Boekverslag : C.e. Loveman - Mystere A Cherbourg
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 977 woorden.

Hoofdstuk 1 - Chez le marchand d’antiquites

Paul Verrier bezoekt de boekenwinkel. Hij staat te kijken en ziet een man binnenkomen.



Hoofdstuk 2 - Un incident curieux

Er komt een man van achter. Het is niet M. Logrive, de eigenaar. Hij praat met de man en haalt even later een pakketje uit de kluis. Paul merkt ook een oude dame op. Zij tilt haar sluier op en Paul ziet een blonde lok en een gave huid. Hij weet dat hij het meisje eerder gezien heeft, maar weet niet waar.



Hoofdstuk 3 - La jeune fille blonde

Paul en Jules (Jules Dupassis is een vriend van Paul) gaan naar het zwembad. Hij ziet een meisje dat hij kent. Hij kent haar uit de fabriek waar Jules en Paul ook werken. Paul herkent haar als de oude vrouw uit de winkel aan de schouderbewegingen en het blonde haar. Ze is met twee andere meisjes.



Hoofdstuk 4 - Paul fait sa connaisance

Paul maakt kennis met Marie-Therese. Marie is een beetje afwezig tegenover Paul, maar het klikt wel tussen hen.



Hoofdstuk 5 - Marie-Therese a peur

Marie heeft grote ambities voor theater. Ze gaan samen naar het bal in de fabriek. Paul ontmoet de broer van Marie: Marcel. Marie is bang voor hem en denkt dat haar broer in groot gevaar is.



Hoofdstuk 6 - Contrabande?

Marie is bang dat haar broer in een gevaarlijke situatie zit, soms praat hij dagen niet. Marie denkt dat hij hulp nodig heeft maar het niet durft te zeggen. Op een dag loopt ze langs een cafe in de haven en ziet haar broer ruzie maken met twee mannen. Nadat zij een verdacht telefoongesprek opvangt waarin hij een afspraak maakt besluit ze hem te volgen.



Hoofdstuk 7 - Sur la piste

Paul besluit Marie-Therese te gaan helpen. Marcel verzint een smoes dat hij uit eten gaat. Paul leent de auto van Jules. Marcel gaat naar de antiekwinkel.



Hoofdstuk 8 - Un rendez-vous au garage

Paul observeert Marcel met een verrekijker. Paul ziet dat hij een pakketje openmaakt en er geld uithaalt, in een envelop doet. Vervolgens rijdt hij naar een brievenbus post de brief. Hierna rijdt hij door naar de garage van de fabriek. Intussen wachten Marie en Paul in de auto en eten wat.



Hoofdstuk 9 - La petitie hutten

Paul en Marie wachten en op een gegeven moment komt Marcel weer uit de garage. Er zit nog iemand bij hem in de auto. Ze blijven de auto volgen. De auto rijdt in de richting van de kust. Ze komen bij een hutje. Er zitten allemaal mensen om een kist heen. Marcel staat op te punt te vertrekken. Paul blijft achter bij de hut.



Hoofdstuk 10 - Pis!

Paul loopt rond het huisje. Aan de achterkant is ook een raam. Op het moment dat een golf op het strand slaat maakt Paul het raam open. Langzaam loopt hij door de hut. Doordat het zo donker is ziet hij de spijker op de grond niet en stapt er op. Hij gilt en loopt zo hard mogelijk teug naar het raam. Paul wordt gesnapt en vastgebonden. Twee mannen gaan weg met een boot en de kist gaat mee. Een man blijft achter om op te letten.



Hoofdstuk 11 - Marie-Therese

Paul wil ontsnappen. De brede man die achter is gebleven doet de radio aan. Hij neemt een stuk hout en begon er in te snijden. Opeens staat Marie-Therese in de deuropening en slaat de man neer. Ze hoort de boot terugkomen en rent snel naar de auto.



Hoofdstuk 12 - Quelques eclaircissements

Paul wil samen met Marie-Therese een afspraak maken met Marcel om alles te vertellen. Het afspraakje is in het park. Als Paul alles vertelt is hij erg zenuwachtig. Ze zeggen dat hij naar de politie moet gaan. Dan vertelt Marcel dat die mannen zijn vriend hebben vermoord. Zijn vriend had aan hem verteld dat hij smokkelaars op het spoor was. Toen Marcel de spullen van zijn vriend aan het opruimen was vond hij een papier dat hem overtuigde dat zijn vriend vermoord was.



Hoofdstuk 13 - Tout s’accorde

Marcel denkt dat Paul en Marie nu ook in gevaar zijn. Ze zullen herkend worden. In de garage worden alle spullen gemaakt en over de hele wereld verkocht, maar als ze nu naar de politie zouden gaan zouden de bazen kunnen vluchten. In de boekenwinkel krijgen zij hun opdrachten en het geld via pakketjes. Marcel haalt zijn geld eruit en geeft het aan een goed doel. Ze komen erachter dat M. Fabre en zijn privé-secretaresse beide uit Amerika komen en beide toegang hebben tot het kantoor.



Hoofdstuk 14 - La clef du mystere?

Paul loopt door de gang. Plotseling gaat de deur van het kantoor van M. Fabre open, en ziet hij een onbekende man. Daar achter ziet hij de man uit de hut. Hij besluit ‘s nachts in de fabriek te blijven. Het enige probleem is de sleutel van het kantoor.



Hoofdstuk 15 - L'escalier

Paul kent het rooster van de bewaking. Hij wacht gespannen tot de bewaker weg is en doet een slaapmiddel in de wijn. Als de bewaker slaapt probeert hij alle sleutels op het kantoor. Dan hoort hij voetstappen achter zich. Het is Marie. In het kantoor staat een boekenkast. Hij haalt er een paar boeken uit. Hij ziet een knop zitten en drukt hem in, de boekenkast gaat open en erachter zit een trap.



Hoofdstuk 16 - L’atelier souterain

Ze gaan de trap af en ze vinden drukmachines. Het zijn valsmunters. Paul wil de deur openmaken maar Marie houdt hem tegen omdat ze voetstappen hoory. Het is de stem van M. Fabre. Ze gaan snel weg en halen de politie.



Hoofdstuk 17 - Dans les sac

Ze zijn op het politiebureau en vertellen het verhaal. Vier politieauto’s gaan mee naar de fabriek. Als ze in de kelder aankomen zijn ze weg. De deur in de kelder leidy naar de garage. Daar wordt M. Fabre en zijn bende opgepakt.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen