Boekverslag : Harry Mulisch - De Aanslag
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4076 woorden.

DE AANSLAG



Zakelijke gegevens

- De aanslag

- Harry Mulisch

- De bezige bij, 1982 (eerste druk) Amsterdam



Persoonlijke reactie



Het was een goed boek om te lezen. Het was spannend, aangrijpend, ontroerend. Je kon je helemaal inleven in de hoofdpersoon. Wat mij het meeste aansprak was toch wel de aanslag zelf. Dat Fake Ploeg werd doodgeschoten voor de buren van Anton en dat de fam. Korteweg het lijk snel voor Antons huis neerlegden.

Ik heb geen negatieve dingen gevonden aan dit boek. Alles hangt heel erg in verband met elkaar. Het is helemaal op elkaar afgestemd. Ieder dingetje heeft wel een diepere betekenis. Ik denk dat dit boek een verhaal apart is. Er zijn natuurlijk wel veel boeken over de oorlog, maar dit boek besteed meer aandacht aan het leven daarna. Wat de oorlog met zich mee heeft gebracht in het leven van de mensen die het bewust hebben meegemaakt.

Er is natuurlijk altijd de vraag wie is er schuldig…Ik denk dat je voor je zelf moet weten wie dat is in het boek. Of het zijn de Duitsers of het zijn Truus en Cor. Als Ploeg niet was doodgeschoten waren en misschien wel meer Joden vermoord..

Ik zou een ander zeker aanraden om dit boek te lezen. Het is zo’n mooi boek. Hij weet het ook precies goed te brengen. Ik weet niet precies of het echt is gebeurd, maar dat zou natuurlijk heel goed kunnen.



Inhoud



Samenvatting van het verhaal



Het verhaal begon toen erop een januari-avond in 1945 te Haarlem een man werd doodgeschoten, het was Fake Ploeg, een hoofdinspecteur van de politie. Zijn lijk lag voor het huis van de buren van de familie Steenwijk. De buren van de Familie Steenwijk legde het lijk voor hun huis neer. Peter (de oudste zoon van de familie Steenwijk) wou Fake Ploeg oppakken en ergens anders heen brengen uit angst voor represailles. Maar de Duitsers zagen hem en Peter probeerde te vluchten. De Duitsers kwamen het huis binnen van de familie Steenwijk en staken het huis in brand. De ouders en de jongste zoon (Anton) werden meegenomen. Anton en zijn ouders werden naar verschillende plekken weggevoerd. Anton zou nooit weten waar zijn ouders terecht waren gekomen. Uiteindelijk komt hij later toch achter de waarheid. Anton zelf werd gevangen gehouden in een cel waarin ook een vrouw in opgesloten zat. Hij had een diepgaand gesprek met de vrouw maar had haar niet kunnen zien. De volgende dag mocht Anton naar zijn oom en tante die in Amsterdam woonden.

Jaren na de oorlog komt hij de zoon van Fake Ploeg tegen. Hij heet ook Fake Ploeg en zat vroeger bij Anton in de klas. Ze praten over de oorlog en ze kregen een beetje ruzie waarop Fake met een steen een spiegel kapot gooit. Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer onder het roet komt te staan. Dit is een toevallige kopie van de avond van 1945 toen de Duitsers de ruiten van het huis Van de familie Steenwijk ingooiden en in brand staken. Weer jaren later trouwt Anton met zijn eerste vrouw. Op een zekere dag gaat hij naar een begrafenis waar hij oud verzetsstrijders tegenkomt. Hij ontmoet een man die Takes (of Gijs) werd genoemd. Hij is diegene die Fake Ploeg doodgeschoten had in de oorlog. Anton was eerst eigenlijk niet geïnteresseerd maar Takes liet zich niet onderbreken en zei dat hij samen met een vrouw was: Truus Coster. Later blijkt dat dat de vrouw is waarmee Anton die nacht in de cel mee heeft doorgebracht.

Als het verhaal bijna op zijn eind loopt hertrouwt Anton met een andere vrouw (Liesbeth). Ze krijgen een zoontje (Peter). Als Anton een paar jaar later met Peter in een demonstratie meeloopt ontmoet hij Karin Korteweg. De dochter van de buurman die het lijk voor hun huis had neergelegd. Ze vertelde Anton waarom nu precies voor hun huis. Haar vader was namelijk bang voor zijn hagedissen. Toen bleek wat de Duitsers allemaal hadden gedaan heeft hij ze allemaal doodgetrapt. Bij de andere buren kon het namelijk niet omdat die buren joden bij hen hadden laten onderduiken. Toen Anton alles wist, was hij verder de mensenmassa ingelopen.



Korte samenvatting

Proloog (blz. 7-11)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. Aan de kade lagen vier huizen: in "Welgelegen" woonden de Beumers, in "Buitenrust" Anton met zijn ouders en broer Peter, in "Nooitgedacht" meneer Korteweg en zijn dochter Karin, in "Rustenburg" het echtpaar Aarts, met wie men weinig contact had. Anton lag vaak in het jaagpad langs het kanaal.



Eerste Episode: 1945 (blz. 15-73; vier hoofdstukken)



Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Kortewijk ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie. Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer terug te zeulen. De Duitsers komen; Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee.

Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en het wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede gezet. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over de fascisten (Jawel, maar dat hebben ze gedaan omdat die hufter daar is geliquideerd, en ze zullen zeggen, dat het dus de schuld van de illegaliteit is dat ze dat moesten doen.) en over de noodzaak hen te haten.

Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Zijn oom Peter haalt hem op.



Tweede episode: 1952 (blz. 15-73; vier hoofdstukken)



Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos doktersechtpaar aan de Apollolaan te Amsterdam. Na de oorlog blijkt dat zijn ouders en Peter in de fatale nacht ter plekke zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst; hij gaat niet op onderzoek uit.

Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij voor het eerst in 1952 weer terug in de stad die hij in januari 1945 verlaten heeft. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar flauwe studenten kwetsende opmerkingen maken. 'maar er schijnen ook allerlei oud-SS'ers in het legioen te zitten. Ik heb gehoord, dat ze vrijstelling van vervolging krijgen als ze zich melden.' 'Nou en? Je loopt achter, man, met je SS. In Korea kunnen ze het mooi goedmaken.' Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten.



Hij besluit, na lang aarzelen, een kijkje te nemen in zijn oude straat. Als hij in de straat staat, komt mevrouw Beumer naar buiten en roept hem naar binnen. Ze vertelt dat Anton's moeder die nacht in januari een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna samen met andere gijzelingen zijn geliquideerd. Ook vertelt zij dat er aan het einde van de straat, op de plek waar geschoten was, een monument was opgericht. Anton vertrekt om het monument te bekijken, hij ziet de namen van zijn ouders, maar Peter staat er niet bij.

Bij navraag blijkt dat zijn oom hem wel verteld heeft over het monument, maar dat Anton de onthulling niet wilde bijwonen. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden.



Derde episode: 1956 (blz. 109-130; drie hoofdstukken)



Na zijn kandidaatsexamen gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoerig rond het hoofdkwartier van de C.P.N. in Amsterdam (het gebouw Felix Meritis). Tijdens een relletje ontmoet Anton in de portiek van zijn huis Fake Ploeg jr., die een kei in zijn hand heeft. Op de kamer van Anton ontwikkelt zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was kon Fake niet gaan studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anticommunistisch (Het zijn niet toevallig diezelfde rotcommunisten geweest, die hem hebben vermoord. Dat is hetzelfde tuig, dat je nu met helmen op hun rotkoppen daar door de dakgoot ziet lopen.). Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren, die Anton's familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met zijn kei. Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer onder het roet zit. (Dit lijkt op de verschrikkelijke nacht in 1945 toen de Duitsers de ruiten kapot sloegen en het huis van Anton zijn ouders in brand staken.)



Vierde episode: 1966 (blz. 133-203; vijf hoofdstukken)



In 1959 doet Anton staatsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilhelmina Gasthuis. In Londen ontmoet hij een stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt van het concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet. Begin juni 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van de Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de verzetsstrijder Cor Takes. Deze heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten (hij wilde er helemaal niet over praten. Zij dachten vermoedelijk dat hij geweldig met het verleden overhoop lag, nog elke nacht er van droomde, maar de feiten waren dat hij er bijna nooit aan dacht.), maar Takes moet zijn hart luchten en blijft tegen hem aanpraten. Hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg. Hij had een zweep met ijzerdraad er in gevlochten, waarmee hij de vellen van je gezicht sloeg, en van je blote kont, en dan douwde hij je met je achterste tegen de gloeiende kachel. Hij stopte een tuinslang in reet en liet hem net zo lang spuiten tot je je stront uitkotste. Over het gezeul met het lijk van Ploeg weet hij niets. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Ze blijkt het meisje te zijn met wie Anton in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu, dat ze drie weken voor de bevrijding is vermoord door de Duitsers. Takes geeft zijn adres en telefoonnummer aan Anton.

Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal uit zijn evenwicht. Hij wilde de foto van Truus, die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus.

De volgende dag gaat Anton naar Takes die nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsverleden zit. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg afvuurde. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd.



Laatste episode: 1981 (blz. 207-254; vier hoofdstukken)



Anton en Saskia zijn gescheiden en Anton is hertrouwd met Liesbeth, die kunstgeschiedenis studeert. Ze hebben een zoon: Peter (1969). Anton verdient veel en heeft vier huizen. Hij is vaak in Italië. Hij wordt neerslachtig en heeft soms ook last van een crisis.

In 1978 gaat hij met Sandra naar Haarlem. Op de plaats waar het verbrande huis heeft gestaan is een bungalow gebouwd. Ze bezoeken het monument en het graf van Truus Coster op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Sandra legt een roos op het graf. Door de emoties weet Anton nu weer wat Truus in de cel tegen hem gezegd heeft. Als Anton dit aan Takes wil vertellen, merkt hij dat het huis van Takes is afgebroken.

Tijdens de vredesdemonstratie op 21 november 1981 te Amsterdam ontmoet Anton Karin Korteweg. Van haar verneemt hij, dat Peter in die nacht in januari 1945 bij hen is binnen gevlucht. De Duitsers hebben hem neergeknald. Korteweg en zijn dochter zijn naar de Ortkommandantur gebracht. Anton herinnert zich dat hij Korteweg daar in een glimps gezien heeft. (zie blz.59) Hij hoort nu ook waarom Korteweg het lijk weg wilde hebben: hij was bang voor zijn hagedissen. Toen bleek wat welke represaillemaatregelen de Duitsers namen, heeft hij de beestjes zelf doodgetrapt. Hij wilde het lijk niet voor het huis van Aarts leggen, omdat daar Joden zaten ondergedoken. Ook vertelt Karin dat haar vader zelfmoord heeft gepleegd in 1948. Nu weet Anton alles. Hij laat Karin hulpeloos achter en wordt door de menigte opgenomen. Samen met Peter loopt hij verder. Een lange man loopt met zijn zoon aan zijn hand in een demonstratie. Hij 'heeft de oorlog meegemaakt', nog net, als een van de laatsten. Tegen zijn zin is hij er bij betrokken, bij die demonstratie,



Het onderwerp



Het onderwerp is de aanslag. Hier begint het verhaal mee. De rest van het verhaal draait om de gevolgen van de aanslag en het erop terugkijken. Ik vond het onderwerp zeer boeiend. Het maakt je nieuwsgierig, want het roept vragen op. Ik wilde vooral graag weten waarom Anton's buren het lijk voor Anton's huis hadden gelegd. Vooraf had ik weinig verwachtingen over het boek. Ik wist alleen dat het over de tweede wereldoorlog ging. Het onderwerp ligt natuurlijk niet echt in mijn belevingswereld. Natuurlijk weet ik iets van oorlog omdat het elke dag op het nieuws wordt verteld en natuurlijk heb ik op school over de tweede wereldoorlog geleerd, maar echt weten hoe het voelt om te worden onderdrukt in een oorlog of je ouders te verliezen doe ik niet. Zoiets weet je volgens mij pas als je het zelf mee maakt en gelukkig heb ik zoiets nog nooit meegemaakt. Ik vind dat de schrijver het onderwerp goed heeft uitgewerkt. Er zit diepgang in. Anton's gevoelens worden goed weergegeven. Ook vind ik dat er een goed beeld van de sfeer wordt gegeven, alsof je er zelf bij bent. In het boek wordt de visie van Anton weergegeven. Hoe hij over de aanslag denkt enz. Ik kan begrip voor hem opbrengen. Ik vind wel dat hij logisch handelt.

Gebeurtenissen:

De belangrijkste gebeurtenis is uiteraard de aanslag. Die gebeurtenis wordt gedurende het hele verhaal goed en uitvoerig beschreven. De gebeurtenis en de gevoelens / gedachten van Anton spelen allebei een belangrijke rol. Ze hebben natuurlijk ook een verband met elkaar. De gevoelens en gedachten van Anton worden natuurlijk bepaald door de aanslag. De aanslag heeft grote invloed op de rest van Anton's leven. Als die aanslag er niet was geweest, was er natuurlijk een geheel ander verhaal ontstaan. De gebeurtenissen vloeien logisch in elkaar voort. Ik vind het een realistisch verhaal. Een verzonnen verhaal als dit zou zo echt gebeurd kunnen zijn. Zulke dingen gebeurden in de oorlog, dat is algemeen bekend. Alle gebeurtenissen worden duidelijk uitgelegd en beschreven. Zelf hoef je dus geen verbanden te leggen, dat vind ik niet vervelend. Ik hou er wel van als er gewoon verteld wordt waar het op staat. Van die vage boeken vind ik maar irritant, dan zit je jezelf steeds maar af te vragen of je het eigenlijk wel begrijpt. Bij die vage boeken vraag ik me vaak af wat ze er nou mee willen zeggen

Opbouw:

Ik vind het verhaal niet ingewikkeld van opbouw, het zit logisch in elkaar. Eerst gaar het over de aanslag en vervolgens over de gevolgen ervan. Er zitten vrij veel terugblikken in het verhaal. Zoals ik al vertelde komt Anton gedurende het verhaal steeds meer te weten over de aanslag, hij denkt er dan ook de hele tijd aan terug . En de lezer met hem. Ik vind dit niet storend. Het is toch heel normaal om af en toe in het verleden terug te kijken! Dat gebeurt in het echte leven ook. Uiteraard passen de vele terugblikken goed bij het onderwerp, dat lijkt me logisch aangezien het hele verhaal om de gevolgen van die aanslag draait. De gebeurtenissen worden gezien door de ogen van Anton, dit past wel bij het verhaal. Natuurlijk is het wel minder objectief om maar de visie van een persoon te zien. Aan het einde van het boek zijn weinig onduidelijkheden, dat is prettig. Ik lees namelijk een boek om antwoorden te krijgen op mijn vragen. Als ik aan het eind van een boek nog niks wijzer bent geworden heb ik altijd het idee dat ik het boek dus net zo goed niet had kunnen lezen.



Personages:



De hoofdpersoon van het boek is Anton Steenwijk. In het begin van het boek is hij 12 jaar, aan het einde 48 of 49 jaar. Blijkens de opmerkingen van anderen verandert hij in de loop van de jaren nauwelijks. Hij was een lange, slanke man met sluik, donker haar, donkere wenkbrauwen en een gave huid in de tint van noten. Hij hief meestal zijn hoofd een beetje schuin en gooide vaak zijn haar met een korte beweging naar achteren, wat iets sympathieks had. Hij liep een beetje sloffend.

Anton leek op zijn vader die griffier was bij de arrondissementsbank. Tijdens de oorlog gaf hij zijn zoon Peter Griekse les, in naam van de humanitas. Tijdens de aanslag bleef hij gebogen, als een schim aan tafel zitten zonder iets te kunnen doen. In tegenstelling tot Anton en zijn vader waren moeder en broer Peter blond en hadden blauwe ogen. Er valt niet veel over hen te zeggen; evenmin over de oom en tante die Anton in huis nemen.

Anton wilde de aanslag vergeten. Al tijdens de ramp had hij af en toe het gevoel er niet echt bij te zijn. Hij was ook te jong om het allemaal te bevatten. Dat hij voor het eerst in een auto zat, leek hij belangrijker te vinden dan dat hij zijn ouders niet meer zag. Na de bevrijding, toen het bericht kwam dat zijn ouders en broer doodgeschoten waren, wilde Anton de gebeurtenissen diep in zichzelf sluiten.

Maar ook al wil Anton de aanslag vergeten, deze gebeurtenis blijft de hele tijd in hem doorwerken. En hoe sterk, blijkt als hij beseft dat hij met Saskia is getrouwd omdat zij lijkt op de voorstelling die hij heeft gemaakt van Truus Coster.

Saskia was stewardess, haar vader, De Graaff, was ambassadeur in Athene. In de oorlog had hij een vooraanstaande positie binnen het verzet bekleed. Hij sprak niet vaak over de oorlog.

Mevrouw de Graaff werd vergeleken met koningin Wilhelmina en met een generaal. Anton hertrouwde met Liesbeth, wiens vader in Indonesië in Japanse gevangenschap had gezeten en daar ook nooit over sprak.



Van Saskia kreeg Anton een dochter, Sandra en van Liesbeth een zoon, Peter. De meeste personen krijgen weinig diepgang in het boek. Dit is niet het geval met Cor Takes, de man die samen met Truus Coster de aanslag op Ploeg had gepleegd. Takes had sombere donkerbruine ogen, waarvan het linker anders was dan het rechter. Daardoor bezat hij een doordringende blik waartegen Anton geen verweer had. Toch vond Anton Takes sympathiek, hij had zich nog nooit zo met een ander verbonden gevoeld. Voor Takes was het nog steeds oorlog, hij kon er niet los van komen. Takes sprak met Anton over de oorlog, niet om zijn daad goed te praten (hij zou nu weer een fascist kunnen doden), maar omdat hij aan niks anders meer kon denken. Hij was verliefd op Truus, al had hij een vrouw en kinderen. Hij wilde van Anton weten wat Truus in de cel gezegd had, maar die kon het zich niet meer herinneren. Wij als lezer weten dat Truus ook van Takes hield.

Truus Coster was een 'filosofe met een pistool'. Als het over de moraal ging, zat ze op haar praatstoel. Ze had dik, weerbarstig, roosig haar. Ze is niet ouder dan 24 jaar geworden: in april 1945 is ze in de duinen geëxecuteerd. Haar geboorte- en sterfdatum zijn precies gelijk aan die van de communistische verzetsstrijdster Hannie Schaft ('het meisje met het rode haar'). Er komen meer figuren voor in de roman die in verband kunnen worden gebracht met reële personen.



Fake Ploeg was de zoon van de NSB'er Ploeg. In 1956 blijkt hij een felle anticommunist te zijn. Hij verdedigt zijn vader hartstochtelijk.



Meneer Korteweg was zeeman geweest. Hij had veel reptielen, die voor hem heel belangrijk waren. Daarom had hij het lichaam van Ploeg verlegd. Later trapte hij ze dood, omdat Antons ouders en broer vermoord waren. Uit angst dat Anton wraak zou nemen, emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland. Daar pleegde hij in 1948 zelfmoord. Karin was verpleegster. Zij is nooit getrouwd.



Taalgebruik:



Ik vind het taalgebruik niet moeilijk, het is begrijpelijk. Alleen in het begin toen was het taalgebruik een beetje onbegrijpelijk maar later werd dat wel duidelijk. De verhouding dialoog / beschrijving is ook goed. Het taalgebruik is erg helder en beschrijft de situaties en gevoelens erg goed. Bijzonderheden in het taalgebruik zijn me niet echt opgevallen. Ik vond het taalgebruik gewoon erg prettig. Het was duidelijk en niet te ingewikkeld.

De reclametekst



De aanslag



Het is Januari 1945. Het is nog steeds oorlog, maar de oorlog dreigt op te houden. Op een avond in januari verandert het leven van Anton Steenwijk uit Haarlem drastisch door de aanslag op het leven van NSB’er Fake Ploeg. Door deze gebeurtenis wordt door de Duitsers zijn huis verbrand en worden zijn ouders en broer vermoord.Op een gegeven moment gaat hij wonen bij zijn oom en tante in Amsterdam, maar het voorval blijft hem de rest van zijn leven achtervolgen onder meer doordat hij steeds mensen ontmoet die te maken hebben gehad met het drama. Hij zoekt met name naar de schuldigen van de moord, maar zal hij ook te weten krijgen wie de schuldigen zijn…

Hierover meer in het boek De aanslag van Harry Mulisch.



Informatie over de auteur



Harry Kurt Victor Mulisch werd geboren op 29 Juli 1927 in Haarlem als enige zoon van K.V.K Mulisch die uit Oostenrijk komt, en Alice Schwarz uit Antwerpen.

Zijn vader komt te overlijden na in de 2e wereldoorlog in een werkkamp te zijn gestopt. Zijn moeder emigreert naar San Francisco, waar ze Amerikaanse wordt.

Zijn schrijfcarrière begint in 1947 waar hij een stukje in het Elsivier weekblad schrijft. Twee jaar later schrijft hij z'n eerste roman genaamd « Archibald Strohalm ». Hij woont sinds 1958 in Amsterdam. Uit zijn huwelijk met S. Woudenberg komen twee kinderen voort; Anna en Frieda. In 1992 krijgt hij z'n 3e kind genaamd Menzo uit een verhouding met een andere vriendin.

Mulisch is sinds 1958 redacteur geworden van verschillende bladen. Sedert 1962 is hij bestuurslid van « de bezige bij ». Hij schreef ondertussen veel goede literaire boeken, waar onder het legendarische boek; « de aanslag ». Er worden een aantal tentoonstellingen over hem gegeven. Ook werd hij bij de uitreiking van « de ontdekking van de hemel » bevorderd tot officier in de orde van Oranje Nassau; Tevens kreeg hij een zilveren medaille van de gemeente Amsterdam.

Tevens zijn er ook een aantal boeken van hem verfilmd, waaronder « de aanslag ».



Het eerste boek van Harry Mulisch is : Tussen hamer en aanbeeld en het werd uitgegeven door de arbeidspers in Amsterdam.

Daarop volgde zijn eerste roman genaamd : « Archibald Strohalm ». Verder schreef Harry Mulisch ook nog een boek met een sprookje en die werd uitgegeven door «De Bezige Bij » uit Amsterdam. Dat boek heette « Quauhquauhtinchan in den vreemde ».

Ook schreef hij een heel erg goed boek met de nodige prijzen, het werd in 1982 uitgegeven, wederom door « de Bezige Bij » uit Amsterdam, en dat boek heette « de Aanslag » Eens schreef hij ook een gedichtenbundel met als titel «De Gedichten ».

Hij heeft natuurlijk nog wel veel meer boeken geschreven, maar dit waren zijn bekendste boeken. Verder valt ook erg op dat bijna al zijn boeken zijn uitgegeven door de in Amsterdam gevestigde uitgeverij « De Bezige Bij ».

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen