Boekverslag : Ton Van Reen. - Vlucht Voor Het Vuur
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1920 woorden.

1. Gegevens van de roman:

Titel: Vlucht voor het vuur.

Auteur: Ton van Reen.

Datum en plaats

eerste uitgave: Plaats van uitgave Amsterdam/Antwerpen. Jaar van uitgave 1998. Uitgeverij Piramide



2. Gegevens van de auteur:





Ton van Reen



Maatschappelijke achtergrond:

Ton van Reen werd op 30 augustus 1941 in Waalwijk geboren als zoon van een wachtmeester der Rijkspolitie. Hij was het derde van vijf kinderen uit een rooms-katholiek gezin. Toen Ton drie maanden oud was, verhuisde de familie Van Reen naar het Limburgse Helden-Panningen. Hij was tien jaar toen zijn vader aan een hartziekte overleed. Van Reen doorliep de mulo en begon, na de vervulling van zijn militaire dienstplicht, aan een periode van omzwervingen gedurende welke hij tal van beroepen uitoefende. In deze jaren, die hij doorbracht in onder andere Amsterdam, Antwerpen, Delft en Frankrijk, was hij onder meer bouwvakker, zeeman en verpleger en voltooide hij tussendoor de avond-hbs. In 1968 vestigde hij zich, na zijn huwelijk met Corrie Zelen, in Heerlen.

Drie jaar eerder was Van Reen begonnen aan het opbouwen van een bestaan als free lance-schrijver en radiomedewerker. Hij schreef 32 luisterspelen. Tussen 1969 en 1974 studeerde hij voor zijn MO-A-akte Nederlands en was hij maatschappelijk werker. Nadien vestigde hij zich in Maasbree waar hij halverwege de jaren zeventig redacteur werd van de samen met zijn echtgenote opgerichte uitgeverij Corrie Zelen. De uitgeverij hield in 1984 op te bestaan. Sinds 1985 is Van Reen full time-schrijver.

Aanvankelijk verdeelde Van Reen zijn artistieke werkzaamheden over de schilderkunst en het schrijverschap, maar al vrij snel wijdde hij zich uitsluitend aan de literatuur. Vanaf 1965 publiceerde hij in tal van tijdschriften en dag- en weekbladen.



Titels en data van andere werken:

1986 Ontsnapt aan de galg

1994 Het loon van de duivel

2000 Het griezelkasteel









3. Titelverklaring;

Welke titelverklaringen zijn mogelijk?

De titel vlucht voor het vuur betekent op de vlucht

zijn om niet verbrand te worden / op de brandstapel te komen.



4a. Hoofdpersoon:

Hilde : is een meisje van 12 jaar en heeft lang zwart haar en bruine ogen. En woont in Wassenberg (een plaatsje in het gebied wat nu Limburg heet).

4b. Ze is heel aardig en probeert zoveel mogelijk mensen goed te helpen zoals haar moeder en haar broertje. Voor haar leeftijd is ze eigenlijk best volwassen en moet ze veel voor haarzelf zorgen.

4c.Ik vind het heel goed dat ze op haar leeftijd al zo volwassen is en zoveel goeds probeert te doen.

4d.Het is goed dat ze merkte dat de man die de herberg in kwam een oud bewoner van Wassenberg was, en dat ze ging vluchten, want anders was het boek waarschijnlijk wel slecht afgelopen.

4e. Het willen helpen van mensen, en alles goed willen doen herken ik bij mezelf.



5a. Bijpersonen:

Hanna: is de moeder van Hilde, ze heeft zwart haar tot in haar kraag en heeft bruine ogen. Ze is als een soort dokter in Wassenberg en weet veel van geneeskrachtige kruiden.



Zeel: is de vader van Hilde , Meis en Dreeske hij is een koopman en brengt vervoert goederen met zijn paard en wagen.



Meis : is een jongen van ongeveer 17 jaar en is de broer van Hilde en Dreeske. En hij helpt zijn vader veel.



Dreeske : is een pasgeboren baby en zijn moeder is Hanna. Hilde en Hanna geven veel aandacht aan hem. Door hem goed te voeden en te verzorgen, ook al is dit niet altijd even makkelijk.



5b.Hanna: eerst leeft ze als een gewone moeder met een baan als “dokter” en dan plots moet ze in angst gaan leven omdat ze beschuldigd wordt als heks.



Zeel: van een gewoon leventje moet hij op de vlucht slaan omdat zijn vrouw wordt beschuldigd van hekserij. Hij komt in de gevangenis te zitten omdat hij beschuldigd wordt van diefstal.



Meis: ‘t zelfde als zijn vader. Normaal leven, daarna op de vlucht omdat zijn moeder wordt beschuldigd van hekserij, komt ook in de gevangenis te zitten omdat hij beschuldigd wordt van diefstal



5c. Waarschijnlijk vinden alle familieleden de handelingen van hun dochter en zus wel goed. Ze probeert hen juist te helpen.



6a. Ruimte:

Land en plaatsen: In Nederland, het begint in Wassenberg, daarna in Ophoven, Roermond, Thorn en eindigt in Stift.

6b. milieu: in een aantal steden leeft de familie in een gevaarlijke omgeving. Maar binnen het gezin is alles vertrouwelijk en goed.

6c.Wel in een andere plaats maar in een andere tijd niet. De plaats is namelijk niet echt van belang. Maar nu bijvoorbeeld zijn er geen heksenvervolgingen meer en dit verhaal zou dus niet later kunnen afspelen. Misschien wel eerder.



7a. Tijd:

De tijd waar dit boek in speelt is in de Middeleeuwen. Om precies te zijn in 1582. Dit wordt in het boek vermeld.

7b. Er zitten zover ik gemerkt heb geen vooruitwijzingen in of flashbacks, of ik moet het niet in de gaten gehad hebben toen ik het boek las maar zover ik weet zitten ze er niet in.



8. Perspectief:

Het perspectief is een ik-perspectief, omdat je alleen de gevoelens en gedachten van de ik-persoon, Hilde, weet. Je krijgt hierdoor een subjectief beeld van het verhaal. Als je het perspectief bij bijvoorbeeld Zeel plaatst, krijg je in de plaats van de gebeurtenissen in het restaurant, de gebeurtenissen in de gevangenis.



9a. Inhoud:

Hilde is een meisje van 12 en woont in een klein plaatsje genaamd wassenberg (in de buurt van Het tegenwoordige Limburg). Het gaat er in Wassenberg druk aan toe en het is er onrustig want het is een moeilijke tijd voor de vrouwen. Veel van hen worden beschuldigd voor hekserij en worden dan vaak op de brandstapel gegooid.

De moeder van Hilde (Hanna) is een soort dokter en weet veel van geneeskrachtige kruiden af. Ze helpt veel mensen in de stad zo ook het pasgeboren zoontje van vrouw Lemmers dat slecht kan ademen. Maar na een poosje valt er niet veel meer aan te redden en het kindje sterft. Al snel gaat het gerucht rond dat Hanna een heks is. En vrouw lemmers verteld het aan iedereen. De mensen geloven haar omdat haar man de schout van Wassenberg is. De beschuldigingen blijven komen en ten einde raad gaat Hanna met haar man Zeel naar de pastoor om raad te vragen. Maar ook de pastoor is tegen Hanna en verteld haar dat ze beter kan vertrekken. Op een dag komen vele mensen uit het dorp naar het huis van de ouders van Hilde toegelopen met fakkels ‘’De heks moet branden’’ roepen ze. En proberen de deur open te breken. Als dit niet lukt steken ze het huis in de brand en weet de familie van Hilde nog maar net door de achterdeur te ontsnappen, ze pakken het paard en wagen van Zeel en gaan weg uit Wassenberg op zoek naar een nieuwe verblijfplaats. Het liefst zo ver mogelijk.

Ze besloten naar Ophoven te gaan waar de broer van Zeel woont. Onderweg werden ze nog van het paard en wagen beroofd door struikrovers. Maar toen ze eindelijk waren aangekomen werden ze hartelijk ontvangen, maar ze konden hier maar een nacht blijven.

De familie trok verder naar de stad Roermond en onderweg liepen ze met twee dieven mee die meel hadden gestolen. Op een gegeven moment kwamen er een stel ruiters aan en de twee dieven vluchtten in een struikje. De ruiters dachten dat de familie de zakken meel hadden gestolen en dus namen ze Meis en Zeel mee, die naar Roermond werden gebracht.

In Roermond aangekomen zochten Hilde en Hanna een baantje en vonden die in een herberg. Ondertussen hingen Meis en Zeel aan een schandpaal waar ze met rotte eieren en tomaten werden bekogeld. Hilde moest vaak naar de markt om spullen te komen en daar ontmoette ze een vrouw genaamd Betje. Ze vertelde Hilde dat als ze ooit hulp nodig mochten hebben dat ze altijd naar haar toe kon komen, en ze dan vast kon helpen omdat de schout van Roermond familie was van Betje. Na een poosje goed gewerkt te hebben in de herberg stapte er opeens een man binnen die ook in Wassenberg had gewoond, een man die indertijd vooraan had gelopen om hun huis in de brand te steken. Hilde vluchtte snel de keuken in en zei dat ze moesten vluchten. Hanna en Hilde gingen meteen naar Betje toe die kon regelen dat ze zo snel mogelijk uit Roermond zouden komen. Hanna en Hilde vertrokken de stad Roermond met een paard en wagen van een koopman die ze kenden en die bracht hen naar Thorn, een stad waarbij de Abdij de baas was en waar ruiters uit Roermond hen niks konden maken. Ze mochten hier blijven van de Abdij. En ze kregen onderdak van de koopman. Hanna mocht werken in de tuin om voor kruiden te zorgen en Hilde moest haar hierbij helpen. Ondertussen zorgde Betje ervoor dat Zeel en Meis ook naar Thorn werden gebracht en de twee dieven van het meel werden opgepakt. De man die het huis in brand had gestoken werd gedood. En na een poosje besliste de Abdij dat ze mochten blijven in Thorn.



9b. Het is niet iets wat ik zelf heb meegemaakt maar wel waar ik bij was. Dat een medeverkoopster bij mij in de winkel verdacht werd van diefstal terwijl ze het niet gedaan had. En dat is het zelfde als bij Zeel en Meis.



10. Fantasie/ werkelijkheid:

Dit boek zou best in het jaar 1582 kunnen hebben plaatsgevonden. Er kwam toen ook veel heksenvervolgingen voor. En er gebeurden ook allemaal dingen in die tijd zoals: de rijken hadden het goed, mensen stierven aan allerlei ziektes en er waren veel mensen die niet konden lezen of schrijven. Dus het zou best in het echt gebeurt kunnen zijn.



11a. Afloop:

Gesloten einde. Ze kunnen weer veilig wonen Dreeske komt weer thuis, Zeel ook. En alles is weer goed. Ik hou niet zo veel van verhalen die goed aflopen dat is altijd zo afgezaagd.

11b. Ja, ik had dat verwacht. Het boek is juist zo geschreven dat je eigenlijk al kan aanzien komen dat alles goed gaat.



12. Waardering:

a. Het was niet moeilijk maar wel irritant dat je elke keer die oude woorden achterin op moest zoeken.

b. Ja ik vond het boek niet erg spannend maar als ik echt iets zou moeten uitzoeken wat nou spannend was zou ik zeggen dat ze net ontsnapten aan het vuur en op de vlucht sloegen’.

c. Ja het was wel geloofwaardig. Ton v. Reen heeft geen sprookjesachtige dingen geschreven en als je waar gebeurt op de voorkant zou zetten zouden de meeste wel geloven dat dit zich in de middeleeuwen echt heeft afgespeeld.



































Genre-opdrachten:



Historie + Toekomst:



1.

Bikkels

Kootbeentje uit een schapenpoot, waarmee het bikkelspel werd gespeeld.

Musket

Ouderwets geweer met lontontsteking.

Pest

Zeer besmettelijke dodelijke ziekte, waaraan bij epidemieën soms duizenden mensen stierven.

Rakker

Hulp van de schout met politiefunctie.

Schelf

Hooizolder.

Sou

Muntstuk ter waarde van een stuiver.

Stift

Vrouwenklooster.

Verlorenentoren/poort

Toren in het vestingwerk van Wassenberg waarin de “verlorenen”oftewel veroordeelden werden opgesloten.

Walpurgisnacht

Nacht van 30 april op 1 mei. In deze nacht zouden de heksen bij elkaar komen op de bloksberg en hun sabbat vieren.

Wipgalg

Martelingsinstument.



2. Vervolging; heksen vervolging.

De moeder van hilde wordt beschuldigd van hekserij en wordt vervolgd.



3.Ja, dat denk ik wel want die zijn situaties die vroeger ook hebben afgespeeld.



4. Ik zou niet vluchten, maar waarschijnlijk omdat ik daar gewoon geen zin in had gehad. Gewoon te lui om te vluchten. Maar ik zou wel mijn familie zeggen dat ze moeten vluchten.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen