Boekverslag : J. Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1948 woorden.

1. BESCHRIJVINGSOPDRACHT



Motivatie boekkeuze: Ik had een stukje uit hersenschimmen gelezen in Laagland en het leek mij wel een mooi boek om te lezen.



Korte weergave van de inhoud: De hoofdpersoon in dit boek is Maarten Klein, 71of 72 jaar oud en nu gepensioneerd secretaris van de IMCO, een internationale maritieme organisatie. Een tijdje na de oorlog is hij met zijn vrouw Vera naar het plaatsje Gloucester in Amerika geëmigreerd waar hij nu een rustig leven leidt. Geleidelijk aan veranderen er dingen in Maartens brein. Hij raakt steeds vaker afwezig, doet vreemde dingen en vergeet bepaalde herinneringen. Het begint vrij onschuldig maar al gauw wordt het erger. Dokter Eardly komt erbij die hem tabletten voorschrijft en zegt dat Vera en Maarten samen in oude fotoboeken moeten kijken. Toch gaat het nog verder bergafwaarts en moet er een hulp in de huishouding komen. Dat wordt Phil Taylor, een jong blond meisje. Maarten wordt steeds verwarder, doet steeds vreemdere dingen en zakt steeds verder weg in zijn gedachten. Er valt nu helemaal niet meer normaal met hem te praten. Op het laatst wordt hij opgehaald en naar een tehuis gebracht.







Uitgewerkte perssoonlijke reactie:



Onderwerp: Het onderwerp van de tekst is de overgang van een normaal, helder denkend mens naar een verward, zielig persoon, oftewel dementie.



Ik vind het onderwerp boeiend, niet zo zeer omdat het om dementie ging, maar omdat alles beschreven is vanuit het oogpunt van de dementerende. Ik wist van tevoren dat het over een man gaan die dement werd. Het verrassende was het ik-vertelperspectief en de opbouw van het verhaal. Het onderwerp is goed uitgewerkt, gedachten en gevoelens zijn realistisch met veel diepgang. Ik vond het onderwerp ook boeiend, omdat ik er nog nooit iets over gelezen of gezien had.







Gebeurtenissen: Een belangrijke gebeurtenis vond ik het stuk waarin Maarten naar een oud verlaten huis op het strand loopt, in de waan dat daar een vergadering van de IMCO is. Hieruit blijkt heel duidelijk zijn geestelijke verwarring, die al zo af en toe aangegeven werd in de voorgaande scènes, maar dan minder sterk. Een andere belangrijke gebeurtenis is de komst van Phil Taylor, de gezinshulp. Dit is in feite het begin van het einde voor Maarten en Vera. De derde belangrijke gebeurtenis is natuurlijk dat Maarten naar een tehuis wordt gebracht. Maar de belangrijkste rol in het verhaal is toch weggelegd voor de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon en niet voor de gebeurtenissen. Dit is ook logisch, want in een boek over dementie beschreven vanuit het ik-vertelperspectief zijn gedachten en gevoelens natuurlijk het belangrijkst. Ik vond de gebeurtenissen in het verhaal ontroerend. Door middel van de gedachtesprongen, flashbacks en gevoelens kun je je goed inleven in de hoofdpersoon, waardoor zijn aftakeling ontroerend overkomt. De indrukwekkendste gebeurtenis gebeurt tegen het einde van het boek maar nog wel voordat Maarten Klein wordt opgehaald. Hij is namelijk zonder jas naar buiten geweest en wordt teruggebracht door een Amerikaan. Thuis wil dokter Eardly hem een injectie geven wat Maarten verkeerd opvat. Hij denkt dat de oorlog weer is uitgebroken en raakt overstuur. Dan valt hij in slaap. Als hij weer wakker wordt, leest het verhaal heel anders. Geen gewone zinnen meer, maar korte, bondige zinnen, waarin maar één gedachte of gebeurtenis beschreven wordt. Maarten is nu helemaal kinds geworden. Dit is een grote ommekeer in het verhaal, en maakte indruk. Één ding vond ik wel ongeloofwaardig. Het verhaal beslaat maar een korte periode en begint met een beetje verwarring tot totale dementie. Ik dacht altijd dat zoiets een proces van jaren was. Over het algemeen waren de gebeurtenissen goed te lezen, maar op het eind, wanneer de schrijfstijl verandert, wordt het lastiger. Helemaal op het einde vond ik dat het verhaal te lang doorging. Het is niet leuk om tien kantjes vol verwarde, korte zinnen te lezen. Dus: het verhaal is goed te lezen, maar ik vond het einde te langgerekt.







Personages: De hoofdpersoon is zeker geen held. Hij is een gewone, alledaagse man die helaas aan het dementeren is. Ik heb ook niet echt bepaalde, duidelijke karaktereigenschappen kunnen ontdekken. De hoofdpersoon reageert niet altijd op een bepaalde, vaste manier bij bepaalde gebeurtenissen. Je leert hem wel goed kennen. Ik vind het in dit boek ook niet echt belangrijk of de karaktereigenschappen goed beschreven zijn of niet. Het is geen avonturenboek. Maar in het algemeen vind ik dat wel redelijk belangrijk, hoewel je een mens natuurlijk niet kunt beschrijven met een paar karaktereigenschappen. Maarten Klein is wel 'levensecht', ook weer door de uitgebreide beschrijving van gevoelens en gedachten. Hierdoor kun je je goed in hem verplaatsen.







Opbouw: Het verhaal is redelijk ingewikkeld van opbouw, door de gedachtesprongen en flashbacks, maar hierdoor wel mooi. Het is geen spannend verhaal. Eigenlijk weet je van tevoren de afloop al. Maar het verhaal is ook niet spannend bedoeld. Het zit vol van de flashbacks in het verhaal wat ik op zich niet vervelend vind. Het draagt bij aan het beeld dat je krijgt van de hoofdpersoon. Het past ook goed bij het onderwerp. Flashbacks zijn herinneringen en dementie is o.a. het vergeten en verwarren van herinneringen. Je ziet alles vanuit de hoofdpersoon. Dit vind ik een geslaagde manier doordat je zo meeleeft. Bovendien worden alle acties van de hoofdpersoon als logisch beschreven maar de lezer weet dat ze dit niet zijn. Bijvoorbeeld: in een scène ziet Maarten vanuit het raam zijn hond buiten in de sneeuw lopen. Hij wil dan de hond binnenlaten, maar de deur zit op slot. Dan maar het raam inslaat. Voor hem logisch, maar de lezer ziet natuurlijk dat het niet logisch is, maar iets wat alleen een verward persoon doet. Aan het eind blijf je niet met veel vragen zitten. Maarten zit voor de rest van z`n leven (hoelang dat nog mag duren) in een tehuis, dat is duidelijk.







Taalgebruik: Het taalgebruik is niet moeilijk, behalve op het laatst, door de korte verwarde zinnen. Een minpunt is dat er wel wat meer dialogen in hadden mogen zitten die het boek levendiger hadden gemaakt. Soms zijn de gedachtensprongen wat te lang. Soms worden er moeilijke beeldspraken gebruikt, vooral op het einde. Dan zijn er ook veel symbolische verwijzingen en duister taalgebruik, wat het lezen er niet gemakkelijker op maakt. Ik heb niet echt geprobeerd om dit bij alles op te lossen. Het bedoelde effect is namelijk volgens mij de diepe verwarring en de inzichzelf gekeerdheid van de hoofdpersoon te laten zien en hierdoor zijn sommige gedachtes en verwijzingen te diep om uit te zoeken. Het taalgebruik past goed bij het onderwerp. In het begin nog normaal, maar op het eind verward, wat klopte met het onderwerp. (Ik zeg niet dat ik het leuk vond om te lezen, maar het klopte wel met het onderwerp.)







2. VERDIEPINGSOPDRACHT



* Ik dacht dat het een mooi maar ook wel een beetje saai boek zou zijn. En dat er absoluut geen spaning in zou zitten.



* Het is een heel mooi boek, hoe je ziet dat hij helemaal aftakeld enzo. Maar toch ook wel een beetje saai eigenlijk. Er zat toch wel iets meer spaning in dan ik dacht. Omdat het wel wat spannend is wat Maarten gaat doen als hij weer een flashback heeft.



* De fabel is het verhaal tussen de ‘aanvallen’ van Maarten door. Als hij dus nog een beetje weet wat hij doet en geen flashbacks beleeft. De sujet is het deel van het boek dat het interresant maakt, de flashbacks die steeds verder terug gaan in de tijd.



* Ik denk dat de functie hiervan is dat het boek niet een ellenlang levensverloop van Maarten wordt, maar dat je zoiets meer van hem te weten komt. Als dit er niet geweest was, was het wel erg saai geweorden, omdat het boek wordt verteld door maarten. Zonder tijdsmanupilatie, was dit gewoon een opsomming geworden.



* Het effect hier van is dat je meer van Maarten te weten komt, ook over zijn persoonlijkheid, en dat je zo meer begrip voor hem krijgt. Dat je als het ware een beetje wordt meegesleept door hem.



* De gebeurtenissen volgen wel chronologisch op elkaat, want het gaat over de weg die Maarten aflegt. Er zitten wel veel flashbacks in maar het verhaal verloopt wel op de juist volgorde.



* De tekst is niet-continu, want als Maarten opden duur meer en meer dement wordt, slaat de schrijver ook steeds stukken over. En door de flashbacks kan de tekst al niet echt continu meer zijn denk ik.



* De belangrijkste flashback is denk ik in het begin van het verhaal. Dan zit de hoofdpersoon op het toilet. Hij kijkt naar het tegelwerk op de muur, en voelt aan het cement. Hij denkt dan via zijn linkshandigheid aan zijn tijd op de basisschool, waar hij een keer potloden uit het materiaalhok moest halen, omdat zijn werkje (door z’n linkshandigheid) mislukt was. In dat materiaalhok moest hij op een stoel klimmen. Dan staat de hoofdpersoon ineens op een stoel naar een timmermanspotlood te zoeken.



* Zo leer je Maarten beter kennen, en weetje hoe hij is. Door deze flashbacks die steed verder terug gaan, weet je ook dat het steeds slechter met hem gaat. Ik denk dat dit een heel goed deel van het boek is.



* De verteltijd is 162 pagina’s en ik denk dat de vertel tijd ongeveer een half jaar is ofzo, het hangt wel per persoon af hoe snel je achteruit gaat enzo. Maar ik denk dus ongeveer een half jaar.



* Het verhaal speeld rond 1980 denk ik want ze hebben al telefoon en andere moderne dingen.



* Maarten Klein: hij is 71 of72 jaar. Een lieve man die zijn vrouw graag ziet. Hij heeft nog helke jeugdige ideeen. Vera Klein: zij is Maartens vrouw. Ze is een sterke en zeer geduldige vrouw. Ze heeft een tenger maar mooi uiterlijk



* Vera en Maarten zijn vijftig jaar getrouwd. Dokter Eardly is er om te proberen Maarten beter te maken. Phil Tayol verzorgt Maarten op het laatst thuis.



* De hoofdpersoon berijkt zijn hoofd doel niet echt. Dat was weer normaal te worden, in het begin. Maar dit wordt niet berijkt.



* Maarten is zeker een karakter, want van hem kom je in de loop van het verhaal steeds meer te weten. Omdathij het verhaal verteld. Vera is ook een karakter, omdat je door Maarten zijn verhalen veel over haar te weten komt. Hun kinderen, Fred en Kitty zijn duidelijk typen. Omdat je weinig over hen te horen krijgt. De personages zij n wel herkenbaar maar ik kon me niet echt identificeren met iemand om dat Maarten en Vera toch wel veel ouder waren als mij. Misschien nog met Phill Taylor, maar dat ook niet echt, omdat die toch wel heel anders is dan mij.







3. EVALUATIE



* Ik vond het vooral een heel mooi boek, omdat je echt meeleeft met Maarten. Omdat hij het verhaal zelf verteld. Dat vind ik heel goed gedaan van de schrijver. Dat je aan Maarten zijn denkwijze ook kan zien hoe het met hem en zijn ‘ziekte’ gesteld is.



* Redelijk tevreden wel.



* Het viel me wel mee om dit boek te lezen, ik moest me er afentoe wel toe zetten. Maar omdat het toch wel heel mooi is heb ik het uitgekregen.



* Het eind was best wel verwarrend, als Maarten echt helemaal van de wereld is door zijn ziekte. Hij vertelt dan alleen nog maar in korte zinnen. En ook als hij zich weer vergist en denk dat hij naar zijn werk toe moet. Dan lijkt dat heel realistisch, maar dan moet je goed op blijven letten zodat je merkt dat dat niet zo is. Omdat Maarten alsmaar verstrooider raakt, wordt het verhaal ook steeds onduidelijker.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen