Boekverslag : Alice Mead - Gebrandmerkt’
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 883 woorden.

GEBRANDMERKT:

TITEL: De titel van het boek is ‘Gebrandmerkt’. De schrijver van het boek is Alice Mead. Het boek is voor het eerst uitgegeven in het jaar 1996 door uitgeverij Farra, Straus & Giroux Inc., New York.

TITELVERKLARING: Het boek is zo genoemd, omdat toen de hoofdpersoon besloot om weg te lopen en hulp vroeg bij een vriend, hij werd gegrepen door 3 Servische soldaten en over zijn hele borst werd met een mes een diepe Servische kruis gemaakt. Toen was hij gebrandmerkt.

GENRE: De genre van het boek is oorlog.

OMVANG: Het boek is niet al te dik, hij heeft 127 bladzijden met 15 hoofdstukken. Het boek heeft niet meerdere delen en hoort daarmee niet bij een bepaalde serie.

UITERLIJK: Op de kaft zie je 3 poppetjes. Ik denk dat de 2 schimmen de Servische veiligheidspolitie zijn die Adem gaan brandmerken en dat het poppetje gekleed in het wit Adem zelf is.

PERSONEN:Adem Hoti: Een veertienjarige Albanees. Hij maakt de bezetting van de Serviërs mee. Adem is een stille jongen met geen sterke wil. Nadat zijn zus wordt vermoord heeft het leven geen zin meer voor hem.

Fatmira Hoti: De zus van Adem. Zij is 16 jaar en kijkt altijd positief tegen het leven. Zij wordt vermoord tijdens het opdragen van een vrijheidsgedicht.

Fikel: Hij is een zigeuner en, laten we zeggen, de redder van Adem. Fikel geeft zijn leven op om Adem te redden.

RELATIES: Adem en Fatmira zijn familie van elkaar en Aden kent Fikel als een verre vriend.

PLAATS: Het verhaal speelt zich vooral af in Kosovo, Pristina en Kosovo, Prizren. Later in het boek wordt Albanië ook steeds meer genoemd.

TIJD: Het verhaal is in het heden gebeurt, in de tijd dat de oorlog tussen de Serviërs en de Albanezen op zijn hevigst was.

PERSPECTIEF: Het verhaal wordt verteld door Adem zelf.

BEDOELING: De bedoeling van de schrijfster is dat je mensen niet vanwege hun uiterlijk, geloof, afkomst moet vooroordelen, dat je hen daardoor niet de rug toe moet keren, dat zij ook best aardig kunnen zijn.

REALITEIT: De oorlog tussen de Serviërs en Albanezen is gewoon echt, maar het verhaal van Adem is gewoon fictie.

TAALGEBRUIK: De schrijfster gebruikt niet al te moeilijke woorden, wat wel irritant is dat ze ook in het Servisch of Albanees stukjes schrijft. Verder is het goed te volgen.

HUMOR: Er zit geen humor in het boek. Het is helemaal serieus geschreven.



VERSLAG.

Adem is een 14 jarige Albanees. Hij woont in Pristina, een klein dorpje in Kosovo. Adem is koud tegenover zijn familie, behalve met zijn zus Fatmira praat hij niet veel met andere mensen. Door haar ziet hij een lichtpunt in het leven, totdat Fatmira wordt doodgeschoten door de Servische veiligheidspolitie toen ze een vrijheidsgedicht voorlas in Prizren samen met 4 andere middelbare scholieren. Door de dood van zijn zusje wordt Adem nog stiller. Als zijn vader ook nog ‘s door de Servische veiligheidspolitie in elkaar geslagen wordt voor de ogen van de hele familie, wordt meegenomen en voor een tijdje verdwijnt, omdat zijn familie een actie zou hebben georganiseerd tijdens de begrafenis van Fatmira, staat Adem’s besluit vast: Hij moet weg uit Kosovo, zodat hij niet nog meer problemen maakt voor zijn familie. Dit plannetje laat Adem even rusten, want zijn vader is verdwenen, hij moet voor het gezin zorgen. Na een tijdje wordt zijn vader weer gevonden met behulp van de verklikker van het dorp. Zijn vader is zichzelf niet, zegt niets, doet of zij er niet zijn. Dit doet Adem pijn, maar hij vindt toch dat hij weg moet gaan. Zonder hem is zijn familie beter af. Hij gaat op weg naar het zigeunerkamp aan de rand van de stad. Daar kent hij 1 van hen, Fikel, en vraagt hem om hulp. Fikel geeft Adem een week bedenktijd, want als ze eenmaal op weg zijn is er geen weg meer terug.

Adem loopt terug naar het dorp. Op weg naar huis komt hij 3 Servische militairen tegen. Ze geven hem een stopteken. Adem weet niet wat hij moet doen, het is namelijk verboden om alleen op pad te zijn. De 3 soldaten stappen uit met een grijns en trekken een mes. Ze lopen op Adem af, pakken hem bij zijn shirt en snijden een diepe, Servische kruis over zijn hele borst. Adem is gebrandmerkt voor zijn hele leven. Hij durft zich niet meer thuis te vertonen, maar uiteindelijk gaat hij toch. Het kruis op zijn borst komt hard aan bij zijn familie, een week lang die blikken uithouden lukt hem niet. Na een paar dagen gaat Adem weer naar Fikel en de volgende avond vertrekken ze te voet. Ze gaan via de bergen richting Albanie. Het wordt een zware tocht. In de ochtend verbergen ze zich in de vuursteengrotten en proberen wat te slapen. De 2e avond gaan ze weer op weg, na een paar uur lopen nemen ze een korte pauze. Dan horen ze voetstappen hun richting opkomen. Fikel staat op en roept iets in het Servisch. Fikel wordt neergeschoten. Adem moet alleen verder. Tegen de ochtend komt Adem aan bij de Albanese grens. Hij staat aan de oever van een meer. Adem kijkt er lang in en laat al het verdriet van de afgelopen jaren van zich af glijden, hij heeft zijn bestemming bereikt.



























































Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen