Boekverslag : Thea Beckman - Kruistocht In Spijkerbroek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1542 woorden.

Titel

Kruistocht in spijkerbroek



Auteur

Thea Beckman



Samenvatting

Dolf woont in Amstelveen. Zijn vader kent twee professoren. Dolf gaat bij hun op bezoek, ze zijn bezig met een tijdmachine. Dolf wil graag zelf wel terug in de tijd. Dolf weet de professoren over te halen. Na een aantal voorbereidingen zal hij naar Frankrijk in de Middeleeuwen gaan. Maar door een foutje in de tijdmachine komt hij in Duitsland van de Middeleeuwen. Ze hebben afgesproken om over een paar uur terug te zijn op de zelfde plaats als hij aankwam, daarom markeert Dolf de steen waarop hij staat bij aankomst met zwart en geel krijt. Dolf gaat op weg naar het stadje in de verte. Na een paar honderd meter ziet hij drie mannen vechten. Het zijn twee mannen op paarden die een derde man op een ezel aanvallen. De man met de ezel heeft een grote knuppel waarmee hij zich aardig goed verdedigen kan. Toch besluit Dolf de man met de ezel te helpen. Samen verslaan ze de twee struikrovers. Samen lopen ze naar een andere plaats in het bos. De man met de ezel zegt dat hij Leonardo heet. Dolf stelt zich voor als Rudolf van Amstelveen. Ze kunnen elkaar niet gemakkelijk verstaan want Leonardo spreekt een oude taal die lijkt op oud Nederlands en op Duits. Dolf leert Leonardo de Arabische wiskunde. Na een tijdje praten ziet Dolf op zijn horloge dat hij terug moet gaan. Maar als hij terugloopt ziet hij op de weg waar hij een paar uur geleden was aangekomen alleen maar kinderen. Kinderen zover als hij kan kijken. Hij zoekt naar de plaats waar hij aangekomen is. Opeens ziet hij een jongen staan op de plaats die hij gemarkeerd heeft. Hij probeert de jongen weg te krijgen maar hij wil niet weg. Plotseling is de jongen verdwenen. Dolf begrijpt dat het te laat is. Toch wachtte hij nog een tijd op de gemarkeerde plaats. Er gebeurt niks. Nadat hij een beetje verwerkt heeft dat hij misschien nooit meer terug zou kunnen naar zijn eigen tijd, gaat hij Leonardo zoeken. Als hij Leonardo gevonden heeft, besluiten ze samen met de kruistocht mee te gaan naar Spiers. Dolf en Leonardo zien hoe erg het is, kinderen met bloedkorsten op hun blote voeten en kinderen die van uitputting langs de kant van de weg sterven. Ze vragen aan kinderen waarom ze deze tocht ondernemen. De kinderen zeggen dat ze onderweg zijn om Jeruzalem te veroveren in opdracht van God. Ook zeggen ze dat Nicolaas uitverkoren is om de kruistocht te leiden. Als ze 's avonds bij Spiers aankomen doen de bewoners van Spiers de poort niet open. Het kinderleger moet dus buiten in het open veld overnachten. 's Nachts breekt er een hevig onweer los en een deel van de stad Spiers verbrandt. De inwoners zijn er van overtuigd dat het een straf van God is omdat ze het heilige kinderleger niet hebben binnen gelaten en komen de volgende ochtend met voedsel naar de plaats waar het kinderleger overnacht. Na een goede maaltijd gaat de gigantische groep kinderen op weg. Dolf en Leonardo lopen in de achterhoede om uitgeputte kinderen op te pikken. Dolf vraagt verder over de heilige zending. De kinderen vertellen dat een van de monniken genaamd Anselmus die Nicolaas begeleiden op zijn tocht zegt dat de zee zal wijken net zoals hij dat deed voor Mozes. Dolf vindt dat de hele kruistocht niet goed geregeld is, daarom gaat hij naar de leiding. Hij zegt dat het beter kan en vertelt dat als je het in groepen verdeelt het veel beter gaat. Vooral Dom Anselmus is het niet eens met zijn plan maar omdat de andere monnik, genaamd Johannes, hem om weet te praten, mag Dolf zijn plan uitvoeren. Nadat hij de kinderen in groepen heeft verdeeld gaat het veel beter. Er sterven veel minder kinderen, er is meer voedsel en minder ruzie. Als ze aankomen in Rottweil worden ze niet echt gastvrij ontvangen. Er is niet veel voedsel meer. Dolf bedenkt dat hij nog Nederlands geldt heeft. Hiermee weet hij in de stad genoeg broden te kopen voor het hele kinderleger. Ook worden een paar kinderen ziek. Ze blijken te lijden aan Scharlaken Dood (Pest). Hierdoor moet het leger een tijd hier blijven. Dolf weet door goede maatregelen te nemen de Scharlaken Dood uit te bannen. Dom Anselmus wil om over de Alpen te komen een gevaarlijke route nemen, maar Dolf weet hem ervan te overtuigen dat ze beter een iets langere, maar veel minder gevaarlijke route kunnen nemen. Eerst steken ze het Karwendel gebergte over. Hierbij sterven veel kinderen. Als ze het Karwendel zijn gepasseerd komen ze in een gebied van een roofridder. Er worden tientallen kinderen weggeroofd. Maar met een slimme list weten Dolf en een paar andere kinderen de geroofde kinderen te bevrijden. Daarna vervolgen ze hun weg en na een aantal dagen komen de Alpen in zicht. Ook de Alpen eisen weer veel slachtoffers. Na de Alpen denken veel kinderen dat ze bij de zee zouden komen, maar tot hun groote teleurstelling komen ze op een grote kale vlakte. Tijdens de reis over die vlakte blijven veel kinderen in plaatsen waar het kinderleger langskomt. Ook Leonardo neemt afscheidt omdat hij naar zijn ouders in Pisa gaat. Met nog maar een groep van ongeveer 1500 kinderen bereiken ze de zee. De avond dat ze daar overnachten vertelt Dom Johannes dat de hele kruistocht een leugen is en als de zee niet zal wijken voor Nicolaas er schepen komen die de kinderen naar Afrika brengen om ze daar te verkopen als slaven. Die ochtend zal Nicolaas de zee laten wijken. Dat lukt natuurlijk niet. De kinderen worden zo boos dat ze Nicolaas willen doden. Dolf weet de kinderen tegen te houden om mee te gaan op de boten die zogenaamd naar Jeruzalem gaan. Ook Leonardo duikt weer op, hij is de kruistocht achterna gekomen. Samen met Dolf probeert hij de kinderen te kalmeren. Een aantal kinderen wil toch nog door naar Jeruzalem. Dolf en Leonardo besluiten om samen met hen die verder willen verder te gaan naar Bari, een plaats in de punt van Italiƫ. Daar aangekomen kunnen de kinderen met schepen naar Venetiƫ, om daar de winter door te brengen en daarna weer verder te trekken. Dolf vindt in Bari een bericht uit de toekomst. Hij kan de volgende dag terug. Die dag is hij op tijd op de goede plaats. Maar er komt een stoet met mensen aan die dreigen hem aan de kant te duwen maar net op tijd wordt hij teruggehaald naar zijn eigen eeuw.



Hoofdpersonen

Dolf (Rudolf van Amstelveen) is erg avontuurlijk, want hij gaat terug in de tijd. Ook is hij een leidend type. Dit blijkt onder andere uit dat hij de leiding voor een deel op zich neemt en dat de meeste kinderen naar hem luisteren. Verantwoordelijk is hij ook. Als hij met de kruistocht meegaat voelt hij zich gedwongen om de kinderen veilig naar Jeruzalem te brengen. Leonardo is een middeleeuwse student. Hij is snel van begrip. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hoe snel hij de voor hem nieuwe manier van rekenen begrijpt. Ook hij is verantwoordelijk. Hij komt zelfs terug van zijn ouders om te helpen bij het leiden van de kruistocht. Nicolaas voelt zich echt heilig. Hij denkt dat God alles voor hem doet. Als er iets ergs gebeurd. Dom Anselmus is niet erg aardig, hij geeft weinig om de kinderen. Hij wil zo snel mogelijk verder met de reis, ook als dat niet goed is voor de kinderen. Dom Johannes is goed voor de kinderen. Hij probeert ze gerust te stellen als het moeilijk is en probeert de zieken moed in te spreken.



Beoordeling

Aan het begin van het boek lijkt het of er een erg spannend verhaal komt met een spannend einde. Maar na een paar hoofdstukken begint het boek in herhalingen te vallen, het is steeds reizen-aankomen-problemen-vertrekken-reizen. Ook het einde is niet echt spectaculair. Aan het begin van het boek kon je al voorspellen hoe het zou aflopen hierdoor kun je dit boek ook niet in een paar avonden uitlezen. Vooral de grote hoeveelheid woorden per gebeurtenis maakt het boek nogal saai. Als alles wat korter was geschreven was het een veel mooier boek geworden. Want het verhaal op zich is wel mooi.. Maar ik vind dit boek te langdradig en dus echt geen gouden Griffel waard.



Schrijfster

Thea Beckman is geboren op 23 juli 1923 in Rotterdam. Ze was enig kind. Ze mocht niet studeren van haar vader. Ze wilde graag schrijfster of ontdekkingsreizigster worden. Ze trouwde op haar eenentwintigste en kreeg drie kinderen. Toen haar kinderen groot waren volgde ze een middelbare schoolopleiding en ging daarna psychologie studeren in Utrecht. Met schrijven begon ze in 1947. Eerst verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten daarna begon ze met boeken schrijven. Voor een aantal heeft ze prijzen ontvangen. Voor Met Korilu de griemel rond en voor Stad in de storm kreeg ze een zilveren griffel en voor Kruistocht in spijkerbroek zelfs een gouden griffel. Zelf zegt ze dat ze twee belangrijke redenen heeft om Jeugdliteratuur te schrijven namelijk dat ze dol is op kinderen en dat ze boeken schrijft die ze vroeger als kind zelf had willen lezen..



Cijfer:8
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen