Boekverslag : Louis Couperus - De Stille Kracht
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1103 woorden.

Bibliografie
1e druk: 1900; 1984 Amsterdam Querido

Genre: Psychologisch-realistisch Indische roman (vgl. Max Havelaar van Multatuli).


Samenvatting
De hoofdpersoon is Otto van Oudijck, resident van Laboewangi (Java). Hij is een harde werker, een goed ambtenaar, iemand die zich geheel inzet voor de belangen van zijn residentie. Hij werkt samen met de regent (een Javaan van adel), een samenwerking die nogal stroef verloopt. Op het kantoor van de residentie werken onder anderen de secretaris Eldersma (Van oudijck laat hem veel te hard werken) en de controleur Van Helderen.

Van Oudijck is van zijn eerste vrouw gescheiden; zijn tweede vrouw is Léonie, mooi, onverschillig, altijd glimlachend, sterk erotisch. Aan haar taak als residents-vrouw laat ze zich zo goed als niets gelegen liggen; het is de kunstzinnige Eva Eldersma die haar in dit opzicht voortreffelijk vervangt. Van Oudijck heeft uit zijn eerste huwelijk vier kinderen: René en Ricus (beiden nog op kostschool, Doddy (18 jaar) en Theo (23 jaar). Theo heeft al verscheidene betrekkingen gehad, zonder succes. Hij heeft een liefdesverhouding met Léonie. Doddy vrijt met Addy de Luce; Addy heeft echter vele minnaressen, onder wie later ook Léonie. De familie De Luce, van Franse en Javaanse afkomst, bezit een suikerfabriek. Er zijn enige mensen met wie Van Oudijck niet zo goed kan opschieten:

- de regent van Lamboewangi en zijn broer, die regent is van Ngadjiwa. Deze laatste brengt zichzelf en zijn familie voortdurend in opspraak door zijn wangedrag. Als hij na afloop van een feest dronken over straat gaat, besluit van Oudijck hem te ontslaan. Zijn oude moeder smeekt Van Oudijck haar familie deze schande niet aan te doen. Van Oudijck is echter onverbiddelijk.

- si-Oudijck, een indo die beweert Van Oudijcks zoon te zijn. Samen met Addy zoekt Theo hem op. Hij is degene die Van Oudijck anonieme roddelbrieven schrijft. Van Oudijck ontkent steeds dat si-Oudijck zijn zoon is, maar later stuurt hij hem toch geld.

- de familie De Luce, die zich, naar het gevoel van Van Oudijck, nogal laat voor-staan op haar vorstelijke afkomst. Het is Van Oudijck een doorn in het oog dat Doddy vrijt met Addy de Luce. Als Theo hem vertelt dat ook Léonie een verhou-ding heeft met Addy, gaat hij naar het huis van mevrouw Van Does, waar hij hen betrapt. Léonie redt zich uit de benarde situatie door te vertellen dat Addy haar gevraagd heeft met Doddy te mogen trouwen. Het huweijk wordt inderdaad voltrokken.

- Theo. 'Hij haatte zijn vader, uit instinct, en antipathie; zijn moeder, omdat zij een nonna was; zijn stiefmoeder, omdat zij hem niet meer wilde; hij haatte Addy, hij haatte Doddy erbij op de koop toe; hij haatte de wereld omdat hij erin werken moest.' (zesde hoofdstuk, deel V)

- Léonie. De beide echtelieden raken steeds meer van elkaar vervreemd. Later scheiden ze. Léonie gaat naar Parijs en Van Oudijck naar Garoet, waar hij met een inlandse vrouw samenleeft.

Van Oudijck kan het wel vinden met Eva Eldersma, die hem steunt in zijn strijd tegen de verveling en de verindisching. Voor Eva naar Europa terugkeert, zoekt ze Van Oudijck nog op in Garoet; ze treft hem daar volkomen gedesillusioneerd aan.


Tijd & Ruimte
TIJD

Het tijdsverloop is chronologisch, met tijdsprongen en flashbacks.



RUIMTE

Indië, m.n. het eiland Java (havenstadje Laboewangi). De sfeer is occult, oosters, vol geheimzinnigheid en beklemming (de roman is in Indië geschreven).


Vertel situatie
Er heerst een auctoriale verteller (=alwetende-ik).


Personages
De hoofdpersoon is Otto van Oudijck:

· resident van Laboewangi (Oost-Java), energiek en rationeel ingesteld;
· toegewijd bestuursambetenaar met één groot ideaal: het welzijn van zijn district (type van de ideale Nederlandse gezagsdrager!);
· is gehuwd met de zinnelijke Léonie (zijn tweede vrouw) die diverse minnaars heeft;
· vier kinderen: René en Ricus (beiden nog op kostschool), Theo (23 jaar) en Doddy (18 jaar en verliefd op Addy de Luce, een Franse avonturier), allen uit een vroeger huwelijk;
· verliest geleidelijk zijn zelfvertrouwen;
· gelooft niet in de stille kracht, maar gaat er wel door ten onder.

Enkele bijfiguren: Eva en Onno Eldersma (assistent-resident), Van Helderen; regent Soenario; Oerip; Van Doorn; mevr. Van Does; raden Ajoe Pangèran.


Thematiek
Motieven:

Enkele belangrijke motieven:
· zinnelijkheid en overspel (Léonie met Theo, Addy e.a.);
· haat (van de oosterlingen t.o. westerse machthebbers);
· geheime krachten/stille kracht/goena-goena/mysterieuze oosterse krachten (= leidmotief)
· anonieme brieven (lichten Otto in over de verhouding Léonie/Theo);
· contrasten (Hollanders/Javanen; realiteit/stille krachten; westen/oosten);
· party's recepties/diners/pracht en praal;
· verveling en lusteloosheid, 'spleen' (Weltschmerz, 'lijden aan het leven')
· drankmisbruik en speelzucht (vb. regent Ngadjiwa).

Thema:

Ondergang van de mens door ongrijpbare, irrationele krachten (noodlot).


Boekbeschrijving & Titel
De stille kracht of goena-goena is een geheimzinnige, irrationele kracht die innerlijke ontwrichting van de hoofdpersoon bewerkstelligt (een soort noodlot in het leven van de mens).


Opbouw
(De verwijzingen naar blz. gelden voor de 4e druk uit 1951)
De roman bestaat uit zeven hoofdstukken, onderverdeeld in lange segmenten (blz. 5 t/m 206). Centrale figuur is de 'tragische held' Otto van Oudijck.


Stijl
Veel dialogen; soms erg lange zinnen; typische zinsbouw! Het verhaal is in de verleden tijd geschreven (uitgezonderd de dialogen uiteraard!). Veel Indische woorden (bv. nonna=juffrouw; kali=rivier; raden=regent; toe-an=heer; had-ji=soort tovenaar; kassian=uitroep van medelijden enz.)


Literatuur geschiedenis
Louis Marie Anne Couperus (1863-1923); vader was bestuursambtenaar in Nederlands-Indië; HBS in Den Haag; behaalt de akte MO-A Nederlands (1886); trouwt met zijn nicht Elisabeth Baud (in 1891); reist veel; woont lange tijd in het buiten-land (o.a. Frankrijk en Italië); leeft als dandy; is o.a. mede-oprichter van Groot-Nederland.

Zijn zeer omvangrijke werk is in te delen in:
a) eigentijdse psychologisch-realistische romans: o.a. Eline Vere (1889); Noodlot (1890); De boeken der kleine zielen (1901-1903); Van oude mensen de dingen die voorbij gaan (1906) e.a.
b) mythologische sprookjes: o.a. Herakles (1913)
c) symbolische sprookjes: o.a. Psyche (1898)
d) historische romans: o.a. De berg van licht (1905); De komedianten (1917)
e) reisverhalen en schetsen: o.a. Reisimpressies (1894).

Hoofdmotief in het werk van Couperus is het noodlot-in-diverse-vormen (omstandigheden, onbegrepen machten enz.).

De stille kracht werd in 1974 tot vierdelige t.v.-serie bewerkt en twee keer uitgezonden (regie: Walter van der Kamp); opnieuw voor de t.v. herhaald in 1985.


Eigen mening
Vooral in het begin vond ik het een erg saai boek, maar later werd het wel mooier. Ik zou het echter niet aanraden, want het is ten eerste voor veel mensen te dik (aangezien veel mensen weinig lezen is meer dan 100 bladzijden al dik) en ten tweede omdat het niet echt een onderwerp is dat aanspreekt.


Overige
STROMING

Nederlandse literatuur rond de eeuwwisseling. Bij Couperus zijn duidelijk kenmer-ken van determinismen, naturalisme en dacadentisme aanwezig.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen