Boekverslag : Siegfried Lenz - Jager Des Spotts
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1287 woorden. |
JÄGER DES SPOTTS AUTEUR: SIEGFRIED LENZ AANTAL BLZ.: 84 In het boek zijn vier staan vier korte verhalen. Deze verhalen gaan steeds over iets anders, toch is er een bepaalde vorm van samenhang. Alle verhalen lopen namelijk slecht af. De titel heeft betrekking op het eerste verhaaltje, dat net zoals de titel "Jäger des Spotts" heet. Jäger des Spotts Het eerst verhaal gaat over een man, Atoq, die een vader had die heel goed kon jagen. Hijzelf kon echter helemaal niet jagen. Andere mensen uit de buurt maakten allemaal grapjes over hem, ze maakten hem belachelijk, ze bespotten hem. Atoq wilde dit veranderen. Hij wilde tegenover iedereen bewijzen dat hij wel degelijk kon jagen. Op een dag gaat hij dan ook op jacht, maar het lukte hem niet om een dier te doden. Hij heeft namelijk problemen met zijn geweer. Maar Atoq geeft niet op hij gaat nog een keer op jacht. Hij ziet een grote kudden stieren, een goede prooi. Deze keer lukt het hem wel om enkele dieren te doden. Atoq brengt de mooiste stieren die hij geschoten heeft naar zijn schuur, waar hij de beesten opbergt. Eindelijk lijkt het erop dat Atoq heeft bewezen dat hij wel kan jagen. ‘s Nachts kan hij niet slapen, net zoals zijn vader dat niet kon nadat hij gejaagd had. Plotseling hoort hij geluiden buiten. Hij springt uit zijn bed en ziet wat er gaande is. Er zijn beren naar zijn schuur gekomen, ze hebben de geur van het vlees geroken. Via een gat in de schuur zijn zij de schuur binnengedrongen om al het vlees op te eten. Atoq kon niks doen. Hij had maar een pistool tegenover een paar beren. Hij moest toekijken hoe zijn vlees werd opgevreten door de beren. Opnieuw had hij zijn spot niet kunnen verleggen. Lukas, sanfmütiger Knecht Het tweede verhaal gaat over Lukas, die ooit een knecht van een boer was. Lukas en de rest van zijn volk hadden ooit een stuk land. Maar omdat er een pest uitbrak waaraan al hun vee overleed, waren zij naar het noorden getrokken om bescherming te zoeken. Toen zij echter terugkwamen, zagen zij dat een stel boeren hun land had ingepikt. De boeren wisten namelijk niet wanneer zij weer terugkwamen of dat ze überhaupt wel terugkwamen. De boeren wilden het land niet afgeven, maar ze boden wel aan of ze bij hen wilden komen werken. Lukas ging daarmee akkoord en heeft 14 jaar goed gewerkt op de boerderij. Na die jaren dat hij had gewerkt is hij weggegaan, waar naar toe wist niemand. Op een dag liep de boer, bij wie Lukas gewerkt had, door het landschap. Hij zag gras branden. Dit deden de Kikuju’s, een soort stam, ieder jaar, het was dus heel gewoon. Opeens stonden een paar mannen van die stam voor hem. Ze namen hem gevangen. Dan ziet de boer dat Lukas bij de mannen is. Maar Lukas reageert niet. In het bijzijn van de boer vertonen de stamleden een paar rituelen. Een daarvan was het lichaam met een in het vuur gestoken zwaard betasten. De boer vreesde al voor de ergste dood, maar ze laten hem gaan. Ze zeggen tegen hem dat hij binnen een bepaalde periode bij zijn huis moet zijn, anders zou ook zijn huis branden. De boer weet hoe erg dat is want zijn vrouw en kind zijn in dat huis. De weg naar huis is lang, maar de boer weet met allerlei weggetjes de route af te korten en heeft er vertrouwen in dat hij op tijd thuis zal zijn. Wanneer hij uiteindelijk in de buurt van zijn huis aankomt, merkt hij dat bij een andere boerderij - waar normaal veel bedrijvigheid is - niemand aanwezig is. Totdat hij zes Kikuju’s uit het huis ziet komen. Opeens heeft hij geen goed gevoel meer. Via een maisveld komt hij bij zijn huis aan, hij ziet echter geen huis meer, alleen nog maar as. Toen wist de boer waarom Lukas dit had gedaan, hij wilde wraak. Das Wrack Het derde verhaal gaat over een vader (Baraby) en zijn zoon. Wanneer vader op een dag terugkeert uit zee, hij was namelijk visser, ziet hij op de bodem een wrak liggen. Niemand anders weet dat het daar ligt, behalve hijzelf. Als hij thuiskomt vertelt hij aan z’n zoon dat hij een wrak heeft zien liggen. Baraby denkt dat in het schip een heleboel schatten liggen en dat dit de kans is om rijk te worden, zodat ze eindelijk een fijn leven krijgen. Baraby heeft in de daaropvolgende tijd heel vaak naar het schip gedoken. Na verloop van tijd wist hij alles over het schip, maar hij kon het schip niet in omdat hij geen zuurstoffles had. Baraby wil toch graag de ‘schatten’ eruit halen. Daarom verkopen ze hun buitenboordmotor van hun schip. Met het geld dat ze hiermee verdienen, kopen ze een zuurstoffles. In de fles zat genoeg zuurstof voor 40 minuten. In die veertig minuten moest alles goed gaan. Als Baraby echter gaat duiken komt hij erachter dat er alleen maar botten aan boord zijn. Het schip had namelijk paarden vervoert. Ze hebben nu dus geen geld en geen buitenboordmotor meer. De actie waarvan men verwachtte gelukkig te worden heeft hen dus alleen maar ongelukkiger gemaakt. Nur auf Sardinien Het laatste verhaal gaat over een jonge man Vittorio. Vittorio was ooit herder. Op een dag miste hij een schaap. Vittorio zei dat het schaap ergens naar beneden moest zijn gevallen. Maar daar waar hij dacht dat het schaap gevallen moest zijn, is het schaap niet teruggevonden. De gezaghebbende in het dorp, Don Poddu, heeft hem laten bekennen dat hij het schaap verkocht had. Als Vittorio deze zonde namelijk niet bekend had, was hij opgehangen. Omdat hij deze zonde ‘gepleegd’ had, werd hij uit het dorp verbannen. Hij mocht zich de komende jaren niet laten zien. Toch komt hij terug om zijn onschuld aan te tonen. Verschillende mensen praten met Don Poddu, maar Vittorio heeft nog niet met hem zelf gesproken. Vittorio houdt zich schuil in de heuvels, dicht bij het dorp. Een meisje, Maddalena, brengt elke dag eten naar Vittorio toe en vertelt hem wat er allemaal in het dorp gebeurt. Op een dag vertelt ze Vittorio het bericht dat Don Poddu dood is gevonden, met een schot in zijn borst. Verschillende mensen in het dorp denken dat Vittorio het heeft gedaan, om wraak te nemen. De Karabiniers, de politie, gaan naar hem opzoek om het te arresteren. Maar Vittorio vlucht. Uiteindelijk komt hij bij het huis van Maddalena aan, haar moeder laat hem binnen. Ze drinken wat en daarna gaan ze naar de kerk, waar ze midden in de nacht trouwen. Na hun huwelijk vlucht Vittorio weer de bergen in, want de Karabiniers zijn nog steeds naar hem op zoek. Maddalena brengt Vittorio nog steeds elke dag een mand met eten, maar op een dag merkt zij dat het eten niet opgegeten is en ze ziet Vittorio ook niet. Uiteindelijk vindt ze hem in een grot, doodziek. Ze gaat naar de Karabiniers toe en zegt dat ze weet waar Vittorio is. Ze doet dit omdat Vittorio door een dokter verzorgd moet worden anders zal hij sterven. En als hij dan toch naar het dorp moet kan Maddalena hem net zo goed aangeven, want hier krijgt ze een grote beloning voor. Vittorio wordt verzorgd en opgesloten. In het proces dat volgt wordt hij vrijgesproken van de moord op Don Poddu. Maddalena heeft namelijk voor de beste advocaat gezorgd. Je zou zeggen ‘eind goed., al goed’ maar dat gebeurt niet. Vittorio laat Maddalena in de steek, omdat zij hem aan de Karabiniers heeft overgeleverd. Vittorio ziet dit als verraadt. Hij vertrekt en komt nooit meer terug. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |