt en in concentratie kampen gevangen gehouden.



Hoofdpersoon

Marga

Ze is een hoofdpersoon. Je kan je in haar situatie inleven en ze heeft namelijk rechtstreeks te maken met het probleem van de Jodenvervolging. Doordat het een autobiografie is, is het dus door Marga geschreven en gaat het hele boek over haar en krijgt zij de meeste aandacht. Daarbij is Marga een karakter, omdat ze in het boek ouder en wijzer wordt. Ze leert namelijk dat de Duitsers wel gevaarlijk zijn, terwijl ze aan het begin van het boek, net als haar vader, er vrij optimistisch was en niet bang. Ook is Marga angstig voor de Duitsers en voelt ze zich schuldig als ze haar ouders heeft achtergelaten.



Bijpersonen

Vader Minco:



De vader van Marga is een traditionele joodse vader en een pure optimist, door zijn optimisme blijft zijn gezin geloven dat het allemaal snel afgelopen is en dat het wel mee zal vallen. Door zijn optimisme duikt het gezin niet onder. Hij is altijd in voor een grapje en weet Marga altijd gerust te stellen.



Moeder Minco:



Je kan niet met haar gevoelens meelezen en ze krijgt niet zoveel aandacht. Doordat je maar een eigenschap van haar te weten komt, dat ze zorgzaam en bezorgt is, is de moeder een type.



Dave:



Dit is de broer van Marga. Ook zijn gevoelens zie je niet echt en je weet eigenlijk alleen dat hij een dappere jongen was, omdat hij dat drankje nam voordat hij naar de keuring voor het werkkamp moest, en dus is hij daarbij een type.



Lotte: Marga kan het goed met Lotte vinden. Lotte is de vrouw van Dave. Ze wordt niet uitgebreid beschreven en ze is dan ook een type. De enige karaktereigenschap die je van haar te weten komt is dat ze net als de moeder van Marga een zorgzaam type is. Ze is ook een achtergrondfiguur. Ze krijgt namelijk haast geen aandacht, je kan je niet in haar inleven en ze heeft niet rechtstreeks te maken met het probleem.



Bettie: Bettie is de een jaar oudere zus van Marga en een type. Je weet namelijk alleen dat ze dapper was. Als voorbeeld kan ik daar de Kloosterlaan van geven. Bettie liep altijd gewoon door als er kinderen stonden die hun eventueel konden gaan pesten. Ook is zij een achtergrondfiguur, want ze geeft diepte aan de persoon, je ziet dat Marga vroeger niet zo sterk was (o.a. Ook de kloosterlaan)



Titelverklaring

De titel van het boek, “Het Bittere Kruid”, heeft betrekking op het eten van bittere kruiden tijdens de Pesach, de Israëlische paasdagen. Door het kruid te eten herdenken de joden van nu de bevrijding van hun volk uit Egypte, vele eeuwen geleden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden toen meemaakten. Marga beleeft zelf in de oorlog hele bittere tijden.



Samenvatting

Als de Duitsers aan het begin van de Tweede Wereldoorlog de stad Breda binnentrekken, wordt iedereen geëvacueerd. Grote groepen mensen trekken zuidwaarts in de richting van de Belgische grens. Zo ook vader en moeder Minco en hun dochter Marga (De ik-persoon). De broer van Marga (Dave) en haar 1 jaar oudere zus (Bettie) zitten ondertussen veilig in Amsterdam. Na een paar dagen keert de rust weer terug in Breda en gaat de familie Minco weer naar huis, waar na de capulatie het leven zijn normale loop weer hervat, alsof er niks gebeurd is. Vader Minco, een vrome jood, is een optimist en meent dat de Duitsers de joden in Nederland netjes zullen behandelen.

Marga, Dave en Bettie hebben het in hun jeugd vaak moeilijk, omdat ze van joodse afkomst zijn, worden ze vaak uitgescholden en geconfronteerd met vooroordelen.

In het eerste oorlogsjaar krijgt Marga een longziekte(tbc). Ze wordt daarvoor opgenomen in een ziekenhuis in Utrecht. Haar ouders verhuizen intussen naar Amersfoort, waar ze gaan inwonen bij Dave en zijn vrouw Lotte. Na een poos is Marga zover hersteld, dat ze buiten het ziekenhuis mag nakuren. Ze gaat ook naar Amersfoort.

In die tijd kwam het moment waarop de bezetters het dragen van een gele jodenster voor Joden verplichte. Als vader thuiskomt met een pakket vol met van die sterren, gaan Marga, Lotte, Bettie en moeder snel aan de gang met deze op de kleren te naaien. Ze hebben helemaal geen probleem met het dragen van de ster en vinden het juist wel leuk.

Kort daarop worden vader en Dave opgeroepen om zich te laten keuren voor de werkkampen. Beiden worden afgekeurd. Vader heeft huiduitslag, waar hij erge last van heeft en Dave heeft een drankje ingenomen waarvan hij ziek werd.

Als Dave weer is hersteld, laten de Minco’s, net als veel andere Joden, een gezinsfoto maken. Zodat, als er wat zou gebeuren, ze nog altijd een foto van elkaar hebben.

Op een dag komt er een telegram uit Amsterdam: Bettie is opgepakt tijdens een razzia. Na een paar dagen ontvangen ze een kaart van haar, waarin ze schrijft dat ze het goed maakt. Weer later vertelt een kennis uit Amsterdam hun dat Bettie is doorgestuurd naar een concentratiekamp. Ze zien haar nooit meer terug.

In tegenstelling tot veel andere joden besluiten de Minco’s niet onder te duiken, voornamelijk als gevolg van het optimisme van vader.

Als Marga, Dave en Lotte op een dag 3 brieven binnenkrijgen om zich te melden, reageren ze gelaten, Dave vind het zelfs wel avontuurlijk. Ze pakken hun tas in met warme kleren en schaffen kampbekers aan zoals vermeld staat in de oproep. Ze hoeven zich echter niet te melden, omdat Dave en Marga een attest krijgen van de dokter. Lotte mag blijven om hen te verzorgen, want vader en moeder Minco moeten verhuizen naar het “Judenviertel” in Amsterdam, waar de Duitsers een getto aan het inrichten zijn.

Dave en Marga lopen nu dag en nacht in pyjama rond, zodat ze in bed kunnen springen, zodra er gebeld wordt. Ze kunnen nu ook niet meer naar buiten. Marga krijgt hier op een dag genoeg van en besluit met de trein naar Amsterdam te gaan, waar haar ouders in de Sarphatistraat op kamers wonen. Ze haalt de ster van haar jas en begeeft zich dan op weg. Gedurende de hele reis zit ze in spanning, maar de tocht verloopt zonder ongelukken. Haar ouders zijn dolblij haar weer te zien.

Met z’n drieën wonen ze er enige tijd. Ze merken dat er af en toe joodse gezinnen verdwijnen: die duiken onder of worden opgepakt.

Als er weer eens een razzia in de straat plaatsvindt, verbergen de Minco’s zich in het souterrain. Een keer wordt Marga op straat voor een ander aangezien en bijna meegenomen. Ze is op dat moment op weg naar de winkel om boterkoek te halen voor tante Kaatje uit het oudeliedengesticht. Die zou komen eten die avond, maar als Marga terug komt hoort ze dat het hele gesticht is leeggehaald.

Bij een andere gelegenheid loopt Marga door de Lepelstraat, waar op dat moment net een overvalwagen stopt. Alle huizen worden leeggehaald. Een soldaat wil Marga ook meenemen, maar omdat ze niet in de Lepelstraat woont mag ze gaan.

Intussen gaat het godsdienstige leven in de joodse gemeenschap gewoon door.

Op een avond zitten Marga en haar ouders aan de thee, als er vrachtwagens voorbij komen rijden. Een paar minuten later wordt er aangebeld, maar voordat ze ook maar iets konden doen zijn ze al binnen. Marga moet de jassen gaan halen, maar in plaats daarvan vluchtte ze snel weg. Zij ziet haar ouders nooit meer terug en voelt zich schuldig dat zij op vrije voeten is.

Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte zijn ondergedoken. Daar is ze enige tijd veilig. Alle drie bleken ze hun haar en Marga krijgt een nieuw persoonsbewijs. Maar de hospita krijgt argwaan en ze moeten een ander onderkomen zoeken.

Ze besluiten naar een adres in Utrecht te gaan en om zo min mogelijk risico te lopen, kopen ze afzonderlijk een kaartje voor de trein. Als Marga in de trein zit, komt Dave binnen, zet zonder een woord te zeggen een tas bij haar neer en verdwijnt dan weer. Als Marga op het afgesproken adres in Utrecht is aangekomen, heeft Dave al opgebeld. Lotte is bij de controle aangehouden en Dave wil haar niet alleen laten.

In Utrecht is er geen plaats voor Marga. Ze gaat daarom diezelfde avond weer terug naar Amsterdam, waar Wout haar op het station opwacht. Wout heeft voor Marga een onderduikadres geregeld bij oom Hannes, een boer uit de Haarlemmermeer, die haar de volgende dag al komt ophalen. Alleen zijn er op de boerderij van oom Hannes al zoveel onderduikers dat er geen plaats meer is voor haar. Hij brengt Marga daarom maar bij een arm landarbeidersgezin onder. Ze hebben daar geen bed voor haar. Ze moet bij de vrouw van de landarbeider in bed slapen, terwijl de man bij zijn zonen slaapt.

Het geld dat Dave bij haar achterliet, raakt op. Ze kan niet langer bij het arme gezin blijven. Wout weet een adres voor haar in Heemstede. Hij heeft ook een nieuw persoonsbewijs voor haar, met een nieuwe naam. Ze leest de naam:het was net of ik aan mezelf werd voorgesteld”

Daar begint ze een nieuw leven.



Het einde/ hoe gaat het verder?

Na de bevrijding bezoekt Marga de broer van haar vader, die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-joodse vrouw is getrouwd, hebben de bezetters hem ongemoeid laten. Het lot van zijn broer heeft hem erg aangegrepen en iedere dag staat hij bij de tramhalte hem op te wachten, hoewel hij ook bericht van het Rode Kruis gehad heeft over zijn dood.

Hij heeft al jaren een pak met een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag krijgt Marga bericht, dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en krijgt van haar tante het kostuum aangeboden, maar ze wil het niet hebben, omdat ze er toch niets mee kan doen.

Ze mist het geloof van haar oom:”ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.”



Verhaalbegin en verhaaleinde

Het verhaal begint met actie en informatie want er wordt gelijk geopend met een gesprek. Daarna wordt wel verteld dat de hele stad had moeten evacueren en dat vormt de informatie, omdat je dan gelijk weet dat de oorlog al aan de gang is.



Het einde is een gesloten einde. Je komt te weten hoe het is afgelopen met Marga, dat 'goed' is gegaan en dat zij niet opgepakt is en er wordt ook gezegd dat Marga geen hoop meer heeft dat haar ouders en andere familie ooit nog terug zal komen. Dat is het einde van het verhaal.



Tijd

Het verhaal speelt zich af vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot net na de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945). De tijd die tussen het einde en het begin verloopt is dus ongeveer 5 jaar. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat alle gebeurtenissen elkaar opvolgen. Er komen in het verhaal wel flashbacks voor, maar dat zijn meestal gedachtes van Marga aan dingen die in haar jeugd gebeurt zijn, zoals het bijna zien verdrinken van haar zus Bettie of het gepest van kinderen uit de buurt, omdat Marga joods was.



Vertelsituatie

Je beleeft het verhaal door de ogen van Marga, de hoofdpersoon uit dit verhaal. In dit boek is de ik-vertelsituatie gebruikt, want in het verhaal kom je alleen maar te weten wat Marga denkt, voelt en meemaakt.

Je kan de naam van het ik-figuur niet opmaken uit het boek, maar omdat het een waargebeurd verhaal is en het een autobiografie is van de schrijfster, ga ik ervan uit dat de hoofdpersoon Marga Minco heet.



















Plaats

Het verhaal speelt zich op een aantal plaatsen af. In het begin woont de familie Minco in Breda en daarna in het huis van Dave en Lotte in Amersfoort. Als de ouders van Marga moeten verhuizen naar Amsterdam, omdat ze boven de 50 zijn, blijft Marga alleen met Dave en Lotte in Amersfoort. Maar naar een paar maanden mist ze haar ouders en vertrekt ook naar Amsterdam. Als die gearresteerd worden gaat Marga naar haar broer, die inmiddels ook in Amsterdam woont. Samen willen ze vluchten naar Utrecht waar Dave een onderduikadres weet, maar op het station worden Dave en Lotte aangehouden.Omdat er in Utrecht geen plaats voor haar is, wordt Marga naar een onderduikadres in de Haarlemmermeer gebracht. Na een tijd daar gewoond te hebben, gaat ze naar een ander onderduikadres, ditmaal in Heemstede, waar ze tot de bevrijding blijft. Na de bevrijding bezoekt ze nog dikwijls haar oom en tante in Zeist.

Sommige van de huizen, bijvoorbeeld in Amsterdam, worden beschreven: het huis aan de Sarphatistraat had iets sombers. Dit kwam hoogstwaarschijnlijk doordat de kamers hoog waren, het behang een donkere kleur had en omdat het er zwaar en degelijk gemeubileerd was. Het was een typisch Amsterdams huisje.



Opbouw

Het boek is opgebouwd uit 23 ongenummerde hoofdstukken, met titels.

Op de eerste bladzijde van het boek staat een motto, dat geschreven is door de man van Marga Minco, Bert Voeten:



Er rijdt door mijn hoofd een trein

Vol joden, ik leg het verleden

Als een wissel om…



Verklaring:Marga Minco wil haar gebeurtenissen, die ze tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, van zich afschrijven.



En op de volgende bladzijde staat er :



Aan de nagedachtenis van mijn ouders

Dave en Lotte

Bettie en Hans



Op bladzijde 27 van het boek staat ook nog een stukje uit de bijbel:



‘Knechten heersen over ons;er is

niemand, die ons uit hunne hand rukke.’

Klaagliederen 5:8



Verklaring: onvoldoende steun om zich te verweren tegen de Duitsers.



Het verhaal heeft denk ik een gesloten einde, omdat je weet hoe het is afgelopen met Marga. Ze is niet opgepakt door de Duitsers en er wordt gezegd dat Marga geen kans meer heeft dat haar ouders en andere familieleden ooit nog terug zullen komen. Een redelijk afgesloten verhaal dus, er blijven geen vragen onbeantwoord.



Taal

Een deel uit het boek dat kenmerkend is voor het taalgebruik in het boek:



Voorbeeld 1. ‘Hij beklom de treden van het almemmor, waar uit de thora gelezen werd en waar hij opgeroepen was om mitswes uit te delen…” (bladzijde 46)



Voorbeeld2. In plaats van 'buurman' zegt ze: 'De man bij ons naast' En in plaats van 'Dat is niet mis' zegt ze: 'Dat is niet mals' Ze gebruikt ook veel korte zinnen.



Het boek is vlot en prettig leesbaar, je hebt het al binnen een uurtje uitgelezen. Het leuke is, dat er in het hoofdstuk Sabbat allemaal joodse woorden en uitdrukkingen worden geschreven, die je gelukkig achterin het boek kunt opzoeken.

Het boek bevat niet overdreven veel dialogen.



Eigen mening

Ik vind het onderwerp van het boek niet zo heel bijzonder. Er zijn al honderden boeken geschreven die gaan over de Tweede Wereldoorlog en de jodenvervolging. Toch vind ik het wel leuk om boeken te lezen over mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, omdat ik zo te weten kom over hoe men zich toen voelde en met welke problemen ze te maken hadden. Omdat ik gelukkig zelf nooit een oorlog heb meegemaakt, is het onderwerp onbekend voor mij. Juist daarom geeft dit boek een heel goed beeld over de oorlog en jodenvervolging, omdat het vanuit het perspectief van een jood is geschreven en het een waargebeurd verhaal is.



Ik vind de personages uit het boek heel levensecht overkomen. Dat is natuurlijk logisch, want het boek is een autobiografie en de personages hebben dus echt in die situatie gezeten. De personages reageren dus allemaal heel menselijk.

Ik kon mij het beste inleven in Marga (de hoofdpersoon). Dat was niet zo moeilijk, omdat het boek in de ik-persoon is geschreven en je dus veel te weten komt over haar mening over dingen en haar gevoelens. Een mooi voorbeeld hiervan is toen Marga besloot om naar haar ouders te gaan, ik kon mij toen heel goed voorstellen hoe zij zich voelde op dat moment en waarom ze de gevaarlijke beslissing nam om naar ze toe te reizen.



De personen uit dit boek gaan eigenlijk allemaal hetzelfde met elkaar om. Ze zijn allemaal familie van elkaar en hebben dus allemaal ongeveer een zelfde band met elkaar; ze steunen elkaar ten aller tijden en houden onvoorwaardelijk van elkaar.

Toch vind ik dat er in bepaalde situaties een beetje gelaten wordt gereageerd. Neem als voorbeeld de deportatie van Bettie, ze houden allemaal heel veel van haar, maar ze hebben wel allemaal zoiets van: “komt wel goed” en laten het erbij zitten. Hetzelfde gebeurde toen Marga’s ouders werden opgepakt.



Ik vind de meeste beslissingen van Marga heel goed te begrijpen.

De beslissing van Marga om naar haar ouders toe te gaan, vond ik vooral heel goed. Bij dit stukje gebeurt er namelijk iets, wat het hele boek verandert; voor die tijd laat Marga alles over zich heenkomen en verzet zich niet tegen de wetten die de Duitsers invoeren. Ze vindt het niet erg om een jodenster te dragen en naait hem er zelfs met plezier op. Ook vindt ze het helemaal niet erg dat ze opgeroepen is om zich te melden. Ze doet helemaal niks om uit handen van de Duitsers te blijven.

Bij dit stukje doet ze dus voor het eerst iets wat niet mag, want ze behoorde eigenlijk in bed te blijven of anders zich te melden. In de tijd die volgde deed ze er alles aan om uit handen van de Duitsers te blijven, ze vlucht uit huis als haar ouders worden opgepakt tijdens een razzia en ze gaat alleen verder als Dave en Lotte worden aangehouden op het station.



Ik vind het boek niet echt voorspelbaar, omdat je bijna nooit een aanwijzing had van wanneer er iets ging gebeuren. Als voorbeeld kan ik hier de aanhouding van Dave en Lotte voor geven. Ik had echt nooit verwacht dat hun nu al opgepakt zouden worden en zelfs Marga zelf had het niet verwacht.

De spanning in het boek wordt opgebouwd door de lezer op te zadelen met en vraag; Lukt het de familie Minco om uit de handen van de Duitsers te blijven? En als Marga nog als enige vrij rondloopt, gaat het over in: Zal het Marga lukken om niet opgepakt te worden?

Ook wordt de spanning in het verhaal opgebouwd door vertragingen. Een voorbeeld is als de ouders van Marga worden opgepakt, maar Marga zelf nog net kan ontsnappen via de tuindeur. Er wordt dan zoveel omheen verteld van de situatie die er op dat moment speelt (uiterlijk van mensen e.d.) dat je daardoor een vertraagde werking krijgt.

Door de omgeving en de personen goed te beschrijven bouwt de schrijfster ook spanning op. Je kan je zo goed inleven in de situaties en dat maakt het levensecht en daardoor spannend.

Toch was het boek niet echt spannend om te lezen. Het is realiteit en dus (meestal) minder spannend om te lezen, dan een verzonnen verhaal waarin alles kan. Wel wilde ik het boek heel snel uitlezen, om er achter te komen of Marga de oorlog zou overleven. Dus de spanning om een antwoord te vinden en door te lezen was er wel.

De gebeurtenissen waren alleen niet zo spannend, omdat de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog al redelijk bekend zijn voor mij.



Ik vind het taalgebruik niet moeilijk. Er stonden geen moeilijke woorden in het boek en ook geen ingewikkelde uitspraken. Het opvallende aan de taal in het boek, was het gebruik van joodse woorden, die je gelukkig achterin het boek kon opzoeken. Vooral in het hoofdstuk ‘Sabbat’ stonden veel joodse woorden.

Verder bevat het boek veel dialoog. Ik vind dat wel fijn, omdat je zo echt betrokken raakt bij de gebeurtenissen. Het lijkt dan net alsof je ernaast staat en het meebeleeft.



Het perspectief vind ik goed, omdat als er een andere vertelsituatie gebruikt zou zijn, het boek zijn spanning zou verliezen, want de gebeurtenissen op zich zijn niet zo spannend om te lezen.

Het begin van het boek vind ik ook heel goed. Je wordt langzaam bekend gemaakt met de personages en hun verhoudingen met elkaar. Ook is meteen al duidelijk dat het oorlog is en de familie Minco joods is. Het begin is dus heel helder en duidelijk.

Het einde van het boek is net zoals het begin heel duidelijk. Er bleven geen vragen onbeantwoord. Alleen vond ik het wel een beetje tragisch aflopen. Liever had ik een happy end gezien en hoopte dus ook telkens dat er nog iemand terug zou komen of dat Marga iets met Wout zou krijgen, maar omdat het een waar gebeurd verhaal is, had de schrijfster het niet zelf in de hand.

De indeling van het boek is heel helder. Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld, hierdoor wordt het een duidelijk verhaal en zijn de gebeurtenissen goed te volgen.

Ik denk zelf dat de schrijfster het boek beter in niet-chronologische volgorde had kunnen schrijven, dat had het boek wat meer vragen gegeven en het dus wat spannender gemaakt. Ook had ze wat meer over het verleden en de tijd na de oorlog kunnen schrijven. Dan was het boek ook nog iets dikker geweest, want nu was het toch wel een erg kort verhaal.



Het boek heeft mij eigenlijk niet zo aan het denken gezet. Ik heb mij alleen maar afgevraagd hoe Marga zich na de oorlog gevoeld zou moeten hebben en hoe zij verder is gegaan met haar leven, zonder te weten wat er met haar familie is gebeurd.



Het boek beantwoorde niet aan mijn verwachtingen. Ik hoorde veel mensen zeggen dat het een ontzettend mooi boek was, terwijl ik het eigenlijk niet zo’n heel bijzonder verhaal vond, wel leuk, maar zeker niet het mooiste boek dat ik ooit heb gelezen. Dat komt denk ik omdat de gebeurtenissen mij niet zo aanspraken, het was allemaal zo zielig. En ik lees ook liever boeken met bijzondere onderwerpen.

Ik zou dit boek aanraden aan iemand die niet van lezen houd, maar toch een boekverslag moet maken, omdat het een heel dun boek is dat vlot wegleest. Er is ook een goede en vooral duidelijke samenvatting van te maken, omdat het boek in chronologische volgorde is geschreven.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen