Boekverslag : Abbing & Van Cleeff - Struisvogelkoorts
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1591 woorden.

Leesverslag

Titel: Struisvogelkoorts

Auteur: Abbing & Van Cleeff

Uitgeverij Leopold, Amsterdam, 1996

De jonge lijsters, uitgave van Wolters-Noordhoff,1999



Waarom ik het boek heb gekozen:

Ik heb het boek gekozen, omdat ik het boek gekocht had via school. Ook sprak de achterkant van het boek me aan, de korte tekst over het boek die daar stond.



Eerste persoonlijke reactie;

Ik vond het een spannend boek, het boek bevat veel spannende gebeurtenissen. Ik vond het wel werkelijk, het gaat over een rage van een Yacca. Een tijdje geleden was er hier ook zo’n rage, van tamagotchi. Een Yacca is ongeveer hetzelfde als een tamagotchi. Het is een soort spelletjescomputer, maar dan in het klein, je kunt telkens een level hoger komen. Kinderen die een Yacca hebben, lopen met een gelukzalige uitdrukking op hun gezicht. Ze geven hun Yacca ook nooit weg. Ik vond het wel een interessant verhaal



samenvatting

Feya is net verhuisd. Op haar nieuwe school komt ze in contact met Lot, het zusje van Sem die bij haar in de klas zit. Lot heeft straf omdat ze een Yacca van iemand had gestolen. Iedereen van de school wil een Yacca hebben. Die kun je alleen winnen als er een struisvogeltje onder je dopje van je potje jodium zit. Alleen Sem en Feya willen geen Yacca, ze vinden het gevaarlijke dingen. Sem en Feya willen het raadsel van de Yacca’s oplossen. Waarom er kinderen verdwijnen, waarom de kinderen hun Yacca niet uit willen lenen, wat Niels de broer van Sem en Lot ermee te maken heeft. Niels werkt in de Yacca-fabriek, Farmayaca. Als Feya met haar vader naar Farmayaca gaat, haar vader wil een stukje schrijven over Farmayaca, ziet ze dat er zoveel auto’s van de stomerij binnen zijn. De volgende dag laat ze zich mee naar binnen smokkelen, en ze verblijft in de fabriek. Ze ziet de vermiste kinderen. Ze ontdekt dat dokter brandt een zwerenmiddel op kinderen uittest. Als ze binnenkomen krijgen ze een spuit. Er zijn alleen wat bijwerkingen, je plas wordt blauw, je krijgt een streepje onder je navel.



Uiteindelijk komt ook Sem de fabriek binnen, samen verbranden ze alle Yacca’s, dokter Brandt probeert te vluchten maar wordt opgepakt door de politie. Sem die had alles tegen mevrouw Londo, de directrice, gezegd, en die had de politie mee naar de fabriek genomen. Alle kinderen worden gered, Sem vindt zijn broer Niels weer terug, ze zijn weer goede vrienden, eerst was Niels de vijand van Sem. Niels werkte voor dokter Brandt.

De Farmayaca fabriek brand geheel af, maar iedereen is gered. Sem en Feya hadden beiden hun dagboeken bijgehouden en alle vreemde dingen opgeschreven. Pas toen alles voorbij was legden ze hun dagboeken naast elkaar. De twee dagboeken werden dit boek.



Bespreking van de verhaalaspecten:

Het is een realistisch verhaal, zo’n rage komt bij ons ook voor. In het verhaal werden kinderen gehypnotiseerd of iets, gelukkig gebeurt dat in het echt niet. Maar er wordt wel zo gereageerd op een rage. Als iedereen er een heeft en jij wilt er ook een, dan steel je er desnoods een. Het verhaal bevat weinig open plekken, wel veel flash- backs. Het verhaal begint dat Sem en Feya hun dagboeken naast elkaar leggen. Dan krijg je een heel verhaal in het verleden, namelijk wat er in de dagboeken staat, is in het verleden gebeurd. De hoofdpersonen zijn Sem en Feya. Feya is rustig en een beetje apart. Ze is vaak verhuisd, want haar ouders hebben een beroep waardoor ze veel moeten reizen. Beiden willen ze een probleem op te lossen. Ook hebben ze allebei een doorzettingsvermogen, vooral Feya. Natuurlijk hebben ze allebei ook wel eens met een Yacca willen spelen, maar ze deden het niet. Ook niet toen Feya een struisvogeltje onder haar dopje van jodium had zitten. Sem wilde toen wel een Yacca, alleen maar om te proberen, maar Feya zette door.



Er kwamen in het verhaal geen tijdsprongen voor. Het verhaal is

in een niet-chronologische volgorde verteld. Het verhaal begint aan het einde, als ze hun dagboeken naast elkaar leggen, pas als alles voorbij is. Daarna krijg je pas te horen wat er voorbij is. Het verhaal speelt zich af in deze tijd.



Grondige beschrijving van je leeservaringen:



Onderwerp

Het onderwerp spreekt mij wel aan, eigenlijk is een rage superstom, maar toch doen we er allemaal aan mee. Ik had niet verwacht dat het onderwerp zo uitgewerkt zou worden, als je denkt aan een rage denk je toch niet aan kinderen waarop een zwerenmiddel wordt uitgetest?



Gebeurtenissen

Het verhaal bevat voldoende gebeurtenissen om te blijven boeien. Er gebeurt veel en de gebeurtenissen worden duidelijk uitgelegd. De gebeurtenissen komen logisch uit elkaar voort. Ik vind de gebeurtenissen spannend. Feya die zit in de fabriek, en loopt gewoon tussen de Yacca-kinderen, ze kan zo ontdekt worden, Sem weet niet eens hoe het is met Feya, terwijl ze in de fabriek zit. De gebeurtenis als Feya een struisvogel onder haar dopje van jodium vindt, sprak mij het meeste aan. Ze kan een Yacca krijgen, iedereen heeft er een, maar ze doet het niet. Ze had ook zo in zo’n roes kunnen komen als de kinderen die een Yacca hadden. Maar ze is verstandig en doet het niet.



Personages

De hoofdpersonen zijn wel mensen waarop ik zou willen lijken. Ik vind ze verstandig in hun manier van handelen. Ze vormen een goed team, terwijl ze elkaar nog maar net kennen.

De eigenschappen van de personages vind ik eigenlijk wel gewoon, het zijn gewone kinderen. Van Feya, Sem en Lot kom je het meeste te weten. Ik vind het wel genoeg informatie om hun gedrag te begrijpen. Lot wil erg graag een Yacca, uiteindelijk heeft ze er een om dat ze hem gestolen heeft. Toch is het wel begrijpend waarom ze er een wil hebben. Maar het is ook begrijpend waarom Feya en Sem er geen willen hebben. Ik vind dat ze het probleem goed oplossen, maar ik zou het zo niet doen. Ik zou me niet mee naar binnen durven te smokkelen.

Niet alleen. Samen zou ik het wel doen.



Opbouw

Het verhaal is spannend en boeiend. Er gebeurt veel achter elkaar, geen seconde gebeurt er eens even niets. Door de bouw van het verhaal vind ik het verhaal interessanter om te lezen. Eerst verteld bijv. Sem een stukje, zoals hij de gebeurtenissen ziet, en dan Feya. Het einde is erg duidelijk, als is weer goed, ze moeten weer gewoon naar school.



Taalgebruik

Het verhaal is makkelijk om te lezen. Niet alleen omdat de gebeurtenissen mooi in elkaar overlopen, maar ook omdat het in taal van deze tijd is geschreven. De taal past wel bij de personages, het zijn kinderen, die gebruiken geen ingewikkelde taal.



Verwerkingsopdracht:

Verwerkingsopdracht 8 brief aan correspondentievriendin



Hoi Margriet,

Ik heb pasgeleden het boek: ”Struisvogelkoorts” gelezen. Dat is echt een leuk boek. Het gaat over een rage, net als wij meededen aan die flippo rage. Maar dan gaat het in het boek over een dokter die kinderen als proefdieren gebruikt voor zijn zwerenmiddel. Hij kan de kinderen stil houden door ze een Yacca te geven. Yacca is helemaal in. Het is een soort tamagotchi. Ik vind het echt een superspannend boek, er gebeuren zoveel spannende dingen. Ik vind het echt tof, en ik denk dat jij het ook erg leuk zal vinden. Je moet het echt lezen!!!!

Groetjes,

Carolien



Informatie over de auteur

Abbing & Van Cleeff zijn een schrijversduo bestaande uit Marja Roscam Abbing en Marjet van Cleeff.

Marjet van Cleeff is 43 en Arnhemse van geboorte. Ze studeerde Nederlands en deed daarna onder meer correctiewerk voor uitgeverijen. Ze had een geheime droom: schrijver worden.

Marja Roscam Abbing is 52. Ook zij studeerde Nederlands. Daarna was ze journalist. Ze dacht dat de stap naar schrijven van een ‘echt’ boek te groot was.

Abbing & Van Cleeff zijn allebei getrouwd. Samen hebben ze vijf kinderen tussen de dertien en achttien, de één twee en de ander drie.

Ze wonen allebei al zo’n vijftien jaar in Den Haag. Daar ontmoeten ze elkaar ook, door school van hun kinderen. Ze waren er allebei bibliotheekmoeder en raakten bevriend, toen ze in de bibliotheek in de Torenstraat hetzelfde boek wilden lenen: Vadertje Langbeen. In hun vriendschap speelde het praten over boeken, kinderen en lezen vanaf het begin een grote rol. Op een dag stelde Van Cleeff aan Abbing voor om samen een detective te schrijven. Dat was het begin van hun samenwerking.

Detectives vinden Abbing & Van Cleeff bij uitstek het genre om samen te schrijven. Bovendien houden ze allebei niet van probleemboeken of boeken over een actueel thema. Op detectives zijn ze allebei dol en ze vinden dat er te weinig zijn die speciaal voor kinderen geschreven zijn. Ze weten van het begin af aan dat dat het soort boek is dat ze willen schrijven; een thriller oor kinderen. Ook zijn Abbing & Van Cleeff het erover eens wat voor soort thriller het moet worden. Ze houden niet van boeken met veel bloed en dus zullen hun boeken in niets op de tegenwoordig zo populaire griezelboeken lijken. Ze houden van ‘suspense’, zoals Hitchcock die in zijn films stopt. Een zelfde soort van spanning die op suggestie berust, proberen zij ook in hun boeken te brengen. Hun eerste boek is Struisvogelkoorts. Dat verschijnt in 1996. Daarin lezen we afwisselend de dagboeken van twee kinderen: Feya en Sem. Zo kunnen de schrijvers allebei hun dagboek schrijven.

Andere boeken van Abbing & Van Cleeff zijn: De zwarte rugzak en Wespeneiland.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen