![]() |
Boekverslag : Marga Minco - De Val
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2060 woorden. |
1. Titel: De Val 2. Titelverklaring: De val heeft twee betekenissen. De eerste is dat het joodse gezin van Frieda Borgstein tijdens de 2e wereldoorlog naar Zwitserland wil vluchten, maar in de val loopt en in handen van Duitsers valt. De tweede betekenis is de val van Frieda Borgstein in de put, waardoor zij overlijd. 3. Naam van de Auteur: Marga Minco 4. Genre: De meeste gebeurtenissen spelen zich niet in de oorlog af, maar toch speelt de oorlog een grote rol in dit boek. Daarom kun je dit boek niet echt een oorlogsroman noemen, maar meer een boek over de verwerking en de nasleep van de 2e wereldoorlog. Hier een voorbeeld van dat het boek over de verwerking en de nasleep van de oorlog gaat: “Twee beelden zouden tot het eind van haar dagen blijven opkomen en soms over elkaar heen schuiven, zoals nu: ze stond op de drempel van een volle kamer en kon niet naar binnen – ze stond op de drempel van haar lege huis en kon niet naar buiten. Ze zag door de achteruit van de wegrijdende auto hun hoofden, die bewogen. Maar dat maakte ze zichzelf wijs; ze had ze niet echt kunnen zien, daarvoor was de afstand te groot geweest.” (blz. 37 7e regel vanonder) 5. In welk jaar werd het boek geschreven, of in welk jaar voor het eerst uitgegeven? Het boek werd voor het eerst uitgegeven in 1983. 6. Naam en plaats van de uitgeverij: naam van de uitgever: Wolters-Noordhoff, plaats van uitgeverij: Groningen 7. Enkele gegevens over de auteur: Marga Minco is het pseudoniem van Sara Minco, die op 31 maart 1920 geboren wordt in Ginneken. Ze is de enige die het wegvoeren van haar familie in de oorlog overleeft. De voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduikersnaam Marga Faes. Ze trouwt met de schrijver/dichter Bert Voeten, waar zij na enkele jaren van scheidt. Haar werk wordt grotendeels door oorlogservaringen gekleurd. Haar debuut is Het Bittere kruid uit 1957, dat in 1985 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Marga Minco trekt zich echter volledig terug van deze verfilming. Als haar verhalen niet over de oorlog gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het toeval is ook belangrijk in haar boeken. Ze schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk ‘ns in de la (1963) en De verdwenen bladzij (1994). Ze krijgt in 1957 de Multatu-prijs voor het verhaal Het adres en in 1958 ontvangt ze de Vijverbergprijs voor het Het bittere kruid. 8. Wat is het thema van het boek? Het thema is volgens mij toeval. Toevallig was Frieda net even naar boven toen de Duitsers binnenvielen. Toevallig wilde Frieda haar 85ste verjaardag vieren. Toevallig zijn de gemeentewerkers zo onvoorzichtig om geen hekjes rond de put te zetten, waardoor Frieda in de put valt. Toevallig komen Kessels en Abels elkaar tegen. En zo vinden er nog meet toevallige gebeurtenissen plaats. Hier een voorbeeld van het toeval in dit boek: “’Dat bedoel ik nou, wat het toeval met je doet, de absurde dingen, die geen mens van je wil aannemen. Ik moet ook zeggen dat ik een minuut of zes eerder dan we afgesproken hadden aan de deur kwam. Ik had hard gefietst.’ ‘Dus omdat u zes minuten eerder kwam…?`” (blz. 62 14e regel vanonder) 9. Wat is het motief van het boek? Volgens mij is het motief in dit boek slecht weer. De vervelende gebeurtenissen staan in verband met het slechte weer. Hier een voorbeeld van het slechte weer op het tijdstip dat haar man, zoon en dochter worden opgepakt. “Het was een kille, regenachtige aprilavond.” (blz. 21 17e regel vanboven) Hier een voorbeeld van het slechte weer op het tijdstip dat Frieda in de put valt. “De wind was overal – hij cirkelde om haar heen, hij achtervolgde haar tot ze tussen de muur van het kantoorgebouw en de auto stond.” (blz. 48 regel 1) 10. Hoofdpersoon: De hoofdpersoon van dit verhaal is Frieda Borgstein. Zij is een 84-jarige vrouw die in een bejaardentehuis woont. Zij is een magere oude vrouw met dorre krullen. Van haar gezin is zij de enige overlevende van de 2e wereldoorlog. Voor haar gevoel is de oorlog nog niet voorbij: ze weet nog steeds niet waarom de Duitsers haar niet meegenomen hadden en de rest van haar gezin wel. Ze komt er ook niet achter. Ze is een beetje koppig en eigenwijs, terughoudend, autoritair en ze kan slecht tegen goedbedoelde adviezen. Maar ze is ook hartelijk, attent en ze is een kordate vrouw. Door deze verschillende karaktereigenschappen is ze een rond karakter. Hier een paar voorbeelden van karaktereigenschappen van Frieda: “`Als Borgstein eenmaal iets in haar hoofd heeft, je kent het.`” (blz. 18 1e regel) “Zo oud en nog zo ijzerenheinig – ze had er respect voor.” (blz. 27 6e regel vanboven) “Hij vond haar een intelligente vrouw met wie hij ondanks haar terughoudendheid een aangenaam contact had.” (blz. 32 14e regel vanboven) “ Hij had haar leren kennen als eigengereid, soms wat autoritair, maar ook hartelijk, attent, bereid om hem te helpen van zijn idiote schuchterheid af te komen.” (blz. 45 18e regel vanboven Bijpersonen: - Ben Abels: Abels werkte voor de oorlog op het makelaarskantoor van Jacob Borgstein, Frieda’s man. Tegenwoordig werkt hij in het bejaardentehuis waar Frieda woont. Hij is de enige die een normaal contact met Frieda heeft. Hij komt er na de dood van Frieda achter waarom zij niet meegenomen is. Hij heeft een beetje het uiterlijk van een zeeman volgens Frieda. “In zijn door verticale groeven getekend gezicht staken de witte baardstoppels scherp af tegen de gelooide huid Hij deed haar altijd aan een zeeman denken, maar dat kwam omdat zij wist dat hij gevaren had.” (blz. 27 5e regel vanonder) - Verstrijen: hij is een gemeentewerker. Hij is een jaar of 35 met grijsblauwe ogen, donkerblond krulhaar en een zorgvuldig bijeengehouden snor. “een man van midden dertig met alerte, grijsblauwe ogen, donkerblond krulhaar en een zorgvuldig bijeengehouden snor.” (blz.8 17e regel vanonder) - Baltus: hij is de andere gemeentewerker. Hij is nogal lomp en onoplettend. “Baltus leunde met zijn ellebogen op tafel, de brede kop op korte nek weggedoken tussen zijn schouders. Met zijn gedrongen figuur deed hij denken aan een gewichtheffer,” (blz. 8 15e regel vanboven) - Kessels: Hein Kessels is degene die wilde helpen bij het onderduiken van de familie. - Rena van Straten: zij is de directrice van het bejaardenhuis. - Bien Hijmans: zij is het hoofd van de huishouding van het bejaardentehuis. Al deze bijpersonen zijn types omdat ze geen meerdere karaktertrekken hebben en zich niet ontwikkelen in het verhaal. 11. Beschrijf de verhouding tussen de hoofdpersonen en de andere personen in het boek. - Jacob is de man van Frieda, Olga is een de dochter van Frieda en Leo is de zoon van Frieda. - Baltus en Verstrijen: zij zijn monteurs die reparatiewerkzaamheden verrichten aan de stadsverwarming. Ze zetten voor het gemak geen hekjes rondom de put waarin ze werken. - Hein Kessels: Kessels is de verzetsman die het gezin Borgstein naar Zwitserland zou brengen. Door zijn onervarenheid of door een lek in de organisatie kwamen de Duitsers erachter en werd de familie Borgstein opgepakt behalve Frieda. Na de oorlog durfde hij Frieda niet te benaderen. Na de dood van Frieda praat hij met Ben Abels over de gebeurtenissen in de oorlog. Hij dacht nog vaak over die gebeurtenissen. - Ben Abels: Hij werkt in het bejaardentehuis en is de enige die goed contact met Frieda heeft. Hij praatte met Frieda wel eens over de gebeurtenissen in de oorlog. 12. Samenvatting: Frieda Borgstein woont in een bejaardencentrum. Zoals gewoonlijk zijn ook nu haar gedachten weer bij haar man Jacob en haar kinderen Olga en Leo. Op 21 april 1942 zijn zij opgepakt door de Duitsers. Frieda heeft hen nooit meer gezien. Het was de bedoeling dat ze die dag naar Zwitserland zouden vluchten, maar in plaats van iemand van het verzet, Hein Kessels, stonden de Duitsers voor de deur. Door het toeval was Frieda nog boven, zodat zij niet meegenomen is. Kessels had hen verraden. In het bejaardenhuis heeft Frieda vooral contact met Ben Abels, die vroeger op het kantoor van haar man gewerkt heeft. De volgende dag wordt ze 85 en wil ze voor het eerst sinds veertig jaar haar verjaardag vieren. Ze moet daarvoor onder andere naar de bakker. Buiten zijn twee mannen bezig in een stadsverwarmingsput op straat, maar zij hebben verzuimd om een hekje rond de put te zetten. Frieda valt in de put en overlijdt aan haar verwondingen. Ben Abels heeft inmiddels Hein Kessels ontdekt en een afspraak met hem gemaakt. Ben denkt tijdens de begrafenis terug aan dat gesprek dat een dag eerder plaatsgevonden heeft. Kessels had hem verteld dat hij geen verader was en dat het lek ergens anders gezeten moet hebben. De Duitsers wisten alleen dat hij mensen zou ophalen en niet hoeveel, daarom kon Frieda ontsnappen. Kessels is zelf opgepakt en hij heeft in drie concentratiekampen gezeten. Hij heeft nooit de moed gehad om dit aan Frieda te vertellen. 13. Hoe behandelt de schrijver het begrip tijd? Het echte verhaal speelt zich af in een paar dagen nl. de dag van Frieda’s dood tot en met de dag van haar begrafenis. Frieda let niet zo op de tijd ze leeft meer in het verleden. Het verhaal is niet chronologisch er komen veel flash-backs in voor. Het heden en het verleden vloeien vaak in elkaar over. Hier een voorbeeld van dat het heden en het verleden vaak in elkaar overvloeien. “Misschien was Hijmans haar vergeten. Het moest kort voor die eenentwintigste april zijn geweest dat ze op Jacob en de kinderen had zitten wachten. Ze waren de stad in gegaan en bleven veel langer weg dan ze afgesproken hadden.” (blz.38 15e regel vanonder) 14. Wat is het perspectief? Dit boek heeft een vertellers perspectief, omdat je de gedachten en gevoelens van alle personen kunt lezen. 15. Mening: Ik vond dit een goed boek en leuk om te lezen. - Het verhaal is niet moeilijk, omdat er geen moeilijke – en ouderwetse woorden worden gebruikt, zodat het makkelijk te lezen is. Het boek was ook best wel dun, maar dat maakt mij niets uit. Ik vind het niet erg om dikke boeken te lezen. Het was soms weleens moeilijk te lezen door de vele flashbacks die er in voorkomen, zodat ik wel eens in de war raaktte. - Het verhaal is best wel spannend. Dit komt ook vaak doordat zij je op dingen opmerkzaam maakt waar later niets meer mee gebeurt, maar ik zat dan al wel te bedenken wat er zou gaan gebeuren. “Toen hij over het smalle pad tussen de tafeltjes naar de draaideur liep had hij wel gezien dat hij mankte.” (blz. 62 7e regel vanonder) Dit is er volgens mij voor niets geschreven, maar het maakt het wel spannend. De spanning voor de val in de put wordt ook goed opgebouwd. “Zijn opwelling om haar achterna te gaan was sterk geweest.” (blz. 45 12e regel vanboven) Door zulk soort dingen wordt de spanning langzaam opgebouwd tot het hoogtepunt. - Marga Minco beschrijft in dit boek heel weinig gevoelens. Ze heeft alleen het hoognodige geschreven en de rest mag de lezer er zelf bij verzinnen. Ik vind dat leuk, zo kan ik mijn fantasie er tenminste bij gebruiken. - Dit boek is voor mij iets helemaal nieuws. Ik vond de afloop heel verassend, dat zij zo ineens in die put viel. Ik had het helemaal niet zo verwacht. - Ik kan me niet goed met Frieda identificeren, omdat ik nog jong ben en de oorlog niet meegemaakt heb. Ik leefde wel met haar mee en ik vond het zielig voor haar dat ze het verlies van haar gezin slecht kon verwerken en dat ze in de put viel. - Kortom ik vond dit een erg leuk boek. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |