Boekverslag : Jan Wolkers - Turks Fruit
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1342 woorden.

Van Boekhoven-Bosch B.V., Utrecht (1969)

Titelverklaring:



Turks fruit is een zoet snoepje. Olga krijgt dit snoepje van de ik-figuur tijdens haar verblijf in het ziekenhuis. Het leven is dan wel niet zo zoet voor haar, maar ze geniet even van het snoepje.



De auteur:



Jan Wolkers wordt op 26 oktober 1925 in Oegstgeest geboren. Hij groeit op in een streng gereformeerd gezin, als derde van elf kinderen. Hij wordt vanwege slechte resultaten van de MULO gestuurd. Hij helpt eerst zijn vader in de winkel en heeft daarna een aantal verschillende baantjes: bijv. dierenverzorger, tuinman en lampenkappenschilder.



In de oorlog duikt hij onder. In 1944 sterft onverwacht zijn oudste broer. Dit grijpt hem erg aan, omdat hij zijn broer bewonderde vanwege diens protesten tegen hun vader. Na de oorlog studeert hij beeldhouwkunst in Den Haag, Amsterdam en Salzburg. In 1957 krijgt hij een beurs voor een stage bij Ossip Zadkine in Parijs. Hij debuteert in 1961 als schrijver met de verhalenbundel Serpentina’s petticoat. Kort Amerikaans (1962) is zijn eerste roman. Jan Wolkers roept met de ongeremde beschrijvingen van thema’s als sexualiteit, dood en geloof veel weerstanden op. In 1963 ontvangt hij de Novelleprijs van de stad Amsterdam, maar drie jaar later geeft hij het geld terug uit protest tegen het politieoptreden tegen de provo’s. Vervolgens weigert hij in 1982 de Constantijn Huygensprijs en in 1989 de P.C. Hooftprijs. Het Auschwitzmonument in Amsterdam is zijn bekendste sculptuur.



Een selectie uit zijn omvangrijke oeuvre:



Romans: Kort Amerikaans (1962), Terug naar Oegstgeest (’65) en Brandende liefde (’81): evenals Turks fruit alle drie verfilmd.



Verhalen: Gesponnen suiker (’63), 22 Sprookjes, verhalen en fabels (’85).



Essays: Tarzan in Arles (’91), Mondriaan op Mauritius (’97).



Literaire stroming:



Realisme, met invloeden van het existentialisme.



Genre:



Liefdesroman, voor een groot deel autobiografisch.



Samenvatting:



De ik-figuur ontmoet Olga, wanneer hij staat te liften en door haar wordt opgepikt. Deze autorit loopt uit op een heftige vrijpartij. Het pijnlijke einde hiervan is, dat de penis van de ik-figuur in de rits vast blijft zitten. Tot overmaat van ramp krijgen ze een auto-ongeluk. Ze ontmoeten elkaar na twee maanden weer en de liefde bloeit op. Olga komt voorgoed bij de ik-figuur wonen en ze trouwen al na een paar maanden. De moeder van Olga heeft voor deze gelegenheid ongevraagd een tuinfeest georganiseerd, wat niet bij bruid en bruidegom in de smaak valt.



De vader van Olga overlijdt en de ik-figuur vindt dat haar moeder hem ‘met geduld’ heeft vermoord. Zij heeft hem namelijk grote hoeveelheden vet te eten gegeven, terwijl hij op dieet was. Olga en de ik-figuur zijn getroffen door dit verlies. De ik-figuur kan helemaal niet met zijn schoonmoeder overweg. Zij is de oorzaak van Olga’s angst voor een zwangerschap en haar afkeer van kinderen. Haar moeder heeft namelijk een borstamputatie ondergaan en ze heeft Olga altijd verteld dat zij haar borst leeggezogen heeft.



De afkeer van kinderen komt goed tot uiting, als de ik-figuur een beeld maakt dat ‘Het Moedergeluk’ moet uitbeelden. Olga staat daarvoor model, maar bij de onthulling merkt een wethouder op: ‘Het lijkt wel of die moeder bang is van dat kind’. Als ze daarentegen model staat met een kat in haar handen, wordt over het beeld opgemerkt: ‘Die vrouw die staat daar met die kat of ze een lief kindje in de armen heeft.’



De schoonmoeder van de ik-figuur zorgt er zeer geraffineerd voor, dat Olga bij hem weggaat. Tijdens een etentje laat zij haar met een zakenrelatie kennismaken. Olga loopt met beide benen in deze val en de ik-figuur moet braken van onbehagen. Olga vertelt hem dat zij niet meer thuiskomt en dat de officiële scheiding wordt geregeld. De ik-figuur schrijft op de scheidingspapieren, dat hij altijd van haar zal blijven houden, wat ze ook doet.



In de jaren na de scheiding stort de ik-figuur zich op allerlei kortstondige liefdes. Hij voelt zich zeer eenzaam, vooral als de Amerikaanse meisjes die bij hem een kamer huren, vertrekken. Een meeuw, die hij verzorgt, verlaat hem uiteindelijk ook. Dan stort hij zich op zijn werk.



Na een jaar ontmoet hij Olga weer, bij de Bijenkorf. Ze heeft haar haar geblondeerd en ze ziet er slecht uit. Ze vertelt dat ze een kortstondige verhouding heeft gehad met de zakenrelatie en dat ze daarna getrouwd geweest is met een andere zakenrelatie. Van hem is ze zwanger geraakt, maar ze moest aan haar eierstokken geopereerd worden. Ook deze relatie is toen geëindigd. Olga en de ik-figuur houden contact en ze stelt hem voor aan een Amerikaan, met wie ze wil trouwen. Na een jaar is ook de Amerikaan weer uit haar leven.



Olga blijkt ernstig ziek te zijn: ze heeft een hersentumor, die vreselijke hoofdpijnen veroorzaakt. Een operatie kan weinig meer uitrichten en ze moet in het ziekenhuis blijven. De ik-figuur komt haar een paar maal per week opzoeken. Hij leest haar dan voor en koopt Turks fruit voor haar. Ze wordt helemaal kaal en daarom koopt hij een vuurrode pruik voor haar, waarmee ze zielsgelukkig is. Na een half jaar in het ziekenhuis te hebben gelegen, overlijdt ze.



Tijd en tijdvolgorde:



Het verhaal speelt zich vermoedelijk rond het jaar van verschijning af, maar het zou zich ook nu kunnen afspelen.



De tijdvolgorde is niet-chronologisch. De ik-figuur kijkt terug op de hoogtepunten van zijn relatie, die nu beëindigd is. Ook worden duidelijke beschrijvingen van zijn leven na de scheiding gegeven. De twee verhaallijnen lopen door elkaar heen.



Plaats /ruimte:



Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Rotterdam.



Karakterbeschrijving en –ontwikkeling /onderlinge relaties:



De ik-figuur:



De ik-figuur is beeldhouwer van beroep. Hij heeft af en toe zeer vreemde gedachten over seks en liefde, maar hij is stapelverliefd op Olga. Als hij haar verliest, stort hij zich weer op de gedachteloze seks. Hij is een rond karakter.



Olga:



Olga is de grote liefde van de ik-figuur. Zij komt uit een rijk milieu. In haar denken en doen kan ze zeer kinderlijk zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ze geen kinderen wil, omdat ze bang is dat ze dan net als haar moeder haar borst kwijtraakt. Als ze op de wc zit en ze ziet iets roods, is ze bang dat ze kanker heeft. Aan het eind van het verhaal is ze een bittere vrouw geworden, die niet meer in staat is van iemand te houden. Olga is een rond karakter.



De moeder van Olga:



Olga’s moeder is in de ogen van de ik-figuur een behekste vrouw. Zij wil niet dat haar dochter haar leven met een kunstenaar deelt en koppelt haar aan een zakenrelatie. De ik-figuur richt alle haatgevoelens tegen haar. Ze is een vlak karakter.



De vader van Olga:



Olga’s vader is een sullige man, die door zijn vrouw wordt bedrogen. Door lollig te zijn, verbergt hij zijn gevoelens hierover. Uiteindelijk overlijdt hij, volgens de schrijver mede door toedoen van zijn vrouw. De ik-figuur kan wel met hem opschieten en Olga is helemaal gek op hem. Hij is een vlak karakter.



Geloofwaardigheid van het verhaal:



…..



Thematiek:



Eenzaamheid, angst en seksualiteit:



De ik-figuur is eenzaam na zijn scheiding met Olga. Al het levende wat nog bij hem in de buurt is, verlaat hem. Olga heeft angst voor zwangerschappen en relaties. Deze angsten zijn voor een groot deel door haar moeder gekweekt. Zij heeft veel invloed op haar.



Natuurlijk speelt ook seks weer een grote rol in deze roman. De liefdesspellen van Olga en de ik-persoon worden uitvoerig besproken. Verder wordt aandacht besteed aan dierenliefde en –haat en de dood.



Motto:



Rastapopoulos: Ik, naar? Ik ben de grootste naarling van de hele wereld! Het is erg, maar toch écht waar!



Carreidas: O, nee, ik ben de grootste naarling van de wereld…. En ik ben trouwens veel rijker!



Rastapopoulos: Misschien, maar ik heb mijn drie broers en mijn twee zusters geruïneerd en mijn ouders uitgezogen…. Nou, wat zegt u daarvan?



Carreidas: Dat is nog niks! Ik ben zo slecht geweest tegen mijn oudtante, dat ze gestorven is van verdriet!



Rastapopoulos: Nu heb ik er genoeg van! Vooruit, geef toe, dat ik slechter ben dan u!



Carreidas: Nooit! Hoort u dat? Ik sterf nog liever!



(De Avonturen van Kuifje; Vlucht 714)



Taalgebruik:



De stijl die Wolkers gebruikt, is zeer levendig. Hij beschrijft de gebeurtenissen zeer realistisch. De liefdesscènes zijn af en toe met grof taalgebruik beschreven.



Opdracht:



Voor Olga Stabulas



Vertelsituatie:



Ik-vertelsituatie



Perspectief:



Ik-perspectief



Verhaalopbouw:



19 hoofdstukken met titelnaam.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen