![]() |
Boekverslag : Tessa De Loo - Isabelle
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2067 woorden. |
Bibliografie GENRE: Roman DRUK: Eerste druk, 1989 Samenvatting HOOFDPERSONEN: Isabelle Amable: Isabelle is een beroemde filmster. Sinds begin juni logeert ze bij haar ouders in Auvergne, een streek in Frankrijk. Ze logeert daar om weer op kracht te komen na de enerverende opnamen van haar laatste film. Als kind is Isabelle al in deze plaats opgegroeid. Ze zwierf altijd door de bossen. Vandaar dat ze ook precies de weg weet naar een mooi rond bassin boven tussen de rotsen. Ze gaat daar iedere dag naakt zwemmen en laat zich daarna in de zon drogen. Isabelle ziet er erg mooi uit. Ze heeft platina blond haar en heldere blauwe ogen. Ze is een buitengewone schoonheid. Dat brengt echter ook wel eens problemen met zich mee. Maar door haar acteertalent en haar kennis over trucs weet ze zich uit een groot probleem te redden. Isabelle weet ook al snel het vertrouwen van de medemens te winnen, al is dit dan wel door leugens te vertellen en mee te praten. Isabelle is een round-character, je komt veel over haar te weten. Jeanne Bitor: Jeanne is een vrouw die ongeveer een kilometer bergopwaarts woont in hetzelfde dorp als de ouders van Isabelle Ze woont in een eeuwenoude boerderij van grijze trachiet met laveien op het dak en een beschimmeld balkon. Ze woont daar met haar twee pitbullterriërs Jules en Jim. Jeanne is dun, lang en knokig. Waarschijnlijk had ze al in haar pubertijd zich de gewoonte aangemeten haar rug te krommen, deels om haar lengte en deels om haar platte borst minder op te laten vallen. Ze heeft een puntige kin, een ingevallen mond met een vermolmd gebit en een lange scherpe neus. Haar kleine toegeknepen ogen zijn door haar dikke brillenglazen nauwelijks te zien en haar weinige kleurloze nesthaar wordt op het achterhoofd met een elastiekje strak bijeen gehouden. Jeanne heeft een groot complex over haar jeugd en over hoe ze eruit ziet. Iedereen vindt haar lelijk en ze stond vroeger al overal buiten. Tot middernacht werkt ze in het dorpscafé en overdag maakt ze schilderijen. In de schilderkunst was ze zich steeds meer gaan toeleggen op het vereeuwigen op de vergankelijkheid. Ze schildert alles het liefst in fasen van leven naar dood en daarna. Ze heeft vroeger weinig liefde gehad en heeft daar nu veel last van. Wanneer Isabelle haar maar even aanraakt voelt ze al een hele warme gloed door zich heen gaan. Ze is erg kortaf en gevoelloos maar op een gegeven moment komen er toch gevoelens en emoties bij haar boven en die kan ze dan ook uiten, dit lucht haar erg op. Jeanne is een round-character, je komt veel over haar te weten. Bernard Buffon: Bernard is een onderwijzer op de dorpsschool Hij is een stille aanbidder van Isabelle. Hij heeft een heel plakboek met allemaal krantenknipsels over Isabelle. Bernard heeft een rond lichaam als een duikelaar. Dit is te wijten aan zijn slecht functionerende schildklier. Zijn roze en gladde huid glimt altijd, zijn ogen liggen ingebed tussen zwarte oogleden en zijn dikke wangen. Op zijn korte neus rust een brilletje, dat bij gebrek aan een duidelijk geprononceerd neusbeen, voortdurend naar beneden glijdt. Sinds zijn twintigste is hij al kalend. Vroeger werd hij veel gepest. Op een dag, toen hij door zijn belagers op z’n kop in een regenton werd gezet, kwamen Isabelle en haar manager hem helpen. Sindsdien is ze niet meer uit zijn gedachten geweest. Bernard is een round-character, je komt steeds meer over hem te weten. INHOUD: Wanneer Isabelle weer een van haar dagelijkse wandelingen gaat maken door de bergen komt ze niet meer terug, ze is verdwenen. De politie ondervraagt vele mensen waaronder Jeanne Bitor en Gaspard Peyrol, een pafferige boer die haar als laatste gezien heeft. Alles is tevergeefs het levert niets op en ze geven het op, ze verklaren Isabelle dood. Bernard Buffon is hier niet tevreden mee en gelooft niet dat ze dood is. Hij gaat alleen op zoek naar haar. Hij gaat daarom ieder dag naar het dorpscafé waar Jeanne werkt. Het verhaal: Isabelle is op weg naar het bassin om te zwemmen. Opeen springen de twee honden van Jeanne, die haar gevolgd waren, in het water. Isabelle vraagt of ze de honden terug wil roepen. Dat wil ze wel als Isabelle dan doet wat ze zegt. Isabelle heeft niet echt een keus en zegt ja, niet wetende wat haar te wachten staat. Als Isabelle uit het water komt wil ze snel weg rennen, maar Jeanne komt met haar honden achter haar aan. Jeanne zegt dat ze er niet zomaar vanaf komt en zegt dat ze met haar mee moet gaan naar huis. Eerst verzet Isabelle zich, helemaal wanneer Jeanne zegt dat ze maandenlang model moet zitten. Toch gaat Isabelle mee, omdat ze wel moet. Ze wordt in een kelder gestopt waar ze moet slapen op het stro. Het duurt ongeveer een week voordat ze zich gaat verzetten. Ze verzet zich als ze na het poseren weer terug moet naar de kelder en tegen de verplichte hongerstaking die Jeanne haar heeft opgelegd. Op een dag valt ze bijna flauw en krijgt ze toch wat te eten. Daarna vraagt ze of ze de schilderijen van Jeanne mag zien die in een andere kamer hangen, dat mag. Sinds die tijd raken de twee steeds meer met elkaar in gesprek. Op een gegeven moment zitten ze zelfs samen in de tuin onder een boom wijn te drinken. Jeanne vertelt dan haar hele geschiedenis aan Isabelle en is heel blij als deze laat zien dat ze ook veel heeft meegemaakt en Jeanne wel begrijpt. Dit verzint Isabelle allemaal om het vertrouwen van Jeanne te winnen en zo vrij te komen. Wanneer Jeanne dan gaat werken en ze hoort dat alles wat Isabelle haar verteld heeft is gelogen, neemt ze meteen weer afstand. Isabelle begrijpt dan niks meer van het gedrag van Jeanne. Ze bedenkt een ander trucje om vrij te komen. Als Jeanne de volgende dag in de kelder komt, ziet ze dat Isabelle zichzelf heeft opgehangen. Ze is diep geraakt en besluit weg te gaan. Eerst verbrandt ze nog de schilderijen die ze al van Isabelle had gemaakt. Op dat moment had Bernard net besloten om eens een kijkje te gaan nemen in het huis van Jeanne. Bij het rooster in de tuin ziet hij de schoentjes van Isabelle staan die ze aan had op de dag dat ze was verdwenen. Hij sluipt ongezien het huis binnen. Wanneer hij uiteindelijk in de kelder komt ziet hij Isabelle daar hangen. Hij kan zich niet meer bewegen, maar dan lijkt het of haar hand een traag wenkend gebaar maakt, hij kijkt naar haar ogen en ziet dat deze niet glazig voort zich uit staren. Los, los klinkt het dan nauwelijks hoorbaar. Hij pakt een stapel strobalen en zet deze onder haar voeten. Op het moment dat haar lichaam niet langer hangt, maar staat, pakt ze de strop, rukt hem los en haalt haar hoofd eruit. Bernard strekt zijn armen en vangt haar op. Samen vluchten ze weg. Wanneer ze op een veilige afstand zitten van het huis van Jeanne, begint Isabelle te vertellen. Ze vertelt dat ze die truc met de strop eens in een film had moeten doen. Alleen dat er iets mislukte toen een van de honden een strobaal wegduwde, want die lagen voor de steun onder haar voeten. Nadat Jeanne haar had zien hangen had ze willen ontsnappen, maar dat lukte toen niet meer. Maar het belangrijkste is dat ze nog leeft. En Jeanne? Dat weet niemand… THEMA: - Verdwijning. Het hele boek draait om de verdwijning van Isabelle. - Jaloezie. Jeanne is jaloers op Isabelle. - Machtsstrijd. Er is een machtsstrijd tussen Jeanne en Isabelle. Isabelle heeft haar uiterlijk, haar macht en Jeanne haar honden, wat weer haar macht is. RUIMTE: De ruimte speelt in dit verhaal een belangrijke rol. Eerst wordt het dorpje beschreven, waar je meteen een goede indruk van krijgt. Het dorpscafé waar alle mannen komen geeft een echt dorpsleven weer, waar iedereen elkaar ook kent. De plek met het bassin wordt duidelijk beschreven en de weg ernaar toe. Het huis van Jeanne en de kelder worden heel duidelijk omschreven. De omgeving die wordt beschreven heeft niet echt een hele grote betekenis, het is alleen dat je er een wat beter beeld van krijgt en je meer in het verhaal kunt inleven. Ik denk dat de personen daarom ook zo duidelijk beschreven worden, zodat je je er veel bij kunt voorstellen en alles ‘echt’ kan zien. De ruimte is couleur locale. TIJD: Het verhaal begint ab ovo. Het begint bij het begin met: niet lang geleden… Het hele verhaal is eigenlijk een soort flashback. Het verhaal is al gebeurd en wordt daarna opgeschreven, in de verleden tijd dus. Er komt veel tijdverdichting in voor. De volgende morgen, na minstens een week enz. De verteltijd is 73 bladzijden en de vertelde tijd is 34 dagen. Er zijn veel tempowisselingen. De ene keer gaan ze van de ene avond naar de ochtend en dan slaan ze een week over. EINDE: Het boek heeft een gesloten einde, want Isabelle is weer terug. Toch heeft het boek ook wel een beetje een open einde, want Bernard wil nog weten waar Jeanne is. Hij gaat nog naar haar op zoek. Het einde is dus een beetje gemengd, vooral als je als lezer ook wilt weten wat er met Jeanne is gebeurd. TITEL: De titel slaat op de naam van de filmster die in het boek wordt vermist, Isabelle. Bron: internetcollege Over Tessa de Loo Tessa werd op 15 augustus 1946 geboren als oudste van de 3 kinderen. Als ze vijf is, verhuist het gezin van Amsterdam naar Oss. Haar vader wordt hier chemicus bij Organon, een farmaceutisch bedrijf. Ze kwamen hier als niet-gelovigen in een katholieke wereld terecht, dat Tessa tot een buitenbeentje maakte. Ook was Tessa de Loo bovendien als kind wat in zichzelf gekeerd. De oorzaak hiervan is ook te vinden in haar slechte ogen (-7) en het feit dat ze weigerde een bril te dragen( later vormden contactlenzen een goede oplossing hiervoor). Al op de middelbare school schreef Tessa de Loo vaak opstellen. Ook tekende en schilderde ze veel. Op school gaat het stroomafwaarts. Eerst volgt ze 2 jaar het gymnasium om daarna over te stappen naar de HBS. Het probleem is dat ze een slechte leerling is en slechte punten haalt. Hierdoor gaat ze naar de MMS. Dit valt haar beter en ze slaagt met drie negens, onder andere voor Nederlands. Na de middelbare school volgt ze een MO-opleiding in Utrecht. Haar eerste keus was de kunstacademie, maar haar ouder vonden dit niet goed en ze moest een andere keus maken. Op haar twintigste trouwt ze (naam niet genoemd) en na 5 jaar wordt Joris geboren. Met haar man en kind verhuizen ze naar de achterhoek en ze wordt lerares. En in 1973 verhuizen ze naar Texel waar ze ook lerares wordt. Ze neemt hier ook de beslissing om schrijfster te worden. Tessa scheidt van haar man en gaat in 1980 met haar zoon in Pieterburen wonen. Als ze 37 jaar is debuteert ze met het boek ‘De meisjes van de suikerwerkfabriek’. Dit boek valt goed in de smaak en ze krijgt hier 2 prijzen voor, de Anton Wachtersprijs voor het beste debuut en de Gouden Ezelsoor voor de meest verkochte debutant. Boeken zoals Isabelle en het Rookoffer werden niet goed beoordeeld. Maar het boek ‘de Tweeling’ was weer een groot succes. Begin november 1994 kreeg ze de Publieksprijs voor het meest gewaardeerde boek en ontving hierdoor 50 duizend gulden In datzelfde jaar verhuist Tessa naar Coimbra in Portugal. Eigen mening Ik vond dit boek heel leuk. Ik vond de verschillen van knap en lelijk goed uitgebeeld en ik vond het leuk dat die 2 eigenschappen ook bij elkaar kunnen passen. Het boek is niet lang en bevat een aantal moeilijke woordjes. Voor de rest is het boek makkelijk te lezen. Ik vind het alleen jammer dat er niet wordt beschreven hoe Jeanne’s leven verder gaat. Of ze nu gepakt wordt of niet gevonden wordt. Het einde is een beetje vaag doordat het een open einde is maar toch ook weer een gesloten einde. Het einde had wel wat beter mogen zijn. Reacties op het boek zijn bijna allemaal slecht. Zo zegt iemand van het Algemeen Dagblad dat dit boek zo is geschreven dat iemand op een middelbare school een 6- zou krijgen als hij dit boek als schrijfopdracht zou inleveren. Ik zelf vind dit boek goed, maar ik raad het oudere mensen niet aan. Voor jongeren is dit gewoon een simpel boek dat je snel wegleest. Makkelijk voor een boekverslag dus! |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |