Boekverslag : Tessa De Loo - De Tweeling
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1349 woorden.

BOEKVERSLAG ‘DE TWEELING’





Beschrijvingsopdracht



Het boek dat ik gelezen heb is De Tweeling van Tessa de Loo. Het is geschreven en eerste druk uitgegeven in 1993. Ik heb de 43ste druk gelezen, die komt uit 2000. Het boek is uitgegeven door De Arbeiderspers .



Waarom gelezen ?

Ik heb het boek gelezen omdat ik vier punten nodig had, en heel veel leerlingen hadden het boek al gelezen, dus dacht ik laat ik het ook eens lezen. De inhoud was me al verteld en daardoor werd ik ook wel nieuwsgierig.



Inhoud

Het gaat over een tweeling, Anna en Lotte, die op 6-jarige leeftijd van elkaar zijn gescheiden. De een, Lotte, groeit op in Nederland, terwijl Anna in Duitsland opgroeit. Als ze in de zeventig zijn, komen ze elkaar weer tegen in een kuuroord in Spa. Ze ontdekken daar dat ze een tweeling zijn, en trekken de rest van de periode daar met elkaar op. Ze vertellen elkaar over de oorlog, want die hebben ze allebei anders meegemaakt. Lotte is ervan overtuigd dat alle Duitsers schuldig waren, terwijl Anna haar probeert ervan te overtuigen dat gewone Duitsers zoals zijzelf, net zo erg geleden hebben als de Nederlanders.



Uitgewerkte persoonlijke reactie

Onderwerp : Het onderwerp, de oorlog, vind ik meestal niet interessant, maar omdat het zeg maar verpakt is in twee levensverhalen, vind ik het redelijk interessant. Het onderwerp ligt niet in mijn belevingswereld, want ik heb de oorlog niet meegemaakt. Ik vind dat de schrijfster het oppervlakkig heeft over de oorlog zelf, maar ze gaat diep in op hoe de hoofdpersonen de oorlog hebben meegemaakt.

Gebeurtenissen : Ik vind de gebeurtenis dat ze elkaar weer ontmoeten heel belangrijk, omdat zonder die gebeurtenis er geen verder verhaal zou zijn geweest. De gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen zijn belangrijker dan de gebeurtenissen, want ze vertellen elkaar vaak wat ze over de oorlog denken en hoe ze zijn opgevoed, etc. De gebeurtenissen hebben een duidelijke samenhang, er is een verband. Ik vind het ontroerend dat ze elkaar tegenkomen, ik vind het wel onwaarschijnlijk dat ze na 70 jaar uitelkaar te zijn geweest, ze allebei toevallig in hetzelfde kuuroord zitten.

Personages : De karaktereigenschappen van de tweeling komen gedurende het boek langzaam naar boven, je leert ze tijdens het lezen een beetje kennen. Ik vind het levensechte personen, omdat behalve de goede eigenschappen er ook slechte worden beschreven, en net als andere oude mensen hebben Lotte en Anna ook last van een zere rug, en zere voeten. De gedachten van de hoofdpersonen hebben mij wel beïnvloed, want eerst vond ik de ene leuker, later de ander. Ik kan me wel verplaatsen in de personages, want ze ergeren zich vaak aan elkaar, en dat doe ik ook vaak aan mijn eigen zusje, en ik zou ook emotioneel zijn als ik mijn zus 70 jaar niet had gezien.

Opbouw: Het verhaal is op zich niet ingewikkeld van opbouw, eerst het heden, dan een stuk verleden van de ene helft van de tweeling, dan het heden, dan het verleden van de andere helft van de tweeling. Onder het lezen moet je er even aan wennen, maar als je eraan gewend bent, dan is het goed te volgen, hoewel ik soms nog wel in de war raakte. Er zitten dus veel flashbacks in het verhaal, ik vind het niet prettig, maar ook niet vervelend. De opbouw, met de flashbacks, past bij het verhaal, omdat je als je iemand lang niet gezien hebt, je gaat vertellen wat je hebt meegemaakt sinds de laatste keer dat je die persoon zag, en dat is hier ook zo. Je ziet de gebeurtenissen dus door de ogen van twee personen.

Taalgebruik: Ik vind het taalgebruik moeilijk, omdat de schrijfster moeilijke woorden gebruikt. Er zit weinig dialoog in, bijna alleen in de stukken dat in het heden speelt. Van het taalgebruik kan ik niet zeggen of ik het bij de personages vind passen of niet, het zijn gewoon moeilijke woorden, en ik vind niet dat dat bij een personage past of niet past.





Verdiepingsopdracht





Fabel en sujet

De fabel is een reeks logisch-chronologisch geordende gebeurtenissen. Bevat gebeutenissen, personages, ruimte en tijd. Sujet is de feitelijke weergave van de gebeurtenissen. Het verschil in het boek is dat er meer sujet is, want de gebeurtenissen scheiding van elkaar, oorlog, hereniging, gebeuren niet in die volgorde in het boek. Eerst is de hereniging, dan worden er herinneringen opgehaald, waarvan eerst de scheiding en daarna pas de oorlog.





Tijd

De volgorde van de gebeurtenissen zijn niet, zoals hierboven geschreven, chronologisch. Het verhaal wordt niet continu verteld, want het wordt telkens onderbroken door beschrijving van het heden en het verhaal van de tweelingzus. Het effect op de lezer van de flashbacks is dat ze veel informatie geven, bijna alle informatie, want bij het heden wordt eigenlijk niks verteld, je wordt er eigenlijk aan herinnert dat het zich nog steeds afspeelt in het heden en dat je niet ineens van het heden naar het verleden gaat, waar het verhaal zich verder af gaat spelen. Het verhaal speelt zich tussen 1922 en 1993, in 1922 is de tweeling 6 jaar, op die leeftijd worden ze gescheiden, in 1993 is het boek geschreven, en het verhaal gaat tot het heden, en dat was 1993. De vertelde tijd is dus tussen 1922 en 1993 dat is 71 jaar, en de verteltijd is 428 bladzijden.







Personages

Het uiterlijk van de dames is: oud, grijs haar, en verder wordt er niets over gezegd.

Het innerlijk is bij Anna eigenwijs en koppig. Soms begripvol tegenover Lotte. Die eigenschappen komen erg naar voren, dus de rest van de eigenschappen weet ik eigenlijk niet. Het innerlijk van Lotte is ook koppig, ze wil niks aannemen van Anna. Verder voelt ze zich soms schuldig, tegenover Anna, maar ook tegenover haar kinderen. De relatie tussen Anna en Lotte is dat ze een tweeling zijn. Over de rollen die ze spelen kan ik zeggen dat Lotte eerst afstandelijk doet, want ze vindt het leuk om haar zus weer terug te zien, maar ze vindt het ook een beetje vreemd om na 70 jaar ineens een zus te hebben. De rol die Anna speelt is de rol van oudere zus, ze ontfermt zich over Lotte, en is alleen maar blij om haar terug te zien. Ze zijn wel karakters, want je leert langzaam de personen kennen, je krijgt steeds meer eigenschappen van ze te zien. De personages zijn niet herkenbaar en ik kan me niet met ze identificeren.





Opbouw

Het verhaal is opgebouwd uit drie delen (Interbellum, Oorlog en Vrede). Daarbinnen is het verdeeld in 6 of 7 hoofdstukken en daarbinnen is het opgebouwd uit alinea’s. De individuele delen, de levensverhalen van Lotte en Anna, hebben geen samenhang, ze groeien beiden in verschillende omgevingen op. Op één plek komt het samen, dan zoeken ze elkaar op, als ze rond de 24 zijn. De verhaallijnen zijn ook anders, de ene is een boerendochter en wordt later dienstmeisje bij een gravin. De andere woont gewoon thuis en krijgt onderduikers thuis. Het verhaal begint ermee dat Lotte in de rustzaal ligt en dat Anna binnenkomt, waar ze ontdekken dat ze zussen zijn. Er is geen cyclische opbouw, want op het einde gaat Anna dood, dat lijkt niet op het begin. Het verhaal heeft een gesloten einde, als ze allebei hun verhaal verteld hebben, gaat een van de twee dood. Ze hebben dus geen vragen meer over elkaar.





Vertelsituatie

De vertelsituatie in het boek is een personale vertelsituatie, want we lezen de gedachten, gevoelens, en waarnemingen van Lotte en Anna, de zij-figuren. De verteller is niet in het verhaal aanwezig. Het perspectief is subjectief. Het is niet betrouwbaar omdat het subjectief is, dus als de Lotte een mening over Anna heeft, hoeft het niet waar te zijn. De functie van deze vertelsituatie is dat je veel meer te weten komt over beide hoofdpersonen dan als het een alwetende of ik-vertelsituatie zou zijn. Het effect is dat je een beetje meeleeft met de personages, en dat je ze begrijpt.





Taalgebruik

Wat opvalt aan het taalgebruik is dat er veel moeilijke woorden inzitten en bijna geen dialogen.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen