Boekverslag :  - De Farao In Egypte
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1190 woorden.

De Farao in Egypte,

had veel taken als leider van het land. Hij moest het land regeren en dat houd dus in besluiten nemen en regels opstellen. Ook moest hij zorgen voor goede contacten met het buitenland dan bleef de vrede met die landen bewaard. Maar als er toch oorlog uitbrak moest de Farao het leger aanvoeren. De mensen geloofden dat de Farao contacten had met de goden daardoor had hij veel macht in het land.







Toetanchamon,

die eigenlijk Toetanchaton heette, was al heel jong farao van Egypte hij was toen ca 12 jaar oud. Hij heeft maar heel kort geregeerd maar 10 jaar tussen1335 en 1345. Er is weinig bekend over zijn leven en regeren. Alleen dat hij de oude hoofdstad Thebe in ere herstelde en opnieuw de door Achnaton (zijn vader) verlaten eredienst voor de god Amon invoerde (Amon was een stadgod van de stad Thebe) Toetanchamon was getrouwd met zijn zus die al eerder getrouwd was met hun vader. Hij was van de lijst van farao’s afgeschrapt omdat de andere farao’s hem niet belangrijk genoeg vonden.







De vonst van Toetanchamons graf

Toetanchamon is pas echt bekend geworden door de vonst van zijn graf in 1922 door de Engelse archeoloog Howard Carter. Zeven jaar lang was hij ernaar op zoek geweest. Op een dag vonden zijn arbeiders en trap die naar een stenen muur onder de grond leidde. Toen die was open gebroken, bleek er een tien meter lange gang achter te zitten, aan het eind van die gang was weer een muur. Carter maakte er een gat in en stak een kaars op. Eerst zag hij niets maar toen zijn ogen aan het donker gewend waren zag hij vreemde dieren, standbeelden en goud overal de glinstering van goud. Het was de voorvertrek van de grafkamer vol met

voorwerpen, bijvoorbeeld stoelen, bedden, vazen, strijdwagens, sieraden, kleding en een troon.





























Achter het voor vertrek was er een klein kamertje vol met wapens, wandelstokken, manden met gedroogd vruchten, wijnkruiken en nog veel meer. Rechts was de grafkamer. Daar lag Toetanchamon in een gouden kist met nog drie gouden kisten eromheen. In de schatkamer bij de grafkamer vond Carter beeldjes van ambachtslieden, een koningsstaf, modelboten, een model van een grafschuur enz. Achter de schatkamer lag een tempeltje van goud waar zijn ingewanden lagen in begraven.

Het was 1 van de rijkste vondsten die werd gedaan. Het grootste deel van de grafvondst bevindt zich in het Egyptisch Museum in Cairo.





ladgoud (=GOUD IN ZEER DUNNE BLAADJES)

Dit standbeeld van de godin Serket is bedekt met bladgoud. Het standbeeld is gevonden in de tombe van de Egyptische farao Toetanchamon. De muur achter het beeld is ook met bladgoud bedekt. Bladgoud wordt gemaakt door net zo lang op een goudklomp te slaan totdat deze heel erg dun is.



































De Nijl is een rivier die stroomt door Egypte. Elk jaar overstroomt de Nijl het hele gebied ten noorden van Memphis, maar ook het zuiden van Memphis soms een afstand van wel 2 dagreizen (=dagreis= ongeveer 25 KM) De breedte van het overstroomde gebied was dus soms wel 100 KM. De boeren vonden dat niet erg want als het water weer terug trok bleef er een vruchtbaarlaagje modder achter waardoor de akkers weer vruchtbaar werden. Ze hadden er dus alleen maar voordeel van. Egypte is een droog land waar bijna nooit regen valt daarom was het wel een voordeel dat de rivier telkens weer voor een overstroming zorgde.

Landbouw was het belangrijkste middel van bestaan in Egypte. De overstromingen van de Nijl hadden veel invloed op het leven van de boeren. De rivier maakte namelijk uit welke arbeid ze moesten verrichten. Voor dat de overstroming kwam legden de boeren kanaaltjes en dijkjes aan. Zolang het land onder water stond konden de boeren niets doen, maar zodra het land droogviel, begonnen ze met ploegen en zaaien. De gewassen moesten groeien maar in die tijd hadden ze ook water nodig, en in Egypte viel heel weinig regen dus gebruikte de boeren het water dat ze achter de dijkjes die ze al eerder hadden aangelegd. Het water werd via kanaaltjes naar de akkers geleid.

Dankzij de Nijl was de opbrengst van de landbouw dus erg groot. Bijna elke Egyptenaar was dan ook boer.

andel

Maar de boeren mochten niet alles voor zichzelf houden want de grond waar ze zaaiden en oogsten was van een grootgrondbezitter de koning of andere rijke/machtige mannen. Als er dus een groote oogst was kon er ook wel wat verkocht worden. Daardoor werd Egypte nog rijker. Door hun rijkdom konden egyptenaren ook dingen uit andere landen kopen. Daarom werden er handelsreizen georganiseerd. Dat gebeurde meestal per boot over de Nijl. Dat was de makkelijkste en snelste verbinding met ander landen. De Nijl was dus niet alleen gunstig voor landbouw maar ook voor handel.

































et Hiernamaals

Egyptenaren geloofden in het Hiernamaals. Het Leven na de dood. De blijkt uit de mensen, dieren en voorwerpen die geschilderd op de muren bij het graf stonden. Egyptenaren geloofden dat deze beschildering mee zou gaan naar het hiernamaals. Als een mens werd afgebeeld, moesten daarom alle belangrijke lichaamsdelen zichtbaar zijn. Wat niet zichtbaar was kon niet veder leven na de dood. Ook alle spullen die bij je graf lagen gingen mee naar het leven na de dood. Net zoals Toetanchamon bedden, vazen, strijdwagens, een troon, kledingstukken enzovoorts meenam in zijn graf dus naar het hiernamaals.





Muurschildering





ummies

Om veder te leven na de dood was het belangrijk dat het hele lichaam bewaard werd. Als je genoeg geld had liet dan ook na zijn/haar dood zich insmeren met een soort olie en in textiel wikkelen. Zo kreeg je een mummie die lang bewaard kon bleef.

















e Godsdienst

Egyptenaren geloofde dat re goden waren die macht hadden. Ze geloofden dat goden in tempels woonde. Er waren zo veel verschillende goden:









Hathor: De godin van de liefde, van dans en muziek. Meestal afgebeeld als koe of vrouw met een zonneschijf op haar hoofd zoals hier.

Toeƫris: Godin voor de zwangere vrouwen. Met staart van een krokodil, de poten van een leeuw en het hoofd en lijf van een nijlpaard.

Horus: Zoon van Osiris en Isis. Als volwassene met valkekop afgebeeld of als kind met staart van opzij van het hoofd.

Ra: De zonnegod, vaak afbebeeld met de zonneschijf op zijn hoofd, met het hoofd van een valk.

Osiris: De vader van Horus getrouwd met zijn zus Isis. Heerser van het rijk der doden. Afgebeeld als mummie met in zijn handen een zweep en een kromstaf.

Isis: De vrouw van Osiris. Als vrouw afgebeeld. Isis wekte haar man Osiris op uit de dood door met haar vleugels koelte toe te wuiven. Bij haar dode man ontvind zij haar zoon Horus.

Thot: De god van wetenschap. Schrijver van de goden. Afgebeeld met de kop van een Ibis(=vogel) en schrijfgerei.



Omdat de goden soms in tempels woonde mochten gewoonen mensen dzaar niet naar binnen. Alleen de priesters. De mensen geloofden dat de priesters met de goden konden praten en vragen van de mensen konden doorgeven. Priesters zijn dus heel belangrijk in de godsdienst en hebben dus veel macht omdat ze met de goden konden praten.









Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen